We leven in een high trust society, zegt men wel eens. De politie is je vriend, de rechter is rechtvaardig, de dijken zijn stevig, er komt stroom uit het stopcontact. Word je ziek, dan is er plek in het ziekenhuis, vandaag, morgen en overmorgen. Het stelt ons in staat om een redelijk onbezorgd bestaan te leiden. Dat heet welvaart.
We vertrouwen er ook op dat het bestuur van het land in handen is van eerlijke, kundige mensen die werken in het belang van de burgers. Die fouten toegeven. En die in een crisissituatie alles op alles zetten om dit land te voorzien van reddingsboeien.
Maar mijn vertrouwen is het afgelopen jaar weggeëbd. Eerst door het gebrek aan testen, daarna door het gebrek aan sneltesten en nu door het gebrek aan vaccins, die we wel produceren maar die met vrachtladingen tegelijk richting elders vertrekken.
In een land als Nederland, dat barst van de excellente biotechnologie, nota bene door de overheid zorgvuldig gevoed, gefaciliteerd, aangemoedigd en bij elkaar gebracht in talloze life science-health-clusters, bio science-parken, publieke en private netwerken en topsectoren. Toen de crisis uitbrak, bleken wij bijna alles in Nederland in huis te hebben. Van pipetteerrobots tot enzymen tot expertise en een industrie die als een stelletje padvinders stond te springen om nuttig te zijn in de nationale strijd tegen het coronavirus. Wij beschikten zelfs nog over vaccinproductiecapaciteit binnen onze landsgrenzen: het bedrijf Halix was een van de bloempjes in onze biotech-tuin.
De vaccinproductiecapaciteit van Halix kwam op het bureau van Rutte te liggen met de vraag om een investering in het opschalen van de productiecapaciteit. Het kabinet reageerde met een verzoek om een voorstel, zo blijkt uit Kamerstukken. Halix liet kort daarna weten dat de investering al niet meer nodig was. Er waren andere geïnteresseerden die wel potentie zagen in de fabriek. Sindsdien rijden de vrachtwagens met materiaal voor tientallen miljoenen vaccins richting elders. Deze week voelde het een beetje alsof we in Saoedi-Arabië wonen en toch niet meer kunnen tanken.
Voor het eerst geloof ik Rutte echt niet meer. Zoals donderdagavond, toen hij voor de NOS-camera’s beweerde helemaal niet te hebben gesuggereerd dat Pieter Omtzigt elders een functie moet krijgen.
Want het is wederom Omtzigt die de lastige vragen stelt, in de Kamercommissie voor Europese Zaken ook over het Halix-dossier. Welk overleg is er geweest? Welke afspraken zijn er gemaakt over die Halix-vaccins? Wie wist wat wanneer? Ik zie voor me hoe Rutte zucht bij de verkenners als het om samenwerking met het CDA gaat. Prima, zolang Omtzigt een ‘functie elders’ krijgt. Dan lopen alle CDA-Kamerleden weer keurig in het gareel, kunnen lastige vragen intern worden opgelost en tekenen ze desgevraagd bij het kruisje.
Het vaccin-dossier is misschien nog wel vervelender voor Rutte. Want diverse mensen die ik sprak wijzen erop dat die vaccins pontificaal voor zijn neus hebben gelegen – hij heeft ze gewoon laten wegglippen. Nederland had er anders voor gestaan als Rutte zich wél had ingezet om deze vaccins voor Nederland of desnoods voor de EU te reserveren. Middenin een pandemie je essentiële infrastructuur weggeven aan een buitenlandse investeerder is een blunder van jewelste.
Ik vraag me vaak af waarom zoveel mensen op Rutte blijven stemmen. Hebben zij ook last van die plotselinge voorkeur voor ‘autoritair’ leiderschap? Overal in de wereld zie je dat men zo langzamerhand sterke leiders belangrijker vindt dan democratie of rechtvaardigheid. Den Haag gaat zich er in ieder geval steeds meer naar gedragen. Zo’n overleg, over hoe je vervelende elementen uit de Kamer kunt verwijderen, is precies die karakteristieke arrogantie die je kunt verwachten van sterke leiders. Ze komen gewoon overal mee weg. Rutte ook.
Maar de vaccins raken ons persoonlijk. Elke vrachtwagen die wegrijdt uit Leiden is niet alleen de schuld van AstraZeneca, Hugo de Jonge of Ursula von der Leyen. Rutte had hier persoonlijk een stokje voor kunnen steken. Er is er hier maar één die een functie elders zou moeten krijgen.