Opinie

Een lockdown mag niet wennen – schroef het prik-tempo op

Coronamaatregelen

Commentaar

Het klonk mooi, vlak voor de verkiezingen: demissionair premier Rutte neigde steeds meer naar „risico’s” zei hij op 8 maart in zijn persconferentie: „We moeten ons op weg naar de eindstreep steeds blijven afvragen: wat kan er al, op een veilige manier?” De scholen, kappers en zwemles waren net open en winkelen mocht, op afspraak. Pasen lonkte, demissionair minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, CDA) zinspeelde erop dat de terrassen dan weer open konden. Want, zei Rutte, het juk van de lockdown weegt steeds zwaarder: „Als je de impact van corona op jongeren op je in laat werken, als je de kaalslag en ellende bij veel bedrijven ziet, dan is het volstrekt duidelijk dat we de lockdown in deze vorm niet nog vier maanden volhouden.”

Het zal toeval zijn maar een week ná de door Rutte gewonnen verkiezingen, klinkt het anders: de coronamaatregelen blijven van kracht tot 20 april.

Toegegeven, de voorzichtige beloftes waren gedaan op voorwaarde dat de besmettingscijfers verbeterden. En dat doen ze niet. Afgelopen maand steeg het aantal besmettingen gestaag tot een piek op zaterdag. Het aantal ziekenhuisopnames stijgt ook weer, nu al tot boven de 2.000 Covid-19-patiënten, van wie 600 op de intensive care.

De vraag is alleen of afschaffing van bijvoorbeeld de avondklok zo veel zou uitmaken. Volgens sommige virologen is nooit aangetoond dat de avondklok bijdraagt aan het indammen van het virus. En het blijft een zwaar middel, waar burgers zich al twee maanden aan houden. Niet omdat „we er een beetje aan gewend zijn”, zoals Hugo de Jonge suggereerde, maar omdat men anders een boete krijgt.

De Tweede Kamer zal deze week spreken over een uurtje opschuiven van de avondklok naar 22.00. Over een massage minder, een sportklas meer, een doelgroep zus en een uitvoerder zo.

Terwijl de Kamer het demissionair kabinet echt weer eens over de grote lijn zou moeten bevragen: over de ruim 700.000 vaccins die op de plank liggen. En het lage vaccinatie-tempo in het algemeen. Want vaccineren is de enige uitweg uit deze crisis.

Het wil maar niet opschieten met het inenten van alle potentieel kwetsbare mensen. Even leek Nederland zijn beschamende achterstand op andere landen in te lopen, maar volgens internationale vergelijkingen is het Hollandse tempo weer te laag. In Nederland heeft 11 procent van de volwassen bevolking één prik gehad, in Marokko 18 procent, Servië 32 procent en in het Verenigd Koninkrijk en Chili 45 procent. Ook op de meeste EU-landen loopt Nederland achter.

Terwijl elke prik telt. Uit Britse cijfers, waar in 100 dagen tijd ruim 25 miljoen volwassenen één keer zijn ingeënt, blijkt dat het aantal Covid-19-patiënten dat in het ziekenhuis belandde met 85 tot 90 procent daalde toen 30 procent van de bevolking (de kwetsbaarste groep) was gevaccineerd.

Ook in de Nederlandse verpleeghuizen is het aantal besmettingen en sterfgevallen drastisch gedaald nu alle tachtig-plussers één Corona-prik hebben gehad.

Alles op alles zetten, is het devies. 24/7 inenten, desnoods met behulp van het leger, huisartsen en ziekenhuizen. Verschillende ziekenhuisdirecteuren, huisartsen en apothekers hebben dat al voorgesteld.

Een lockdown mag niet wennen. Het gevoel van urgentie om eruit te komen, dat onder de bevolking steeds groter wordt, moet terug in het Catshuis en de Tweede Kamer.