Recht op de Stad wil een ander Rotterdams woonbeleid: voor bewoners

Recht op de stad Actiegroepen tegen het Rotterdamse woonbeleid hebben zich verenigd. Samen protesteren en lobbyen ze voor een nieuwe Woonvisie.

De actiegroepen achter Recht op de Stad lanceerden hun initiatief vorige maand in het Afrikaanderpark in Rotterdam-Zuid.
De actiegroepen achter Recht op de Stad lanceerden hun initiatief vorige maand in het Afrikaanderpark in Rotterdam-Zuid. Foto Joke Schot

Het verzet tegen het Rotterdamse woonbeleid heeft een nieuw gezicht. ‘Recht op de stad’ noemt de organisatie zich, in navolging van bewegingen in de VS en Duitsland. Ze lanceerden hun initiatief onlangs in het Afrikaanderpark, hebben een manifest en een eigen website. Het doel is een nieuw woonbeleid met een nieuw stadsbestuur na de lokale verkiezingen volgend jaar.

Wie zijn Recht op de Stad – en hoe liggen ze in die stad?

„We willen niet alleen maar tégen zijn op wijkniveau, maar ook voor de toekomst een alternatief bieden voor alle Rotterdammers”, zegt mede-initiatiefnemer Mustapha Eaisaouiyen die als bewoner al jaren actie voert tegen sloop in de Tweebosbuurt.

Het idee voor Recht op de Stad begon eind 2019, toen bewoners uit de Wielewaal en de Tweebosbuurt in Amsterdam spraken met Leilani Farha, de Canadese speciaal gezant huisvesting van de Verenigde Naties. Eaisaouiyen: „Toen bedachten we: we moeten samenwerken om iets te veranderen aan het beleid.”

Hét overlegorgaan

Andere Rotterdamse actiegroepen sloten zich aan: de bewonerscommissies van Patrimonium’s Hof (Bloemhof), het HKT-blok (Bergpolder) en Behoud de Pompenburg, plus Bewonersvereniging Zelfbeheer Hoek Teilingerstraat. De organisaties Stad in de Maak en Het Rotterdams Woongenootschap doen ook mee.

Recht op de Stad bestaat daarnaast uit sympathisanten als kunstenaars, stedenbouwkundigen en onderzoekers. Bijvoorbeeld Gwen van Eijk, stadssocioloog van de sectie criminologie aan de Erasmus Universiteit die onderzoek doet naar het Rotterdamse woonbeleid, en bouwkundige van de TU Delft André Ouwehand.

Een wettelijke rechtsvorm hebben ze vooralsnog niet. Wel wil Recht op de Stad als gezamenlijk platform hét overlegorgaan over het woonbeleid vanuit actiegroepen worden.

Lees het artikel Waar blijven toch al die nieuwe woningen in Rotterdam?

De Woonvisie van Rotterdam richt zich op gevarieerde wijken met ‘sociale stijgers’ om armoede niet te concentreren. Daarbij wil de gemeente de sociale woningvoorraad terugbrengen van 69 naar 58 procent, is vastgesteld in 2019. De richtlijn voor nieuwbouw is 20 procent sociaal, 30 procent midden, 30 procent hoog en 20 procent topsegment.

Recht op de Stad wil een alternatieve Woonvisie. Volgens hen rekent de gemeente met verkeerde cijfers bij berekeningen van de benodigde betaalbare woningen. In werkelijkheid zouden in 2030 zo’n 16.600 zijn verdwenen, terwijl de vraag stijgt met 17.400 huishoudens.

Ze willen daarom de sociale woningvoorraad behouden en zijn voor zelfbewoonplicht voor kopers. Ze zijn niet per definitie tegen sloop en herstructurering, als bewoners maar zeggenschap hebben. Recht op de Stad wil ook dat de overheid de verhuurdersheffing voor woningcorporaties en de Rotterdamwet afschaft, de normalisering van tijdelijke huurcontracten terugdraait en meer ruimte creëert voor wooncoöperaties.

Woningcorporaties Vestia en Havensteder willen graag in gesprek met Recht op de Stad, maar geven nog geen inhoudelijke reflectie. Woordvoerder Eric Smulders van Woonstad wel: „Wij delen hun zorgen als het gaat om een falende woningmarkt. Dat bewoners zich niet gehoord voelen is een groot probleem, het is goed dat dit initiatief stemmen bundelt.”

Het helpt volgens Smulders dat Recht op de Stad het buurtniveau ontstijgt. „Vaak vertaalt onbehagen zich in strijdvaardig activisme, alleen dat maakt een gesprek soms moeilijk. Deze beweging lijkt meer open voor een inhoudelijk debat.”

‘Socialere coalitiepartijen’

Het politieke draagvlak voor de huidige Woonvisie is vooralsnog groot. Naast de coalitie van VVD, D66, GroenLinks, PvdA, CDA en CU-SGP (23 van de 45 zetels), steunt ook oppositiepartij Leefbaar Rotterdam (11 zetels) de woonvisie. Van Eijk en Eaisaouiyen hopen op steun van de linkse, „socialere coalitiepartijen” – met name D66 kan in een volgend college een sleutelrol hebben.

Astrid Kockelkoren van GroenLinks wil de waarden van Recht op de Stad meenemen als „ideeën voor ons verkiezingsprogramma”, zegt ze: „Je maakt een coalitieakkoord voor vier jaar, ondertussen verandert de wereld en groeit de wooncrisis. Ik kan me goed voorstellen dat het nodig is om bij de komende coalitieperiode de woonvisie op punten te herzien.”

Lees het interview ‘Je wordt je huis uitgezet met een aai over je bol en een verhuispremie’

„Ik herken me in veel punten van Recht op de Stad”, zegt ook PvdA-fractievoorzitter Co Engberts. „Je ziet aan hun manifest dat ze verstand van zaken hebben, dat maakt het een fijne gesprekspartner.”

D66 staat vooralsnog achter de Woonvisie, die ze in 2016 met Leefbaar Rotterdam en het CDA opstelden. Raadslid Robin de Roon: „De zorgen begrijp ik. We gaan graag in gesprek, maar wij zien druk in alle segmenten, niet alleen in het onderste.”

En de woordvoerder van bouwwethouder Bas Kurvers (VVD) zegt: „We bouwen voor alle Rotterdammers”, zegt ook „Omdat er een groot tekort aan woningen is in het midden en hogere segment vertrekken veel Rotterdammers naar elders.”

Van Eijk benadrukt dat zij óók willen dat voor iedereen gebouwd wordt „Het hoeft alleen niet ten koste te gaan van betaalbare woningen.”