Nederlandse garnalenvissers visten de afgelopen jaren véél meer in beschermde natuurgebieden in de Waddenzee en langs de Noordzeekust dan volgens hun vergunning mocht. Waarnemers beschuldigden Nederlandse vissers ervan dat ze in Namibië tonnen dode vis overboord gooiden om plaats te maken voor een wat vettere lading. Deze vissers werden vrijgesproken. Vorige zomer werd een kotter op de Noordzee gesnapt door NVWA-inspecteurs met illegale netten aan boord; netten met een maaswijdte die kleine vissen geen mogelijkheid geeft om te ontsnappen.
Kortom: het Nederlandse systeem voor visserijcontrole is falende. Niet voor niets startte de Europese Commissie in oktober een inbreukprocedure tegen de Nederlandse staat. Volgens Brussel „verzuimt” Nederland het om een „doeltreffende controle, inspectie en handhaving” te regelen van essentiële aspecten waaronder vangstregistratie.
Om illegale visserijpraktijken en overbevissing te voorkomen moet Nederland zich houden aan de Visserijcontrole verordening van de EU. Want alleen met gemeenschappelijk visserijbeleid is herstel mogelijk van de visstanden en het natuurlijke evenwicht in onze wateren. Juiste registratie is daarbij van levensbelang. Door simpelweg te tellen hoeveel vis er wordt gevangen, kunnen wetenschappers bepalen welke quota EU-lidstaten moeten aanhouden. Niet alleen om de biodiversiteit te beschermen, maar ook om onze visserij toekomstperspectief te bieden. Want in een lege zee kun je niet vissen.
Toekomstperspectief
Goed geregeld, zou je denken. Maar het huidige controlesysteem werkt niet. In EU-wateren worden vangsten en visactiviteiten van meer dan 49.000 boten niet goed geregistreerd. Dode vissen die niet commercieel interessant zijn en beschermde zeezoogdieren worden terug de zee in gegooid en komen niet in de vangststatistieken. De Visserijcontrole verordening verplicht vissers met boten langer dan tien meter om de meeste vis die ze vangen bij te houden in een logboek. Maar hoe kunnen we zeker zijn dat vissers hun vangst en onbedoelde bijvangst goed registreren?
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/06/visvert.jpg)
Daar is een mooie technologie voor: Remote Electronic Monitoring (REM). Camera’s en sensoren verzamelen data over alles wat wordt gevangen. Met die data kunnen we de visstanden beter in kaart brengen, illegale visserij voorkomen en het toekomstperspectief van de sector veiligstellen. Deze REM-technologie aan boord verplicht stellen, biedt financieel perspectief voor vissers en is tegelijkertijd een voorwaarde voor een duurzame visserij. Het is daarmee een van de belangrijkste aanpassingen die zijn voorgesteld voor de herziene Visserijcontrole verordening. Begin maart heeft het Europees Parlement met deze aanpassing ingestemd. Dit voorstel creëert toekomstperspectief. Voor het leven in onze wateren, maar ook voor de bedrijven en gemeenschappen die afhankelijk zijn van visserij.
Hoe is het dan mogelijk dat sommige Europarlementariërs, zoals Jan Huitema (VVD), Annie Schreijer-Pierik (CDA) en Bert-Jan Ruissen (SGP) tegen het voorstel stemden om het gebruik van REM verplicht te stellen? Met argumenten als „We hebben toch ook geen camera’s in elke auto om overtredingen op te sporen” (Ruissen) pleiten zij voor het vrijwillig plaatsen van camera’s. Maar dit is appels met peren vergelijken. Om overbevissing te voorkomen is toezicht nodig dat effectief en betrouwbaar is. Privacy wordt beschermd in het voorstel van het Europees Parlement, én met technologie (bijvoorbeeld door het blurren van de gezichten van vissers).
Duurzaam zeebeheer
Natuurlijk zijn er genoeg vissers die het goed willen doen. Maar inspecties die op zee en aan land worden uitgevoerd kunnen nooit alle vissers controleren en alle illegaliteit opsporen. Het resultaat? Bijvangst wordt weggegooid, er wordt gevist in beschermde gebieden en illegaal vistuig gebruikt.
Het verplicht stellen van camera’s aan boord is dus een essentiële maatregel. Maar nog niet genoeg. De leden van het Europees Parlement stemden ook voor een voorstel dat alsnog kan leiden tot grotere overbevissing. Zij willen de foutmarge vergroten die nu is toegestaan bij het tellen van de visvangst. Dat zou betekenen dat tot 40 procent van de vis die door EU-boten wordt gevangen niet meer hoeft te worden geteld. Met desastreuze gevolgen voor de vispopulaties en de toekomstige opbrengsten van vissers. En daarmee ook voor de geloofwaardigheid van de EU als wereldleider op het gebied van duurzaam zeebeheer en het nultolerantiebeleid als het gaat om illegale visserij van landen buiten de EU.
Nederland en andere EU-lidstaten gaan in mei stemmen over de toekomstige Visserijcontrole verordening. Dat betekent dat ook de (nieuwe) regering en Tweede Kamerleden de koers van de Nederlandse visserijcontrole bepalen. Zij kunnen Nederland een gidsland maken in Europa als het gaat om de transitie naar duurzame visserij, gezonde zeeën en bloeiende kustgemeenschappen. Zodat niet alleen wij, maar ook onze achterkleinkinderen nog kunnen genieten van Hollandse nieuwe. Door een beleid voor te stellen dat onze wateren beschermt en illegale visserij uitbant.