Recensie

Recensie Theater

Wisselvallige theateravond over liefde

Toneel Voor ‘Het hele verhaal | Love Story’ vroeg Toneelgroep Oostpool aan drie schrijvers om een korte eenakter over de liefde. Het sterkst is het slotstuk van Maria Goos.

Nancy Masaba en Chris Peters in ‘Het hele verhaal | Love Story’ van Toneelgroep Oostpool.
Nancy Masaba en Chris Peters in ‘Het hele verhaal | Love Story’ van Toneelgroep Oostpool. Foto Bart Grietens

‘Het begint met een afscheid, eindigt met de dood en daartussen een verhaal. Gewoon een verhaal, om de leegte te vullen.” Met die woorden vat het hoofdpersonage in Letters zijn mijn vrienden, een korte theatertekst van Maria Goos, haar liefdesverhaal samen. Goos beschrijft in een mooi gecomprimeerd theaterkleinood hoe een toevallige, kortstondige ontmoeting een enorme wederzijdse impact maakte. Of had kunnen maken, want wat er daadwerkelijk heeft plaatsgevonden blijft diffuus. Maakt ook niet uit: het effect van die ontmoeting, waargebeurd of niet, is onomkeerbaar.

Lees ook dit interview met Maria Goos uit 2017.

In de theaterserie Het hele verhaal, waarvan de eerste editie vrijdag te zien was via het nieuwe onlinetheaterplatform Oostpool Stream, wordt aan drie schrijvers gevraagd elk een eenakter te schrijven in een genre. Drie regisseurs gaan daar mee aan de slag. Interessant, maar Oostpool snijdt zichzelf meteen in de vingers door af te trappen met zoiets inspiratieloos als het liefdesverhaal. Dat is als singer-songwriters uitdagen om eens een liefdesliedje te schrijven: als genre-onderzoek volstrekt overbodig.

Resultaat is een uiterst wisselvallige toneelavond. De drie stukken zijn sober geënsceneerd – met steeds alleen een bed of bank op een verder lege toneelvloer – en worden gespeeld door Nancy Masaba, Chris Peters en Astrid van Eck.

Yücel Kopal schreef het openingsdeel Het vertrek, waarin twee geliefden als een soort hedendaagse Lady en de Vagebond hun verschillen in afkomst trachten te slechten. Kopal koos voor expliciete spreektaal, wars van subtekst of dramatische dubbelheid en daarmee weinig interessant om naar te kijken. De illustratieve regie van Emilie Pos benadrukt de tweedimensionaliteit van de personages: in een carrousel aan willekeurige emoties wisselen lolligheid, verliefdheid, verdriet en opgefokte woede elkaar voortdurend af, culminerend in een schreeuwerige climax die de toeschouwer volslagen koud laat.

Het tweede stuk, Split, is qua inzet een stuk ambitieuzer. Vera Morina schreef tegelijk een scifi-lovestory, een actueel-politiek drama, een ethisch vraagstuk en een theatrale exploratie naar determinisme versus maakbaarheid. Dat levert, mede door de kille regie van Linda Zijl die de naargeestigheid alle ruimte laat, ontegenzeggelijk een spannendere scène op, al voel je dat Morina wat te veel in twintig minuten toneel heeft proberen te stoppen.

Sterkst is het slotstuk van Goos, dat zowel in anekdote als vorm prettig ontregelend en meerduidig is. Met speelse mise-en-scènes onderzoekt regisseur Timothy de Gilde hoe hij de afstand tussen de personages kan vergroten en verkleinen, en kleurt daarbij vaak tégen de tekst in. Dat geeft de acteurs de ruimte om van de letters los te komen. Vooral Van Eck imponeert met ingeleefd millimeteracteren, als schrijfster die afscheid moet nemen van haar eigen verhalen: misschien wel de groots denkbare tragiek.