‘Zo’n veertig jaar geleden werd de Helmersbuurt nog een achterbuurt genoemd. Maar tegenwoordig staat de wijk bekend als Goud-West.” Zo omschrijft corporatie Stadgenoot de Amsterdamse buurt in een advertentie voor een huurwoning. De buurt is „zeer geliefd”, gaat de tekst verder, en dankt zijn nieuwe bijnaam aan „de enorme stijging van de huizenprijzen de laatste tien jaar”.
Met het Vondelpark en het Leidseplein op loopafstand, is dit een plek waar veel mensen willen wonen. Lang niet iedereen kan dat betalen. Maar Stadgenoot bezit hier veel woningen die het voor betaalbare prijzen, in de sociale of vrije huursector, aanbiedt.
In een van die corporatiewoningen, een vrije sector huurwoning van 77 vierkante meter aan de Tweede Helmersstraat, woonde de bestuursvoorzitter van Stadgenoot zelf. Marien de Langen huurde hier van 2014 tot 2020, terwijl hij sinds 2017 ook eigenaar is van een koophuis in Overijssel.
Het is een praktijkvoorbeeld van de constructie die NRC half januari aankaartte: corporatiehuurders met woningbezit. Uit onderzoek dat het Kadaster in opdracht van NRC uitvoerde bleek dat 1.055 huurders van een corporatiewoning daarnaast eigenaar zijn van twee of meer koopwoningen – samen 3.344 in totaal. Corporaties en gemeenten reageerden verbaasd en ontstemd. Meerdere politieke partijen stelden Kamervragen aan minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse zaken, D66). Corporatiekoepel Aedes stelde „onaangenaam verrast” te zijn en de situatie „zeer onwenselijk” te vinden.
Beluister ook de podcast: Sociaal wonen en meerdere koophuizen bezitten. Hoe kan dat?Onwenselijk omdat er een groot tekort is aan zowel sociale als vrije sector huurwoningen, met lange wachttijden tot gevolg. Er is alleen geen wet die het bezit van woningen verbiedt, als iemand tegelijkertijd een sociale of vrije sector huurwoning huurt.
De topman
Eén van de opvallendste huizenbezitters die ook een corporatiewoning huurt en naar voren komt in onderzoek van NRC, is Marien de Langen. Sinds 2011 zit hij als bestuurder bij woningcorporatie Stadgenoot, die ruim 30.000 woningen in Amsterdam bezit.
In 2014 wenst Stadgenoot dat De Langen in Amsterdam komt wonen. Hij schrijft zich in voor een huurwoning van zijn eigen corporatie. Het gaat om een appartement in een seniorencomplex. De Langen voldoet aan de leeftijdsgrens, en nadat Stadgenoot door een externe partij heeft laten toetsen of de bestuurder niet bevoordeeld wordt, mag hij er voor „een marktconforme huur” wonen, zegt zowel de bestuurder als de corporatie. De Langen: „Dit kon vragen oproepen, daarom heb ik dit met uiterste zorgvuldigheid gedaan. ”
Corporaties verhuren zo’n 6 procent van hun huizenbezit in de vrije sector. „Voor zowel de gereguleerde sociale sector als de vrije huursector geldt er een krapte”, zegt een woordvoerder van corporatiekoepel Aedes. „Dat er mensen zijn die een sociale huurwoning huren terwijl ze een koophuis bezitten is echt onwenselijk, maar ook als het gaat om een vrije sector huurwoning is dat jammer. Dat huis had ook naar iemand anders kunnen gaan.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/01/data66735471-bca58a.jpg)
Volgens Stadgenoot zijn de omstandigheden op de Amsterdamse woningmarkt ten opzichte van 2014 „totaal veranderd”. Woningen, zowel koop als huur, zijn schaars in de hoofdstad met harde prijsstijgingen tot gevolg. Dat is volgens de corporatie een van de redenen geweest dat De Langen in 2020 zijn huurwoning opzegde.
Volgens huurplatform Pararius is de gemiddelde huurprijs in de hoofdstad begin 2020 opgelopen tot ruim 23 euro per vierkante meter. Marien de Langen betaalt in die periode voor zijn appartement van 77 vierkante meter 1.022 euro, blijkt uit navraag bij de corporatie. Rekenend met de gemiddelde huurprijs in die tijd zou de huur zo’n 1.800 euro geweest zijn.
Dat verschil is te verklaren doordat huurprijsstijgingen zijn geïndexeerd, zegt Ingrid Hissink, voorzitter van de raad van commissarissen van Stadgenoot. „De marktconforme huurprijs wordt bepaald op het moment dat gestart wordt met huren. Daarna worden de huurprijzen jaarlijks verhoogd, maar met percentages waarvan het maximum is vastgelegd.” De corporatie zegt dat huurwoningen voor ouderen goedkoper zijn dan gewone vrije sector huurwoningen. Volgens Hissink is in 2014 „van voor tot achter gecheckt of de bestuurder de woning rechtmatig kon huren.”
Volgens De Langen zelf is er een „essentieel verschil” tussen sociale huurwoningen en vrije sector huurwoningen. „Ik kan me niet voorstellen dat mensen mijn voormalige situatie als onwenselijk zullen zien.”
