Welke partijen waren het meest in beeld?

De campagne Aan het eind van de campagne gekomen maakt NRC samen met LexisNexis en de Vrije Universiteit de balans op. Hoeveel invloed hadden de media op uw stem?

Lijsttrekkers Geert Wilders (PVV) en Mark Rutte (VVD) gaan in de Melkweg met elkaar in debat tijdens de eerste uitzending van de verkiezingsdebatten gepresenteerd door Jeroen Pauw.
Lijsttrekkers Geert Wilders (PVV) en Mark Rutte (VVD) gaan in de Melkweg met elkaar in debat tijdens de eerste uitzending van de verkiezingsdebatten gepresenteerd door Jeroen Pauw. Foto Bart Maat/ANP

1Welke partijen kregen de meeste media-aandacht?

De coalitiepartijen krijgen de meeste aandacht in de media, vooral de VVD. Die partij kwam in 60 procent van de tv-items en artikelen over de verkiezingen voor. Op televisie stijgt de aandacht half februari zelfs naar 80 procent. Ook CDA en D66 profiteren van hun plaats in het kabinet. Alleen ChristenUnie komt er bekaaid vanaf. De linkse oppositiepartijen (GroenLinks, SP, PvdA, Partij voor de Dieren) komen hier onder.

PVV en Forum stijgen gedurende de campagne in media-aandacht. Vooral de grote aandacht voor Forum is opmerkelijk, gezien haar bescheiden rol in de Tweede Kamer, waar ze met twee zetels de kleinste partij is. Forum kreeg op tv zelfs meer aandacht dan de linkse oppositiepartijen en de ChristenUnie, die een veel groter deel van de bevolking vertegenwoordigen. Vermoedelijk speelt hiermee dat journalisten sneller aanslaan bij ophef, die Baudet graag biedt. Verder zal wellicht een rol spelen dat tv-omroepen vatbaar zijn voor het ongefundeerde verwijt dat ze radicaal rechts zouden negeren, of slecht zouden behandelen.

2Hoe zichtbaar waren partijen volgens de kiezer?

Als je aan de ondervraagde kiezers vraagt welke partijen het meest opvallen, noemen ze VVD, PVV en Forum. Bij de laatste twee was de mate waarin ze opvielen zelfs groter dan hun werkelijke aanwezigheid in de mainstream media. Dat kan komen door hun succes op de sociale media. En doordat die partijen meer opvallen als ze verschijnen. De indruk die hun media-aanwezigheid maakt op de kiezers is uitgesproken negatief. Ze krijgen van de ondervraagden respectievelijk rapportcijfers 4,8 en een 2,7. De enige andere partij die zo slecht scoort, is DENK (4,0). Gezien het protestkarakter van deze partijen, en de rol van underdog die ze aannemen, hoeft dat overigens niet per se slecht te zijn. De achterban zal de ophef juist waarderen.

Vrijwel alle partijen vallen meer op naarmate de campagne vordert, behalve PvdA en DENK die steeds minder worden waargenomen door de ondervraagde kiezers. De media-optredens van de Socialistische Partij en de ChristenUnie krijgen de hoogste cijfers: 6,3.

Of de kiezer zichzelf als links, midden, of rechts ziet, heeft invloed op diens waardering voor de media-aanwezigheid van de partijen. Linkse kiezers zijn negatiever over rechtse partijen en rechtse over linkse, maar het ontloopt elkaar niet veel. Dat zie je vooral bij PVV en Forum die van linkse kiezers zwaar onvoldoendes krijgen.

3Hoe hebben media de zwevende kiezer beïnvloed?

Vergeleken met de eerste meting is het aantal zwevende kiezers gehalveerd. In het begin wist een kwart van de ondervraagden nog niet op welke partij ze zouden stemmen. Nu is dat nog maar 12 procent. Het profiel van de zwevers is ook veranderd: ze zijn ouder, lager opgeleid, en minder links dan de zwevers in het begin. De zwevers toonden zich aanvankelijk minder geïnteresseerd in het politieke nieuws dan de kiezers die wél wisten wat ze gingen doen. Maar de zwevers die een besluit hebben genomen, gaan vervolgens ook meer nieuws consumeren. Sinds eind februari daalt trouwens de nieuwsconsumptie van alle ondervraagden. Dat kan verkiezingsmoeheid zijn, of het betere weer.

Vrijwel alle partijen profiteerden ervan dat de zwevers goeddeels zijn geland, vooral de VVD en de PVV. Alleen ChristenUnie en SGP verloren meer kiezers aan de zwevende groep dan dat er bijkwamen.

4Welke thema’s kwamen bovendrijven in de media?

Waar praten we over als we over de verkiezingen praten? Corona en gezondheidszorg zijn verreweg het voornaamste onderwerp. De helft van de verkiezingsartikelen in de databank LexisNexis gaat hierover. Niet vreemd, de ziekte tast alles aan. Ook als het over de economie of werkgelegenheid ging, draaide het om corona.

