Maak alles transparant, en je ziet niets meer

Vertrouwelijk overleg Vertrouwelijk overleg liep deze week een deuk op. Maar het blijft cruciaal. Hele beroepsgroepen bestaan bij gratie ervan.

Een dag na het debat waarin demissionair premier Mark Rutte (VVD) overeind bleef, maar flinke reputatieschade opliep, zei hij „enorm gemotiveerd” te zijn door te regeren.
Een dag na het debat waarin demissionair premier Mark Rutte (VVD) overeind bleef, maar flinke reputatieschade opliep, zei hij „enorm gemotiveerd” te zijn door te regeren. Foto David van Dam

„Je moet wat met Omtzigt: minister maken.” Met die uitgelekte uitspraak, gedaan in de veronderstelde vertrouwelijkheid bij de verkenners, bezorgde premier Rutte zichzelf deze week onnoemelijke schade. Met zijn aanvankelijke ontkenning, weigering er verantwoording over af te leggen, vermeend geheugenverlies en het zaaien van twijfel over zijn motief om CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt een „functie elders” te bezorgen, wekte hij de indruk dat hij iets te verbergen had.

Maar hij had ook meteen kunnen zeggen: „Ja, ik heb over Omtzigt gesproken. Maar kijk naar het verslag van mijn gesprek met de verkenners en naar de context. Ik zei: ‘Er moet een kabinet komen dat oog heeft voor de mensen die de overheid heel hard nodig hebben’. Een ministerspost voor de man die deze mensen in de Toeslagenaffaire zo heeft geholpen betekent erkenning van zijn strijd en erkenning dat daar nieuw kabinetsbeleid voor nodig is. Niks wegwerken, integendeel.”

En: „Ja, ik sprak voor mijn beurt, sorry dat ik alvast zat te formeren, want we zitten nog in de verkenningsfase, maar ik heb al drie formaties achter de rug, dus die vraag – wat met Omtzigt? – zou, gezien het afgelopen jaar en de dynamiek in het CDA, toch aan de orde zijn gekomen. Het is een goede vraag.”

Mogelijk had Rutte zo ook de schade beperkt aan een cruciaal instituut bij de regeringsvorming: dat van het vertrouwelijk overleg. Want je kunt het afdoen als handjeklap in achterkamertjes. Of je kunt het zien als een plaats om buiten de directe openbaarheid vrijuit te spreken en opties – letterlijk – te verkennen. En zo vertrouwen en draagvlak te organiseren in de aanloop naar een nieuwe regering.

Lees ook de analyse: ‘Beschadigde Rutte kan in de formatie geen kant op’

Zonder een vertrouwelijke aanloopfase, een ‘ruimte van de mogelijkheden’, zou veel in de samenleving niet tot stand komen. Denk aan de onderhandelingen over een pensioenakkoord tussen werkgevers en vakbonden. Een fusie of overname. De spreekkamer van de mediator. Het ‘geheim van de raadskamer’ waaruit ten slotte een vonnis komt. Het selecteren van een reeks artiesten voor een tentoonstelling of een festival. Een overleg tussen artsen over een behandelingstraject van een ernstig zieke patiënt.

Zonder een vertrouwelijke aanloopfase, een ‘ruimte van de mogelijkheden’, zou veel in de samenleving niet tot stand komen.

Hele beroepsgroepen bestaan bij de gratie van vertrouwelijkheid. Zie ook de zogeheten Chatham House Rule – een instrument om semi-besloten discussies over gevoelige onderwerpen meer openheid te geven. Die regel bepaalt dat journalisten wel vrijuit verslag kunnen doen, maar niet mogen opschrijven wie welke opmerking maakte.

Gezichtsverlies besparen

En natuurlijk is er de diplomatie. Zonder vertrouwelijkheid zouden internationale akkoorden als de Brexit of het nucleaire akkoord met Iran simpelweg niet tot stand zijn gekomen, zeggen insiders. Vertrouwelijkheid is allereerst nodig „om te verkennen waar de ruimte zit in een standpunt dat naar buiten toe inflexibel lijkt”. En ten tweede: om een bereikt „compromis thuis te kunnen verkopen als een duurbevochten overwinning en geen gezichtsverlies te lijden.”

