De stunt was tot in de puntjes voorbereid. Voor een nietsvermoedend publiek van particuliere beleggers op de aandeelhoudersvergadering van Ahold trok vakkenvuller Soufian Afkir de helft van zijn nette pak uit. Meer dan een half pak kon hij naar eigen zeggen niet betalen. Hij rekende de zaal voor wat het verschil was tussen zijn uurloon en dat van toenmalig bestuursvoorzitter Dick Boer van Ahold, de eigenaar van Albert Heijn. 5,96 euro per uur versus 1.634 euro.
De stunt moest de aandacht vestigen op de ongelijkheid van de inkomensverdeling tussen werkvloer en bedrijfstop en van de rechtvaardigheid van hogere salarissen voor de laagst betaalden.
Dat was in 2015.
Boers opvolger, Frans Muller, had deze week zelf een ‘stunt’ in petto. Zijn bonus over het afgelopen jaar van de coronapandemie is uitgekomen op het maximaal haalbare volgens zijn afspraken met de Ahold-commissarissen. Dat maximum is 150 procent van zijn jaarsalaris van iets meer dan 1,1 miljoen euro. Zijn bonus over 2020 is iets meer dan 1,65 miljoen euro. Zijn totale beloning komt, inclusief een bonus over de periode 2018-2020, op iets meer dan 6 miljoen euro.
De coronapandemie heeft kleine winkeliers, horeca-ondernemers, zelfstandigen en mensen met flexcontracten in het nauw gedreven. De kooplust van het publiek vond zijn weg naar internetwinkels (bol.com van Ahold) en supermarkten, zoals Albert Heijn (ook Ahold).
De een z’n nood is de ander z’n bonus.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/06/data58745483-fc5747.jpg)
Gouden slot op de mond
De bonus voor Muller en zijn collega’s in het bestuur van Ahold was een van de vier topbeloningen die afgelopen week de aandacht trokken. De andere drie draaien om vertrekvergoedingen en nabetalingen van bonussen aan bestuurders die zijn gestopt met werken. Ze trokken nog eens extra de aandacht vanwege de extra belastingen die hun werkgever over die beloningen moet betalen. Heineken, dat ernstig is getroffen door de horecasluitingen, onthulde in zijn jaarverslag dat 7 miljoen euro is gereserveerd voor belastingen vanwege salaris en bonusnabetalingen (ruim 7,7 miljoen euro) aan voormalig bestuursvoorzitter Jean-François van Boxmeer, die per 1 juni 2020 is gestopt.
Fijnchemiebedrijf DSM moet ruim 2,6 miljoen euro extra aan de fiscus betalen vanwege bonussen (2,9 miljoen euro) aan voormalig topman Feike Sijbesma, die in mei 2020 stopte. En financieel directeur Jaska de Bakker van voedingsbedrijf FrieslandCampina, die later dit jaar vertrekt, krijgt een gouden handdruk van 1,1 miljoen euro. Daarover moet FrieslandCampina 0,7 miljoen belasting betalen.
Deze extra belastingen moeten, zo was het idee bij invoering (2009) en later bij de aanscherping (2013) van de wet tegen excessieve beloningen, bedrijven ontmoedigen om hoge gouden handdrukken te betalen. Hoge vertrekvergoedingen bovenop toch al puike beloningen voor topmanagers zijn politici, vakbonden en een deel van de burgerij een doorn in het oog.
De goudenhanddruknorm is volgens de code goed ondernemingsbestuur maximaal één jaarsalaris. De realiteit laat een heel divers beeld zien. De gouden handdruk was ooit dé manier om bestuurders bij een conflict („verschil van mening over het te voeren beleid”) tot vertrek te bewegen zonder rechtszaken. De gouden handdruk was een effectief slot op de mond: de ontvanger tekende voor geheimhouding.
Inmiddels lijkt een vertrekvergoeding steeds meer een verworven recht dat wordt vastgelegd in het arbeidscontract.
De laatste jaren zie je dat ook bestuurders die ogenschijnlijk géén conflict hebben en vertrekken een jaarsalaris meekrijgen, zoals financieel directeur Jan Kees de Jager bij KPN in 2019. Anderzijds kreeg Maximo Ibarra bij zijn onverwachte, maar vrijwillige vertrek bij KPN in datzelfde jaar juist géén gouden handdruk.
De commissarissen van FrieslandCampina luiden financieel directeur De Bakker in het jaarverslag uit met een aaneenschakeling van loftuitingen.
Bonusbonjeseizoen
Vier keer beloningscommotie in een week is opmerkelijk veel. Hoe kan dat?
Allereerst: het is het ‘bonusbonjeseizoen’. Tussen maart en juni publiceren grote ondernemingen hun jaarverslagen. Daarin moeten zij ook vertellen hoeveel hun bestuurders verdienden aan salaris, bonus en gouden handdrukken. Beursgenoteerde bedrijven, zoals Ahold, Heineken en DSM, moeten dat tot in detail doen. FrieslandCampina kan zich als grote coöperatie beroepen op minder vergaande openheid naar de buitenwereld.
