Zevenenzestighonderdvijftig. Dat getal werd dinsdag wereldnieuws.
Het getal staat voor arbeidsmigranten. Niet voor mannen of vrouwen die proberen elders een beter loon te verdienen, maar voor de 6.750 immigranten uit landen als India, Pakistan, Bangladesh, Nepal en Sri Lanka die hun bijdrage aan een voetbalfestijn in de woestijn met de dood hebben moeten bekopen. Hun lotgenoten uit Kenia en de Filippijnen niet meegerekend.
Sommigen stierven door de extreme hitte waaraan ze werden blootgesteld op de stellages rondom de gigantische stadions die ze in Qatar uit de grond stampten. Anderen ‘kozen’ zelf voor hun dood, gepijnigd door de uitzichtloosheid van hun bestaan als gastarbeider in Qatar. Moderne slavernij, noemen hulporganisaties dat.
„6.750 gastarbeiders. Daar schrik je enorm van”, zou de woordvoerder van de KNVB dinsdag zeggen.
„Wij kenden dit getal niet”, zei een zegsman van Amnesty International. „Maar wij kijken hier helaas niet van op.”
Het getal was afkomstig van The Guardian, misschien wel het eerste medium dat met harde cijfers kwam over de schaduwzijde van het eerstvolgende wereldkampioenschap voetbal, volgend najaar in Qatar. Op basis van de overlijdensregisters van de eerder genoemde landen stelt de krant dat er in de tien jaar na de toewijzing van het WK aan de Golfstaat zeker 6.750 Zuid-Aziatische arbeidsmigranten zijn omgekomen in Qatar. Een vol Mandemakers Stadion van RKC, minus het uitvak.
Nieuwe voetbalstadions
Volgens The Guardian ligt het daadwerkelijke dodental nog hoger, aangezien er geen gegevens van gastarbeiders uit de Filippijnen en Kenia zijn meegenomen in het onderzoek. Ook overledenen uit de laatste maanden van 2020 zijn niet geregistreerd. De arbeidsmigranten werkten in Qatar onder meer aan de bouw van zeven nieuwe voetbalstadions, een nieuwe luchthaven, een wegennetwerk, openbaar vervoersvoorzieningen en hotels.
Een schrikbarend bericht, vinden ze in Zeist, hoewel de KNVB nog wel wil achterhalen waar het dodental precies vandaan komt voordat de bond het overneemt in haar berichtgeving op de site. Al in 2010, vlak nadat het bestuur van wereldvoetbalbond FIFA zijn keuze had gemaakt, zei toenmalig KNVB-directeur Bert van Oostveen: „Qatar is niks, was niks en wordt niks.”
Of het Nederlands elftal straks ook van de fonkelnieuwe faciliteiten in de Golfstaat gebruik mag maken, hangt ervan af of Oranje zich voor het WK plaatst. Niettemin probeert de KNVB Qatar al enigszins bij te sturen. Door gesprekken met Qatar zelf, maar ook met de Nederlandse ambassade en NGO’s als Amnesty International en Human Right Watch, die de voorbije jaren rapporten vol schreven over ingevorderde paspoorten, onbetaalde lonen en de erbarmelijke huisvesting van arbeiders in Qatar. Volgens Amnesty wonen er zo’n twee miljoen.
De KNVB wil dat er voortaan beter naar mensenrechten wordt gekeken bij de toewijzing van grote sportevenementen, zo verklaarden bondsfunctionarissen onlangs op een symposium over mensenrechtenschendingen en sport. Met andere sportbonden en de overheid wil de voetbalbond afspraken maken voor toernooien in omstreden landen. Sommige kritische volgers van de bond begrijpen daarom niet waarom de KNVB voor Marokko stemde bij de toewijzing van het WK 2026, en niet voor de Verenigde Staten. In Marokko worden homoseksuelen bijvoorbeeld vervolgd. De KNVB wilde echter een gebaar maken naar de Marokkaanse gemeenschap, zag dat Marokko op rijafstand is. Bovendien: was de VS dan zo’n voorbeeldland?
Een jaar te gaan
In Qatar heeft de KNVB inmiddels enkele projecten opgezet. Er lopen programma’s voor vrouwenvoetbal en worden coaches opgeleid. Alleen maar goed, vinden ze bij Amnesty, maar de mensenrechtenorganisatie is is nog niet tevreden en vindt dat de KNVB nog méér druk moet uitoefenen op de regering in Qatar. Ja, er is verbetering. Ja, de arbeiders in het Al Bayt Stadion zijn inmiddels, na zeven maanden, toch uitbetaald, en ja, het beruchte Kafala Systeem waarbij arbeiders hun paspoort moeten inleveren lijkt ietwat milder te worden toegepast. Maar genoeg is het niet.
„We hebben nog ruim een jaar om actie te voeren”, benadrukt de woordvoerder van Amnesty. Een jaar waarin nationale voetbalbonden als de KNVB – en al die andere ter wereld – de gelegenheid hebben om op te komen voor al die mannen die dat zelf niet meer kunnen. Ongeacht hoeveel dat er precies zijn.