Op het ministerie van Financiën weten ze dat als demissionair minister Wopke Hoekstra een besluit moet nemen, hij éérst alle argumenten voor en tegen en ook nog alle mogelijke risico’s wil horen. Hoekstra staat in zijn omgeving bekend als iemand die houdt van weloverwogen beslissingen en van overzicht. Zijn assistenten houden mapjes voor hem bij waarin ze per categorie knipsels plaatsen over onderwerpen waar hij zich voor interesseert: geschiedenis, het heelal.
Maar op het ministerie zien ze nu al een paar maanden dat er iets is veranderd. Hoekstra kort de lange aanlooptijd die hij neemt voordat hij tot een keuze komt steeds meer in. „Zoals jullie weten heb ik er sinds kort een bijbaan bij”, zegt hij dan.
In die bijbaan, het lijsttrekkerschap van het CDA, had Hoekstra aanvankelijk geen zin. Toen hij daar vorig jaar over moest besluiten, ging daar een lang denkproces aan vooraf. Avond na avond vroeg hij CDA’ers om met hem mee te denken. Soms sprak hij ze samen, soms één op één. Onder de genodigden was Jan Schinkelshoek, die lang voorlichter was geweest van de CDA-fractie in de Tweede Kamer en de campagnes voor Ruud Lubbers in 1986 en 1989 had geleid. En Teusjan Vlot, die voorzitter was geweest van de politieke jongerenorganisatie van het CDA en inmiddels directeur Uitvoerings- en Handhavingsbeleid is bij de Belastingdienst. En Michael Sijbom, oud-campagneleider voor het CDA.
Soms nodigde Hoekstra ze uit op het ministerie van Financiën, af en toe kwam een aantal van hen bijeen in het huis van Jeroen de Graaf, die politiek adviseur was geweest van premier Jan Peter Balkenende. Hoekstra wilde van hen horen wat volgens hen de belangrijkste problemen voor Nederland waren. Welke oplossingen zou het CDA kunnen bieden? Wat moest het verhaal zijn? Hij sprak daar ook over met oud-minister van Defensie Hans Hillen en een andere voormalig politiek adviseur van Balkenende: Jack de Vries.
Teleurstelling en boosheid
Na al die gesprekken besloot Hoekstra in de zomer van 2020 dat hij geen lijsttrekker wilde worden. Het zorgde voor teleurstelling en ook boosheid in het CDA. Daar had de partij niet op gerekend en er moest in allerijl een interne verkiezing worden uitgeschreven. Nadat vicepremier en demissionair minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) zich verkiesbaar stelde, meldde de ene na de andere tegenkandidaat zich: staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken) en de Kamerleden Martijn van Helvert en Pieter Omtzigt. De Jonge won in de tweede ronde nipt, maar werd nooit de onbetwiste leider waar het CDA zo’n behoefte aan had. Na vijf maanden trok hij zich terug. De partij deed een beroep op Wopke Hoekstra en die werd alsnog lijsttrekker.
Met de meeste CDA’ers met wie Hoekstra sprak over het lijsttrekkerschap, is hij contact blijven houden. Jeroen de Graaf is een van zijn belangrijkste campagnestrategen. Ook een persoonlijke vriend, Patrick Lammers, CEO van energiemaatschappij Essent, is hem op achtergrond blijven adviseren over de campagne. Jack de Vries speelt geen rol meer, die stopte nadat hij over was gestapt naar het team van Hugo de Jonge tijdens zijn lijsttrekkerschap. Maar niet iedereen die in het team van De Jonge had gezeten is weg. De politiek adviseur van De Jonge, Bart van den Brink, is tegelijkertijd campagnevoorlichter voor Hoekstra. Van den Brink staat ook op de kandidatenlijst van het CDA.
De politiek assistent van Wopke Hoekstra, Jitske Haagsma, is de spil van het campagneteam. Een voordeel is dat zij eerder persoonlijk medewerker was van Omtzigt, de nummer 2 op de CDA-lijst, die in de partijtop gezien wordt als ongeleid projectiel waar niet altijd even goede afspraken mee te maken zijn. Haagsma, zo klinkt, is een van de weinigen die wel indruk op Omtzigt weet te maken. Ook de CDA-fractievoorzitter, Pieter Heerma, maakt onderdeel uit van het kernteam.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data65321113-912f32.jpg)
Politiek opvoeden
Hoekstra begon zijn politieke carrière op een plek waar anderen die vaak eindigen: de Eerste Kamer. Toen hij daar tien jaar geleden begon, wilde hij politiek ‘opgevoed’ worden. Wie moest hij kennen? Wat moest hij weten? Waar moest hij meer over leren? Hij sprak er veel over in die tijd, met Joop Wijn, die staatssecretaris en minister was geweest namens het CDA. En met Niek Jan van Kesteren, lange tijd directeur van VNO-NCW en MKB Nederland. Met van Kesteren, die inmiddels senator namens het CDA is, spreekt hij nog steeds regelmatig. Niet over de campagne of andere actuele zaken, maar over de grotere lijnen en de lange termijn.
Natuurlijk, Hoekstra wil dat het CDA de grootste wordt na de Tweede Kamerverkiezingen en hij wil eindigen als premier. Maar de mensen met wie hij praat, zeggen ook tegen hem: kijk verder dan 17 maart. De kans dat de VVD níet de grootste wordt, is wel erg klein. Wat daarna gebeurt, is interessanter: parlementaire enquêtes over de gasboringen in Groningen en over de Toeslagenaffaire – in beide dossiers speelde Rutte een rol. In het CDA is de verwachting, of misschien is het wel hoop, is dat die enquêtes kunnen leiden tot het voortijdig aftreden van Rutte. Op dat moment, is het idee, staat er rechts van het midden een natuurlijke opvolger klaar: Wopke Hoekstra.