Ook deze dag hangt Brian Akoo (37) weer verveeld rond op het erf van zijn vader in West-Kenia. Zoals elke dag. „Ik hield van het stadsleven”, verzucht hij. „In Nairobi ontmoette ik allerlei soorten mensen, daar bruist het leven. Maar hier op het platteland bij Kendu Bay hoor je altijd weer dezelfde buurtroddels.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data68358239-2758f8.jpg|https://images.nrc.nl/mL-ONEMwXLs_456CDHLh0tFNQfQ=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data68358239-2758f8.jpg|https://images.nrc.nl/dGzTRwp8OfmZH_L6p90DhlsfaFY=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data68358239-2758f8.jpg)
Nowa Owiti, een vriend en oude schoolmaat, komt langs en zijgt neer in de leunstoel van het stenen huisje, onder het portret van Jezus. „Heb jij nog een email ontvangen over mogelijk werk?”, informeert hij bij Brian. „Nee. En jij?”
Owiti verbergt zijn gezicht in zijn handen. „Iedere dag verwacht ik een telefoontje of een mail dat er weer werk voor me is. Mijn baas zei bij mijn ontslag: ‘Ik bel je’. Maar hij belt nooit. Zo gaat het al een jaar. Covid maakt me gek! Hoe langer dit duurt, hoe wanhopiger ik word. Mijn vrouw liep van me weg omdat ik niet meer voor onze kinderen kan zorgen.”
Bij Brian thuis zijn ze met negen. Drie van de volwassen kinderen verloren hun baan door de pandemie. Brian was freelance marketingman in de Keniaanse hoofdstad Nairobi, maar geen bedrijf dat nog iemand inhuurt voor marketing. Zijn zus Lilian werkte aan de kust in de toeristensector, maar de toeristen blijven weg. Allen zitten nu zonder werk en keerden met hun kinderen terug naar het erf van hun vader. „Zonder hulp van mijn uitgebreide familie had ik het niet gered”, zegt Lilian.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data68358185-4bbd8a.jpg|https://images.nrc.nl/8nS6nmXLn0idIF522FPPNDWlRPE=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data68358185-4bbd8a.jpg|https://images.nrc.nl/dvFBKp_DXA7NS--Xfx14e8Mk2Jk=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data68358185-4bbd8a.jpg)
Brians vader komt binnen en schudt handen. Hij draag geen mondkapje, houdt geen afstand. Hij begint een lang verhaal, legt uit waarom hij twee echtgenotes en zoveel kinderen heeft. „Vroeger was dat de gewoonte, iedereen deed het zo. Maar nu met Covid zie ik wat de lasten zijn. Mijn generatie investeerde nooit in een goed leven hier. Nee, we investeerden in kinderen, die we naar de steden stuurden. Hier bestaat geen toekomst.”
Zijn zoon Brian schudt het hoofd. „Nou, ik zou hier best willen blijven. Als ik maar werk vind.”
Zus Lilian knikt instemmend: „Vooral mannen voelen zich in hun ego geraakt als ze niet meer voor hun gezin kunnen zorgen.”
Nowa Owiti loopt weg. „Ik houd het hier niet meer uit. Ik ga naar de flamingo’s kijken bij het meer.”
Loonstrookjes
In Afrika verschaft de informele sector 85 procent van de werkgelegenheid. De levens van miljoenen Afrikanen spelen zich af zonder loonstrookjes, pensioen en levensverzekering, ver van overheidsgezag en officiële economie.
Vóór corona verkocht in Kenia de groentevrouw haar kool aan de eigenaresse van de voedselkiosk. Daar lunchten boekhouders uit de kantoorgebouwen, die tijdens hun maaltijd wat geld gaven aan de schoenpoetser, de bedelaar, of de straatpredikant. De bouwvakker, de vrachtwagenchauffeur, de marketingman en de schoonmaker werkten voor lage lonen en bouwden geen reserves op. Iedereen in de informele sector is afhankelijk van een goed draaiende formele economie.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data57769993-ad781c.jpg)
De Keniaanse regering geeft wegens het coronavirus belastingverlichting aan bedrijven, maar werknemers in de informele sector zijn daar niet mee geholpen. Het virus, dat in Kenia tot meer dan 1.800 doden heeft geleid, vernietigde hun bestaan.
