Marinus Boezem (Leerdam, 1934) wordt wel gezien als een van de belangrijkste, conceptuele naoorlogse kunstenaars van Nederland. Toen hij in de jaren zestig zijn opleiding had voltooid, wilde hij nieuwe beelden scheppen. „Daar bedoel ik mee dat je zaken die niet tot de kunst gerekend werden, plotseling aanvaardbaar en bruikbaar maakte als kunst”, zei hij enkele jaren geleden in NRC. Typerend is het beddengoed dat hij uit musea liet wapperen: kijk, ook in musea wordt de was gedaan.
De vijftien Shows die straks in het Kröller-Müller te zien zijn, bedacht hij tussen 1964 en 1969. Hij tekende een plan en stuurde zijn ideeën aan relaties in de kunstwereld. Om een voorbeeld te noemen: Soft Room (Show XV, 1968) is een tentoonstellingsproject waarin de kleedjes op de tafels opfladderen door ventilatoren.
Vaak zijn lucht en wind de basis van zijn shows. Luchtplastiek (Show X, 1967) is een door lucht opbollende halve bol van zwart plastic. Van de Shows werd er soms eentje getoond, alle vijftien zijn straks te zien in het museum in Otterlo.