‘De Nederlandse militaire missie bracht Bouterse aan de macht. Kolonel Hans Valk gaf de blauwdruk voor een staatsgreep aan de groep sergeanten.’ Met deze kop boven een artikel in Vrij Nederland van 25 december 1982 hebben de (inmiddels overleden) journalisten Gerard van Westerloo en Elma Verhey het beeld bepaald van de coup van Desi Bouterse en vijftien andere sergeanten in februari 1980.
De vraag kwam zelfs op of het hoofd van de militaire missie, Hans Valk – zijn officiële opdracht was te assisteren bij de opbouw van het Surinaamse leger na de onafhankelijkheid in 1975 – in opdracht van hogerhand handelde. Dit zou betekenen dat de Nederlandse staat verantwoordelijk was voor een coup in een ander land. Den Haag had met lede ogen toe moeten zien hoe Suriname afgleed door etnische tegenstellingen, corruptie en een ernstig conflict binnen het leger. Misschien boden Bouterse en de zijnen een alternatief.
Na de publicatie in Vrij Nederland volgde een officieel onderzoek, onder leiding van de toenmalige Bredase rechtbankpresident Bart Pronk. De conclusie, te lezen in rapporten in 1984 en 1985: kolonel Valk had „nagelaten in het conflict de hem passende distantie te bewaren” en had „de onderofficieren in algemene zin morele steun” gegeven. Een direct verband met de staatsgreep was „niet aangetoond”.
Geheim rapport
Het beeld van Valk als instigator en begeleider van de coup bleef. Volgens Vrij Nederland had de commissie-Pronk feitenmateriaal „gemanipuleerd”. Eerder had het blad een geheim rapport van majoor Koen Koenders van de Landmacht Inlichtingendienst onthuld waarin stond dat Valk zich aan – niet nader omschreven – „tuchtrechtelijke en strafrechtelijke vergrijpen” had schuldig gemaakt. Het weekblad zag daarin het bewijs van Valks directe betrokkenheid bij de coup.
De geheimzinnigheid bleef en werd nog vergroot toen de griffie van de Tweede Kamer in 2011 besloot dat onder andere het rapport van Koenders tot 2060 geheim zou moeten blijven „i.v.m. het belang van de Staat of zijn bondgenoten”. In februari dit jaar vroeg de Tweede Kamer in een SP-motie om openbaarmaking van alle geheim verklaarde documenten.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data66751598-d57abf.jpg)
Uitvoering van die motie lijkt inmiddels overbodig, want eind februari verscheen het boek van onderzoeker Ellen de Vries, Hans Valk. Over een Nederlandse kolonel en een coup in Suriname (1980), waarin de documenten als bijlagen zijn opgenomen.
De Vries wist uit ervaring dat documenten vaak op meerdere plaatsen worden bewaard. „Uit een Kamerstuk uit 1984 werd mij duidelijk dat de Kamer destijds inzage kreeg in acht archiefstukken, die ‘absoluut’ noodzakelijk waren voor de beoordeling van het rapport-Pronk. Drie van die stukken zijn na overbrenging naar het Nationaal Archief gewoon te raadplegen, de andere vijf – klaarblijkelijk de geheim verklaarde – niet. Bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis vond ik in het persoonlijk archief van Gerard van Westerloo alle acht stukken waaronder het document van Koenders.”
Ze snapt niet waarom de stukken geheim werden gehouden. Een ‘staatsbelang’ heeft ze er niet in kunnen ontdekken.
‘Zwarte Tulp'
Haar onderzoek nuanceert het beeld van Hans Valk als de man die aanzette tot de coup van Bouterse. „De onderzoekscommissie-Pronk achtte het al niet ondenkbaar dat de coup van Surinaamse makelij is geweest.”
Een andere bewering van de twee VN-journalisten spreekt ze hard tegen. Volgens hen gaf Valk Bouterse het plan-‘Zwarte Tulp’, een evacuatieplan voor Nederlanders uit Suriname, die dat gebruikte als opzet voor de machtsgreep. Volgens De Vries was dat plan helemaal niet geschikt voor het plegen van een coup en is het „heel onwaarschijnlijk” dat Valk het had.
Van Westerloo’s bron, blijkt uit aantekeningen in diens archief, was Valks opvolger G. Van Maarseveen, die slechts vermoedde dat Valk het plan had. Bovendien sprak ze met een van de coupplegers die vertelt dat hij tevoren inzage had in Bouterses eigen militaire plan. De onrust in Suriname was zo groot dat ook een groep officieren een plan voor een coup ontwikkelde. De Vries: „Een van hen zei ‘We hadden Valk niet nodig om een coup te plegen’.”
Het werd kort na de coup wel bekend dat Valk de onderofficieren steunde in hun mening over het falend beleid van de legerleiding. Valk zelf beweerde dat hij wilde voorkomen dat de sergeanten zich door uiterst linkse burgerpolitici lieten meeslepen. Hij zei dat hij de zaak wilde „kanaliseren.”
Dat duidt toch op een actieve rol.
„Ik zeg niet dat Valk een onschuldig lam is, hij had zich diplomatieker moeten uitdrukken als hij de zaak wilde kanaliseren. Maar hij verdient een fair oordeel. Valks rapportages over de ernst van de situatie in het Surinaamse leger werden niet serieus genomen. De Koude Oorlog speelde ook een rol. Nederland was heel bang dat Suriname naar links zou afwijken. In het Surinaamse leger had Nederland toen nog een voet tussen de deur.”
/s3/static.nrc.nl/images/stripped/1512tzhansvalk.jpg)
Valk wist dat er een gewelddadige actie ophanden was, wordt gezegd.
„Hij dacht dat een gijzeling van de legerleiding zou plaatsvinden en dat hij die in bedwang kon houden. Dat heeft hij onderschat.”
U wijst op zeer gebrekkige communicatie tussen Buitenlandse Zaken en Defensie over Suriname, waar leidde dat toe?
„De minister van Buitenlandse Zaken [Van den Broek] lichtte destijds de Kamer niet in over het rapport van Koenders over Valk. Maar hij was te goeder trouw, hij kende het niet. Dat zorgde uiteraard voor reuring, maar die leidt af van de inhoud. Harde bewijzen over Valks betrokkenheid bij de coup ontbreken in die documenten.”
In juni 1980, tijdens een afscheidslunch van Valk op de Nederlandse ambassade, zou Bouterse gezegd hebben: ‘kolonel, zonder u zou de staatsgreep niet hebben plaatsgevonden’ – woorden die door Vrij Nederland en door de aanwezige minister André Haakmat werden opgetekend.
„Ook dit is niet ondubbelzinnig. Er is geen letterlijke weergave bewaard gebleven. Bouterses dankwoord kon ook betrekking hebben op de adviezen die Bouterse na de coup van Valk kreeg over het leger of zijn morele steun aan de protesterende onderofficieren. Haakmat mailde me in december 2020 trouwens dat Bouterse ook zonder Valk de coup zou hebben gepleegd.”