De NRC Stemhulp: wat willen politieke partijen?

NRC vatte de programma’s van 15 politieke partijen kort samen per thema. De NRC Stemhulp levert geen stemadviezen op, maar biedt snel inzicht in de plannen van partijen. Wat zijn de raakvlakken? Wat de kloven?

Politieke partijen zijn er zelf vaak maanden druk mee: het opstellen van de verkiezingsprogramma’s. De dikte van de manifesten varieert sterk: 50Plus heeft deze verkiezingen 22 pagina’s nodig, D66 bijna tien keer zoveel. De meeste partijen volstaan met 50 tot 150 pagina’s, maar hoeveel kiezers nemen de moeite om die te lezen?

NRC vatte de programma’s van 15 politieke partijen kort samen per thema. De NRC Stemhulp levert geen stemadviezen op, maar biedt snel inzicht in de plannen van partijen. Wat zijn de raakvlakken? Wat de kloven? Uit onderzoek blijkt dat verkiezingsprogramma’s een grote rol spelen bij formaties: de partijen die een nieuw kabinet vormen weten een behoorlijk deel van hun wensen om te zetten in beleid. Des te meer reden om te willen weten wat zij nu beloven.

Lees hier de verantwoording


Verantwoording

Aan de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen doen maar liefst 37 politieke partijen mee. NRC las de programma’s van de vijftien partijen die tot dusverre kwamen bovendrijven in de Peilingwijzer (de samengevoegde peilingen van I&O Research, Ipsos/EenVandaag en Kantar). Mochten daar de komende weken nieuwe bijkomen, dan zullen die worden toegevoegd aan de NRC Stemhulp.

De redactie destilleerde in totaal 36 thema’s uit de programma’s en koos binnen de thema’s weer de belangrijkste punten. Daarbij is zoveel mogelijk vastgehouden aan het woordgebruik uit de programma’s zelf. Over de haalbaarheid of het waarheidsgehalte van plannen laat de NRC Stemhulp zich niet uit. Op- en aanmerkingen kunnen worden gemaild naar stemhulp@nrc.nl

Deze productie is gemaakt door: Marike Stellinga en Stéphane Alonso
Met medewerking van: Jan Benjamin, Pim van den Dool, Claudia Kammer, Titia Ketelaar, Christiaan Pelgrim, Ron Rijghard, Arjen Schreuder, Sam de Voogt en Erik van der Walle
Illustraties: Pepijn Barnard
Vorm en techniek: Janko Bosch, Michael Erkelens, Tim Hoogendijk, Ruud Puylaert, Miriam Vieveen

