Anne Wenzel: „Ik heb altijd gezegd dat ik niet op klein formaat kan werken, maar nu lukt het wel.”

Foto Andreas Terlaak

Interview

Anne Wenzel maakt het werk van Francis Bacon na van klei

Anne Wenzel Sinds de eerste lockdown vertaalt kunstenaar Anne Wenzel de grillige schilderijen van Francis Bacon in keramische sculpturen. „Bacon had geen last van de zwaartekracht, ik wel.”

‘Het begint telkens met een probleem”, zegt kunstenaar Anne Wenzel opgewekt. Enthousiast loopt ze door haar atelier in de Rotterdamse wijk Charlois om de serie keramieken beelden te laten zien die ze sinds maart vorig jaar – het begin van de eerste coronalockdown – maakt, naar direct voorbeeld van de schilderijen van Francis Bacon (1909-1992).

Verspreid door de ruimte staan ze, tussen haar veel grotere eigen werken, twaalf ‘tafelformaat’ sculpturen naar Bacon: verwrongen mensfiguren op stoel of sofa, verfrommeld vlees dat aan een draad moet komen te hangen. De beelden zijn elk zo’n 20 tot 30 centimeter hoog, soms al geglazuurd, ernaast liggen fotokopietjes van de schilderijen waarop ze zijn gebaseerd. Daarop staan allerlei door Wenzel aangebrachte aanwijzingen. Dan het probleem. „Kijk bijvoorbeeld naar dit frame, waarmee Bacon de ruimte aangeeft. Onderin loopt het rond, en bovenin is het recht. Dat klopt niet, en toch kan het. Ik moet uitzoeken hoe ik dat na kan maken.” En hoe, en waaraan, het vleesfiguur moet komen te hangen, dat weet Wenzel ook nog niet.

In haar studio in Rotterdam-Charlois werkt Anne Wenzel aan sculpturen naar schilderijen van Francis Bacon. Foto Andreas Terlaak

Een ander schilderij toont een gehurkte gorilla-achtige figuur achter witte vitrage. Dat gordijn is door Bacon aangegeven met dunne witte verfstreken. „Dat kan ik als beeldhouwer niet. Daar moet ik dan een oplossing voor bedenken.” Wenzel experimenteert nu met zijde, dat ze doopt in siliconen. Het frame waaraan het komt te hangen is gemaakt van aan elkaar gesoldeerd ijzerdraad.

„Dat zijn allemaal nieuwe technieken voor mij, maar dat is precies de bedoeling.” Wenzel begon aan het Bacon-project om van te leren: „Als kunstenaar bedenk je na een bepaalde tijd telkens dezelfde oplossingen voor problemen. Bacon daagt me uit het helemaal anders te doen. Door zijn werken één op één na te maken, dwing ik mezelf andere kleuren, vormen en materialen te gebruiken dan in mijn eigen werk. Bacon dwingt me nieuwe stappen te zetten, daarmee ben ik mijn repertoire – ook aan oplossingen – aan het verruimen.”

Driedimensionale ruimte

Anne Wenzel (48) maakte de afgelopen decennia internationaal naam met een uitgebreid oeuvre van uiterst grillige, keramische sculpturen vol duistere Romantiek: verschroeide landschappen, beschadigde monumenten, vrouwenbustes met feministische leuzen erin gekerfd, enorme boeketten van verwelkte bloemen. Met die duistere symboliek komt de voorliefde voor de ruwe, expressionistische schilderijen van Francis Bacon niet als een verrassing. „Ik loop al jaren met Bacon in mijn hoofd”, zegt Wenzel. „Een aantal jaar geleden zag ik bij Fondation Beyeler in Basel een expositie over Bacon en Giacometti. Als beeldhouwer zou ik natuurlijk naar Giacometti moeten kijken. Maar ik vind dat maar ielige, ziekelijke beelden. Ik heb veel meer met de schilderijen van Bacon. Ik zie ze ook niet als platte schilderijen, maar meer als ruimtes. Ik vind het fascinerend hoe Bacon op het grensvlak van figuratief en abstract werkt.”


