Voor Rutte is Wilders de ideale tegenstander in deze laatste fase van de campagne

Tweede Kamerverkiezingen Het zit Mark Rutte mee, deze campagne. En daar kon hij vaak maar weinig aan doen. Het keepersgeluk van een premier.

Drie keer heeft Rutte dezelfde tegenstander in tv-debatten: PVV-leider Wilders. Het is de ideale tegenstander voor hem.
Drie keer heeft Rutte dezelfde tegenstander in tv-debatten: PVV-leider Wilders. Het is de ideale tegenstander voor hem. Foto Bart Maat/ANP

Drie debatten, drie kansen op een ommekeer. In de laatste week voor de Tweede Kamerverkiezingen mag premier en VVD-lijsttrekker Mark Rutte drie keer meedoen aan een tv-debat. Drie keer heeft hij dezelfde tegenstander: PVV-leider Geert Wilders. Afgelopen donderdag was de eerste confrontatie, bij Op1. En voor Rutte was het „heerlijk”, zegt opinie-onderzoeker Peter Kanne van I&O Research. „Wilders probeerde op hem in te hakken, maar Rutte slaagde er eenvoudig in overeind te blijven.”

Voor Rutte is Wilders de ideale tegenstander in deze laatste fase van de verkiezingscampagne, zegt Kanne. „Hij kan wegblijven bij inhoudelijke kritiek en zichzelf neerzetten als wijze, stabiele leider. Een ideaal scenario voor hem.”

Alles valt de laatste dagen van de verkiezingscampagne uit in het voordeel van Rutte. Vaak gaat het om dingen waar hij niets aan kan doen. Bijvoorbeeld dat drie tv-redacties het een goed idee vonden om hem met Wilders te laten debatteren. Nog zo’n meevallertje: het RTL-debat van 28 februari, het eerste grote tv-debat. Tv-kijkers vonden dat D66-lijsttrekkers Sigrid Kaag het het best deed. Rutte had het juist lastig. Een gedupeerde van de Toeslagenaffaire dreef hem in het nauw.

Maar een ‘winnaar’ werd door de tv-zender niet uitgeroepen. Zo kon het gebeuren, bleek uit onderzoek van I&O Research, dat mensen die het debat níét hadden gezien, dachten dat Mark Rutte het debat had gewonnen. Dit debat werd zo niet de game changer die Kaag nodig had, concludeerde Kanne.

Leiderschap uitstralen

Als het deze campagne aan talkshowtafels over de VVD gaat, constateerde De Groene Amsterdammer deze week, gaat het vooral over de „torenhoge” voorsprong in de peilingen. Dit heeft een zelfversterkend effect, zegt politicoloog Loes Aaldering, verbonden aan de Vrije Universiteit. Met iedere constatering dat Rutte het zo goed doet, gaat hij er béter voorstaan. „De VVD had de campagne gebouwd rondom Ruttes leiderschap. Dat beeld wordt zo iedere keer bevestigd.”

Ook de andere partijen werken hier onbedoeld aan mee, zegt Aaldering. „De concurrentie heeft deze verkiezingen óók over leiderschap laten gaan. Sigrid Kaag, Wopke Hoekstra, Jesse Klaver – zij zeiden dat ze premier wilden worden. Kaag voert nota bene campagne onder de slogan ‘Tijd voor nieuw leiderschap’. Maar omdat het niet reëel is dat zij Rutte kunnen bedreigen, en omdat er niet één kandidaat-premier opstaat, maar wel vijf, slaat die ambitie de campagne neer.”

Bovendien: de lijsttrekkers bieden zichzelf wel aan als premierskandidaat, maar Rutte écht aanvallen op zijn premierschap doen ze niet. Het valt Loes Aaldering op dat het in debatten zelden gaat over de Toeslagenaffaire, die heeft geleid tot het aftreden van het kabinet-Rutte III. Of neem de ‘Rutte-doctrine’, de veel bekritiseerde opvatting dat beleidsdiscussies niet gedeeld hoeven te worden met de buitenwereld: politiek een dodelijk frame, maar vrijwel geen lijsttrekker begint erover.

Nederlandse politici hebben traditioneel weinig op met negatief campagnevoeren, zegt Annemarie Walter, politicoloog aan de Universiteit van Nottingham en hogeschool Saxion. „Terwijl het publieke debat verruwt, blijven de meeste lijsttrekkers erg keurig.” Een verklaring, volgens haar: in een tweepartijenstelsel zoals in de Verenigde Staten wérkt het. Iedere stem die je bij je tegenstander weghaalt, werkt direct in jouw voordeel. „Maar in het versnipperde politieke landschap in Nederland heeft het weinig zin. Je kan kiezers een hekel aan Rutte laten krijgen, maar dan kunnen ze alsnog naar een andere concurrent overstappen.”

Strategisch stemmen

Bovendien, zegt Walter: Nederland is een coalitieland. Partijen hebben elkaar nodig bij de formatie en weten dat een al te harde campagne de kans op samenwerking met Rutte straks bemoeilijkt. GroenLinks-leider Jesse Klaver, bijvoorbeeld, verweet Rutte in het RTL-debat eerst „te liegen en bedriegen”, om hem en andere lijsttrekkers vervolgens op te roepen samen te werken. De coronacrisis is strategisch in het voordeel van Rutte, zegt Walter. „Rutte wil dat de verkiezingen gaan om leiderschap. Uit Europees onderzoek weten we dat kiezers door de coronacrisis op zoek zijn naar ‘echte leiders’, iemand die hun problemen oplost. Dat werkt in het voordeel van autoritaire leiders, maar ook van Rutte, die zich kan beroepen op zijn leiderschap in het afgelopen jaar. Anderen kunnen daardoor geremd worden.”

Een gevolg hiervan is dat de dynamiek van de verkiezingscampagne totaal anders is dan in bijvoorbeeld 2010 (tweestrijd PvdA-VVD), 2012 (idem) of 2017, toen het tot het einde ging tussen de VVD en de PVV. In die jaren werd er vaak een beroep gedaan op het vermogen van kiezers om strategisch te stemmen: stem PvdA om Rutte uit het Torentje te houden. Nu, zegt Peter Kanne, weegt dat argument veel minder zwaar bij kiezers. „Als kiezer kun je je eigen overtuiging nu meer volgen. Dat is in het voordeel van kleine, ideologisch geprofileerde partijen als de Partij voor de Dieren, Volt, BIJ1 en JA21. Deze versnippering en nivellering is vooral in het nadeel van de lijsttrekkers die een echte uitdager hadden willen zijn.”

Wat willen de politieke partijen? Doe de NRC-Stemhulp