In de Kamer en elders klinkt de roep om meer transparantie. Dat komt niet uit de lucht vallen, zei Lousewies van der Laan, oud-D66-politica en nu directeur van de Nederlandse tak van anti-corruptiewaakhond Transparency International, vóór het debat tegen NPO Radio 1. „Heel Europa heeft de Toeslagenaffaire gevolgd en denkt: hoe kon dit gebeuren? […] De werkelijkheid is dat vertrouwelijkheid als excuus wordt gebruikt om geen verantwoording af te hoeven leggen, geen documenten te verschaffen, de Kamer niet in te lichten en om klokkenluiders niet te beschermen. […] Dus ik hoop dat de Kamer doorbijt”, aldus Van der Laan.

‘Totale transparantie’

Straks wordt er opnieuw verkend en mogelijk geformeerd. De verhoudingen zijn er niet makkelijker op geworden. Grote vraag is dan hoeveel licht er voortaan naar binnen mag schijnen. Voor partijen die toch al niet neigen naar meeregeren, is het gemakkelijker om ‘totale transparantie’ te eisen dan voor andere, die beseffen dat regeringsdeelname de kunst van het haalbare is. Zonder nieuwe afspraken over vertrouwelijkheid en verslaglegging zal geen fractieleider het achterste van zijn tong laten zien. „Als je alles transparant maakt, zie je niets meer”, zegt Paul Stamsnijder, partner van de Reputatiegroep, een consultancy.

Voor partijen die toch al niet neigen naar meeregeren, is het gemakkelijker om ‘totale transparantie’ te eisen

Laurens Dassen, die donderdag zijn debuut in de Kamer maakte als fractieleider van Volt, sprak over een permanente „spanning tussen vertrouwen en transparantie.” Maar „het mogelijke risico dat transparantie nieuw vertrouwen kan beschamen, achten wij op dit moment noodzakelijk om het structureel te herstellen.” Volgens hem kan „de balans worden bewaakt door een heldere procedure omtrent de verkenning vast te gaan leggen.”

Over zo’n balans is alleen in het algemeen iets te zeggen, gelooft Stamsnijder. Bijvoorbeeld dat je „zuinig moet zijn met het naar buiten brengen van informatie, om geen personen te beschadigen”. En „dat het principe – zorgvuldig een compleet speelveld in kaart brengen – belangrijker is dan ‘wie zei wat’ aan de verkenningstafel. Want dan verkrampt alles en iedereen. ‘Wees open, tenzij’ is een goede stelregel, maar openheid om de openheid, die nog wordt aangejaagd door sociale media, creëert chaos.”

Openheid binnen de onderhandelingskamer is zeker zo belangrijk, zegt Timo Koster, oud-ambassadeur voor (cyber)veiligheid en eerder directeur defensiebeleid bij de NAVO in Brussel. Daar zitten grenzen aan, als het gaat om gevoelige onderwerpen als defensie. En ook ‘groepsdynamiek’ kan van invloed zijn. „Als je met zijn dertigen onderhandelt, is dat vaak een ingewikkelde caleidoscoop, waarbij je kolen en geiten moet sparen, dus zeg je niet alles tegen iedereen.”

Maar op het persoonlijke vlak loont het om zo open mogelijk te zijn. „Niet je harde punten tot het laatst bewaren, dat wekt wantrouwen”, zegt Koster, die ook onderhandelingstrainingen geeft aan jonge diplomaten. „Ik nam altijd zo snel mogelijk de starre, zeg, Turkse collega apart en zei: dit is mijn instructie uit Den Haag. Die en die punten heb ik echt nodig en op de andere kan ik bewegen. Het is een paradox: zo schend je vertrouwelijkheid, maar je krijgt er vertrouwen mee terug. Dat werkt in de politiek niet anders.”

Maar dan moet je wel zeker weten dat zo’n gesprek binnenskamers blijft.