Het tweede thema is onderwijs en jeugd. Ook hier was veel coronagerelateerd, zoals het noodpakket van 8,5 miljard euro voor het onderwijs, de problemen in de jeugdzorg, en de achterstand van leerlingen. Maar het ging ook over de herinvoering van de studiebeurs, jeugdgeweld en een kinderprogramma met blote mensen.

De Toeslagenaffaire is het derde thema in de geschreven pers. Verkiezingartikelen hierover gaan vaak over het verminderde vertrouwen in de politiek, en welke partijen erdoor aangetast zouden worden. Veel aandacht krijgt de confrontatie in het tv-debat van 28 februari van premier Rutte met een slachtoffer. Overigens valt de aandacht voor het schandaal de afgelopen maand in het niet bij de aandacht hiervoor in januari.

In zes van de negen onderzochte thema’s werd de VVD het vaakst genoemd. Bij ‘onderwijs en jongeren’ speelde D66 zich het vaakst in de kijker. Partijen kunnen proberen stemmen te winnen door zich bepaalde thema’s toe te eigenen. Dat zie je in de opkomst van het thema bouwen en wonen (woningentekort, huizenprijzen), of in de manier waarop de VVD bij het thema ‘Klimaat’ steeds de kerncentrales naar voren schuift. Overigens is het niet per se gunstig als een partij met een bepaald thema wordt geassocieerd. In de Toeslagenaffaire wil je als lijsttrekker liever niet genoemd worden.

De PVV scoort het hoogste in ‘diversiteit’; artikelen over de omgang met Nederlanders met een niet-westerse afkomst. De aandacht voor racisme – vorig jaar groot dankzij de Black Lives Matter-beweging – speelt nauwelijks een rol deze campagne. De korte botsing over Zwarte Piet in het RTL-debat tussen lijsttrekkers Sigrid Kaag en Geert Wilders krijgt wel veel aandacht. Het thema ‘diversiteit’ omvat verder vooral artikelen waarin moslims er slecht opstaan: zoals die over de vermeende band met de Moslimbroederschap van GroenLinks-kandidaat Kauthar Bouchallikht, en de bedreiging van de Turks-Nederlandse schrijver Lale Gül.

5Welke nieuwe partijen wisten in beeld te komen bij de media?

Van de 37 partijen op de lijst zijn er 24 die voor het eerst meedoen. Om de kiesdrempel te halen als onbekende partij is media-aandacht essentieel. JA21 is in de geschreven pers (volgens LexisNexis) de meest genoemde nieuweling. Deze verse afsplitsing van Forum profiteert van de aandacht voor de moederpartij – bijna altijd worden ze in hetzelfde artikel genoemd.

Opmerkelijk is de opkomst van nummer twee: Volt. De pan-Europese progressieven waren in januari nog nagenoeg onbekend, maar genereerden de laatste drie weken opvallend veel media-aandacht. Ze stonden in alle landelijke kranten en in vele regionale. De aandacht kwam drie weken geleden op stoom, en piekte begin vorige week. Op televisie zaten ze bijvoorbeeld in EenVandaag, Nieuwsuur, De Vooravond, Goedemorgen Nederland. Bekende Nederlanders als Arjen Lubach, Geert Mak, Rob Wijnberg en Sander Schimmelpenninck spraken hun steun uit. Volgens Google Trends staat Volt in de top-3 van meest gegoogelde partijen, na D66 en VVD. Bij de laatste peilingen stonden ze op twee à drie zetels.

Wat kwam eerder, de aandacht of de populariteit van Volt? Het eerste landelijke artikel over de partij verscheen op 27 januari in de Volkskrant. Vier dagen later dook Volt voor het eerst op in de peilingen van Maurice de Hond, met één zetel. Het bereik van de Volkskrant lijkt onvoldoende voor zo’n direct effect. En de grote publiciteitsgolf kwam pas een maand later. Vermoedelijk is die zetel eerder te danken aan de professionele campagne van de jonge partij, die bijna de helft van haar 3 ton euro aan campagne-budget in online aanwezigheid zegt te stoppen. De onlinecampagne is vooral gericht op mensen onder de 35 jaar. Omdat de partij zo jong is heeft ze geen jongerenafdeling, maar een ouderenafdeling: de Silver Volters.

Het kan zijn dat de Voltkiezers er deels al waren. Volt Europa bestaat bijna vier jaar, is actief in alle EU-lidstaten, en heeft een zetel in het Europees Parlement. De partij deed twee jaar geleden mee aan de Europese verkiezingen en haalde toen in Nederland honderdduizend stemmen. Als die kiezers van toen nu weer op Volt stemmen, zou dat genoeg zijn voor een Kamerzetel.