„Weer trekken wij ten strijde, voor ons rood, zwart en groen…” klonk het zondag na precies vijf maanden van stilte weer vanaf de tribune in Nijmegen. Bij de wedstrijd NEC - De Graafschap in het Goffertstadion waren ruim 1.100 supporters van de thuisclub aanwezig, als onderdeel van de Fieldlabs-proeven die de evenementenbranche in samenwerking met de overheid heeft opgezet.
Voor wie zich had aangemeld, was het zeker geen doorsnee middagje voetbal. De supporters zijn in zes ‘bubbels’ ingedeeld en verspreid over het stadion. In elke bubbel gelden andere gedragsregels. Zo mag er in het vak achter een van de goals worden gezongen en gesprongen als vanouds, maar moet op de lange zijde anderhalve meter afstand worden gehouden en moeten supporters blijven zitten. Iedereen op de tribune heeft een tracker meegekregen die het onderlinge contact bijhoudt.
Volgensklumpenaar Sjoerd O. Klumpenaar Een vak slechts, maar wat een geluid! #necgra https://t.co/WP0FY6n5q3
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/02/data67779142-4e5863.jpg)
Voor NEC-supporter Graham Hickford en zijn dochter Laura maakt het niet uit: zij zijn dolgelukkig dat ze na maanden eindelijk weer hun club in het stadion kunnen zien. „Het is wel wat anders dan anders”, zegt Laura voor aanvang van de wedstrijd. Achter haar slingert een rij wachtende supporters bij de hoofdingang van het stadion. „Normaal spreken we voor de wedstrijd met vrienden af en drinken we nog een drankje, maar dat is er nu niet bij”, zegt haar vader.
Glimlach
Eenmaal binnen is het voor de NEC-fans ongebruikelijk lang wachten – de eerste bubbel moest een uur en drie kwartier voor de wedstrijd naar binnen – maar niemand lijkt ermee te zitten: het zonnetje schijnt in de Goffert, en er klinkt al voorzichtig wat gezang. Iets na 11.30 uur betreden de eerste spelers het veld – de keeper van De Graafschap kan een glimlach niet onderdrukken bij het eerste kleine fluitconcertje dat hij in maanden heeft gehoord. Als kort voor de aftrap de NEC-selectie het veld betreedt, laat het stadion zich als één man horen. „Prachtig dit, echt geweldig”, zegt een steward.
Het voetbal was niet best, maar we zijn er toch mooi bij geweest
Graham en Laura Hickford NEC-supporters
In vergelijking met het proeffestival op het Lowlands-terrein in Biddinghuizen (al ruim 100.000 aanmeldingen voor 3.000 kaarten) was de animo voor de voetbalwedstrijd in Nijmegen een stuk minder. Naast Graham en Laura meldden zich nog 1.151 supporters voor een plekje op de tribune, terwijl er 1.500 kaarten beschikbaar waren. Manager supporterszaken Luc te Riele van NEC snapt wel dat er verschil is tussen een middagje NEC en een festivaldag op Lowlands. „Een live-concert, daar ben je op een andere manier bij aanwezig, dat is echt een beleving. Een voetbalwedstrijd is dat natuurlijk ook, maar die wordt ook live op tv uitgezonden.” Volgens Te Riele zien veel supporters ook de uitgebreide opzet van de proef – een speciale app, gedragsrichtlijnen en twee verplichte PCR-tests – als te veel gedoe. „Die denken misschien: ik kan het hele seizoen toch al niet gaan, ik laat deze ook maar schieten. In de hoop dat ze uiteindelijk toch nog een keer naar het stadion mogen dit jaar, want die wens leeft vurig onder onze supporters.”
Perspectief voor clubs
Die vurige wens geldt niet alleen voor supporters, maar ook voor de voetbalclubs. Spelen zonder publiek betekent sterk verminderde inkomsten, waardoor een aantal clubs het financieel zwaar heeft. Het Fieldlabs-experiment in de Goffert is voor de clubs dan ook een belangrijk baken van hoop: een eerste stap terug naar volle stadions.
Hoe gevoelig dit ligt bleek vrijdag, toen Andreas Voss, als OMT-lid betrokken bij het testevenement in Nijmegen, tegenover de NOS stelde dat het wat hem betreft „niet waarschijnlijk” is dat er in 2021 gevoetbald kan worden met volgepakte tribunes. KNVB-directeur Gijs de Jong reageerde geërgerd en noemde Voss’ uitspraken „prematuur, onnodig en schadelijk”. Ook in het Goffertstadion, waar de teststraat net open was, klonk gemopper: „Waar doen we dit dan allemaal voor?”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data67527279-43c30e.jpg)
Dimitri Bonthuis, die namens Fieldlabs de proef in Nijmegen overziet, wil graag het misverstand uit de wereld helpen: „Deze proef, met het testen voor en na de wedstrijd en alle bijbehorende maatregelen, is geen blauwdruk van hoe een stadionbezoek er straks uit zal zien. Dit zijn maatregelen om nu een veilige proef te kunnen opzetten. Het doel is om informatie te verzamelen over hoe vaak supporters contact met elkaar maken tijdens de wedstrijd”, legt hij uit. „Met die data kunnen straks specifieke maatregelen per stadion worden genomen. Denk aan tijdsloten voor aankomst en vertrek, speciale indelingen op tribunes en maatregelen voor horeca. Met als doel volle tribunes, maar ook wetend dat ten opzichte van nu alles winst is.”
Welk perspectief is er dan nog over voor supporters en clubs? Het streven van Fieldlabs is om de eerste onderzoeksresultaten binnen drie weken naar het OMT te sturen, op wiens advies het kabinet beleid afstemt. Volgens Bonthuis zou dit alles in zeven weken kunnen, „al is dat politiek en wetenschappelijk gezien wel de lichtsnelheid, het meest optimistische scenario.”
Uitslag niet het belangrijkst
In Nijmegen kon het publiek zondag één keer uit z’n dak: in de 86ste minuut scoort Elayis Tavsan namens de Nijmegenaren. Het was niet genoeg: de wedstrijd eindigt in een 2-1 overwinning voor De Graafschap.
Supporters Graham en Laura Hickford treuren er niet lang om. „Erbij zijn was vandaag belangrijker dan de uitslag. Het voetbal was niet best, maar ik heb toch weer even mooi m’n club in het stadion kunnen zien.”
Na afloop van de wedstrijd stromen de tribunes leeg, en als ook de laatste supporters zijn vertrokken klinkt al snel het geluid van de vogels weer in de Goffert. Het was mooi voor de negentig minuten die het duurde, voorlopig zal het er stil blijven.