Het geweld van China tegen de minderheid van de Oeigoeren is door het Nederlandse parlement genocide genoemd. Nu ontstaat genocide niet als bij toverslag. Daar is een infrastructuur voor nodig, een hele constellatie, waarvan de internationale gemeenschap deel uitmaakt, en dus ook de Nederlandse. Het probleem van zogenaamde ‘heropvoedingskampen’ in Xinjiang is dat wijzelf langs alle kanten meewerken aan het in stand houden van die kampen.
Een belangrijk element van de infrastructuur is software voor gezichtsherkenning. En een ander belangrijk element de laconiciteit waarmee westerse samenlevingen de introductie van die software gadeslaan. Gezichtsherkenningssoftware is ultiem mensenrechtenschendende technologie, de infrastructuur van misdaden tegen de menselijkheid, de infrastructuur van de genocide. China heeft een heel surveillance systeem opgetuigd met zowel gezichtsherkenning als genetische tests om Oeigoeren te volgen en te vervolgen.
Berichten hierover duiken van tijd tot tijd op. The Washington Post kreeg in december informatie dat het Chinese bedrijf Huawei experimenteerde met een ‘Oeigoer-alarm’: etnische detectie-software die Oeigoeren kan aanbrengen bij de politie. Voetballer Antoine Griezmann verbrak om deze reden zijn sponsorcontract met Huawei.
‘Dit is niet één geïsoleerd bedrijf. Dit is systematisch”, zei John Honovich, oprichter van onderzoeksbureau IPVM, in The Washington Post. En inderdaad berichtte bijvoorbeeld The New York Times in dezelfde maand dat het Chinese bedrijf Alibaba een dergelijk Oeigoer-alarm had aangeboden aan zijn zakelijke klanten. Met de software van Alibaba kan een sociaal media platform automatisch de politie waarschuwen zodra een video wordt geplaatst met gezichten erin die volgens de software Oeigoers zijn.
Bij het lezen van dit soort berichten kauw ik nog maar steeds op een rapport van Instituut Clingendael uit juni 2020: ‘China’s invloed op onderwijs in Nederland’. Je mag hopen dat de universiteiten de ontwikkelingen kritisch volgen, maar uit dit rapport blijkt dat Nederlandse wetenschappers de gevoelens van China in hun publicaties graag ontzien. Wetenschap en hoger onderwijs worden door China beïnvloed, schrijven de auteurs van het rapport.
„Het vermijden van onderzoek op politiek gevoelige thema’s heeft tot gevolg dat de Nederlandse kennispositie ten aanzien van China wordt aangetast, met name op voor Nederland relevante onderwerpen zoals politieke onvrede, sociale problemen, en mensenrechten in China, of de situatie in Xinjiang en Tibet.”
De schaal waarop zelfcensuur plaatsvindt is zorgelijk, schrijven de auteurs. Die grootschalige zelfcensuur druist in tegen Nederlandse normen op het gebied van wetenschappelijke integriteit. „Het verbaast me dat veel onderzoekers dit niet als groot probleem ervaren”, zei een van de auteurs, China-onderzoeker Ingrid d’Hooghe, vorig jaar in het Financieel Dagblad. „Wetenschappers betonen zich vaak simpelweg naïef.”
Het is inderdaad naïef: kritiek op misdaden tegen de menselijkheid vermijden omwille van toegang tot de Chinese markt en Chinese financiering. Net zoals het naïef is van Nederland om niet de import te willen reguleren van kleding die in Xinjiang is gemaakt door Oeigoerse dwangarbeiders. De Verenigde Staten deden dat al wel, Nederlandse kledingbedrijven hebben erop aangedrongen en in december was er een Kamerdebat over, maar de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking vond het „op dit moment nog steeds niet” de rol van de overheid om in te grijpen.
Je kunt beredeneren dat de mensenrechtensituatie in Xinjiang juridisch niet voldoet aan de omschrijving van genocide. Maar wat begint met het een, kan na enige tijd uitdraaien op het ander. En je hoeft niet op volkerenmoord te wachten, om dan achteraf verontwaardigd te kunnen vaststellen dat het schenden van mensenrechten misschien toch niet zo’n goed idee was. Systematische schendingen moet je op tijd adresseren.
Gezichtsherkenningssoftware is inherent totalitaire technologie. De mogelijkheid om etniciteiten te herkennen kan alleen maar worden ingezet voor onderdrukking en vervolging. Niet voor iets goeds. Het is dan ook verbijsterend hoe razendsnel zulke surveillancetechnologieën worden ontwikkeld en genormaliseerd. De houding in Europa ertegenover zou je kunnen beschrijven als ‘naïef’, wat een eufemisme is voor gebrek aan integriteit en gefocust zijn op zakelijke belangen.
Mensenrechtenschendingen stoppen echter niet vanzelf. Mocht je empathie op zijn en de Oeigoeren kunnen je niets schelen, dan kun je op zijn minst uit eigenbelang bedenken dat gezichtsherkenning de toekomst heeft. Heden de Oeigoeren. Morgen gij.