Klokkenluider uit racistische appgroep werd ernstig gepest

Politie-apps Een politieman in Rotterdam die rapporteerde over discriminerende app-berichten, werd door collega’s dwarsgezeten.

Een politieagent tijdens een verkeerscontrole in Rotterdam.
Een politieagent tijdens een verkeerscontrole in Rotterdam. Foto Remko de Waal / ANP

Een politieagent van Marokkaanse komaf die de leiding van de Rotterdamse politie informatie gaf over zeer racistische appjes van agenten, is slachtoffer geworden van pesterijen door collega’s. Agenten die samen met hem deel uitmaakten van de zogeheten Jan Smit-appgroep met daarin discriminerende conversaties, zaten hem dwars omdat ze hem als verrader zagen.

Dit blijkt uit informatie die politieagenten aan NRC hebben verstrekt. De krant beschikt ook over een email waarin een politieagent drie maanden geleden over het pesten rapporteerde aan de Rotterdamse politiebaas Fred Westerbeke. De gedupeerde klokkenluider, die wijkagent was bij het politiebureau Marconiplein, is inmiddels vertrokken uit Rotterdam en werkt nu bij de politie Midden-Nederland.

Westerbeke is vorig jaar op 6 december door de langst dienende wijkagent van bureau Marconiplein geïnformeerd over agressie tegen de klokkenluider van „mannen die deel uitmaakten van de fameuze app-groep”. De wijkagent, sinds 1992 werkzaam op het politiebureau, schrijft alarmerend: „We worden geregeerd door extremistische minderheden”.

De klokkenluider maakte aanvankelijk deel uit van de appgroep , maar ging zich storen aan de discriminerende inhoud van de conversaties. De groep werd mede na zijn meldingen in 2019 door de teamchef ontbonden. Vorige maand verklaarde Westerbeke tegenover NRC dat hij de appende agenten – die in tien maanden tijd acht racistische, discriminerende en seksistische appgesprekken hielden – de lichtste disciplinaire sanctie heeft opgelegd. Ze zijn schriftelijk berispt omdat het „goede dienders” zouden zijn en spijt zouden hebben. In de gemeenteraad zei Westerbeke donderdag dat uit onderzoek was gebleken „dat op het werk van deze collega’s niets aan te merken is”. Er waren „geen klachten”.

Lees ook: Rotterdamse agenten appten ook discriminerend over gedode Hümeyra

In de e-mail beschrijft de wijkagent daarentegen dat de klokkenluider in december vorig jaar door collega’s „op ijzingwekkende manier wordt genegeerd”. De Operationeel Commandant laat de klokkenluider weten dat „er wat ploegleden zijn die er moeite mee hebben dat hij er is”. Hij moet „apart eten in de kantine” en mag „niet te veel aan het bureau komen”. In de e-mail aan Westerbeke schrijft de politieman „diepe plaatsvervangende schaamte te hebben” voor het wegpesten van een collega.

In de zomer van 2020 werd door de Rotterdamse politie een „diepgaand onderzoek” afgekondigd naar de appgroep. Dat gebeurde nadat NRC had gepubliceerd over appjes van agenten waarin burgers met een migratieachtergrond onder meer werden aangeduid als „kankervolk, kutafrikanen en pauperallochtonen” op wie ze willen „schieten”. Deze week onthulde NRC dat de agenten zich ook zeer discriminerend hebben uitgelaten naar aanleiding van de moord op de 16-jarige Hümeyra Ergincanli.

In het debat in de gemeenteraad werd door Nida-raadslid Ercan Büyükçifçi donderdag geïnformeerd of het klopte dat „een van de agenten uit de appgroep zou zijn weggepest” Aboutaleb wilde niet op die vraag antwoorden. „Ik vind het wel erg ver gaan om over de personele ontwikkelingen van een enkele medewerker van de politie hier verantwoording af te leggen”.

Ook Westerbeke zei „niet te diep” te willen ingaan op deze kwestie. Hij zei alleen dat de wijkagent „nog een flinke periode nadat dit (het appen) zich heeft afgespeeld in dat team heeft doorgewerkt”.

Westerbeke zegt desgevraagd dat de alarmerende mail van 6 december is geschreven „door iemand in emotie”. Die doet volgens hem „geen recht aan wat er precies is gebeurd”.