Foto Andreas Terlaak

Foto Andreas Terlaak

Foto Andreas Terlaak
Foto’s Andreas Terlaak

Het idee voor het Bacon-project ontstond op een overzichtsexpositie met schilderijen van Francis Bacon in Centre Pompidou in Parijs in 2019. Wenzel leest de notitie voor die ze toen in haar telefoon maakte: ‘Beeld/vlees, 1:1 boetseren’. „Het idee had ik dus al een tijdje, maar door het vacuüm dat corona veroorzaakte had ik er pas tijd voor. Normaal gesproken ben ik altijd exposities aan het maken en aan het reizen voor mijn werk. Nu stond alles even stil. Dat was wel bijzonder, want ineens had ik weer tijd om te experimenteren in mijn studio. In eerste instantie wist ik helemaal niet of het iets ging worden. Ik ben maar gewoon begonnen.”

Nu, iets meer dan een jaar later, zijn er twaalf sculpturen bijna voltooid. Begin juni wordt de serie geëxposeerd in Galerie Akinci in Amsterdam, tegelijkertijd verschijnt een boek over het project, dat Wenzel in eigen beheer uitgeeft. Een museale expositie, dat zou ook mooi zijn, maar zolang de musea dicht zijn, worden er nog maar weinig nieuwe exposities bijgeboekt, zegt Wenzel. „Alle ateliers en studio’s staan vol met nieuwe schilderijen en sculpturen, maar musea moeten eerst nog het stuwmeer aan al geplande tentoonstellingen door laten gaan.” Ontzettend zonde vindt Wenzel het, dat de musea al zo lang dicht zijn, reden dat ze samen met kunstcriticus Lucette ter Borg een petitie startte met het pleidooi om musea weer te openen. Op dit moment is die petitie ruim 15.000 keer ondertekekend. „In musea kunnen we ons voeden met inspiratie, en het kan veilig, dat tonen onderzoeken aan.”

Lees ook ‘Musea zijn bewezen coronaproof gemaakt’

Wenzel worstelt nog een beetje met de status van het project. „Het zijn geen autonome kunstwerken, het zijn geen ‘Anne Wenzels’. Zonder Francis Bacon hadden deze beelden niet bestaan. Het werkproces, en de lessen die ik eruit leerde: dat is eigenlijk het belangrijkste resultaat van dit project. Daarom wil ik het ook in boekvorm uitgeven, dan kun je het proces laten zien.” In het boek zijn straks foto’s van de sculpturen te zien naast de fotokopietjes van Bacons schilderijen die Wenzel gebruikt als voorbeeld, inclusief haar aantekeningen op die bladen.

In haar studio in Rotterdam-Charlois werkt Anne Wenzel aan sculpturen naar schilderijen van Francis Bacon.
Foto Andreas Terlaak

Foto Andreas Terlaak
Foto’s Andreas Terlaak

Liefst kiest Wenzel niet de bekendste schilderijen van Bacon, maar juist de werken die haar het moeilijkste lijken. „Juist die schilderijen waarvan ik niet weet wat ik zie, waar ik helemaal niks van begrijp. Daar is de uitdaging het grootst.” Het doel is vervolgens om de schilderijen zo nauwkeurig mogelijk na te maken. „Maar het is onvermijdelijk dat je dingen in gaat vullen”, zegt Wenzel. „In het begin heb ik samen met een assistent allebei los van elkaar hetzelfde schilderij geboetseerd. We hadden allebei een totaal ander resultaat. Dat is ook logisch: bij ieder kleuroppervlak moet je bepalen of het een gat of een volume is. Boetseren is keuzes maken.”

