Kaarsrecht zit Sijbrand Nijhoff tegenover de rechtbank. De maatpakken en kokerrokken kunnen de gepensioneerde paardenhouder uit het Groningse Zijldijk niet imponeren. Het deskundigentarief van 164 euro per uur dat hij bij verlies van zijn zaak moet neertellen evenmin. Maar als de voorzitter van de aardbevingskamer in Assen begint over eerlijkheid en rechtvaardigheid, grijpen zijn handen de tafelrand en slaat zijn stem over.
Schor, soms op de rand van tranen, strijdt de 79-jarige Sijbrand Nijhoff op een regenachtige novemberdag tegen „het onrecht dat de Groningers door onze overheid wordt aangedaan”. De aardbevingen als gevolg van de Groningse gaswinning hebben zijn boerderij en zijn leven ontwricht. En ook dat van zijn vrouw Richtje (76). Weet u wat ik zo verschrikkelijk vind, zegt zij tegen de voorzitter, „dat je met leugens wordt beticht als leugenaar. Wij zijn geen liegbeesten”.
Eén zittingszaal was voor deze schadezaak niet voldoende. Met drie rechters en een griffier, twee eisers plus één advocaat, vier gedaagde partijen met hun raadslieden en ook nog drie door de rechtbank ingeschakelde deskundigen, overschrijd je in coronatijd al snel het maximum aantal bezoekers. Zeker als je ziet welke partijen Sijbrand Nijhoff aansprakelijk stelt voor zijn bevingsschade, door hem begroot op zo’n zes ton. De Maatschap Groningen, exploitant van het Groningen-gasveld; gaswinningsbedrijf NAM, joint venture van Shell en ExxonMobil; mede-exploitant Energie Beheer Nederland en bovenal: de Staat der Nederlanden.
„Als u gelooft dat mijn boerderij is vernield door storm, sneeuw en houtworm dan is er geen plek meer in Nederland voor eerlijke mensen”, zegt Sijbrand tegen de drie rechters.
De aardbevingen zijn de Groningers onder de huid gekropen. Ze zijn de tol van inmiddels zeven decennia aardgaswinning. Muren scheurden. Gebouwen en mensen raakten ontwricht. De gasbevingen zetten hun levens onder stroom. Waarom zijn de Groningers thuis niet net zo veilig als Nederlanders ergens anders in het land? Hoe kan het dat schadeafhandeling soms zo lang op zich laat wachten? Welk aandeel heeft de overheid daarin? Rond de verkiezingen begint de Tweede Kamer de parlementaire enquête naar de vraag hoe het met de Groningse gaswinning zo uit de hand kon lopen.
Maar daarop hebben Sijbrand en Richtje Nijhoff niet willen wachten. Ze begonnen in 2015 een rechtszaak bij de aparte ‘aardbevingskamer’ in Assen, met rechters die zich vastbijten in de Groningse gaskwestie. Ze legden stukken op tafel die Tweede Kamerleden nooit onder ogen waren gekomen. Documenten waarin zwart op wit staat dat behalve NAM ook de staatsdeelneming EBN exploitant is van het Groninger gasveld, en daarmee ook juridisch aansprakelijk. Een vertrouwelijke ‘Overeenkomst van Samenwerking’ uit 1963 waarin alle gedaagde partijen afspraken maken over het zo voortvarend en winstgevend mogelijk leegpompen van het Groninger Gasveld.
Hun strijdlust en verontwaardiging wonnen het van de Groningse nuchterheid en bescheidenheid. Als de overheid het laat afweten, redeneerden ze, moeten de Groningers het zelf doen. Hun zaak gaf de Groningers hoop en Sijbrand Nijhoff groeide uit tot boegbeeld van de bevingsgedupeerden. „Het rijk heeft de Groningers willens en wetens belazerd, bedonderd en bestolen”, zegt Sijbrand Nijhoff tegen de rechters. „En dat gebeurt tot op de dag van vandaag.”
