Moeder: „Hoewel ik me zoveel mogelijk aan de coronaregels houd, sta ik mijn kinderen (15 en 17) wel wat burgerlijke ongehoorzaamheid toe. Ze zien hun vrienden en hebben de avondklok weleens genegeerd. Ik wil ze meegeven dat ze niet boven de wet staan en rekening moeten houden met anderen, maar ik wil ook dat ze niet ongelukkig worden. Ik probeer ze te leren dat je telkens zelf een afweging kunt maken. Creëer ik hiermee verantwoordelijke burgers of hedonistische egoïsten?”
Open discussie voeren
Jelle Jolles: „Kinderen in deze leeftijd kunnen al heel verstandig zijn, maar hebben te weinig kennis en ervaringen om alle consequenties van hun gedrag te overzien. Ze krijgen daarin van hun leeftijdgenoten niet de goede feedback. Daar zijn tot ver na hun twintigste volwassenen voor nodig.
„Voor domweg verbieden zijn ze op deze leeftijd te oud. Louter rationele argumenten oplepelen zoals ‘Dat zegt minister de Jonge’ werkt ook niet. Laat uw eigen bezorgdheid zien. Bijvoorbeeld: ‘Als jij met je vrienden samenkomt, ben ik bang dat ik straks oma besmet die ik graag wekelijks wil zien. Dus als jij dat toch van plan bent, moeten we in huis een forse afstand gaan bewaren, dan kunnen we niet samen eten, of in de auto zitten.’ Of: ‘Als jij de regels overtreedt, moet ik me steeds laten testen, daar heb ik geen zin in.’
„Praat uw kind geen schuldgevoel aan, houd het bij een ik-boodschap: ‘Ik krijg hier problemen door’.
„Het eigen gezin is een metafoor voor de samenleving in haar geheel, hier leren we hoe respectvol om te gaan met anderen, kinderen zijn in het gezin burgertjes in het klein.
„Deze open discussie kun je in grote vriendschap met je kind voeren, en kan toch stevig zijn. Laat vooral zien dat u oog heeft voor het leed, dat u snapt wat het gekortwiekte vrijheidsstreven voor effect heeft, en zoek samen creatief naar opties die wel binnen de regels passen.”
Blijven uitleggen
Amaranta de Haan: „Er zit een spanningsveld tussen het versterken van het kritische vermogen van tieners en ze leren collectieve regels te volgen. Juist in deze leeftijdsfase zoeken ze vanuit hun ontwikkeling naar autonomie de randjes op.
„En dan is het juist goed dat u als ouder blijft uitleggen waarom het beter is de regels te volgen. Zelf worden ze misschien niet ziek, u misschien ook niet, maar anderen wel. Ook kunt u uitleggen dat om een maatschappij te laten werken regels nodig zijn.
„Kinderen zijn niet bij voorbaat gelukkiger als ze hun gang kunnen gaan. Voor geluk zijn drie elementen nodig: competentie, autonomie en verbondenheid. Het geluk zit dus evenzeer in het gevoel van gezamenlijkheid als in hun individuele ontplooiing.
„Juist benadrukken dat ze deel uitmaken van een groter verband, van het gezin, van de buurt, van de maatschappij in zijn geheel, is een belangrijk element in dat cruciale gevoel ergens bij te horen. Het kan veel voldoening geven om te weten dat wat je doet of nalaat een groter geheel helpt.
„Door dit soort discussies respectvol te voeren, kunnen jongeren leren om zelfstandig de keuze te maken om zelfs regels waarmee ze het niet eens zijn, die ze misschien zelfs flauwekul vinden, toch te volgen. Vanuit een gevoel van autonomie.”