Recensie

Recensie Boeken

China wil de wereld niet domineren

China In zijn boek laat Frans-Paul van der Putten zien dat het zinloos is om China tegen te houden. Het land zou meer als partner moeten worden behandeld.
Xi Jinping
Xi Jinping foto Epa

De sleutelpassage van Frans-Paul van der Puttens De wederopstanding van China staat in de epiloog. Daarin schrijft hij dat een verdere verslechtering van de Amerikaans-Chinese betrekkingen flinke schade aan China zal toebrengen, maar dat het onwaarschijnlijk is dat het Chinese streven naar geopolitieke veiligheid daarmee verdwijnt. Integendeel. Zoals Van der Putten laat zien, heeft de schade die de grote mogendheden China de afgelopen twee eeuwen berokkenden dat streven juist gecreëerd en het land op de lange termijn juist aangespoord om zichzelf te versterken. Met andere woorden, China is de Hulk van de wereldpolitiek: hoe meer je hem slaat, hoe sterker hij wordt.

Het heeft dus geen zin, zoals de VS proberen, om het land tegen te houden. In plaats daarvan raadt Van der Putten Europese beleidsmakers aan om China meer als een partner dan als een dreiging te behandelen. Dat kan alleen als Europa zichzelf stevig opstelt en net als China een geopolitieke visie voor de lange termijn ontwikkelt, want ‘voor een zwak Europa is China een aanzienlijke dreiging’. Van der Putten vindt dat we China alleen moeten confronteren waar en wanneer het echt moet. En als we dat doen moeten we zorgen dat we sterk staan en weten wat we willen.

Chinese regeringen, elites en een groot deel van de bevolking zijn niet geneigd een leidende rol van het Westen en zijn beschaving, instituties, waarden en normen klakkeloos te accepteren. Deze eigenwijze inborst is precies wat Amerikanen (en veel Europeanen) vaak zo onbegrijpelijk en frustrerend vinden.

In de loop van de afgelopen twee eeuwen heeft China westerse grootmachten en Japan genegeerd, afgewimpeld en bevochten, maar ook met hen samengewerkt en hun ideeën en successen gekopieerd zonder de eigen ‘essentie’ te verliezen. Over het waarom hiervan kan eindeloos worden gediscussieerd. Maar hoe dit is gegaan, is wél goed te begrijpen en juist daarover gaat dit boek.

Keizerrijk

Centraal staat het streven naar geopolitieke veiligheid, soevereine eenheid en interne politieke stabiliteit. China is er niet op uit de wereld te domineren en haar zijn ideeën en denkwijzen op te leggen, zoals de VS en Rusland doen. Zijn toenemende mondiale assertiviteit en expansie zijn en blijven fundamenteel verdedigend van aard, ingegeven door de eeuwenlange dreiging van buitenaf. Maar dat is niet het hele verhaal. Het verlangen naar regionale veiligheid is namelijk een hellend vlak dat algauw kan leiden tot een streven naar geostrategische hegemonie, met het Zijderoute-initiatief van Xi Jinping als meest aansprekende voorbeeld.

Veel van wat er over China in het Nederlands wordt geschreven gaat (bijna) alleen over het land zelf of behandelt het als een van de grootmachten. Van der Puttens analyse beweegt zich daarentegen juist op het snijvlak van China’s geostrategische betrekkingen en uitdagingen enerzijds en zijn interne politieke dynamiek anderzijds.

Ook laat hij zien hoe de huidige houding van de Chinese overheid onder Xi Jinping diep geworteld is in overtuigingen die teruggaan naar hervormingsgezinde bestuurders zoals Li Hongzhang in de laatste decennia van het keizerrijk, republikeinse leiders zoals Sun Yat-Sen en Chiang Kai-Shek in het begin van de 20ste eeuw, en gestaalde communisten na 1949 zoals Mao Zedong en Deng Xiaoping.

De ontwikkeling van kapitalistische ondernemingen als onderdeel van de lange-termijnstrategie voor nationale welvaart en kracht, de belofte van binnenlandse orde en bescherming tegen grote mogendheden, direct bestuur door de heersende partij zonder tussenkomst van een meerpartijenstelsel of parlement, het herstel van de (deels denkbeeldige) heerschappij van het Qing Keizerrijk als soeverein territorium van de Chinese natie vormen tezamen de grootste gemene deler van het streven naar Chinese grootmacht.

De belangrijke bijdrage van Van der Putten is dat hij de schijnbare verrassing van China’s plotselinge grootmachtsstatus en de confrontatie met de VS in historisch perspectief plaatst. Hij doet dat zonder in clichés te vervallen over de grootsheid van het keizerrijk en de Chinese beschaving, de 5.000 jaar Chinese geschiedenis of China’s existentiële dreiging. Hiermee heeft hij een prachtig boek geschreven voor iedereen die China serieus wil nemen.