Kloostermoppen
Het aanrecht is leeg, de keukenkastjes zijn uitgeruimd, alleen op de keukentafel staat nog een bord. Zijn leven lang heeft Sijbrand Nijhoff hier op het ‘Feldwelder’ Voorwerk in Zijldijk gewoond, vertelt hij tijdens een rondleiding. Een kop-hals-rompboerderij, in 1594 gebouwd op de moppen van klooster Feldwerd, sinds 1847 in de familie, en nu ontsierd door scheuren, ontwrichte muren en een kapotte schoorsteen. Als je uit de stallen het zompige akkerland oploopt, zie je de windmolens van de Eemshaven draaien tot aan de horizon. Kijk je naar rechts, zie je nog geen zevenhonderd meter verderop gaswinningslocatie Korenwijk. Die werd daar begin jaren zeventig neergezet, toen het aardgas werd onthaald als het Groningse goud.
Mijn ouders vertrouwden de euforie direct al niet, herinnert Nijhoff zich. Zijn vader was behalve boer en paardenboer ook lid van de pachtkamer en president-commissaris van een strokartonfabriek. Hij vroeg zich hardop af wat er van de gasbaten terug zou vloeien naar Groningen. En zijn moeder, actief als raadslid in de CHU, een voorloper van het CDA, waarschuwde dat je de overheid nooit moest onderschatten. „Ik zie haar nog voor me zitten in de voorkamer met die doordringende ogen van haar. Ik ben heel benieuwd, zei ze, wat er van Groningen overblijft als ze het hier leegpompen.”
Foto’s Kees van de Veen
Veel oor had Sijbrand Nijhoff daar toen niet voor. Hij werd volledig in beslag genomen door de boerderij en de paardenhandel. De kleine Sijbrand bracht zijn dagen liever door op de boerderij dan op de lagere school. Daar werd-ie gepest en kreeg hij klappen, „soms tot bloedens toe”. „Vader zei: ‘daar word je hard van’. Maar als moeder me na de zevende klas niet tegen mijn zin naar Amersfoort had gestuurd, weet ik niet wat er van me was geworden.”
Op z’n dertiende ging Sijbrand Nijhoff naar de ulo in Amersfoort, hij zat in de kost bij een pianostemmer. Toen daar het pesten weer begon, sprong hij de schoolbank uit en haalde één keer keihard uit. „Hij was de sterkste jongen in de klas. We moesten op het kamertje van de directeur komen. Daarna heb ik nooit meer last gehad. Ik had het overwonnen.”
De eerste klap kwam in 1985, Sijbrand en Richtje hadden in 1969 de boerderij overgenomen. Het voorhuis kraakte. De paarden stonden te steigeren in hun box, „stapelidioot waren ze, al een uur voor de beving”. Toen de muren en de stallen begonnen te trillen en te schudden, renden de schapen een hoek van de stal in. „Ik dacht: verrek dit is een aardbeving!”, vertelt Richtje die is aangeschoven bij het gesprek. „Maar toen we zagen: alles staat er nog, gingen we door alsof er niks gebeurd was. De schapen moesten lammeren. Zo’n eerste keer ben je niet kritisch.”
Sijbrand: „Ik dacht: zou dit komen door de gaswinning? De volgende dag hebben we het KNMI gebeld maar ze hebben er niks mee gedaan. Waarom niet? Pas sinds 1986 worden de bevingen geregistreerd.”
Richtje: „Reken maar dat het door bleef schudden.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/08/data60823834-37be2d.jpg)
Verlossing
Erkenning dat het beven kwam door gaswinning, kwam pas een half jaar na de klap bij Huizinge in 2012, met een kracht van 3,6 op de schaal van Richter de zwaarste tot nu toe. Sijbrand Nijhoff keek naar het journaal, hij had de avondboterham achter de kiezen: „Kopjes trilden van tafel, schilderijen schudden aan de muur, alles kraakte en knetterde. Ik kon pas uit mijn stoel komen toen de beving was weggerold. De deuren zaten klem. In de badkamer waren glazen tegels gesprongen, in de keuken lag de afzuigkap vol puin. Ik vond Richtje met een spierwit gezicht, ze probeerde met een tandenborstel in de mond de diepvries te stutten. De schilder en timmerman hadden alles net opgeknapt, de boerderij was ontwricht. Maar ik dacht ook dat dit weleens de verlossing kon zijn. Na Huizinge kon niemand meer om de bevingen heen.”
