Nu alles online terug te kijken is, is eenmaligheid het nieuwe sjiek, zegt actrice Anna Drijver in de after talk. Eén keer, nog geen veertig minuten lang, was Weills operaatje Die sieben Todsünden donderavond online te zien, voor de gelukkige achtduizend bezoekers die de weg vonden naar de site van het Opera Forward Festival, vernieuwingsvlaggenschip van De Nationale Opera. De enorme crew, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, de weken werk – weg zijn ze, als stof in de wind.
Je snapt de gedachte: regisseur Ola Mafaalani wilde van Die sieben Todsünden geen coronacompromiskunst maken, maar iets vernieuwends: een filmopera, lekker broeierig en dicht op de huid gefilmd, met camerastandpunten die verrassen en prikkelen. De gekozen benadering riep wel vragen op. Een festival dat zielen wil winnen voor opera en nieuwe stemmen een podium wil te bieden – moet dat exclusief zijn? Sluit het inclusieve concept van on demand niet veel beter aan bij de marxistische gedachtewereld van Brecht en Weill?
Trouwens, ook wie er al wel bij was, had deze Sieben Todsünden graag nog eens gezien. Het eerste kwartier liepen beeld en geluid niet synchroon. Dat lokte verversen van de pagina op, en dat leidde af.
Verbazingwekkend goed werkte de digitale festivalsfeer. Marieke Lucas Rijneveld droeg als proloog het wellustig van ware woorden wemelende gedicht De Woestijnmens voor, en zette daarmee zintuigen op scherp die ook door het Rotterdams Philharmonisch Orkest in topvorm bediend werden.
Zeven steden, zeven zonden
Die sieben Todsünden, Weill/Brechts laatste samenwerking, is een “ballet chanté” voor twee ‘zussen’ (of zijdes van één persona). Anna 1 (de zangeres/nuchtere) en Anna 2 (danseres, ,,etwas verrückt”) gaan op reis langs zeven steden/zonden om zo geld te verdienen voor een familiehuisje.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data68317455-46dd2e.jpg|https://images.nrc.nl/NnMaa1TKkJZncd66GWMwrJ0gyg4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data68317455-46dd2e.jpg|https://images.nrc.nl/q00GR_EH7aSphdowpTOvVcMCOIA=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data68317455-46dd2e.jpg)
Over de casting van de dramatische sopraan Eva-Maria Westbroek voor Anna 1 kun je – intiemere en rauwere “theaterstemmen” als Lotte Lenya, Gisela May of Anja Silja indachtig – discussiëren. Maar Westbroek heeft zo’n charisma dat je daaraan al snel niet meer dacht. Het concept van regisseur Ola Mafaalani maakte van haar Anna 1 ook het middelpunt; naar de ‘theatrale’ (weinig dansante) Anna 2 van actrice Anna Drijver ging door de keuzes in de jachtige cameraregie gevoelig minder de aandacht uit. Net als naar de action painting van André Joosten op de achtergrond.
Zinnenprikkelend hotel
De festivalsfeer hield na afloop stand, met de site als digitaal hotel vol zinnenprikkelende kamertjes. Je kon er nóg een after talk bijwonen met jonge kunstenaars die spontane reacties als ,,super sick” verdiepten tot een inhoudelijk gesprek over de actuele invoelbaarheid van Brechts moralisme. En er waren thematisch aansluitende performances, bijvoorbeeld van spoken word-artiest Lev Avitan over zijn bijstandermoeder („woede”) en van Danny F. Kuiper („vraatzucht”) over morbide obesitas.
Bijna hallucinant bleek een optreden van Akim Moiseenkov, die elektrische gitaargeluiden uit zijn keel toverde om daarna met Shaffy-bravoure uit te barsten in smartlappen. Ook een ontdekking: de in Namibië geboren singer/songwriter Shishani Vranckx met haar kwetsbare, persoonlijke liedjes over, onder veel meer, loslaten en overgave. Zo deed het Opera Forward Festival precies dat wat het belooft: bruggen slaan, intrigeren.