In de werkkamer van directeur Emilie Struble van vmbo-school De Rooi Pannen in Eindhoven staat een bordje met ‘Warning: genius at work’. Struble lacht: „Dat moet ik mezelf voorhouden. Het is nu zo moeilijk werken. Niets kan op routine.”
Vanaf komende week gaat er wéér iets veranderen: meer leerlingen zijn welkom. Vanaf 1 maart mogen ze, op afstand, weer minstens één dag per week naar school, en meer als dat „verantwoord” kan. Op zich natuurlijk goed nieuws. „De lockdown treft sommige leerlingen heel hard, ze huilen als ze weer hier mogen komen”, zegt Struble.
„Fantastisch”, zegt ook Frans van der Knaap, bestuurder van de Christelijke Scholengemeenschap Walcheren in Middelburg. „Sommige leerlingen hebben nu moeite om uit bed te komen.” Hij is bovendien blij met de ruimte die scholen krijgen; hij gaat met de directie kijken of ze de leerlingen 2,5 dag per week naar school kunnen laten gaan. Dat scenario hadden ze al uitgewerkt. „Het verdelen van klassen in meer dan twee groepen is organisatorisch een flinke uitdaging.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data67846823-6d4c69.jpg|https://images.nrc.nl/MLNSMnl5rr3CDYRmQ2rbO0x6rog=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data67846823-6d4c69.jpg|https://images.nrc.nl/vSEmSgKWPRKqWCA8OcKXtOP1Ni0=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data67846823-6d4c69.jpg)
Een deel van de eindexamenleerlingen was uitgezonderd van de sluiting van de school, ruim twee maanden geleden afgekondigd. Ook de praktijklessen, die voor sommige leerlingen de helft van de tijd uitmaken, mochten gelukkig doorgaan. Maar de rest van de tijd thuis achter de computer lessen volgen? Dat is lastig, zegt Struble. „Leerlingen kunnen met theorie soms niet zelfstandig aan de gang. Het zijn doeners. Geen stilzitters. Ze hebben de nabijheid van een docent nodig.”
Op die verhouding met docenten wijst ook directeur Han Snijders van Campus 013, een vmbo-school in Tilburg: „Veel van onze leerlingen werken voor hun docent. Het is: eerst een relatie, dan de prestatie. Het is dus belangrijk om een relatie met die kinderen op te bouwen. Dat doe je op afstand moeilijker.”
Helft op school, helft thuis
Met de dinsdag aangekondigde versoepelingen komen ook de ‘uitdagingen’. Zoals afstand houden. „Dat betekent dat je maximaal de helft van je leerlingen in het gebouw kunt hebben. Anders is het te vol”, zegt Struble over haar school, met voorbereidende opleidingen voor horeca, bakkerij en recreatie. Ze is van plan leerlingen het volledige rooster te laten volgen, maar met een halve groep. Om de beurt zitten de helften thuis. Of de andere helft online les blijft krijgen, is de vraag. Docenten die voor een halve klas staan en tegelijk de thuiszitters moeten begeleiden „lopen op hun tandvlees”, zegt Struble. „Daarmee doen ze altijd een van de groepen tekort.” Wellicht kiest de school ervoor, in plaats van online lessen, huiswerk mee te geven.
Veel scholen hebben al ervaring met het inhuren van studenten om leerlingen in de klas te begeleiden, terwijl de docent online lesgeeft. Zoals directeur Snijders van Campus 013: „Dat werkt goed.” Ook werken de bestaande docenten langer. „Dat gaat hard. Ik geeft zestig docentenuren per week extra uit. Dat hou je niet lang vol.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data67846900-3135dd.jpg|https://images.nrc.nl/ykwfkEO6kv1VgeJRrIRPsgSQEds=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data67846900-3135dd.jpg|https://images.nrc.nl/k8LmnXTYSU6iY2B5UHlO0U0pqPE=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data67846900-3135dd.jpg)
Daar komt ook de bezorgdheid van de docenten om hun gezondheid bij. Snijders: „Onze docenten zijn ongelooflijk gemotiveerd. Maar wat hen vóór de kerstvakantie al benauwd maakte is dat ze thuis maar twee mensen mochten ontvangen [inmiddels één] maar wel elke dag zes uur voor een klas met dertig pubers stonden.”
Wiskundedocent Siep de Haan van het St. Bonifatiuscollege in Utrecht maakt zich als zestigplusser inderdaad zorgen. „Ik word liever gevaccineerd voor ik voor de klas ga staan.” Hij maakt zich bovendien zorgen over de roostertechnische uitdaging van het opdelen van klassen. Eén klas heeft rond de vijftien docenten, waarvan er veel parttime werken.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data67846894-9db273.jpg)
Pauzes splitsen
Een ander probleem: waar laten de scholen hun leerlingen in de pauze? „Ik heb ruimtegebrek”, zegt Struble: „Ik heb geen idee waar ik hen op anderhalve meter afstand moet laten.” Je kunt leerlingen moeilijk de hele dag in hun eigen lokaal laten. „Dan worden ze gek. Ze moeten kunnen chillen.” Ze denkt erover om een ruimte te huren bij de naastgelegen mbo-school. Of: alle leerlingen verplicht naar buiten. „Dan moeten we tenten gaan neerzetten.” Of: pauzes splitsen. „Heel lastig, vooral met praktijklessen.”
Dat beaamt haar collega Snijders. Campus 013 heeft behoorlijk veel ruimte, maar wijst erop dat kinderen het houden van anderhalve meter afstand in kantines, hoe groot die ook zijn, niet lang kunnen volhouden. „En je kunt niet de conciërges, die juist een goede band met de leerlingen moeten hebben, als een politieagent op hen af sturen.” Bestuurder Van der Knaap schreef meermaals ouderbrieven om uit te leggen dat kinderen toch echt afstand moeten houden, maar dat blijft moeilijk. „Onze leerlingen houden van nature geen afstand.”
Rector Ard van Aken van het Mill Hill College uit Goirle wijst op de „risicovolle momenten” tijdens het wisselen van lessen en pauzes. „We gaan zorgen dat niet alle leerlingen tegelijk pauze hebben.” De school voor vmbo, havo, atheneum en gymnasium heeft „voldoende ruimte”, zowel binnen als buiten onder overkappingen. „Maar we kunnen niet op iedere hoek controleren. Hier ligt ook een grote verantwoordelijkheid voor de leerlingen zelf.”