Het meeste werk was altijd in de steden, en vooral in hoofdstad Nairobi, die voor een kwart van Kenia’s bnp zorgdraagt. Toen in juni de lockdown werd opgeheven stroomden tienduizenden werklozen uit de steden in volle bussen naar het platteland.
Emmanuel Milimo van de medische organisatie Pharm Access deed onder 350 gezinnen onderzoek naar de gevolgen in de districten Kisumu en Kakemega in West-Kenia. „Plattelandsgezinnen verloren vorig jaar een derde van hun inkomen, in belangrijke mate omdat hun kinderen uit de stad zijn teruggekeerd en geen geld meer overmaken.”
Hij ziet dat de arbeidsmigranten zich inmiddels beginnen aan te passen. „De schoenenpoetser uit de stad verandert zijn werkwijze, want kantoren zullen niet snel weer openen; hij gaat dus nu op het platteland de huizen langs. De groentevrouw biedt nu op WhatsApp haar bonen aan en bezorgt ze vervolgens thuis. Ja, zelfs alcohol wordt aan de deur bezorgd. Mensen beginnen kleine landbouwprojecten. De stad is te duur geworden. Door het coronavirus zijn mensen zich dat gaan realiseren.”
Onafhankelijkheid
Exacte cijfers ontbreken, maar onderzoekers denken een migratie van stad naar platteland op gang te zien komen. Dat is de omgekeerde richting van wat er gebeurde na de onafhankelijkheid in 1963.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data68358713-e3c60c.png|https://images.nrc.nl/4OifvhaRn9Z8zme_kQyQ-1U3AKg=/1920x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data68358713-e3c60c.png|https://images.nrc.nl/N6R8W8lrJELUL7QKQZxaugqkGLE=/5760x/filters:no_upscale():format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data68358713-e3c60c.png)
„We maken een belangrijke verandering door”, stelt professor Khama Rogo, hoofd van de officiële corona-commissie in West-Kenia en een vooraanstaand gezondheidsexpert. Na een internationale carrière bij de Wereldbank begon hij een paar jaar geleden een restaurant aan de oever van het Victoriameer.
Het platteland dat Khama Rogo trof bleek geheel anders dan in zijn jeugd: het is het voorbije decennium sterk verbeterd door de bouw van scholen, ziekenhuizen, wegen, door de komst van internet en mobiele telefonie.
De vijftiger bestelt in zijn eigen restaurant gegrilde tilapia, de lekkernij in dit deel van het land. Achter hem drijft op het meer een reusachtig eiland van aaneengeklitte papyrusplanten voorbij. „In Kenia werd succes altijd afgemeten aan wat je in de stad bereikt. Een erfenis uit ons koloniale tijdperk, toen het platteland er nauwelijks toe deed. Mijn generatie is de eerste die terugkomt naar het platteland; niet om met pensioen te gaan maar om nog actief deel te nemen aan de arbeidsmarkt. En door het coronavirus zien nu ook jongeren in dat er hier zaken vallen te doen.”
Een mondig platteland
Het lijkt wel alsof het land het afgelopen decennium is klaargemaakt voor zo’n remigratie naar het platteland. In 2010 werd Kenia in 47 districten opgedeeld, met ieder een eigen gouverneur en parlement. De nieuwe grondwet betekende een keerpunt in het altijd uiterst centralistisch bestuurde land.
Die deelstaatautoriteiten verschaften veel nieuw werk en begonnen de rurale gebieden aantrekkelijker te maken, door de landbouwproductie te verhogen. Ook werden er bestuursraden opgericht, die de plattelandsbevolking mondiger maakten. En momenteel worden pogingen ondernomen om de economie op de coronawerkelijkheid aan te passen, zegt Caleb Opon, econoom, werkzaam in het Huis van Voorspoed, het grote gebouw van de regering in de regionale hoofdstad Kisumu. „De pandemie stortte ons aanvankelijk in een grote crisis”, zegt hij op de negende verdieping, „Maar Covid heeft ons ook veel geleerd.”
Op het platteland was een gebrek aan alles: geen beschermende kleding, geen wattenstaafjes. „We beseften dat we zelfvoorzienend moesten worden in de medische sector. Nu willen we een bedrijf opzetten voor de productie van ons eigen linnen, toiletpapier, verband, pleisters en handdoeken.” Ook hebben ze 10.000 boeren aan het werk gezet om katoen te produceren. Opon: „Vroeger zeiden onze ouders, ga weg naar de stad, ga geld verdienen! Nu ligt de toekomst weer hier.”