Aan het begin van de donderdagmiddag had het er alle schijn van dat de kruisiging van Mark Rutte volbracht zou zijn vóór het begin van The Passion om half negen. De processie had zich verzameld voor de deur van de VVD-leider, er werd melding gemaakt van ‘Surinaamse broodjes’ die waren binnengebracht (over wijn bij het brood geen woord). Toen de premier zijn gang naar de Tweede Kamer maakte, werd hij omstuwd door genoeg microfoonhengels om een heel stevig kruis van te timmeren.
Bij de eerste debatschorsing, rond drie uur, sprak NOS-commentator Arjan Noorlander over een diepe kuil waarin Rutte zat, die alleen maar dieper leek te worden. De eerste Kamerleden veroorloofden zich hun Paasbeeldspraakjes: Jesse Klaver noemde „handen wassen in onschuld” en Sigrid Kaag moest naar aanleiding van Ruttes bewering dat hij verkennersinformatie ‘via via’ had gekregen denken aan de Via Dolorosa.
Dat een viavia in de boeken over Harry Potter een object is waarmee iemand plotseling naar elders geflitst kan worden, leek achteraf relevanter. Want toen Rutte al met anderhalve arm aan het kruis leek te hangen, leken ineens de spijkers op. Zoals de vader van een vriend naar aanleiding van Kaag opmerkte: „Ze haalt het mes er heel voorzichtig weer uit.”
Zo werd het nog een lange avond. In hun dinerpauze konden de Kamerleden horen hoe het Passionkoor de premier een hart onder de riem stak met een stukje Ramses Shaffy: „We zullen doorgaan/ Met de wankelende zekerheid/ Om door te gaan in een mateloze tijd.” De politieke dieren onder de Passionexegeten hadden een fijne voorstelling die wemelde van de al dan niet bedoelde debatverwijzingen. Judas vroeg: „Wie laat zich vrijwillig naar de slachtbank leiden?” De verrader hield vol dat „de schuld [...] niet bij mij” lag. Smalend sprak Pontius Pilatus (Tygo Gernandt) het woord waarheid uit. „De waarheid is dat ik de macht heb om u vrij te laten.”
Bij de ‘persconferentie’ van Pontius Pilatus figureerde een doventolk, al had Irma Sluis een functie elders.
Verteller Humberto Tan wekte de stellige indruk dat hij die middag zijn teksten nog wat had geactualiseerd. Na Judas’ ruttiaanse beroep op zijn menselijkheid sprak hij doodleuk: „Ik denk dat wij ons allemaal weleens achter die woorden verschuilen.” Over Pontius Pilatus: „Een leider in het nauw maakt soms rare sprongen. Opportunisme en een selectief geheugen zijn van alle tijden.”
Intussen had het vertrek van de EO uit de organisatie van de nu nog slechts door KRO-NCRV bestierde straatmusical geen revolutionaire aanpassingen tot gevolg. Het lijdensverhaal was verplaatst naar Roermond, waar Jezus’ discipelen elkaar afwisselend een ellebooggroet gaven én in de armen vielen – een wonderlijke combinatie. Dat Jezus (Freek Bartels) zijn Vader toezong met Jacques Brels klassieker ‘Laat me niet alleen’ was mooi bedacht. Bij de ‘persconferentie’ van Pontius Pilatus figureerde een doventolk, al had Irma Sluis een functie elders. Famke Louise paradeerde als woest kauwgom kauwende Barabbas over het toneel.
Bartels herrees op de Munsterkerk terwijl de Kamer nog in gesprek was met de eerste twee verkenners. In Op1 huppelde analist en CDA’er Sywert van Lienden intussen al naar de conclusie dat alles wat Rutte gezegd had wat hem betreft ‘plausibel’ was en dat de kwestie „volledig opgehelderd” was.
Uren later bleek Rutte de Famke Louise van de avond en besloot de Tweede Kamer een kundige verkenner met afstand tot de politiek te gaan zoeken. Misschien de man in Roermond die pleitte voor meer eerlijke en liefdevolle omgang met elkaar, zonder oordeel? „Als we daar nu eens met zijn allen voor zouden opstaan.” Humberto Tan moet zijn telefoon deze Paas goed in de gaten houden.