Volt ziet de invoering van gratis schoolmaaltijden als een manier om „zo’n 600.000 kinderen uit gezinnen die leven onder de armoedegrens” te helpen. Ook het basisinkomen - „een duidelijk financieel bestaansminimuum” - is volgens de partij mogelijk „een effectiever instrument om armoede te bestrijden dan het huidige toeslagensysteem”. Ook pleit het voor extra aandacht en geld om dakloosheid onder jonge mensen te voorkomen. „Continuïteit van zorg moet met name gegarandeerd worden voor jongeren die uitstromen uit de jeugdzorg.” Volt wil daarom het gemeentefonds met anderhalf miljard verhogen.
Volt is op langere termijn voorstander van de vorming van een Europese krijgsmacht. De veiligheid en verdediging van Europa zullen daardoor beter, sneller en goedkoper geregeld worden. Tot we zover zijn, heeft verdere samenwerking al veel voordelen. Door gezamenlijk in te kopen en het delen van materieel kunnen de kosten omlaag. Om hier verdere stappen in te zetten, wil Volt dat er een permanente Raad voor Europese Defensieministers komt waarin betere en verdere samenwerking ontwikkeld wordt. Volt wil dat Nederland de in NAVO-verband beloofde 2 procent investeringen in defensie gaat halen. Tegelijkertijd wil de partij goed analyseren hoeveel geld de NAVO „nu eigenlijk voor onze gezamenlijke veiligheid in Europa nodig heeft”.
Volgens Volt heeft de coronacrisis duidelijk gemaakt dat de inkoop van medicijnen en medische hulpmiddelen, zoals mondkapjes, beter in Europees verband kan worden gedaan dan door afzonderlijke lidstaten. Samen sta je sterker tegenover de farmaceutische industrie, veel te hoge prijzen voor geneesmiddelen en de afscherming van patenten, vindt de partij.
Volt wil de bezuinigingen op cultuur ongedaan maken. Sinds 2009 is de overheidsbijdrage aan cultuur met 600 miljoen euro gedaald en de coronacrisis heeft verdere schade aangericht. De partij wil dat muziekonderwijs „meer centraal komt te staan” in het basisonderwijs en extra investeren in muziekscholen en het goedkoper aanbieden van muziekinstrumenten. Volt wil dat er bij de toekenning van cultuursubsidies meer rekening wordt gehouden met het divers houden van het cultuuraanbod, van cultuurmakers en met regionale verspreiding. „Zo geven we aanstormend en reeds bewezen talent gelijke kansen.”
De menselijke maat is in ons economisch beleid uit het oog verloren, stelt Volt. Keuzes worden gemaakt op basis van economische winst, in plaats van welzijn. „Ter illustratie: grote datacenters op Nederlandse grond dragen bij aan het bruto binnenlands product (bbp), maar leveren op dit moment amper welzijn op voor Nederlanders.” Behalve naar het bbp moet daarom ook meer gekeken worden naar de brede-welvaarts-monitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Volt wil het maken van „groene keuzes” fiscaal aantrekkelijk maken voor bedrijven. De partij wil de circulaire economie aanzwengelen door hergebruik van materialen aantrekkelijker te maken dan het gebruik van nieuwe materialen. „Momenteel is onze economie vooral gericht op het consumeren van nieuwe producten.”
Volt wil de samenleving vergroenen volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. Volt steunt de Green Deal van de EU, behalve waar het gaat om kernenergie en biomassa. Volt wil dat de economie in 2040 grotendeels draait op groene energie zoals wind- en zonne-energie. Om de doelstellingen op een haalbare wijze te versnellen moet ,,pragmatisch” naar opties worden gekeken. „Daarom zien we kernenergie als een optie die goed onderzocht moet worden. Hiermee zouden we de transitie naar de waterstofeconomie kunnen realiseren. En om dat doel te bereiken, wil Volt ook stoppen met staatssteun voor fossiele brandstoffen en deze juist gaan belasten.” Volt wil wel onderzoek en samenwerking op Europees niveau om kernafval „op een maatschappelijk verantwoorde manier te beheersen”. Om duurzame energie optimaal te benutten moeten nationale energienetten beter aan elkaar gekoppeld worden. Volt is tegen het gebruik van biomassa.
Volt wil dat natuur en landbouw meer in balans komen. De intensieve landbouw in Nederland is „een grote last voor de bodem, de omliggende natuur en de menselijke gezondheid.” Kunstmest en pesticiden moeten vervangen worden door natuurlijke planten, dieren en mest. Om aan te moedigen dat boeren hun uitstoot verminderen en de biodiversiteit bevorden wil Volt dat boeren geen subsidie meer krijgen voor de grootte van hun land maar voor de manier waarop ze hun land gebruiken. Volt wil toewerken naar „verantwoord produceren en consumeren” en gesloten kringlooplandbouw. Dierenwelzijn staat hierbij centraal, aldus de partij. Nederland moet (technologische) innovaties in de landbouw nog beter delen met de rest van de wereld. „De kennis van onze boeren is waardevol voor de voedselproductie in de hele wereld. Het verdienvermogen van de Nederlandse landbouwsector kan hierdoor verbeterd worden, onder andere door te blijven investeren in onderzoek en ontwikkeling.” Door deze kennisdeling te stimuleren zal Nederland voorloper blijven in (de export van) landbouwkennis, zo verwacht de partij.
Volt wil dat het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening terugkomt, omdat er landelijke regie nodig is om te bepalen waar gebouwd kan worden en waar ruimte komt voor andere bestemmingen. Het ruimtetekort in Nederland wijt Volt vooral aan intensieve landbouw. „Deze manier van gebruik is een grote last voor de bodem, de omliggende natuur en de menselijke gezondheid.” Volt vindt het „de hoogste tijd” om de diversiteit in de natuur te versterken. „Dit doen we door alle Natura 2000 gebieden in Europa met elkaar te verbinden, waaronder gebieden in de zee. Het totale oppervlak aan beschermd natuurgebied wordt vergroot tot 30 procent in 2030.” Volt pleit ook voor ‘stadsboswachters’, zoals in Rotterdam. Die zorgen voor vergroening van de stad door onder andere het planten en onderhouden van bomen, meer diverse stadsbossen, het inpassen van natuur in bestaande bebouwing en het aanplanten en onderhouden van ecosystemen in de stad.
Volt wil dat arbeidsmigranten in hun land van herkomst al via een portal kunnen zien of er geschikte functies voor hen openstaan en dat vóór hun overkomst naar Nederland vaststaat of ze hier een baan kunnen krijgen. „Dat betekent ook dat we meer mogelijkheden willen bieden voor niet-Europese migranten om een (tijdelijk) visum te krijgen voor ons land of een andere Europese lidstaat. Dat helpt hen, het land van herkomst maar ook onze economie en maatschappij.” Arbeidsmigranten moeten beter beschermd worden tegen de negatieve gevolgen van economische migratie. Daarom moeten basisvoorzieningen op het gebied van sociale, juridische en medische dienstverlening op Europees niveau op elkaar worden afgestemd.
Volt vindt dat er te weinig steun is voor de Europese grenslanden. „Dit heeft geleid tot gebrekkige bewaking van de Europese grenzen en tot een humanitaire nachtmerrie.” Frontex, de organisatie die de Europese kust en buitengrenzen bewaakt, maakt zich zelfs schuldig aan mensenrechtenschendingen, constateert de partij. Daarom moet Frontex „verbeterd worden”; Nederland levert nu al mensen, materiaal en trainingen aan Frontex, maar Volt vindt dat extra eenheden van de Koninklijke Marechaussee hulp moeten gaan bieden in de grensgebieden. Tegelijkertijd moet het gemakkelijker worden voor het Europese Parlement om Frontex verantwoording af te laten leggen over zijn daden. Op Europees niveau moet er alsnog een nieuw asielbeleid komen. Nu worden de problemen hiermee „op een beschamende manier” afgeschoven op Griekenland en Italië. Volt wil ook dat de onderliggende oorzaken van migratie, zoals armoede, honger en gebrek aan kansen, worden aangepakt. „Negatieve handelsbalansen, plaatselijke corruptie en westerse importbeperkingen zorgen ervoor dat armere landen zich niet kunnen ontwikkelen.”
Volt wil minder „onnodige administratie” in het onderwijs en meer vertrouwen „in de vakkundigheid van leraren”. De partij pleit, in de strijd tegen het lerarentekort, ook voor meer hybrideleraren: mensen met een vaste baan in een andere sector, die bijvoorbeeld één dag in de week lesgeven. Volt wil extra geld beschikbaar stellen aan openbare bibliotheken, in de strijd tegen laaggeletterdheid. De partij is voorstander van gratis schoolmaaltijden en gratis laptops voor kinderen van ouders die ze niet kunnen betalen. De Centrale Eindtoets (voorheen Cito-toets) wordt afgeschaft, want kinderen „ontwikkelen zich in verschillende tempo’s en krijgen wisselende begeleiding vanuit thuis”. Volt wil een extra „coronajaar” geven aan mbo-, hbo- en wo-studenten die door de pandemie studievertraging hebben opgelopen. Leerlingen moeten medialessen krijgen, waarin ze leren over nepnieuws en over hoe ze veilig met sociale media en persoonlijke gegevens online omgaan. Volt wil stoppen met het bekostigen van scholen die één bepaalde geloofsovertuiging uitdragen en wil ook af van privéscholen. De basisbeurs komt terug en het collegegeld wordt afgeschaft.
Volt pleit voor burgerbudgetten. De lokale democratie moet worden versterkt en de burgerzin moet worden vergroot door een deel van het geld van gemeenten ter beschikking te stellen aan inwoners, zoals dat bijvoorbeeld ook in Parijs en Antwerpen gebeurt. Dat kan dan vervolgens worden besteed aan activiteiten of investeringen „waar de buurt, wijk of stad blijer van worden” en zelf over beslist. De gemeente ziet er alleen op toe dat het budget niet overschreden wordt en rechtmatig wordt besteed. Volt is verder voorstander van een gekozen burgemeester „zoals dit in bijna alle Europese landen gangbaar is”. De partij wil ook laten onderzoeken of wethouders gekozen kunnen worden.
Net als veel andere partijen maakt ook Volt zich zorgen over de invloed en macht van Big Tech. Volgens de partij moet de overheid een inhaalslag maken op het gebied van automatisering en gaan er op dit vlak te veel dingen mis, bijvoorbeeld bij de Belastingdienst. Volt wil alle kennis en ervaring binnen de overheid op het gebied van digitalisering daarom bundelen in een nieuw op te richten ministerie van digitale zaken. Volt wil verder dat iedere Nederlander één digitale Europese identiteit krijgt. Daarmee wordt werken en wonen in andere EU-landen ook administratief eenvoudiger, terwijl „malversaties met sociale premies, belastingen en subsidies beter te achterhalen zijn”. Europa moet haast maken met de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie en het vastleggen van de ethische kaders daarvan, om te voorkomen dat China of de VS dat voor ons doen.
Volt vindt dat het Europees Parlement, net als nationale parlementen, initiatiefrecht moet krijgen, oftewel: het recht om nieuwe wetsvoorstellen in te dienen. Nu kan alleen de Europese Commissie dat - „een onderdeel van de EU, dat niet door burgers is gekozen”. Ook moet het mogelijk worden dat (Nederlandse) burgers bij Europese verkiezingen stemmen op kandidaten uit andere landen. Dat moet zorgen voor „daadwerkelijke Europese politieke partijen die meer oog hebben voor wat Europa bindt in plaats van dat ze uitgaan van nationale belangen.”
Volt vindt ook dat de voorzitter van de Europese Commissie voortaan niet door lidstaten moet worden benoemd, maar door het Europees Parlement. Volt wil ook een Europese minister van Financiën, die jaarlijks een begroting opstelt en hierover verantwoording aflegt aan het Europees Parlement. De EU moet ook belasting kunnen heffen - „om te beginnen bij multinationals die een omzet hebben van meer dan 500 miljoen euro en bij de superrijken met een vermogen van meer dan 1 miljard euro”.
Volt wil het ESM-noodfonds (Europees Stabiliteitsmechanisme) onder de EU brengen, met democratische controle door het Europees Parlement – nu ligt de macht en controle over dit noodfonds nog bij lidstaten. Volt wil dat de Europese Centrale Bank het voortouw neemt bij het herschikken van staatsschulden, zodat de euromunt minder gaat drukken op landen met grote schulden. Deels moeten die schulden worden kwijtgescholden. Deels moeten aflossingsvoorwaarden worden versoepeld.
Over de Nederlandse overheidsfinanciën staat niets in het verkiezingsprogramma van Volt. Volt vindt dat hoge staatsschulden van Europese landen zoals Italië geherstructureerd moeten worden. Dat betekent dat een deel van de schuld wordt kwijtgescholden en een deel tegen soepeler voorwaarden wordt afgelost.
