De EU wil met nieuwe wetgeving een eerlijke productieketen afdwingen

Ketenverantwoordelijkheid Deze dinsdag stemt het Europees Parlement over een wet die bedrijven verplicht hun aanvoerketen te onderzoeken op misstanden. Volgens activisten en analisten kan dit een grote impact hebben.

Werknemers in een fabriek in de Oost-Chinese stad Lianyungang, die speelgoed exporteert naar Europa en de Verenigde Staten.
Werknemers in een fabriek in de Oost-Chinese stad Lianyungang, die speelgoed exporteert naar Europa en de Verenigde Staten. Foto Reuters

Hij dook het afgelopen jaar ineens overal op: de handelsketen. Door de coronacrisis bleek de aanvoer van vanzelfsprekende of essentiële goederen akelig kwetsbaar. Haperingen bij één fabriek in China zetten de mondkapjesvoorraad in Nederland onder grote druk. En een hele trits aan fabrieken op verschillende continenten moeten nauw op elkaar zijn afgestemd voor één lading vaccins.

Maar ook vóór de pandemie drong ‘de keten’ al steeds vaker op de voorgrond. Neem de ramp met de Rana Plaza-kledingfabriek in Bangladesh in 2013, of de ophef over Nike-sneakers die in Chinese werkkampen zouden zijn geproduceerd. Omdat aanvoerlijnen zo complex en mondiaal zijn geworden, wordt het zicht op de productie troebel – en groeide het ongemak bij consumenten en overheden.

EU-lidstaten deden afgelopen jaren al pogingen bedrijven tot actie te bewegen tegen misstanden in hun productielijnen. Maar dat nu ook op EU-niveau serieuze stappen worden gezet voor zogeheten ‘due dilligence’-wetgeving kan volgens activisten en analisten grote impact hebben. Waar het publiek steeds kritischer werd op vrijhandelsakkoorden, biedt de ‘ketenverantwoordelijkheidswet’ een nieuwe manier om eerlijkere handel af te dwingen – ditmaal direct bij bedrijven.

Lees ook: De multinational ontkomt niet aan zijn zorgplicht

Mens en milieu

Deze dinsdag stemt het Europarlement waarschijnlijk met ruime meerderheid voor een wetsvoorstel dat bedrijven verplicht schadelijke effecten op mens en milieu in hun hele aanvoerketen te onderzoeken en te voorkomen. Het is een voorzet aan de Europese Commissie, die deze zomer met een eigen wetsvoorstel komt, dat er naar verwachting nauw op aansluit.

Het voorstel verplicht bedrijven die op de Europese interne markt willen opereren hun volledige handelsketen door te lichten. Komen ze misstanden tegen, dan hebben ze een inspanningsverplichting die weg te nemen. „Bedrijven kunnen dan niet meer zeggen dat ze er niets van wisten”, zegt Europarlementariër Lara Wolters (PvdA), die als hoofdonderhandelaar van het EP aan de wet werkte. „Als je vaststelt dat er kinderarbeid is, of een risico daarop, en twee jaar later is daaraan niets veranderd, dan heb je een probleem.”

Over precieze sancties laat het wetsvoorstel zich nu nog niet uit. Uiteindelijk zouden in alle lidstaten toezichthouders moeten komen die bedrijven bij de les houden. Maar nieuwe EU-wetgeving zou het voor slachtoffers van wantoestanden ook makkelijker moeten maken bedrijven voor rechtbanken in de EU aan te klagen. Wolters: „Bedrijven kunnen zich niet meer verweren door te stellen: we volgden de wet in Bangladesh. Nee: je draagt zelf verantwoordelijkheid voor het waarborgen van milieurichtlijnen, mensenrechten en goede interne managementstructuren.”

Volgens Claudia Saller, die de ngo European Coalition for Corporate Justice leidt, kan Europa met de wetgeving mondiaal een nieuwe standaard zetten. „In landen als Canada, de VS en Australië kijkt men echt naar Europa. Wij hopen op een precedentwerking. En omdat zoveel bedrijven op de Europese markt willen opereren, kunnen de gevolgen al groot zijn.”

Ook Wolters spreekt van een „doorbraak”. „De vrijwillige convenanten die bedrijven de afgelopen jaren sloten waren nuttig, maar ze hebben de excessen niet kunnen wegnemen. Daarom moeten we nu toe naar verplichte standaarden op Europees niveau. Dat voorkomt ook dat er voor bedrijven in de EU een lappendeken aan verschillende regels ontstaat.”

Iets daarvan zag je de afgelopen jaren al ontstaan. Nederland nam twee jaar geleden wetgeving aan die bedrijven opdraagt kinderarbeid aan te pakken en een verdergaande initiatiefwet ligt op tafel. In Frankrijk werd de zogeheten ‘Loi de Vigilance’ aangenomen, die mensenrechtenschendingen in de keten wil aanpakken. En vorige week stemde het Duitse kabinet in met de zogeheten ‘Lieferkettengesetz’, die bedrijven met meer dan drieduizend werknemers verplicht in te grijpen bij misstanden. Duitse activisten toonden zich niettemin teleurgesteld. De wet treft alleen de allergrootste bedrijven en bovendien hoeven zij alleen hun directe leveranciers te onderzoeken en niet mogelijke schendingen door onderaannemers. Terwijl de ergste wantoestanden volgens critici juist diep in de keten plaatsvinden.

Alles wijst erop dat de EU-wetgeving verder zal gaan dan de nationale wetten. In een interview met de Frankfurter Allgemeine Zeitung maakte Eurocommissaris Didier Reynders (Justitie) vorige week al duidelijk dat EU- wetgeving strenger moet worden dan de Duitse. „We willen ver reiken: in zowel de leverketen, als het aantal bedrijven dat eraan moet voldoen.”

Fel verzet van lobby

Het verklaart waarom de bedrijvenlobby zich in Brussel fel verzette tegen wetgeving. Vooral voor het midden- en klein bedrijf zouden de lasten volgens lobbyclub Business Europe te zwaar worden. Grote bedrijven als Adidas pleiten wél voor eenduidige EU-wetgeving om een gelijk speelveld te garanderen. In de uiteindelijke wet komt de lat voor kleinere bedrijven vrijwel zeker lager te liggen dan voor grote multinationals. Zo zullen alleen bedrijven die zich in ‘risicovolle’ terreinen begeven, zoals de kokos- of textielindustrie, aangesproken worden. Tegelijk benadrukte Eurocommissaris Reynders dat ook kleine bedrijven bijvoorbeeld textiel kunnen gebruiken die onder slechte omstandigheden is geproduceerd. Ook zij moeten verplicht worden hun keten te controleren. Reynders hoopt op invoering in 2024. Maar omdat de lidstaten het eerst nog eens moeten worden, kan dat wel eens te optimistisch blijken.