D66-prominent vrijgepleit, maar meer partijleden voelden zich onveilig, blijkt uit rapport

Seksuele intimidatie Een D66-prominent is na onderzoek vrijgepleit van seksuele intimidatie. Maar zulke intimidatie komt binnen de partij wel geregeld voor, aldus een rapport. Meldingen over onveiligheid zijn onvoldoende opgepakt.

Logo van D66 tijdens het partijcongres.
Logo van D66 tijdens het partijcongres. Foto Koen van Weel/ANP

Toplobbyist en D66-kopstuk Frans van Drimmelen is vrijgepleit van seksuele intimidatie en machtsmisbruik. Dat blijkt woensdagavond uit een rapport dat onderzoeksbureau BING in opdracht van D66 heeft geschreven. Wel schetst het rapport een beeld van een cultuur binnen D66 die door sommigen als onveilig ervaren wordt.

Het bureau onderzocht sinds december een klacht die tegen Van Drimmelen was ingediend, waaruit zou blijken dat hij een vrouwelijke partijmedewerker geïntimideerd en gestalkt zou hebben. Daar is geen sprake van geweest, concludeert BING, hoewel de politie wel betrokken is geweest bij de kwestie. Een aangifte zou er niet geweest zijn en ook zou Van Drimmelen niet, zoals partijleden eerder beweerden, vanwege de kwestie hebben moeten aftreden als voorzitter van de talentencommissie van D66.

In een reactie schrijft het lobbykantoor van Van Drimmelen „blij” te zijn met de onderzoeksconclusies: „Op basis van de conclusies van BING hervat Frans zijn taken en richten wij ons gezamenlijk weer op de toekomst.” Lopende het onderzoek was Van Drimmelen niet actief bij het kantoor dat hij zelf had opgericht.

De onderzoeksconclusies botsen overigens met uitspraken van onder meer Letty Demmers, als partijvoorzitter indertijd betrokken bij de kwestie. Zij stelde in december dat er wel degelijk aangifte was gedaan wegens stalking en dat Van Drimmelen daarop een contactverbod opgelegd had gekregen.

Lees ook het eerdere bericht over deze kwestie: D66 onderzoekt of partijprominent seksuele intimidatie pleegde

Onveiligheid binnen de partij

Hoewel Van Drimmelen, die op de achtergrond partijleider Sigrid Kaag adviseert, vrijgepleit is, ontving BING nog negentien meldingen van D66’ers over onveiligheid binnen de partij. De helft daarvan ging over machtsverhoudingen tussen partijprominenten en jonge medewerkers. Bijvoorbeeld over meldingen van jonge vrouwen die geregeld door mannelijke D66’ers doelwit waren van seksuele intimidatie.

Namen worden niet genoemd, maar het gaat volgens het rapport ook om D66’ers die landelijk actief zijn. Zij zouden volgens geïnterviewden „seksistische/denigrerende opmerkingen” maken richting vrouwen en te dicht in de „persoonlijke ruimte van (jonge) vrouwen komen”. Ook zouden ze zich er „onvoldoende bewust van zijn dat dergelijk gedrag als ongewenst of ongepast kan worden gezien en spreken [ze] elkaar onderling onvoldoende aan op dit gedrag, waardoor het blijft voortbestaan”.

Machtsrelaties speelden daarin een rol, blijkt uit de verhalen van geïnterviewden. Sommigen hadden het gevoel dat ze „geen nee konden zeggen tegen de toenaderingen en toespelingen van de ander, aangezien de betreffende persoon een hoge functie bekleedde” of hen eerder had geholpen.

Daarnaast blijkt dat sommige leden die meldingen deden van integriteitsschendingen of interne conflicten, onvoldoende terecht konden binnen de partij. Hun „politieke loopbaan” zou zelfs onder de melding geleden hebben waardoor ze zich „onveilig voelen binnen de partij”. De meldingen zouden volgens de geïnterviewden geen consequenties hebben gehad voor de politieke carrières van de personen waarover ze gingen.

Gebrek aan meldingsstructuur

Die meldingen zelf zijn overigens niet verder onderzocht door BING, deels op verzoek van de geïnterviewden zelf. Wel concludeert het bureau op basis van de gesprekken dat het D66 ontbreekt aan een heldere structuur waarin meldingen over integriteitsschendingen of onveiligheid opgepakt worden. Er zou daardoor te weinig aandacht zijn voor „(on)gewenste omgangsvormen/sociaal veilig klimaat”.

In een schriftelijke reactie zegt partijleider Sigrid Kaag dat er volgens het rapport geen sprake „is van een structureel onveilige omgeving”. Wel is „iedere melding van ongewenst gedrag of van ongepaste of denigrerende opmerkingen richting vrouwen of mannen, er één teveel”.

D66 richt in reactie op het rapport een ‘team verantwoord gedrag’ op, dat onder leiding van oud-minister Winnie Sorgdrager een nieuwe klachtenregeling moet opstellen.