Volt wil dat er een minister komt voor emancipatie en kansengelijkheid, als signaal dat Nederland discriminatie, gendergelijkheid en inclusiviteit hoog op de agenda heeft staan. De overheid heeft een voorbeeldfunctie, vindt Volt. Vrouw/man-gelijkheid, inclusief gelijke beloning, moet nu werkelijkheid worden in plaats van een beleidsdoelstelling, zo nodig door functies alleen voor vrouwen open te stellen. Door politieke partijen een ritssysteem (man/vrouw, om en om) te laten hanteren ontstaat er gelijke vertegenwoordiging. Rechters en ambtenaren worden getraind in het herkennen en aanpakken van discriminatie en vooroordelen. Volt wil de termen ‘gender’ en ‘seksuele gerichtheid’ in Artikel 1 van de Grondwet laten opnemen. De rechtspositie van ‘regenbooggezinnen’ moet worden verbeterd. Het trans-vaderschap moet juridisch erkend worden. Ook moet er een verbod komen op conversietherapie (‘homogenezing’). In het onderwijs moet meer aandacht worden besteed aan de voordelen van een diverse samenleving zonder discriminatie, met expliciete aandacht voor institutioneel racisme en inclusieve seksuele voorlichting.
Over pensioenen zegt Volt weinig in het verkiezingsprogramma. De partij ziet wel een rol voor pensioenfondsen weggelegd bij de bouw van nieuwe woningen. Samen met de overheid en met verzekeraars „spreken ze af welk redelijk rendement op die investering behaald mag worden en op basis daarvan worden de huren bepaald”. De pensioenfondsen zijn daarmee verzekerd van voldoende rendement „om onze pensioenen te blijven betalen, terwijl woekerhuren voorkomen worden”.
Volgens Volt gaan kunstmatige intelligentie en robotisering grote gevolgen hebben voor onze arbeidsmarkt. De partij vindt daarom dat we op een andere manier naar werk moeten kijken. Onbetaald vrijwilligerswerk, zoals mantelzorg of werk voor maatschappelijke organisaties, is voor de samenleving niet minder waardevol dan betaald werk, vindt de partij. En een basisinkomen kan een manier zijn om de bijdrage van mensen aan de samenleving te herwaarderen. Een maandelijks bedrag dat een bestaansminimum garandeert, zonder de noodzaak dat je betaald werk moet vinden. De haalbaarheid daarvan moet worden onderzocht. In Finland is volgens Volt gebleken dat mensen die financiële bestaanszekerheid hebben innovatiever en creatiever worden. Volt wil ook dat er „nieuwe sociale vangnetten” komen voor zzp’ers. „Hierbij is speciale aandacht nodig voor het uitwerken en garanderen van sociale zekerheden voor onvrijwillige zzp’ers.”
Volt wil blijven investeren in de bouw van duurzame woningen. Dat levert niet alleen woonruimte op, maar ook werkgelegenheid. Ook moet er worden geïnvesteerd in het beter isoleren van de bestaande woningvoorraad zonder dat dit de lasten verhoogt voor mensen die nu al moeite hebben met het betalen van hun energierekening. De verhuurdersheffing moet worden afgeschaft, omdat die belasting ertoe heeft geleid dat er er minder sociale huurwoningen zijn gebouwd. De overheid moet in overleg met pensioenfondsen en verzekeraars een bouwfonds vormen waarmee nieuwe woningen kunnen worden gebouwd.
Volt wil nationale burgerfora invoeren, waarin mensen bij elkaar worden gebracht om belangrijke onderwerpen of wetsvoorstellen te bespreken, bijgestaan door experts die de verschillende kanten van de zaak toelichten. Zo kunnen mensen aan het begin van de besluitvorming hun mening aan de regering laten blijken, in plaats van aan het einde bij een referendum of bij de volgende verkiezingen. De overheid stelt voor elk burgerforum geld beschikbaar. Deelname aan het forum geschiedt op basis van loting. Volt vindt daarnaast dat ook Nederland een Constitutioneel Hof moet krijgen; een gerechtshof dat wetten kan toetsen aan de Grondwet. Daarmee ontstaat een drempel tegen wetten die te snel of als gevolg van heftige, maatschappelijke emoties tot stand komen en wordt de rechtsstaat versterkt. Volt wil ook dat er in de Tweede Kamer met knoppen wordt gestemd (en niet zoals nu met handopsteken), zodat voor iedereen, ook voor journalisten, precies duidelijk is wie wat heeft gestemd. Volt wil investeren in de sociale advocatuur. De vergoedingen daarvoor moeten weer kostendekkend worden. Proceskosten moeten worden verlaagd. Volt vindt dat bij democratie ook hoort dat alle mensen voor hun rechten op kunnen komen.
Volt vindt dat Nederland - „dat wereldwijd bekendstaat als narco-staat” - zich moet verdiepen in de Italiaanse maffiawetgeving, die ervoor zorgt dat meer criminelen verklaringen afleggen en meer medeverdachten worden opgespoord. Deze wetgeving biedt meer antiwitwas-bevoegdheden, meer mogelijkheden tot beslaglegging, duidelijke afspraken welke privacygegevens de overheid mag gebruiken en zorgt voor meer aanwezigheid van de politie op straat. Volt wil de bevoegdheden en rol van Europol vergroten, om zo de politie in de lidstaten beter te helpen en samenwerking tussen landen te verbeteren. Volt wil werken aan het gecontroleerd decriminaliseren of legaliseren van drugs, want de ‘war on drugs’ die over de hele wereld wordt gevoerd, werkt niet. Door legaliseren neemt de druk op handhaving af en kan er meer worden geïnvesteerd in preventie en voorlichting.
Volt is voorstander van de kilometerheffing. Iedere automobilist zal een vaste kilometerprijs betalen voor elke gereden kilometer. Dat moet leiden tot minder files en minder milieuoverlast. De partij wil een vliegtaks invoeren en kerosine en stookolie (voor grote schepen) extra belasten. De partij wil dat er snelfietspaden komen tussen gemeenten en dat stadscentra autoluw worden. Volt wil dat er meer alternatieven komen voor vliegen binnen Europa. Zo moet er einde komen aan de „ondoeltreffende lappendeken van niet goed verbonden nationale” hogesnelheidslijnen. De EU moet meer bevoegdheden krijgen om landen aan elkaar te kunnen verbinden. Volt denkt ook aan een Europees ov-abonnement en een Europese hyperloop.
Volt vindt dat werken weer moet gaan lonen. Om te beginnen moet het minimumloon omhoog met 10 procent, met als als toevoeging dat iedereen van 18 tot en met 20 jaar het minimumloon van een 21-jarige gaat verdienen. Dit verhoogde minimumloon vergroot ook het financiële verschil met een bijstandsuitkering. Volt pleit voor een Europees omscholingsprogramma (Volta) waarmee mensen door kunnen leren en zich kunnen laten omscholen via gesubsidieerde trainingen. Als de rechtspositie van werknemers echt versterkt wordt, moet er ook meer ruimte voor werkgevers komen om functie en werktijd in arbeidsovereenkomsten aan te passen als het voortbestaan van hun bedrijf bedreigd wordt, bijvoorbeeld vanwege een verandering in de omstandigheden. Volt is voorstander van gratis kinderopvang, omdat het mensen, vaak vrouwen, de mogelijkheid biedt om overdag te werken. Omdat meer mensen werken, stijgen de belastinginkomsten en kan een deel van de hogere kosten worden terugverdiend. Gratis kinderopvang maakt de kinderopvangtoeslag overbodig. Volt wil een minimum van zestien weken zwangerschapsverlof voor moeders. Daarnaast wil de partij dat partners samen een ouderschapsverlof krijgen van dertig weken dat ze onderling kunnen verdelen.
Volt wil dat er veel meer aandacht komt voor gezonder leven, (digitale) zorg thuis en regionale samenwerking tussen gezondheidscentra. Alleen zo kan het zorgstelsel beheersbaar en betaalbaar worden gehouden. Er moet een (Europese) suikertaks komen om gezonde producten aantrekkelijker te maken, e-health (digitale hulpmiddelen in de zorg) moet leiden tot betere zorg en minder administratieve druk. Volt wil dat de beloofde loonsverhoging van 6,5 procent voor zorgverleners in twee jaar worden gerealiseerd.
Volt maakt zich grote zorgen over personeelstekorten in de zorg. „Die tekorten spelen sectorbreed: in de ziekenhuiszorg, wijkverpleging, ggz, gehandicapten-, jeugd- en ouderenzorg. Van alle instellingen in de ouderen- en thuiszorg en in de wijkverpleging kampt maar liefst driekwart met moeilijk vervulbare vacatures.” De partij pleit voor zorg „dichtbij de mensen”. In 2015 zijn de uitvoering van de participatiewet en van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) en de jeugdzorg volledig gedecentraliseerd, zonder dat gemeenten de bijbehorende middelen erbij hebben gekregen, aldus Volt. „Steeds meer gemeenten komen daardoor in financiële problemen.”
Volgens Volt loopt Nederland niet langer voorop als het om abortus gaat. Daarom moet abortus om te beginnen uit het Wetboek van Strafrecht worden gehaald. „Volt pleit ook voor het afschaffen van de vijf dagen bedenktijd, die betuttelend zijn en leiden tot ongewenst uitstel van een vroege abortus.” De anticonceptiepil in Nederland is opgenomen in het basispakket, maar slechts tot de leeftijd van 21 jaar. Daarna moeten vrouwen de kosten zelf betalen. Volt bepleit gratis anticonceptie voor vrouwen van alle leeftijden, in elke door haar gewenste vorm. Volt wil ook onderzoeken hoe bijvoorbeeld Poolse vrouwen in Nederland toegang kunnen krijgen tot een veilige en betaalbare abortus”.
Volt wil de psychische problemen onder jongeren en jongvolwassenen aanpakken. Van de jongeren van 18 tot 25 jaar heeft 12 procent psychische problemen. De wachtlijsten zijn te lang, zelfdoding onder jongeren is toegenomen en specialistische hulp is soms moeilijk bereikbaar. Het is goed mogelijk dat de coronacrisis deze problemen verder zal vergroten. Sinds de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015 worden dergelijke problemen veel te vaak te laat herkend en behandeld. Volt wil een regionale netwerkbenadering waarin alle benodigde expertise beschikbaar is en op maat kan worden ingezet.
Over het koningshuis staat niets in het programma van Volt.
Over de gaswinning of bevingsschade in Groningen staat niets in het verkiezingsprogramma van Volt.
Over de publieke omroep of de NPO heeft Volt niets in het verkiezingsprogramma staan.
Volt wil dat multinationals in Europa tenminste 15 procent winstbelasting gaan betalen. Dat moet in Europees verband worden geregeld, om te voorkomen dat multinationals lidstaten tegen elkaar blijven uitspelen. Nederland neemt een leidende rol in het (Europese) debat over rechtvaardige belastingen (‘responsible tax’) en gedraagt zich niet langer als een belastingparadijs. Volt wil de ‘jubelton’ (de belastingvrije schenking van 100.000 euro voor 18- tot 40-jarigen) afschaffen, omdat die kinderen uit vermogende families een grote voorsprong geeft bij het kopen van een starterswoning en daarmee voor meer ongelijkheid op de woningmarkt zorgt. Volt wil topinkomens (boven de 201.000 euro per jaar) zwaarder en progressief gaan belasten. „In een sociaal gelijk Nederland dragen de sterkste schouders de zwaarste lasten.” Ook vermogen wil de partij zwaarder gaan belasten.
Volt wil dat asielzoekers vanaf de eerste dag toegang hebben tot de arbeidsmarkt. Hun vaardigheden moeten sneller worden herkend en aan alle asielzoekers moet taalonderwijs worden aangeboden, bijvoorbeeld via taalapps. „Hiermee zorgen we direct voor succesvolle integratie en economisch voordeel voor mens en maatschappij.”
Volt wil de Europese bankenunie voltooien. Verder zegt de partij niets over banken in het verkiezingsprogramma.
Over ontwikkelingshulp zegt het verkiezingsprogramma van Volt niets. De partij pleit wel voor het aanpakken van „de onderliggende oorzaken van migratie, zoals armoede, honger en gebrek aan kansen, door middel van internationale samenwerking”.
Europa moet in staat zijn sterk op te treden in de wereld, vindt Volt. Een gezamenlijk Europees buitenlandbeleid is daarvoor onmisbaar. Daarom is er ook een Europese minister van Buitenlandse Zaken nodig. In het verlengde van een Europese krijgsmacht wil Volt dat de EU een permanente zetel in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties krijgt, om met één EU-geluid in de wereld te kunnen optreden. De eenvoudigste manier om dat te bereiken, is het omvormen van de huidige Franse zetel tot een EU-zetel. Volt wil op alle terreinen nationale veto’s afschaffen. Met gekwalificeerde meerderheden (55 procent van de lidstaten + 65 procent van de bevolking) wordt besluitvorming „gemakkelijker en eerlijker”. „Er kan bijvoorbeeld opgetreden worden tegen landen als Polen en Hongarije die de regels met voeten treden, en die nu elkaar de hand boven het hoofd houden.”
Volt heeft vrijwel niets over buitenlandse handel of handelsverdragen in het verkiezingsprogramma. De partij zegt wel dat de EU zich ook op dit terrein meer eensgezind moet opstellen. „Samen kunnen we weerstand bieden tegen fysieke dreiging, de verspreiding van nepnieuws, cyberdreigingen, handelsbeperkingen en politieke inmenging.”
De PVV wil de economie stimuleren door te investeren en door de lasten voor burgers te verlagen. „Meer consumptie betekent meer omzet voor bedrijven en meer banen, dus minder werklozen en minder uitkeringen. Meer omzet betekent ook meer belastinginkomsten voor de overheid.” De PVV wil in de publieke sector investeren: in de zorg en de politie. De miljarden die nu worden uitgegeven aan ontwikkelingshulp, immigratie en asielzoekers, windturbines, klimaatbeleid en aan subsidies wil de PVV investeren in „onze eigen mensen, onze eigen bedrijven en in onze eigen economie en publieke sector.”
Denk wil dat overheidsgeld om de economie te stimuleren minder ten goede komt aan grote bedrijven en meer aan middelgrote en kleine bedrijven (mkb). Denk wil de economie circulair maken door innovatie te stimuleren.