Emeritus hoogleraar woningmarkt Johan Conijn ziet geen probleem omdat De Langen de situatie heeft voorgelegd aan zijn raad van commissarissen. „Als zoiets transparant gebeurt, en in de vrije sector, zie ik niet in waarom een corporatiebestuurder dit niet zou kunnen doen.” Peter Boelhouwer, hoogleraar woningmarkt aan de TU Delft, zegt dat het juridisch kan, maar dat het „uit maatschappelijk oogpunt niet wenselijk is voor een corporatiebestuurder. Je houdt toch twee woningen bezet in een schaarse markt.”
De politicus
Niet alleen corporaties verhuren sociale huurwoningen, ook particuliere verhuurders doen dat. Van zulke gereguleerde particuliere huurwoningen zijn er in Nederland zo’n 500.000.
Ook bij particuliere verhuurders komt het voor dat huurders goedkoop huren en tegelijk koophuizen bezitten. Ze zijn daar niet altijd blij mee, zegt Lucas Brons van Vastgoed Belang, de branchevereniging voor particuliere verhuurders. „Het is voor een goede doorstroming op de woningmarkt belangrijk dat de juiste huurder op de juiste plek zit. En je rechtvaardigheidsgevoel zegt dat dit niet helemaal klopt.”
Een keurige straat in de Amsterdamse Hoofddorppleinbuurt. Drie verdiepingen, houten voordeuren. Een van de panden is van een grote commerciële vastgoedbelegger, met huizenbezit door heel Nederland. Die verhuurt de bovenste verdieping, een huis van 55 vierkante meter met drie kamers, voor een prijs onder de liberalisatiegrens van 752 euro per maand.
In de woning woont Matthijs Pontier, lijsttrekker van de Piratenpartij bij de aankomende Tweede Kamerverkiezingen. Hij woont er al zeker zes jaar. Tegelijkertijd is de politicus eigenaar van een woning in Velsen-Noord, die hij in 2018 kocht voor bijna twee ton. In 2019 komt hij met het huis in opspraak, omdat hij het volgens de gemeente illegaal verhuurt en de huurders voor geluidsoverlast zorgen. Daarna vraagt hij een vergunning aan voor kamerhuur en krijgt hij die ook. Hij verhuurt het huis op dit moment aan vier personen.
Pontier zegt desgevraagd dat hij het huis in Velsen met geld van zijn ouders heeft kunnen kopen. Hij wil en moet in Amsterdam blijven wonen, zegt Pontier. „Ik heb een zetel in het waterschap Amstel, Gooi en Vecht, daarom kan ik de stad helemaal niet uit.” Hij denkt bovendien dat als hij zou vertrekken, de verhuurder dan de huur omhoog gooit.
Op de vraag of hij niet in zijn eigen koopwoning kan wonen, zegt hij: „Als ik het huis niet verhuur, kan ik de woonlasten niet dragen. Ik doe vooral vrijwilligerswerk, mijn inkomen komt voort uit de huur.”
De Portugezen
Bewoners van sociale huurwoningen van particuliere beleggers hebben dezelfde huurbescherming als huurders van corporatiewoningen. Dat wil wel eens botsen.
Raoul Nadaud is een gepensioneerde Limburgse advocaat. In 2007 koopt zijn dochter een verdieping van een pand in de Amsterdamse wijk De Pijp, en drie jaar later koopt Nadaud de tweede verdieping van hetzelfde pand: hij wil er op termijn gaan wonen, vlakbij zijn dochter.
In het appartement van 54 vierkante meter dat Nadaud koopt, wonen dan al huurders: twee Portugezen, die het sinds 1973 huren voor 137,98 euro per maand. Vanwege huurbescherming kan Nadaud het echtpaar er niet zomaar uitzetten. Maar, zegt hij, de huurders zijn er bijna nooit.
Nadaud schakelt een privédetective in. Die ontdekt in de zomer van 2020 dat het echtpaar een huis heeft in een klein plaatsje in het noorden van Portugal. Een wit, betonnen pand, met een zwart hek eromheen. Ook rijdt de detective naar een stuk land dat toebehoort aan de man van het echtpaar. Een stukje land waar het onkruid vrij spel heeft, van 430 vierkante meter. De detective mailt aan Nadaud dat de lokale makelaar hem heeft verteld dat het stuk land 62.000 euro moet kosten.
Volgens Nadaud is het Portugese echtpaar er amper. „Dit zijn dus huurders die een sociale huurwoning betrekken, terwijl ze buitenlands vermogen hebben. En ik kan er niks aan veranderen.”
Hij spant begin dit jaar een kort geding aan tegen zijn huurders. Nadaud wil dat het koppel de woning verlaat, omdat ze er niet wonen en zich dus niet als goede huurders gedragen. Het Portugese echtpaar stelt dat zij wel degelijk de meeste tijd in Nederland verblijven.
Ze laten onder meer documenten zien waaruit blijkt dat een van hen een medische behandeling ondergaat in een Amsterdams ziekenhuis. Volgens de rechter kan niet worden aangetoond dat het stel slechts sporadisch in de woning verblijft. Nadaud wordt in het ongelijk gesteld, en moet de proceskosten betalen. Hij zegt een bodemprocedure te willen beginnen.
De advocaat van het Portugese stel gaat niet inhoudelijk op vragen in. Volgens Raoul Nadaud is zijn situatie een van de voorbeelden die door de huidige regels wordt veroorzaakt. „Waarom zou je als je ergens anders een huis hebt waar je veel bent, in een sociale huurwoning moeten wonen in Nederland? In mijn ogen lokt het systeem uit dat de huurder er misbruik van maakt.”