Maar de verlossing bleef uit. De schade werd direct gemeld maar is acht jaar later nog altijd niet hersteld. Het steggelen daarover duurt voort tot in de rechtszaal en lees je terug in vijf kilo aan papieren dossiers.
Met een tandenborstel in de mond probeerde Richtje de diepvries te stutten
De gaswinner trok een batterij deskundigen uit de kast die om de beurt de schade kwamen opnemen. Een gekwalificeerde expert die werd afgeserveerd toen hij de schade aan vier wanden toeschreef aan de beving, een taxateur, werknemers van ingenieursbureau Arcadis, een inboedelexpert, een bodemonderzoeker van Fugro, contraexperts, een ‘huizendokter’ „met witte jas en al” die zichzelf later promoveert tot ‘huizenpatholoog’. En als laatste in de stoet bouwkundig inspecteur Peter Elfrink, als deskundige benoemd en gestuurd door de rechtbank op voordracht van de tegenpartij.
Intussen bleef de bodem beven en voelde Richtje Nijhoff zich niet langer veilig tussen de golvende muren en onder de gebroken gebinten. Terwijl ze zich bij haar komst nog zo welkom had gevoeld op de boerderij, „net als bij mijn ouders zaten hier ook muizengaten in het behang”, grinnikt ze. Ze hadden twee kinderen gekregen en gelukkig grootgebracht, ook nadat Sijbrand telefoonsnoeren ging doorknippen, naar later bleek doordat er een cyste in zijn hoofd zat. Samen hadden ze volgehouden en waren ze weerbaar gebleven op de boerderij, ook nadat Sijbrand zijn rug had gebroken en lymfeklierkanker kreeg. Richtje: „Je overleeft dat omdat de klok doortikt. Je moet door. Maar na de bevingen was het ineens klaar voor mij. Tot hier en niet verder.”
Sijbrand: „We kochten in 2016 een huis in een dorp vijftien kilometer verder.”
Gingen ze uit elkaar?
Sijbrand: „We besloten na 46 jaar huwelijk te gaan latten. Zij woonde daar, ik bleef op de boerderij.”
Richtje: „Ik houd hem niet tegen. Bij mij in huis was hij niet gelukkig geweest.”
Foto’s Kees van de Veen
Zware medicijnen
Halverwege de zitting van de aardbevingskamer in Assen breekt Sijbrand Nijhoff. „Als er geen plaats meer is op deze wereld voor eerlijke mensen”, bekent hij met gebarsten stem, „dan moet ik weg. Dat heb ik geprobeerd. Maar de dokter en de dominee haalden mij er weer bovenop, ze gaven zware medicijnen.”
Had dat allemaal te maken met de spanning, vraagt de voorzitter.
Zeker, antwoordt Richtje in Sijbrands plaats. Dit speelde december 2018, de door de rechtbank benoemde bouwkundig ingenieur had net zijn oordeel geveld. Elfrink had drie dagen lang door de boerderij gestruind met in zijn kielzog drie advocaten – het was de eerste keer dat hij als onafhankelijk deskundige aan de slag ging voor de aardbevingsrechtbank in Assen. Toen Sijbrand zijn verhaal wilde doen, mocht hij niks zeggen.
Elfrink kwam met een rapport „vol onwaarheden”, fulmineert Richtje. Dat de fundering van kloostermoppen niet op vorstvrije diepte was aangelegd. Dat de nokvorst was beschadigd door storm- en sneeuwschade. Dat het schilder- en behangwerk gedateerd was : „Wij zijn geen mensen van mode en sier.” En dat er houtworm zou leven in de boerderij – dat was een kwaadaardige verdachtmaking, zegt Sijbrand, „helemaal nergens op gebaseerd. De boerderij was voor de klap in 2012 juist gerenoveerd”.
Het water staat u voorbij de lippen, vraagt de voorzitter.