De overheid moet de economie laten herstellen door zelf werkgelegenheid te creëren door woningbouw aan te jagen en mkb-bedrijven te steunen. Denk wil de diversiteitseconomie stimuleren met subsibdies. Denk wil investeren in infrastructuur.

FVD wil ruimte voor ondernemerschap en zelfontplooiing, dus streeft de partij naar een kleine overheid met zo laag mogelijke overheidsuitgaven. FVD wil een staatssecretaris voor middelgrote en kleine bedrijven (mkb) die werkt aan minder regeldruk en andere manieren om mkb-bedrijven te helpen. Er wordt volgens FVD nu te veel geluisterd naar „de multinationals en de grote lobby’s”. FVD wil optreden tegen oneerlijke concurrentie vanuit het buitenland. Er moeten strengere douanecontroles komen op producten die niet aan standaarden voldoen en uit lagelonenlanden komen waarmee Nederlandse bedrijven „onmogelijk” kunnen concurreren. „Globalistische giganten als Amazon mogen Nederlandse MKB-bedrijven niet wegconcurreren.” FVD wil investeren in infrastructuur.
Het CDA wil investeren in de omslag naar een eerlijke en innovatieve economie, en in duurzaamheid en schone energie. De partij wil een „omvangrijk herstel- en innovatiepakket voor investeringen in de woningbouw, infrastructuur, maatschappelijk vastgoed, digitalisering, innovatie en duurzaamheid”. Kleine ondernemers moeten tijdelijke vrijstellingen, innovatieprikkels en verliescompensatie krijgen na de coronacrisis. In het ‘topsectorenbeleid’ moet nadruk komen op het subsidiëren van nieuwe ‘sleuteltechnologieën’. Het CDA wil cruciale sectoren beschermen en waar nodig de maakindustrie terughalen om minder afhankelijk te zijn van internationale ketens. Er moet een „Made in Europe-strategie” komen. Europese mededingingsregels worden aangepast om de concurrentiepositie van Europese bedrijven te versterken. De Europese staatsteunregels moeten ook gelden voor bedrijven van buiten Europa. Er moet een „Protected by Europe-strategie” komen om te voorkomen dat havens, landbouwgrond of de productie van medicijnen in buitenlandse handen vallen. De investeringsfondsen InvestNL en InvestInternational worden opengesteld voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) en kansrijke nieuwe bedrijven. Grote bedrijven en multinationals noemt het CDA „onmisbaar voor onze welvaart en werkgelegenheid”. Het vestigingsklimaat voor deze bedrijven moet goed blijven.
GroenLinks wil afscheid nemen van het aandeelhouderskapitalisme. De partij wil investeren in de economie, waarbij niet economische groei centraal staat, maar het welzijn van de samenleving en een gezonde planeet. GroenLinks wil een Klimaatfonds van 60 miljard euro oprichten dat investeert in een groene en eerlijke samenleving, bijvoorbeeld ook in scholing en het oplossen van dakloosheid. Groene investeringen moeten terechtkomen bij het midden- en kleinbedrijf, startups en de grote bedrijven die sociale en economische waarde creëren. GroenLinks wil groene industriepolitiek: in 2040 moet de industrie klimaatneutraal zijn, de partij wil een CO2-heffing en strenge normen die bedrijven verplichten duurzamer te gaan werken. GroenLinks wil kiezen „wat we in Nederland en Europa produceren, waarmee we onafhankelijker worden in de geglobaliseerde economie.” GroenLinks wil van Nederland een circulaire economie maken.

GroenLinks wil afstappen van „de mainportstrategie die vooral is gericht op fossiele (lucht-)havens”. De partij wil de maakindustrie in Nederland en Europa herwaarderen, „waardoor we producten niet meer de hele wereld over hoeven te slepen en in een crisis minder afhankelijk zijn van het buitenland”.

In het verkiezingsprogramma van PVV staat niets over banken.
In het verkiezingsprogramma van 50Plus wordt het bankwezen niet genoemd.
In het verkiezingsprogramma van Forum voor Democratie staat niets over banken.
Forum voor Democratie wil de AOW-leeftijd terugbrengen naar 65 jaar. Ouderen die langer willen blijven werken, krijgen die keuzevrijheid. Wie een fysiek zwaar beroep heeft, krijgt na een arbeidsverleden van veertig jaar recht op een AOW-uitkering. Als de aanvullende pensioenen verlaagd worden, wordt dat (deels) gecompenseerd door de AOW-uitkering te verhogen. Deelname aan een pensioenfonds wordt vrijwillig. Pensioenfondsen mogen niet meer bestuurd worden door vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers en gepensioneerden, maar alleen door deskundigen. Toezichthouder De Nederlandsche Bank moet de pensioenfondsen minder regels opleggen en meer beleggingsvrijheid geven. Pensioenfondsen hebben last van de lage rente. Door uit de euro te stappen, wil FVD dat Nederland geen last meer heeft van ECB-beleid dat de rente omlaag drukt. De EU mag geen invloed hebben op Nederlands pensioengeld.
Forum voor Democratie wil een strenge controle op sociale fraude. De toegang tot sociale voorzieningen wordt beperkt voor asielzoekers en immigranten. Mensen die in het buitenland verblijven, kunnen geen uitkeringen of toeslagen krijgen. Forum voor Democratie wil dat sociale zekerheid niet op EU-niveau wordt geregeld. Er komt geen verzekeringsplicht voor zzp’ers. Het toeslagen- en premiestelsel wordt eenvoudiger.
Forum voor Democratie wil het ontslagrecht versoepelen voor werkgevers in het mkb. Werkgevers hoeven hun zieke personeel niet meer twee, maar één jaar door te betalen als ze ziek zijn. En de reïntegratieverplichtingen van werkgevers worden eenvoudiger. Zzp’ers behouden hun belastingvoordelen. Er komt voor hen weer een regeling die lijkt op de VAR-verklaringen van voor mei 2016. Als zij zichzelf ondernemer verklaren, kan de opdrachtgever geen boete krijgen wegens schijnzelfstandigheid.
Denk wil dat in 2030 40 procent van de energie uit duurzame bronnen opgewekt wordt. In 2050 moet dat 100 procent zijn. Kolencentrales gaan zo snel mogelijk dicht. De kosten moeten vooral bij bedrijven worden gelegd, omdat die ook 78 procent van de uitstoot veroorzaken. Bedrijven moeten meer voor hun energie gaan betalen, terwijl voor burgers de energiebelasting naar beneden gaat. Energiebedrijven moeten verplicht worden om een minimumpercentage duurzaam op te wekken. Denk noemt zichzelf klimaatrealist, wat het midden houdt tussen klimaatontkenners en klimaatdrammers. Nederland moet het buitenland betrekken in zijn politiek, omdat alleen Nederlands beleid dweilen met de kraan open is. Als andere landen onvoldoende doen moet Nederland meer aan klimaatadaptatie gaan doen.
50Plus staat voor een krachtig klimaat-, energie- en milieubeleid, zonder dat de partij aangeeft wat dit concreet betekent. De partij wil zich sterk maken voor het behoud en herstel van de biodiversiteit. Dat klimaat- en milieubeleid moet zo min mogelijk leiden tot schade aan de economie en economische groei. Ook moet worden voorkomen dat toekomstige generaties opgezadeld worden met „oneerlijke klimaatlasten” en met landschapsvervuiling en dat er verouderde technologie wordt gebruikt omdat klimaatbeleid te snel wordt uitgevoerd.
In plaats van nutteloos klimaatbeleid te voeren, kan Nederland zich veel beter gaan aanpassen aan de komende klimaatverandering, vindt JA21. Nederland is goed in het voorkomen van overstromingen en het inspelen op droogte. Geld kan beter niet worden verspild aan subsidie voor niet efficiënte energiebronnen. JA21 zegt klimaatbeleid los te willen koppelen van energiedoelstellingen om te voorkomen dat het landschap industrialiseert.
De SP eist klimaatrechtvaardigheid, wat betekent dat grote vervuilers worden gepakt en huishoudens en kleinere bedrijven niet langer de rekening betalen. „Het klimaatdoel” wordt aangescherpt, de energievoorziening komt weer in publieke handen en de productie van duurzame energie gaat fors omhoog. De SP vindt kernenergie niet duurzaam en niet schoon en daarom geen alternatief. Borssele gaat dicht en dat geldt ook voor de kolencentrales. De gaswinning in heel Nederland wordt direct gestaakt, evenals de houtkap voor biomassa. Woonwijken met een biomassacentrale worden niet meer gebouwd.

