De afgelopen dagen was er zorgwekkend China-nieuws. Chinese wetenschappers aan de TU Delft gebruiken opgedane kennis mogelijk voor het Chinese leger. Het Chinese telecombedrijf Huawei zou toegang hebben gehad tot gegevens van miljoenen klanten van Telfort. En D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma kreeg een inreisverbod, samen met andere Europese parlementariërs en wetenschappers. Ondertussen staken, omgekeerd, Chinese consumenten Nike-schoenen in de fik en moeten H&M-winkels in China sluiten, omdat de Zweedse regering haar zorgen uitte over de leefomstandigheden van de Oeigoeren. De Chinezen pikken het niet dat de 27 lidstaten van de EU, de VS, Canada en het VK zich tegen het land keren vanwege onderdrukking van de Oeigoeren.
Dat we ons in Europa druk maken over China en de mensenrechten is best bijzonder. We zijn met zijn allen namelijk al meer dan twee decennia laaiend enthousiast over China. En dat geldt ook voor een groot deel van de rest van de wereld. Mijn nichtjes in Turkije moesten twintig jaar geleden al van hun ouders Chinees gaan leren. Want niet Europa, maar China was de toekomst. In Nederland deed vooral het bedrijfsleven in enthousiasme weinig onder voor mijn familie. Ik heb kennissen die voor C&A naar China verhuisden om er in hoog tempo nieuwe vestigingen te openen (C&A heeft de belangen in China inmiddels weer verkocht). Ze raakten niet uitgepraat over hoe geweldig alles er was. Voormalig VVD-staatssecretaris Annette Nijs schreef een bewonderend – en kritiekloos – boek over China. Architect Rem Koolhaas, die zich flink mocht uitleven in China, vond twee jaar geleden nog dat het Westen zijn vooroordelen en superioriteitsgevoel tegen China moest laten varen.
Premier Rutte ontmoette in 2015 tijdens een handelsreis de oprichter van Huawei. Dat bedrijf kreeg in 2018 van de Nederlandse overheid een speciale prijs, onder meer voor de bijdrage aan de Chinees-Nederlandse samenwerking. Ons koningspaar ging in 2018 op bezoek bij de president van China en in diezelfde week zaten daar ook Theresa May en Emmanuel Macron. Mensenrechten in China: tot kort geleden had vrijwel niemand het er over.
Wat is er nu dan ineens veranderd? Is de mensenrechtensituatie in China – de onmenselijke behandeling van de Oeigoeren voorop – zo abrupt veranderd? Volgens mij is het met het bloedig neerslaan van de protesten op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989 goed misgegaan met de mensenrechten in China. China stelde toen expliciet dat democratische concepten geen plaats hebben in het land. De rechten van het individu en van minderheden moesten altijd al stelselmatig wijken voor de belangen van de staat. En dat de Chinezen buitengewoon actief zijn met (bedrijfs)spionage in het Westen, weten we uit onder meer AIVD-rapporten ook al jaren.
Maar de handel bloeide. Bij winstgevende handel met ver weg gelegen landen lijken we een blinde vlek te hebben voor onrecht. Speelt dat onrecht zich dichterbij af, dan zijn we veel minder coulant. Rusland leggen we – terecht overigens – sanctie na sanctie op. En de betrekkingen met Rusland worden nooit normaal zolang het land zich niet terugtrekt van De Krim. Terecht dat we de botte bezetting sinds 2014 niet accepteren, maar waarom kraait er geen haan naar de bezetting van Tibet door China? Om over de gewelddadige annexatie door China van Oost-Turkestan (Xinjiang), het gebied waar de Oeigoeren wonen, maar te zwijgen.
Zelfs Turkije heeft de etnische broeders en bovendien geloofsgenoten in Xinjiang keihard laten vallen om de handel niet in gevaar te brengen. Turkije heeft met China onlangs zelfs een uitleveringsverdrag gesloten. China verwacht daarmee dat de vijftigduizend gevluchte Oeigoeren in Turkije worden opgespoord en uitgeleverd. China heeft de afgelopen jaren op vergelijkbare wijze met succes ook de monden van andere islamitische landen weten te snoeren. China koopt loyaliteit.
De draai die we in het Westen nu maken is dus best opmerkelijk. Je kunt je wel afvragen waar dat nieuwe vuistje van de westerse wereld toe leidt. Vooralsnog: dat Chinezen óns boycotten, in plaats van andersom.
China is te machtig geworden om met sancties op de knieën te krijgen, zoals we dat proberen bij Rusland, Noord-Korea of Iran. Maar wat we wel kunnen doen, is een heel stuk verstandiger worden. Door onze kennis, industrie, technologische infrastructuur en data veel en veel beter te beschermen. We moeten beseffen dat handel met China onverminderd door zal gaan, maar dat er met overdracht van kennis meer op het spel staat dan technologische hegemonie. Dat daarmee tegelijk niets minder dan een democratische wereldorde in het geding is.
Aylin Bilic is ondernemer en publicist.