Uitschieters naar boven voeden de al bestaande wrevel over de groeiende ongelijkheid
Tweede verklaring: het gaat om miljoenen. De beloningen zelf zijn hoog, zeker als het, zoals bij Van Boxmeer en Sijbesma, gaat over een reeks van bonussen die bij hun vertrek worden opgeteld. Derde reden: de economische crisis. Mensen en bedrijven worden in ongelijke, om niet te zeggen, willekeurige mate getroffen. Dan voeden de uitschieters naar boven de toch al bestaande wrevel over groeiende inkomensongelijkheid. En dat haakt aan bij verklaring vier: over ruim een week openen de stemlokalen. Linkse politici twitterden over Mullers bonus. „Dat moet anders.” (Lilianne Ploumen, PvdA). „Dacht het niet, Albert Heijn.” (Lilian Marijnissen, SP). CDA-lijsttrekker Wopke Hoekstra zag een kans op extra belastinginkomsten. „Daarom vragen wij van de sterkste schouders wat extra’s.”
En: over ruim een week openen de stemlokalen
In de ophef over Ahold en Heineken is een cruciaal verschil naar de achtergrond gedrongen. De twee concerns reageren anders op de pandemie. De een heeft profijt, de ander juist pijn.
De bestuurders van Heineken kozen snel na de virusuitbraak voor een vermindering van hun salarissen vanaf mei tot en met december 2020 met 20 procent. Ze schrapten hun bonus over 2020 én die over 2018-2020. Daarmee kwamen zij ook tegemoet aan de oproep van beleggersvertegenwoordigers VEB en Eumedion dat de top van het bedrijfsleven niet gevrijwaard moest zijn van de pijn in de organisatie. Heineken heeft bijvoorbeeld inmiddels ook een grote reorganisatie aangekondigd die 8.000 banen kost.
Heineken legt in zijn jaarverlag uit hoe en waarom de pandemie gevolgen heeft voor de beloningen aan de top. Bij Ahold blijven de vragen. Is het maatschappelijk verantwoord ondernemen om in een pandemie de maximale bonus toe te kennen én te accepteren? Hoe breed wordt de winst eigenlijk gedeeld in het concern? De top krijgt zijn bonus, de beleggers meer dividend, het concern koopt met het verdiende geld ook aandelen in.
En het personeel? De commissarissen schrijven in hun verslag over de bestuurdersbeloningen dat de werknemers, die hier soms front-line associates heten, waarderingsbonussen en winstdeling kregen. Het oogt, bij gebrek aan concrete cijfers, toch wat schraal ten opzichte van de miljoenenbedragen aan de top.
Het verschil tussen Heineken en Ahold zie je terug in de beloningsverhoudingen bínnen het bedrijf. De totale beloning van Muller was afgelopen jaar 122 (2019: 105) maal zo hoog als dat van de gemiddelde Ahold-medewerker. Als je de eenmalige kosten van Amerikaanse pensioenen niet meetelt is het zelfs 137 maal zoveel.
Dolf van den Brink, de opvolger van Van Boxmeer, verdiende vorig jaar maar 30 maal zoveel als een gemiddelde werknemer. In 2019 verdiende Van Boxmeer nog 166 maal zoveel.
In deze cijfers over de inkomensongelijkheid binnen Ahold en Heineken zie je hun status als multinationals die overhellen naar Angelsaksische beloningen. Ahold en Heineken vertegenwoordigen sterke consumentenmerken. Met hun supermarkten respectievelijk bieren.
Ze zijn beide, en dat is nog een overeenkomst, de afgelopen dertig jaar vanaf hun Nederlandse thuismarkt uitgegroeid tot wereldconcerns. Maar juist die thuismarkt is gevoelig voor beloningsexcessen, zie het tumult bij de voorgenomen 50 procent verhoging voor ING-bestuursvoorzitter Ralph Hamers in 2018. De commissarissen van ING haalden bakzeil.
Juist dagelijkse consumentenmerken, zoals Albert Heijn, zijn gevoelig voor de smaak én het ongenoegen van het publiek. Ahold kent dat. De stunt van vakkenvuller Soufian Afkir was niet de eerste keer dat topbeloningen tot controverse leiden bij het concern.
In 2003 brak tumult uit onder beleggers, politici en klanten toen Ahold na een schokkend boekhoudschandaal de nieuwe topman Anders Moberg gegarandeerde bonussen gaf. Zijn totale beloning kon oplopen tot wel 10 miljoen euro. Even hing een consumentenboycot in de lucht. Toen namen de commissarissen hun verantwoordelijkheid en werd de nog altijd royale beloning versoberd.