Milieuvervuiling wordt hard aangepakt, er komt snel een einde aan het gebruik van microplastics en de industrie moet minder plastic gebruiken. Storten van vervuild afval zoals granuliet wordt verboden en het verbod op asbest wordt beter gehandhaafd.

De SGP wil niet vasthouden aan de 49 procent CO2-reductie als dit te hoog gegrepen blijkt. Die reductie moet niet naar 55 procent gaan zoals de Europese Unie van plan is. Het Brusselse streven ondermijnt volgens de SGP het draagvlak voor de energietransitie. De korte- en langetermijndoelen die in de Klimaatwet worden genoemd, zoals een klimaatneutraal Nederland in 2050, worden geschrapt.

Borssele moet langer open blijven en de SGP „staat open” voor een nieuwe, veilige kerncentrale. Bewoners dichtbij een kerncentrale moeten goedkopere stroom of warmte krijgen. De overheid moet investeren in het gebruik naar thorium en een demonstratiecentrale zou in Zeeland kunnen komen. Het voornemen om alle kolencentrales in 2030 te sluiten mag niet leiden tot problemen in de energievoorziening. De SGP wil meer aandacht voor isolatie. Rijk en gemeenten zetten samen isolatieprogramma’s op.

De Partij voor de Dieren wil „het fossiele denken definitief naar de geschiedenis verwijzen”. Er komt een ministerie voor Klimaat en Biodiversiteit dat al het kabinetsbeleid toetst op duurzaamheid. Nederland levert een maximale inspanning om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5 graden. Uiterlijk in 2030 is Nederland klimaatneutraal. Ook wordt dan de helft minder energie gebruikt. De werkelijke kosten, bijvoorbeeld milieuschade, moeten in de prijs van goederen en diensten worden meegerekend. De belasting op arbeid wordt verlaagd, de belasting op grondstoffen, vervuiling, vermogen en winst wordt verhoogd. Alle vervuilende sectoren moeten een forse CO2-belasting betalen. Lucht- en scheepvaartverkeer verliezen hun uitzonderingspositie. Subsidies en lagere tarieven voor grootverbruikers van energie worden afgeschaft.

De overheid begint een campagne om burgers beter voor te lichten over klimaatverandering. Het Internationale Strafhof krijgt de mogelijkheid om bedrijven of landen die zich schuldig maken aan ecocide (misdadige beschadiging van ecosystemen) te vervolgen. Biomassa voor opwekking van warmte en elektriciteit wordt verboden. De Partij voor de Dieren wil geen nieuwe kerncentrales, en bestaande zo snel mogelijk sluiten.

Het klimaat verandert altijd een beetje, stelt Forum voor Democratie. Klimaatbeleid heeft geen effect en is nadelig voor de welvaart. Het energiebeleid moet los gekoppeld worden van het klimaatbeleid en CO2-reductie is daarmee niet meer het uitgangspunt. Het Parijs-akkoord moet worden opgezegd, evenals het akkoord met Nederlandse klimaatafspraken. Forum wil stoppen met de subsidiëring van windmolens, biomassacentrales en zonneparken, met het aardgasvrij maken van huizen, en met de gedwongen uitfasering van benzine- en dieselauto’s.

FVD wil dat de overheid zich langdurig committeert aan kernenergie, zodat energiemaatschappijen voor de komende zestig tot tachtig jaar kerncentrales kunnen bouwen. Forum wil de ontwikkeling bevorderen van kerncentrales die thorium als brandstof hebben. Nederland moet verder inzetten op klimaatadaptatie, dus dijkenbouw, kustbescherming, rivierbeheer en gewasontwikkeling. Deze kennis wordt ook gebruikt voor de export.

GroenLinks wil dat de CO2-uitstoot in 2030 60 procent lager ligt. In 2045 is Nederland klimaatneutraal. Om dat te bereiken komt er een Klimaatfonds met 60 miljard euro. Er komt een CO2-belasting, boven de bestaande heffing, voor bedrijven. Kolencentrales worden al in de volgende kabinetsperiode gesloten (en niet in 2030) en in die periode komt ook een eind aan de winning, opslag, overslag en subsidiëring van fossiele grondstoffen. Grootverbruikers krijgen geen korting meer op hun energierekening. Er komen vergunningen voor 60 gigawatt aan windenergie in 2040 in de Noordzee (nu staat er voor 2,4 gigawatt). Eigenaren van grote gebouwen moeten zonnepanelen op hun daken aanleggen.

Nieuwe kerncentrales zijn geen optie, wel wordt onderzoek ondersteund naar thorium (ander type kerncentrale) en kernfusie. De overheid koopt vanaf 2030 alleen nog maar producten in die kunnen worden hergebruikt (circulair). Bestaande energiecentrales die biomassa verbranden „faseren we uit”. Aan de bestaande bijstook van biomassa in kolencentrales moet een eind komen. Voor boringen naar olie en gas op land en in het Waddengebied worden geen vergunningen meer verleend.

Voor de PvdA is de Europese vergroening (Green Deal) samen met de Nederlandse Klimaatwet leidend. De voorgenomen CO2-reductie van 55 procent in 2030 kan hoger worden als technologische of wetenschappelijke inzichten daarvoor aanleiding geven. Al in 2025 (vijf jaar eerder) moeten de kolencentrales in Nederland dicht. Subsidies voor biomassa voor kolencentrales moeten direct stoppen, evenals subsidies op fossiele brandstoffen (jaarlijks zo’n 4,5 miljard euro).

De PvdA vindt kernenergie niet duurzaam en niet veilig en daarom ongeschikt. De kerncentrale in Borssele gaat niet pas in 2033 dicht, maar eerder. Er komen geen gasboringen in de Waddenzee. Door verbod op wegwerpplastic, door alle tassen te beprijzen en door invoering van verpakkingsbelasting moet gebruik van grondstoffen duurzamer worden. De PvdA wil vergroening van huishoudens stimuleren door grootgebruikers meer te belasten. Subsidie voor zonnepanelen wordt, anders dan de huidige plannen, na 2023 op de oude voet doorgezet. Woningcorporaties worden fiscaal gesteund bij vergroening.

Wat ChristenUnie betreft gaat de overstap op duurzaam via energiebesparing. Er moeten nationale isolatiebrigades komen voor praktische ondersteuning. In 2030 moeten 2 miljoen woningen zijn geïsoleerd. De besparingsplicht voor bedrijven wordt strenger gehandhaafd. Voor grootgebruikers gaat de belasting op energie omhoog. Er komt een nationale CO2-heffing voor de industrie tot het moment dat de EU zijn uitstoot met 55 procent gaat terugbrengen.

Borssele kan langer open blijven, indien veilig. Nieuwe kerncentrales worden niet uitgesloten, maar wind en zon hebben de voorkeur. Een permanente nationale campagne rond het klimaatakkoord moet mensen meenemen „in het eerlijke verhaal”. Centraal daarin staat de noodzaak tot handelen en de kansen op een betere toekomst en leefomgeving. Als er alternatieven bestaan moet gebruik van wegwerpplastic volledig verboden worden. In 2022 gaat de invoering van statiegeld op blik zoals gepland door, gevolgd door statiegeld op kleine flesjes. Voor de sectoren bouw en infra komt er een materialenpaspoort om het circulair gebruik van materiaal te stimuleren.

Het regent volgens D66 weerrecords en daarom wordt het klimaatbeleid scherper. In 2030 moet de uitstoot 60 procent lager liggen en niet 55 procent zoals de EU wil. Tien jaar later moet driekwart van de uitstoot tot het verleden behoren. D66 „werkt toe” naar een halvering van de veestapel. Een Klimaatautoriteit gaat toezicht houden op de naleving van klimaatmaatregelen. De heffing op CO2-uitstoot voor industrie gaat verder omhoog. Daarnaast komt er een generieke heffing voor alle bedrijven. Bedrijven zien hun vrijstellingen op het betalen van water- en energiebelasting verdwijnen, waardoor het verschil tussen groot – en kleinverbruikers vervalt.

