Eén affaire te veel nekte vrijdag het in Limburg sinds mensenheugenis regerende CDA.
De christendemocraten hadden het zo mooi bedacht na de Provinciale Statenverkiezingen van 2019. Er kwam een extraparlementaire coalitie, waarin zeven gedeputeerden op persoonlijke titel zitting namen: politici van FvD, PVV, VVD, een lokale partij en zelfs iemand van GroenLinks (dit tot afgrijzen van haar eigen partij).
Omdat er bestuurd kon worden met wisselende meerderheden, zouden Gedeputeerde Staten weinig tot geen last hebben van eventuele turbulentie binnen minder stabiele partijen. Een groot deel van de macht lag bij de twee gedeputeerden van het CDA, Hubert Mackus en Ger Koopmans. Met name laatstgenoemde gold als ‘de Napoleon van het Gouvernement’.
Waar vooraf geen rekening mee was gehouden, gebeurde: Het CDA werd zelf de instabiele factor. In vier opeenvolgende integriteitsaffaires in Limburg kwamen steeds de drie letters van de partij terug. In de provinciale politiek groeide de irritatie, want dit straalde af op Limburg.
Landelijke CDA reageert niet
In de jongste affaire sluisde directeur Herman Vrehen – oud-CDA-gedeputeerde in Limburg – als directeur van de landschapsstichting IKL tonnen naar zijn eigen bv’s. Dat deed hij door voor de stichting medewerkers in te huren via eigen bedrijven, producten van zijn eigen ondernemingen via de stichting te verkopen en zichzelf tegen hoog tarief te laten inhuren.
De gedeputeerden subsidieerden het IKL en bezorgden de bedrijven van hun partijgenoot allerlei opdrachten. Zo noemden Koopmans en Mackus een van Vrehens bv’s in het CDA-verkiezingsprogramma van 2015 met naam. Het bedrijf zou onmisbaar zijn voor het bosonderhoud.
Vrijdagochtend, drie dagen na een publicatie van NRC over het IKL-schandaal, kondigden Koopmans en Mackus hun aftreden aan. Daarna lazen ze hun afscheidsbrief voor aan vertegenwoordigers van de regionale pers. NRC werd niet uitgenodigd.
De CDA-Statenfractie heeft „respect en waardering” voor de gedeputeerden die „de politieke verantwoording” hebben genomen en beraadt zich „op de ontstane situatie”. De fractie neemt tegelijk „met kracht” afstand van de handelwijze van oud-gedeputeerde Vrehen. Het landelijk CDA wil niet reageren. „Er wordt reeds onafhankelijk onderzoek gedaan naar de casus. De uitkomsten daarvan wachten we af”, laat de partij weten.
‘Koopmans zit er altijd bovenop’
Het besluit om op te stappen volgde na een koerswijziging bij de Limburgse PVV-fractie. Die steunde het CDA in alle andere affaires. Bronnen rond de fractie melden dat na het jongste schandaal – en na overleg met Geert Wilders – de steun is opgezegd. De PVV vroeg om een spoeddebat. De vraag is of beide gedeputeerden dat politiek zouden hebben overleefd.
Mogelijk speelt bij de PVV oud zeer. In het voorjaar van 2012 trok het CDA de stekker uit de toenmalige Limburgse coalitie met de partij van Geert Wilders. Reden was de aanvankelijke weigering van de twee PVV-gedeputeerden om aan te zitten tijdens een lunch met de bezoekende Turkse president Abdullah Gül. Het duo besloot pas te komen, toen duidelijk werd dat ook koningin Beatrix aanwezig zou zijn. De Limburgse crisis speelde een dag voor het einde van het door de PVV gedoogde eerste kabinet-Rutte in 2012.
In de verklaring bij zijn afscheid zei Koopmans dat de onthullingen „haaks staan op mijn morele opvattingen”.
De opgestapte gedeputeerde:„ Koopmans zit altijd overal bovenop, wordt gezegd, maar hier heb ik tot mijn spijt onvoldoende van geweten en dus te weinig bovenop gezeten.” Mackus zegt dat hem inmiddels duidelijk is geworden dat „op onoorbare wijze is omgegaan met besteding van subsidiegelden”.
Aangifte bij het Openbaar Ministerie heeft de provincie Limburg tot nu toe niet gedaan. In de Staten gaan inmiddels wel stemmen op om een uitgebreid onderzoek in te stellen naar de bestuurscultuur in het provinciehuis.