De ochtendprovocatie van Thierry Baudet was woensdag voor Goedemorgen Nederland, waar de als ‘co-host’ optredende FvD-lijsttrekker het NOS Journaal aankondigde als „fake news journaal”. Het leverde hem een ruzietje op met de WNL-presentator en de beoogde publiciteit. Opmerkelijk was de reactie van de NOS die – zowel officieel als bij monde van verschillende verslaggevers – niet zozeer kwaad was op Baudet, maar op de collega’s van WNL. Die volharden al vele verkiezingsjaren lang in een treurig stemmende traditie: het plaatsen van lijsttrekkers op de stoel van journalisten.
WNL-hoofdredacteur Bert Huisjes vond dat zijn NOS-collega’s in hun reactie ‘hun emotie’ hadden laten spreken, de principiële NOS-kritiek op de branchevervaging bij de „vrolijk rechtse” buren verwerpend. Hier lag een kans, zou je denken, voor een medium dat dol is op praten over zichzelf om de inhoudelijke kwestie uit te vechten in een van de praatprogramma’s. Niet dus: de publieke omroep blijft beter in spiegelen dan in reflectie.
Niet dat er geen aandacht was voor televisie op televisie; er was namelijk reclame voor reclame. NPO1 trok een uur uit voor de toekenning van de Gouden Loeki, de prijs voor het beste reclamespotje. „Toon mij wat uw spotjes zijn en ik vertel u wie u bent”, zeiden de Ouden al, dus was ik benieuwd tot welke verkooppraatjes de Nederlander zich bij voorkeur laat verleiden.
Het programma zelf leek gewiekste sluikreclame voor de grabbeltonindustrie. Zo begon presentator Carrie ten Napel, die zich snel ontwikkelt tot de Mies Bouwman van Omroep Max, te jongleren met een grote zwevende doos – als was ze een Hans Klok met wat minder tegenwind in het haar. En zonder het buikje, zo bleek, want uit de doos sprong de echte Klok. Het was het startschot voor een onsamenhangend geheel met brokjes reclamequiz, oude reclames, iemand in een Loeki-de-Leeuwpak en weetjes over advertenties en hersenen waar Erik Scherder zijn stoel niet voor zou uitkomen.
Bleef over: de verkiezing zelf. Uit de tien genomineerden sprak een kolossale voorliefde voor zoetsappigheid: de Loekistemmer identificeert zich niet met het luidruchtige deel der natie. Ook niet met de lach, want afgaande op de Gouden Loeki verdwijnt de humor even snel uit de Nederlandse reclame als God destijds uit Jorwerd. Tot mooiste reclame van Nederland werd een filmpje gekozen van de Staatsloterij waarin een oudere man met een jong poesje in zijn jas, een staatslot schenkt aan een koppel in blijde verwachting.
Gelukkig was er aan het eind van de avond nog ruimte voor oprechte gevoelens. NPO3 herhaalde een show van de ’s ochtends overleden cabaretier en liedjesschrijver Jeroen van Merwijk, plus een mooie aflevering van het kunstprogramma Volle zalen. Bij Op1 werd hij uitgebreid herdacht door collega’s en vrienden. En door zijn broer Lucas, die zozeer op Jeroen lijkt dat je in een flits kon denken dat de gestorvene alweer genoeg had van de muzikantenhemel en was teruggekeerd.
Het gezelschap slaagde erin om Van Merwijk als kunstenaar en als „gevoelige, geweldige en soms overgevoelige” persoon recht te doen. Diederik van Vleuten speelde het nummer ‘Breekbare mensen’. Gevraagd naar de breekbaarheid van zijn broer kreeg Lucas van Merwijk het te kwaad en nam Van Vleuten het over. Van Merwijk kon kwetsbaar zijn, vertelde hij, maar hij had zich weleens afgevraagd waar „de allerdiepste diepte” bij zijn vriend zat.
Daar sprak veel liefde uit, en een beetje onmacht. Het was zonder twijfel het echtste wat er woensdag op de Nederlandse televisie is gezegd.