Er komt een duurzaamheidsheffing op vlees, de subsidie op fossiele projecten wordt afgeschaft. De belasting op aardgas gaat verder omhoog. Er komt een burgerforum om mee te denken over de klimaattransitie. Bedrijven moeten verplicht zonnepanelen op hun daken zetten en de komende tien jaar komen er vergunningen voor 6.000 windturbines. Nederland wordt de grootste producent van windenergie in Europa. Voor kernenergie houdt D66 de deur open, maar zonder subsidie. Wel wil het onderzoek steunen „naar betere vormen van kernenergie, zoals thorium, kernfusie en kleine centrales”.

De „obsessieve, verregaande strijd” tegen CO2-uitstoot vertoont volgens de PVV „inmiddels dictatoriale trekjes”. Klimaatbeleid is niet alleen onbetaalbaar geworden, het is ook zinloos omdat volgens de partij niet bewezen is dat de opwarming (grotendeels) door de mens wordt veroorzaakt. De pogingen om huizen aardgasvrij te maken, mensen minder vlees te laten eten en minder te laten vliegen moeten stoppen. Ook aan de „subsidie slurpende” windmolens, zonneparken en biomassacentrales komt een eind. Al het klimaatbeleid gaat „onmiddellijk de prullenbak in”.

Rekeningrijden wordt niet ingevoerd. Door de energietransitie te staken kan de energierekening omlaag. Nieuwe huizen worden weer gewoon verplicht op het aardgasnet aangesloten, kolencentrales kunnen open blijven en er worden kerncentrales gebouwd. Ook verdienen thoriumcentrales de aandacht. De afsluiting van de Groningse gasvelden gaat door, gas komt voortaan uit de Noordzee. Nederland moet zich terugtrekken uit het Parijs-akkoord en er mag geen cent worden bijgedragen aan de Europese Green Deal (55 minder uitstoot in 2030).

CDA wil een landelijk beraad met 150 burgers die bestuurders adviseren over verduurzaming. Elke provincie moet een icoonproject aandragen dat bijdraagt aan de klimaatopgave. In heel Nederland worden 17 miljoen bomen geplant. De verhoging van de energierekening kan niet „oneindig doorgaan” en daarom moet onderzocht worden of de kosten van verduurzaming voortaan uit de algemene middelen kan worden betaald, en niet meer via een opslag op de energienota. De subsidie voor energiebesparing in het eigen huis gaat omhoog en de introductie van hybride cv-ketels (deels elektrisch, deels op gas) wordt gestimuleerd. Op termijn wordt zo’n ketel verplicht bij de vervanging van de oude ketel. De verhuur van woningen met enkel glas wordt verboden.

CDA wil investeren in energie uit zon, wind en zee. Na 2030 is „kernenergie een serieuze optie”, met ten minste twee extra centrales. Met de grote bedrijven die voor de meeste uitstoot zorgen, worden afspraken gemaakt. (In de conceptversie van het CDA-programma was er nog sprake van „stevige afspraken” met de „tien bedrijven” die het meest uitstoten)

Te lang zijn groen en groei als tegenpolen gezien - „ook door liberalen”. Maar dat is volgens de VVD een valse tegenstelling. Met een goed klimaatbeleid kan Nederland welvarender en minder afhankelijk van onvrije landen worden. Naast zonne- en windenergie zijn nieuwe kerncentrales nodig, met overheidssteun. Borssele blijft voorlopig open. Voor windmolens op land is draagvlak van betrokken bewoners een voorwaarde. Grote vervuilende bedrijven moeten meer voor de kosten opdraaien, terwijl middeninkomens en kleinere bedrijven zoveel mogelijk worden ontzien. Ook gaat de energiebelasting verder omlaag en wordt de verduurzaming van het huis aftrekbaar van de belasting.

Nederland komt het Parijs-akkoord na en dat geldt ook voor het nationale Klimaatakkoord. Alleen in Europees verband mag de afgesproken CO2-reductie van 49 procent verder toenemen. Kolencentrales moeten zoals afgesproken voor 2030 dicht en er komen geen nieuwe subsidies voor het verbranden van hout (biomassa) voor energiecentrales.

50Plus wil „nog in deze eeuw op een moderne manier kunnen overschakelen naar een duurzame circulaire economie”. De partij wil „een krachtig klimaat-, energie- en milieubeleid”. De partij vindt dat daarbij geprobeerd moet worden „schade aan de economie te voorkomen en economische groei niet te belemmeren”. Verder staat over economisch beleid niks in het verkiezingsprogramma van 50Plus.
De PvdA wil een coronareddingsfonds om banen te redden en de economie eerlijker en duurzamer te maken. Juist in slechte tijden moet de overheid investeren. De PvdA wil dat ‘brede welvaart’ voorop komt te staan bij de rijksbegroting en afscheid nemen van het verdienmodel dat is gebaseerd op lage lonen en onzeker werk. De PvdA wil bedrijven die niet goed voor hun werknemers en de planeet zorgen zwaarder belasten. Europese aanbesteding- en mededingingsregels moeten worden aangepast zodat mensen en planeet centraal staan en niet de markt. Sociale en groene ondernemers krijgen een voorrang bij aanbestedingen van de overheid. De PvdA wil het midden- en kleinbedrijf steunen.

De overheid moet investeren in onderzoek op het gebied van watermanagement, voedselzekerheid, schone energie, zorg en kunstmatige intelligentie. De Nederlandse industrie en vitale infrastructuur mogen geen speelbal zijn van buitenlandse private equity partijen. De PvdA wil dat de economie voor 2050 circulair wordt: productie zonder vervuiling, met hergebruik van grondstoffen en zonder afval. Met investeringen en belastingen wil de partij dat in gang zetten.

GroenLinks vindt dat werkgevers en opdrachtgevers een pensioenpremie moeten betalen voor iedereen die ze aan het werk zetten, ook voor uitzendkrachten en zzp’ers. De wettelijke ‘wachttijd’ voor een pensioenregeling verdwijnt, zodat werkenden vanaf het begin pensioen opbouwen. De AOW-uitkering wordt hoger. Ouderen zonder aanvullend pensioen en met een gat in hun AOW-opbouw omdat ze in Suriname of op het Caribische deel van het Koninkrijk zijn opgegroeid, krijgen een aanvulling op hun inkomen. Mensen met een zwaar beroep krijgen de ruimte om eerder te stoppen met werken. De komende tien jaar verbiedt GroenLinks stapsgewijs de financiering van nieuwe fossiele activiteiten door Nederlandse financiële partijen, in het bijzonder pensioenfondsen.
GroenLinks wil binnen acht jaar een basisinkomen invoeren voor iedereen. Tegelijk vermeldt het programma een bescheidener alternatief voor dit idee: een ‘voetinkomen’. Dat is een inkomensaanvulling voor werkenden, mensen met een uitkering en gepensioneerden. Beide voorstellen zijn via amendementen in het programma gekomen. Er komt een verplichte verzekering tegen arbeidsongeschiktheid voor alle werkenden, ook zelfstandig ondernemers. De bijstands- en Wajonguitkering worden hoger. Jongeren vanaf 18 jaar krijgen direct recht op het volledige bijstandsbedrag en intensieve begeleiding. Bijstandsontvangers die begeleid worden mogen tot 90 procent van het minimumloon bijverdienen. Er komen basisbanen, een variant op de oude melkertbanen, voor wie geen werk kan vinden. Daarmee verdien je minstens het minimumloon. Er komt één loket voor alle vragen over werk, loopbaan en scholing. De sociale werkvoorziening blijft, in de vorm van sociaal ontwikkelbedrijven. Er komt een bindend quotum voor overheid en bedrijven om mensen met een beperking aan te nemen.
Het minimumloon stijgt wat GroenLinks betreft geleidelijk naar 14 euro per uur (vanaf 18 jaar). Er blijven drie soorten werk over: het reguliere arbeidscontract (vast en tijdelijk), het uitzendcontract voor ‘ziek en piek’ en het zelfstandig ondernemerschap. Payrolling, contracting en nulurencontracten worden afgeschaft. Het vaste contract wordt de norm. Tijdelijke contracten worden duurder voor werkgevers. Uitzendkrachten krijgen recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als andere werknemers.

Kleine ondernemers worden ondersteund in de doorbetaling van langdurig zieke werknemers. Alle werknemers hebben het recht om onbereikbaar te zijn buiten werktijd. Werknemers krijgen medezeggenschap in belangrijke beslissingen zoals fusies en de besteding van de winst. Binnen grote bedrijven mogen werknemers de helft van de raad van commissarissen benoemen. GroenLinks wil bij bedrijven met meer dan honderd werknemers de winstdelingsregeling koppelen aan de hoogte van het dividend voor aandeelhouders.

Economische groei is volgens de Partij van de Dieren niet de oplossing, maar het probleem op een planeet die niet meegroeit. Een radicale verandering is nodig. De partij wil belasten wat schaars of schadelijk is, en ontzien wat waardevol is. Ook moet er een basisinkomen komen. De PvdD wil dat de economie circulair wordt. Daarom moet er verbod komen op wegwerpplastic, een grondstoffenwet (in 2030 moet de helft minder grondstoffen worden gebruikt) en een grondstoffenplafond (de overheid mag alleen plannen uitvoeren als dat binnen het plafond past). Productie moet zich primair richten op de regionale markt.

