Alcoholvrij bier wordt steeds beter, en lekkerder

Alcoholvrij Biersommelier Frits Dunnink tekende de geschiedenis van alcoholvrij bier op, en deed een uitgebreide proeverij. Zijn oordeel: de weeïge smaak van vroeger is vrijwel verdwenen.

Foto Getty Images

Een groep brouwers en techneuten van de Frankfurtse Binding Brauerei was in de jaren zeventig na jaren pielen eindelijk tevreden. Ze dachten een methode te hebben ontwikkeld om alcoholvrij bier te brouwen dat de strijd aankon met bieren mét alcohol. Tegelijkertijd wisten ze ook dat het moeilijkste probleem nog gekraakt moest worden: hoe vind je mensen die het willen drinken?

Biersommelier Frits Dunnink tekent de geschiedenis van de Binding Brauerei op in zijn boek 0.0, alcoholvrij bier in de Lage Landen. Het was niet het eerste alcoholvrije bier dat op de markt gebracht werd, zo is daarin te lezen, maar wel het eerste dat echt aansloeg. Het was voor het eerst dat een manier gevonden werd om grote groepen drinkers ervan te overtuigen een keer iets anders in te schenken dan ‘echt’ bier. En dat lukte eerder dankzij goede reclame, dan vanwege een goed recept.

Binding werd in de markt gezet met een list. De brouwer bracht het bier uit onder een schuilnaam: Prinzenbier. Dat bier werd omschreven als ‘light’, waarbij het alcoholpercentage in het midden werd gelaten. Het was een paard van Troje, schrijft Dunnink, en de drinkers tuinden er met open ogen in. Zo werd een weg gebaand voor de lancering van het bier onder zijn échte naam, die het tot op de dag van vandaag draagt: Clausthaler Alkoholfrei. Het wordt nog altijd veel gedronken.

Littekens

Alcoholvrij bier wordt gekenmerkt door wat eraan ontbreekt, en heeft daardoor iets paradoxaals. Aan de ene kant zijn er duidelijke voordelen: je loopt geen risico op een kater en je kunt ook op een werkdag een glas nemen bij de lunch. Bovendien, wat minder alcohol drinken kan sowieso geen kwaad. Aan de andere kant ontbreekt er iets dat onlosmakelijk bij bier hoort. Je míst wat. Geur, smaak, en ja: de roes.

Alle brouwerijen die zich met alcoholvrij bier bezighouden, hikken hier tegenaan. Aan de ene kant is er een markt, en is er technisch van alles mogelijk. Aan de andere kant is er de stugge consument die geen slap aftreksel van ‘echt goud gerstennat’ wenst te drinken. Daar komt in Nederland nog eens een trauma bovenop. De tirade van Youp van ’t Hek, die er in 1989 voor zorgde dat de verkoop van Heinekens alcoholvrije bier Buckler in Nederland drastisch terugliep, heeft diepe wonden geslagen.

Maar de littekens beginnen de laatste jaren te vervagen. Keuze en kwaliteit namen een vlucht. De brouwtechnologie is verbeterd, waardoor er minder bijsmaakjes aan alcoholvrij bier zitten en er wordt meegesurfd op de populariteit van craft beer. Naast de grote brouwers proberen nu ook de kleinere brouwers zich te onderscheiden met nieuwe en qua smaak avontuurlijkere varianten, met een veel groter aanbod in de winkels en een enorme variëteit aan nieuwe stijlen tot gevolg.

Gelijktijdig is het stigma op alcoholvrij aan het verdwijnen. Alcoholvrij is niet meer alleen voor dragers van de blauwe knoop, of ‘lullen van een jaar of veertig die beter in de kerk kunnen gaan zuipen’. Het is een goed alternatief geworden voor mensen die het met alcohol iets rustiger aan willen doen.

Zelfs onder bierliefhebbers, waar toch een groot taboe rust op de negatieve gezondheidseffecten van alcohol, begint die groep te groeien. Het lichaam kan te grote dorst nu eenmaal niet verstouwen, geven zij toe.

Misschien is het dan zo gek nog niet als je favoriete brouwer een alternatief in huis heeft. Zo wordt het paard van Troje dat alcoholvrij bier eens was, alsnog een aardig geschenk. Een ongevaarlijk houten paard, waarop je aan het eind van de avond ook nog eens veilig naar huis kunt rijden.

Alcoholvrij bier in de Lage Landen

0.0, alcoholvrij bier in de Lage Landen is volgens Frits Dunnink -voor zover hij weet - het eerste boek over alcoholvrij bier. De schrijver zelf drinkt tegenwoordig zowel met, als zonder. Of in zijn woorden: hij werd vrienden met alcoholvrij bier, maar wil „er niet mee trouwen”.

Receptuur

Het boek gaat onder meer over de regelgeving, geschiedenis, receptuur, brouwtechniek en gezondheidsvoordelen van alcoholvrij bier – waarbij de aandacht voor de nadelen van alcoholgebruik overigens wetenschappelijk nogal discutabel en slecht is onderbouwd. Dunnink sprak ook met invloedrijke bierbrouwers, zowel van brouwreuzen als AB InBev en Heineken als kleine brouwers als Vandestreek, die allemaal iets van schroom hebben moeten overwinnen om bier te brouwen zonder de alcohol die de drank al honderden, zo niet duizenden jaren bevatte.

Proeverij

De tweede helft van het boek is een uitgebreide proeverij van 104 van de alcoholvrije bieren die in Nederland en België in winkels en webshops verkrijgbaar zijn. Uitputtend is die lijst overigens niet, want het aanbod alcoholvrij groeit en verandert voortdurend. De nare, weeïge smaak van het alcoholvrije bier van vroeger is vrijwel verdwenen, luidt het oordeel van Dunnink. Wel blijven de bieren over het algemeen wat zoeter dan bieren met alcohol, en hebben de speciale hopsoorten die tegenwoordig gebruikt worden (geïsomeriseerde hop, waarmee de bitterheid beter gestuurd kan worden) vaak een soort metalige bijsmaak.