Stereotypen zijn leuk en verleidelijk, zeker rond verkiezingstijd. Populistische kiezers zijn al gauw kwade provincialen, en andersom zijn veganistische yogi’s automatisch progressief. Je ziet ze meteen voor je, met hun sportleggings en hun havermelklattes. De werkelijkheid is complexer: juist onder spirituele vrouwen werd dit keer veel op Forum voor Democratie gestemd. Dit had te maken met wantrouwen over het coronabeleid. In het alternatieve circuit wás het vertrouwen in de instituties al minder groot, en tijdens corona hadden de thuiszittende reikicoaches en shiatsutherapeuten volop de tijd om complotfilmpjes te bekijken.
De afgelopen dagen kreeg ik een kijkje in besloten Facebookdiscussies onder deze vrouwen (en een enkele man) over corona en hun stemkeuze. Iedereen die Forum stemde, deed dat vanwege de vrijheidsbeperkende maatregelen; sommigen vrezen een „wereldwijd plan om mensen afhankelijk te maken van de staat”. Vertrouwde teksten voor wie de complotwereld een beetje kent, maar nu verpakt in zelfhulpjargon. Het gaat veel over grenzen aangeven, oftewel „ja’s en nee’s te eren en daarin gerespecteerd te worden”, en de zoektocht naar „mensen die geen kuddedier willen zijn, maar vanuit hun diepste verlangen durven te leven in liefde”.
Wetenschappers noemen dit samengaan van spiritualiteit en complotdenken conspirituality. Er zijn verschillen tussen de twee: complotdenken is vaak negatief, terwijl New Age-achtige ideeën juist perspectief bieden op een betere toekomst. Maar ze hebben ook belangrijke dingen gemeen, zoals een geloof dat niets zomaar gebeurt en dat alles verbonden is. Centrale begrippen: wakker worden, verantwoordelijkheid nemen, in verzet komen. „Conspirituality verbindt haar aanhangers ondanks hun verschillen”, schreven de sociologen Charlotte Ward en David Voas in 2011: juist omdat er geen doctrine is, hebben aanhangers de vrijheid hun eigen positie te bepalen.
Inderdaad zien de vrouwen in de Facebookdiscussies hun ideologische plaatsbepaling als een hoogst individuele zoektocht. Ze zijn bezig te „voelen wat voor mij klopt” en lijken daar soms weinig invloed op te hebben: „Het was voor mij ook nogal een schok dat mijn hogere zelf pleitte voor FvD stemmen”, schrijft iemand. Harde keuzes worden ingebed in hartjes en zalvende woorden. Een vrouw post dat ze haar „inner guidance” volgt, „niet uit egoïsme, maar vanuit diep weten, onder de angst die regeert aan de oppervlakte. En vanuit liefde. Heel veel liefde.” Sommigen zien zichzelf niet als egoïst omdat ze niet geloven dat corona schadelijk is: „Ik voel niet dezelfde waarheid.”
Ook in die zin compliceren ze de standaardideeën over progressieve en conservatieve kiezers. Met hun postmoderne waarheidsopvatting en hun nadruk op zelfontplooiing, autonomie en authenticiteit tonen deze vrouwen zich erfgenamen van de jaren zestig – precies de tijd die Baudet verafschuwt.