De PvdD wil fors investeren in de klimaattransitie. De partij wil welvaart en welzijn anders meten. Vrijwilligerswerk en mantelzorg tellen bij de berekening van het bbp niet mee als een positieve bijdrage. De vee-industrie, kolencentrales en gaswinning wel. Dat moet anders. Er moet ook een generatietoets komen, over economische effecten voor toekomstige generaties. Nederland moet lid worden van de ‘Wellbeing Economy Governments (WEGo)’, die bestaat uit Nieuw Zeeland, Schotland, Wales en IJsland.

Over banken en de financiële sector staat weinig in het verkiezingsprogramma van Denk. De partij wil „een eerlijke bijdrage” van banken en multinationals. Er komt wat Denk betreft een hogere bankbelasting en een belasting „op exorbitante salarissen om graaien te bestrijden”.
De Partij voor de Dieren wil banken opsplitsen in nuts- en zakenbanken. Zaken als betalingsverkeer en het beheren van spaargeld moeten gescheiden worden van meer risicovolle taken. Banken moeten worden gestimuleerd om te investeren „in wat waardevol is” en niet in „schadelijke activiteiten”. Investeringen met „vluchtig rendement” als oogmerk wordt zwaarder belast. Overheden en uitvoeringsorganisaties gaan bij een duurzame bank bankieren. Pensioengeld wordt niet meer geïnvesteerd in de fossiele en de bio-industrie. Nutsbanken kunnen in crisistijd gered worden, zakenbanken niet. Kapitaalbuffers van Nederlandse banken worden „veel hoger”. Bonussen worden afgeschaft.
JA21 steunt een markteconomie, maar „geen volledig geglobaliseerde economie die zich aan alle regels behalve die van de multinationals zelf onttrekt.” De overheid moet werken en ondernemen stimuleren in plaats van iedere verworven euro maximaal afromen. De staat moet de basisvoorwaarden scheppen voor de start en groei van bedrijvigheid. JA21 wil investeren in infrastructuur. De Nederlandse economie doet het goed als reële netto-inkomens en privévermogens weer stijgen.

JA21 wil innovatiebeleid dat „te verwerven kennis en inzichten koppelt aan maakindustrie in eigen land”. JA21 staat kritisch tegenover het ongelimiteerd vestigen van buitenlandse bedrijven. Bij het verlenen van een vergunning aan een buitenlands bedrijf moet er een welvaartstoets te komen. De partij wil zich richten op de terugkeer van een moderne maakindustrie. JA21 wil „de eenzijdige focus op multinationals” vervangen voor beleid dat ook het belang van middelgrote en kleine ondernemingen voor de Nederlandse economie onderkent.

De SGP wil de Nederlandse maakindustrie, het midden- en kleinbedrijf (mkb) en familiebedrijven ondersteunen. De partij is voorstander van een markteconomie, maar wil „waken voor ‘a-moreel economisme’”: marktdenken mag niet leidend worden voor politieke besluitvorming. De SGP hecht aan rust op zondag. De SGP wil meer subsidie voor innovatie in het mkb. De overheid moet meer investeren in digitalisering en kunstmatige intelligentie. De SGP wil dat niet-Europese bedrijven uit landen waar geen afspraken mee zijn gemaakt minder snel kunnen meedingen naar overheidsopdrachten.

Er moet een meldplicht komen voor buitenlandse investeringen in vitale infrastructuur en in bedrijven die hoogwaardige technologie ontwikkelen waarbij de nationale veiligheid in het geding is. De overheid moet de bevoegdheid krijgen om bij ongewenste buitenlandse overnames (tijdelijk) beslag te leggen op strategische goederen en kennis die van belang zijn voor de nationale veiligheid.

De VVD zegt in het verkiezingsprogramma weinig over banken. De partij wil „innovatie” in de financiële sector „stimuleren”. Voor innovatieve financiering moeten de „toezichtslasten” worden verlaagd. Er komen garantieregelingen om niet-bancaire financiering beter te dekken. Spaarders moeten beter worden beschermd, niet zozeer via een Europees Depositogarantiestelsel, maar door „banken vaker door te lichten en het toezicht op kleine banken aan te scherpen”.
De SGP zegt in het verkiezingsprogramma weinig over banken en de financiële sector. Volgens de partij is het belangrijk dat banken „hun kerntaak goed vervullen”, vooral ook voor middelgrote en kleine bedrijven. „Voor het mkb is het vaak lastig om (nieuwe) leningen af te sluiten bij gewone banken.” De partij breekt een lans voor non-bancaire financiering, bijvoorbeeld door crowdfundingplatforms. Zulke platforms zouden „beter toegang moeten krijgen tot garantstellingen van de overheid”.
De PvdA vindt dat banken „dienstbaar aan de samenleving” moeten zijn. Belastingbetalers mogen nooit meer opdraaien voor „de onverantwoorde risico’s van banken en beleggers”. Kapitaalbuffers moeten worden verhoogd naar 10 procent. De bonuswetgeving wordt verder aangescherpt. De salarisstijging aan de top gaat niet harder dan die van cao-lonen. De bankbelasting gaat omhoog. Banken scheiden hun risicovolle zakenbankactiviteiten af van de nutsactiviteiten. Banken en pensioenfondsen stoppen met de financiering van vervuilende activiteiten. De Volksbank blijft een nutsbank en gaat niet naar de beurs. Gedupeerden van woekerpolissen moeten sneller en collectief worden gecompenseerd.
JA21 is geen voorstander van „een enorme, uitdijende staat of een gigantische financiële sector waarin alles en iedereen aan het infuus ligt”. De beste bank ben je zelf, vindt de partij. „Wij stimuleren én beschermen de vorming van eigendom en vermogen bij de Nederlandse bevolking zelf. Alleen dát maakt een samenleving schokbestendig.” Concrete plannen met de financiële sector of met banken staan er niet in het verkiezingsprogramma.
D66 wil dat banken hun maatschappelijke rol goed blijven vervullen. Na de bankencrisis is de sector gezonder geworden, maar er zijn ook nieuwe risico’s voor de financiële stabiliteit, zoals (de gevolgen van) klimaatverandering. D66 is voorstander van de verdere verhoging van kapitaalbuffers in de financiële sector, en om die in een crisis meer te kunnen gebruiken om de rest van de economie te ondersteunen. Klanten moeten meer macht krijgen en bijvoorbeeld makkelijker met behoud van rekeningnummer kunnen overstappen naar een andere bank. Dat is volgens D66 goed voor de diversiteit in de financiële sector.

Bij de vraag wat er met de Volksbank (nu in staatshanden) moet gebeuren, moet het maatschappelijke profiel van deze bank blijven bestaan. De partij staat ook open voor publieke alternatieven voor een rekening bij een commerciële bank, zoals digitaal centralebankgeld.

Een eerlijke economie kan niet zonder een gezonde financiële sector, stelt het CDA. De partij ziet daarbij een belangrijke rol weggelegd voor de Volksbank, nu nog in staatshanden. Die moet worden geprivatiseerd en „als een vertrouwde en degelijke coöperatieve bank” een voorbeeld („een norm”) worden voor andere banken. Een bank „waar burgers en kleine bedrijven terecht kunnen voor heel eenvoudige en betrouwbare leningen, spaarproducten en andere diensten”. Om een nieuwe bankencrisis te voorkomen moeten zwakke banken in lijn met Europese afspraken worden afgewikkeld. Zij kunnen geen staatssteun meer krijgen. Het CDA wil ook een Europese fusietoets om te voorkomen dat bankenfusies leiden tot banken die zo groot zijn dat ze in het ergste geval toch weer gered moeten worden met belastinggeld (too big to fail).
D66 wil af van de „eenzijdige focus op de groei van het bruto binnenlands product (bbp)” en kijken naar „brede welvaart”: groei is geen echte groei als die niet zorgt voor hogere kwaliteit van leven, betere gezondheid, beter wonen, schone lucht en als die ten koste gaat van welvaart elders op de wereld. De Monitor Brede Welvaart van het CBS moet een prominente plek krijgen in de Miljoenennota en bij de doorrekening van verkiezingsprogramma’s. Bij berekening van het bbp moet schade aan de kapitaalvoorraad en uitputting van grondstoffen worden meegeteld. Er moet een jaarlijkse ‘stresstest’ komen waarin dreigingen voor de Nederlandse economie in kaart worden gebracht.

D66 wil investeren in groen herstel en een nieuw progressief kapitalisme. De partij wil innovatie stimuleren bij met name mkb-bedrijven. Bestuurders van bedrijven krijgen expliciet de verantwoordelijkheid de belangen van alle stakeholders tegen elkaar af te wegen, zo nodig wordt dit wettelijk vastgelegd. Bedrijven moeten in jaarverslagen rapporteren over maatschappelijke impact van hun activiteiten: op klimaat, milieu, biodiversiteit en de samenleving. Mededingingsautoriteiten moeten meer macht krijgen, bijvoorbeeld om bedrijven op te breken. D66 wil dat de economie sneller circulair wordt: al in 2025 wil de partij dat Nederland 30 procent minder nieuwe grondstoffen gebruikt (dat doel is nu: 2030). Elk product moet een digitaal productpaspoort krijgen, met vermelding van materialen, herkomst van materialen en mogelijkheden wat betreft reparatie en recycling.