Kijken als een scanner

Wenzel doet bewust niet veel biografisch onderzoek bij de schilderijen van Bacon die ze uitkiest. „Ik zag op een gegeven moment met hoeveel aandacht hij de armen en billen van de mannen op zijn werken geschilderd heeft, en merkte op: ‘hij viel op mannen’. Iemand in mijn studio zei toen: ‘Ja, duh!’. Ik probeer de schilderijen helemaal met analytisch kijken tot me te nemen, zonder te interpreteren.” Non-hiërarchisch kijken, noemt Wenzel dat ook wel. „Bijna als een scanner, van boven naar beneden, die interpreteert ook niet wanneer hij een beeld opneemt.” Dat heeft als voordeel dat je nieuwe dingen ziet, merkt Wenzel op. „Mensen zeggen dat Bacon altijd dronken was, en zijn schilderijen lijken heel erg wild met die ruwe verfstreken, maar het klopt allemaal precies. Neem deze twee zwarte puntjes”, Wenzel wijst op een reproductie van een van de schilderijen naar twee zwarte stipjes op de heup van een figuur die op een matras ligt. „Dat lijkt misschien willekeurig, maar het zijn gewoon zijn ballen. Het klopt allemaal, wat Bacon schildert.”

Als kunstenaar bedenk je na een bepaalde tijd telkens dezelfde oplossingen voor problemen. Bacon daagt me uit het helemaal anders te doen

Met twintig tot dertig centimeter, ze passen goed op tafel, zijn de Bacon-sculpturen een stuk kleiner dan de vaak metershoge installaties die Wenzel normaal maakt. „Ik heb altijd gezegd dat ik niet op klein formaat kan werken, maar nu lukt het wel. Dat komt omdat Bacon de weg wijst. Normaal boetseer ik heel onderzoekend, en dan is een klein beeld te snel droog en hard. Nu volg ik het voorbeeld van Bacon, dat gaat veel sneller.”

Kleurvlakken

De lessen van Bacon neemt Wenzel over in haar autonome werk. „Bacon is heel goed in het gebruik van kleurvlakken om ruimtes aan te geven. Ik zette normaal gesproken mijn beelden altijd op een sokkel of een tafel. Ik ga door dit project steeds vaker grote keramische sokkels onderdeel laten worden van mijn werk. De abstracte onderdelen gaan een steeds grotere rol spelen in mijn beelden. Dat zijn lessen van Bacon waar ik nog jaren van ga profiteren.” Daarnaast experimenteert Wenzel nu met nieuwe materialen die ze eerder niet gebruikte. Om een oranje transparant kleurvlak op een van de doeken na te maken heeft Wenzel bijvoorbeeld een doosje plexiglas-plaatjes gekocht. „Ontzettend leuk om te ontdekken.”


Foto Andreas Terlaak
Foto Andreas Terlaak

Nadat ze een schilderij heeft uitgekozen en het heeft geboetseerd, staat het beeld een aantal weken in de studio om uit te harden. Ondertussen maakt Wenzel samen met haar assistenten glazuurproeven om de kleuren van haar fotokopieën zo nauwkeurig mogelijk na te maken in glazuur. „Dat blijft fascinerend aan keramiek, je weet nooit helemaal hoe het uit de oven komt.” Ze maakt proefplaatjes, schrijft het recept op de achterkant en bakt het in de oven. Het beeld staat daar uiteindelijk meerdere dagen in, op het hoogtepunt is de temperatuur rond de 1.140 graden Celsius. Dat de kleuren van haar fotokopieën niet per se gelijk zijn aan de oorspronkelijke schilderijen deert haart niet. „Nee, ik probeer deze zo goed mogelijk na te maken. Ik werk ook niet naar geheugen van toen ik de schilderijen in het echt zag, maar echt naar deze prints.”

„Het bijzondere aan dit project is dat ik steeds nieuwe dingen blijf ontdekken over het werk van Bacon”, zegt Wenzel. Bijvoorbeeld over de man met baard uit Triptych (1970). „Hij hangt op het schilderij in een aantal touwen, en zweeft op een aantal gekleurde elementen. Dat ben ik gewoon na gaan maken, en toen ik het vervolgens op ging hangen, bleek het precies in balans te hangen. Bacon had geen last van zwaartekracht, ik wel. Hij kon van alles bedenken, maar uiteindelijk klopt het dus gewoon.”

De twaalf Bacon-werken van Anne Wenzel zijn in juni te zien in galerie Akinci in Amsterdam, tegelijkertijd verschijnt ook een boek over het project. Inl: annewenzel.nl