„Ja.” Sijbrand herpakt zich. Na die poging moest hij naar het ziekenhuis voor een hartkatheterisatie. En toen zei de huisarts: „Ik wil niet dat je nog langer alleen op de boerderij woont. Je moet steun aan je vrouw hebben, jullie gaan weer bij mekaar wonen.”
„Ik zou zo dolgraag weer een keer blij zijn”, vertrouwt Richtje de rechtbank toe. Maar het lukt niet. „De strijd blijft in je lichaam zitten. Het rapport van jullie zogenaamd onafhankelijk deskundige staat vol grievende leugens.”
Sijbrand: „Alle grootmachten hebben geprobeerd ons klein te krijgen. Vindt u dat rechtvaardigheid?”
Foto’s Kees van de Veen
De rechtbankvoorzitter kiest voor de vlucht vooruit. Hoe wil Sijbrand Nijhoff verder? Tussen de geëiste en nu geboden schadevergoeding zit een bedrag van meer dan vier ton. Willen hij en zijn raadsvrouw nog met de tegenpartij onderhandelen over dat gat? Want als de rechtbank het moet doen met de stukken en het advies van gerechtelijke deskundigen zoals meneer Elfrink, kan dat „heel onbevredigend uitpakken”, waarschuwt de voorzitter. „Zoals mijn collega zei: U loopt risico. Daarom vraag ik: wat wilt u? Wilt u gelijk hebben of gelukkig zijn?”
Hadden ze een keuze?
Sijbrand en Richtje Nijhoff schudden allebei van ‘nee’ als ze in hun bungalow samen terugblikken op hun rechtszaak. Ze sloten die laatste novemberzitting een mondelinge deal voor 105.000 euro en gaswinner NAM draaide op voor de declaraties van deskundigen. Eigenlijk had Sijbrand Nijhoff „voor de Groningers” in hoger beroep gewild. Maar „Richtje zag het niet meer zitten en de zaak had al meer dan twee ton aan proceskosten gekost”. Niemand van de Groningers heeft even diepe zakken en zo’n lange adem als de tegenpartij, of dat nou de NAM is, de staat of Energiebeheer Nederland.
Niemand van de Groningers heeft even diepe zakken en zo’n lange adem als de tegenpartij
En, benadrukt Sijbrand Nijhoff, toen een lid van de bevingskamer de laatste schadetaxateur „één van ons” noemde, realiseerde het echtpaar zich dat ze met de rug tegen de muur stonden. Die rechter had de illusie van een betrouwbare overheid doorgeprikt. Sijbrand: „Wij dachten dat we in een eerlijk land leefden. Wij dachten dat de overheid solidair was. Maar daar komt niks van terecht. Deze overheid is ziek. Van zoveel tegenmacht kan je als eenling nooit winnen. Zelfs niet als je gedwongen wordt voor je eigen boerderij te vechten.”
Een gedupeerde heeft drie opties bij de aardbevingskamer, zegt Richtje. Je gaat dood. Je bent murw gebeukt en geeft je gewonnen. Of je geld is op.
Sijbrand: „Voor de tegenpartij is het altijd bingo. Zij winnen, de Groningers kunnen stikken.”
Richtje: „Hij draagt nooit meer zijn koninklijke speldje, hoor. Daar prakkiseert hij niet over.”
Sijbrand Nijhoff telde zijn knopen en uiteindelijk was het Richtje die de doorslag gaf. Zij wilde weer lachen, gelukkig zijn. En toen zijn advocaat zei: „Als mens, Sijbrand, zou ik er nu mee ophouden”, heeft Sijbrand Nijhoff na vijf jaar procederen geschikt. Maar later begreep hij van zijn advocaat dat het nog twee weken heeft geduurd voordat de schikking er lag. Zolang was de staat met de NAM over de formulering aan het steggelen. Nijhoff: „Dat is wat er bij de gaswinning gebeurt. De overheid stuurt de NAM het veld in en als er wat misgaat gooien ze diezelfde NAM voor de bus. Dat heb ik voor de Groningers boven water gekregen.”
Of hij daar trots op is? Niks ervan, zegt Sijbrand Nijhoff. „Dat ik niet meer heb kunnen doen, dáár ben ik duivels over.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/01/data23761757-73f318.jpg)