FVD wil lagere belastingen en een kleinere overheid met zo laag mogelijke overheidsuitgaven. FVD wil „jaarlijks tientallen miljarden” euro’s overhouden door te stoppen met immigratie, het klimaatbeleid en de Europese „eenmaking”. Met dat geld wil FVD belastingen verlagen en investeren in zorg, onderwijs, veiligheid, een lagere AOW-leeftijd, infrastructuur en woningbouw.
De overheid beheert „ons belastinggeld” en moet daar zorgvuldig mee omgaan, vindt de SGP. In goede tijden moet de overheid sparen voor magere jaren. Op bepaalde terreinen zijn op korte termijn investeringen nodig, schrijft de SGP: de zorg, gezinnen, veiligheid en defensie. Tegelijkertijd zou de staatsschuld over enkele jaren weer moeten dalen. De SGP vindt het onrechtvaardig om toekomstige generaties onnodig met een torenhoge schuld op te zadelen. In goede jaren moeten tekorten op de begroting voorkomen worden, overschotten moeten zo veel mogelijk gebruikt worden om de staatsschuld te verlagen. De houdbaarheid van de overheidsfinanciën staat er volgens de SGP niet goed voor: de kosten stijgen op de lange termijn uit boven de inkomsten. Bijvoorbeeld door oplopende zorgkosten en de vergrijzing, maar ook door het beleid van de afgelopen jaren. Om de uitgaven te beteugelen, is een kleine(re) en daadkrachtige overheid nodig.
Over de overheidsfinanciën staat niets in het verkiezingsporgramma van 50Plus.
Denk vindt begrotingsdiscipline van ondergeschikt belang aan de zorg voor mens en economie. Aflossen van de staatsschuld is wat Denk betreft pas aan de orde als er een vaccin is en de economie groeit. Bij het aflossen moeten mensen met een lager inkomen worden ontzien.
JA21 wil een verlaging van belastingen (inkomsten, vermogen, btw). Deze correcties schelen de schatkist inkomsten, schrijft de partij. Die wil JA21 compenseren door het instellen van plafonds in de rijksbegroting die „dwingen tot scherpere keuzes in plaats van de publieke en financiële sector te laten uitdijen op rekening van de inwoners van dit land”. JA21 wil een einde aan de onbeheerste groei van de collectieve sector.
GroenLinks wil niet de fouten van de vorige crisis herhalen, „waarin de overheid bezuinigde en de rekening bij de samenleving neerlegde”. Daarom wil GroenLinks groen investeren. De partij wil een Klimaatfonds oprichten van 60 miljard euro. Dat fonds investeert in meer betaalbare en duurzame woningen, in groene energie, in het oplossen van de schuldenen dakloosheidscrisis, in scholing, onderzoek en innovatie, in landbouw, natuur, fietsen en openbaar vervoer. GroenLinks wil de rekening van de coronacrisis neerleggen bij grote bedrijven, aandeelhouders en de superrijken. De partij wil de Europese begrotingsregels versoepelen in deze crisistijd, waardoor landen meer ruimte krijgen om te investeren in hun economie.
De Partij voor de Dieren wil op de Rijksbegroting naast de uitgavenplafonds ook een grondstoffenplafond invoeren. De overheid mag alleen beleid en plannen uitvoeren als dat binnen het grondstoffenplafond past. De PvdD heeft veel kritiek op de bezuinigingen van de afgelopen kabinetten. Die hebben de rechtspraak, de zorg, maar ook kunstenaars en musea in grote problemen gebracht.
De PvdA wil nieuwe afspraken maken in Europa over „verantwoorde overheidsfinanciën, waarbij overheden de ruimte krijgen om te investeren in een eerlijke en fatsoenlijke economie met voldoende banen”. De PvdA vindt dat de overheid juist in slechte tijden moet kunnen investeren. De focus van de PvdA ligt wat betreft de financiën niet puur op de begroting, maar op het bouwen van een eerlijke, fatsoenlijke en duurzame economie waar voor iedereen een plaats is. „Investeren in slechte tijden betekent dat de staatsschuld op korte termijn oploopt. Nederland kan dat dragen.” De PvdA wil een ambitieuze investeringsagenda met extra investeringen in volkshuisvesting, onderwijs en een duurzame economie. Staatsleningen moeten langere looptijden krijgen (10 jaar), om de rente die nu laag is langer vast te zetten. „Als de rente stijgt, hebben we voldoende tijd om de begroting aan te passen.”
De VVD wil langer doorwerken makkelijker maken: de AOW-uitkering mag je later laten beginnen in ruil voor een hogere maandelijkse uitkering. Werkgever en werknemers stellen zelf in overleg de pensioenleeftijd vast. De maximale pensioenleeftijd voor rechters, hoogleraren en burgemeesters gaat naar 75 jaar en stijgt verder mee met de AOW-leeftijd. Het nieuwe pensioenstelsel wordt transparant en begrijpelijk: de zogeheten doorsneepremie verdwijnt. Het pensioen gaat meer meebewegen met de economie. Waardeoverdracht van het ene naar het andere pensioenfonds wordt toegankelijker. Fondsen moeten meer inzicht geven in de uitvoeringskosten. Wie tijdelijk meer netto-inkomen nodig heeft, krijgt de mogelijkheid om maximaal vijf jaar lang geen pensioenpremie te betalen. De partij wil een wettelijke definitie van ‘partner’ bij pensioenen, zodat ook iedereen met een samenlevingscontract standaard verzekerd is voor partner- en nabestaandenpensioen.
De VVD wil dat ondernemers en zzp’ers in de bijstand in hun eerste jaar worden vrijgesteld van de vermogenstoets, om te voorkomen dat ze hun huis moeten verkopen of hun pensioenvermogen moeten aanspreken. Er komt een verplichte, betaalbare basisverzekering voor arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen, met uitzondering van wie dat al heeft en voor de agrarische sector. De WW-uitkering gaat in de eerste maanden omhoog en wordt daarna stapsgewijs afgebouwd. Wie bijstand ontvangt moet zich maximaal inspannen om de Nederlandse taal tot op B1-niveau te beheersen. Voor bijstandsontvangers wordt het aantrekkelijker om een deeltijdbaan aan te nemen door ruimere bijverdiengrenzen. Werkzoekenden moeten vooral begeleid worden naar sectoren met personeelstekorten, onder meer met scholingssubsidies. Bij uitvoeringsinstanties moeten meer interne checks komen om te voorkomen dat mensen te snel als fraudeur worden bestempeld.
De VVD wil dat er een duidelijker onderscheid komt tussen zelfstandigen en schijnzelfstandigen. Zodra dit helder is, gaat de Belastingdienst actief handhaven. Voor mkb’ers moeten er lagere werkgeverslasten komen. Kleine werkgevers (minder dan 25 werknemers) hoeven hun zieke personeel maar één jaar door te betalen. Het tweede jaar compenseert de overheid. De VVD wil ontslagregels versoepelen. De rechter kan een ontslag niet terugdraaien als de oorzaak bij niet-functioneren of persoonlijke verhoudingen ligt. Bij onterecht ontslag zal de rechter wel een hogere vergoeding opleggen. Oproep-, payroll- en uitzendcontracten blijven mogelijk. Wel wordt het vaste contract aantrekkelijker gemaakt: werkgevers gaan daar lagere werkgeverspremies voor betalen.

Het minimumloon wordt hoger. Onduidelijk is nog hoe hoog. De VVD wil een persoonlijke leerrekening voor iedere werknemer om scholing mee te betalen. Het wordt fiscaal aantrekkelijk om die rekening te vullen. De VVD wil nadenken over een vorm van belasting op robots en computersystemen die de plaats van werknemers innemen. Zo kunnen de lasten op werk omlaag. Er komt één samengevoegde en meer overdraagbare verlofregeling voor zaken als geboorte, ouderschap, kortdurende zorg en calamiteiten.

Het CDA vindt dat door het „verstandige beleid in de afgelopen jaren” de overheid voldoende buffers had om in de coronacrisis noodzakelijke maatregelen te nemen. Voor de langere termijn wil het CDA met eenzelfde „degelijk financieel beleid” nieuwe buffers opbouwen om de volgende crisis aan te kunnen. De partij wil uit de crisis groeien door te investeren in economisch herstel en in „nieuwe banen”, de regio, kennis en innovatie, en door de weerbaarheid van bedrijven en huishoudens te vergroten. „Gratis geld bestaat niet. Ook niet in tijden van lage rentes. Iedere euro die we uitgeven, moeten we ook terugverdienen. Is het niet nu, dan is het later.” Het CDA wil voorkomen dat jongeren opgroeien als een coronageneratie die nog jaren de lasten draagt en daardoor minder kansen krijgt dan de generaties voor hen.
Omdat onduidelijk is hoe de coronacrisis verloopt en hoe de wereldeconomie zich herstelt, wil D66 halverwege de komende kabinetsperiode een „mid-term review”, waarbij „financiële prioriteiten worden herschikt” als dat nodig is. Dit kan betekenen „dat het tempo van de plannen moet worden aangepast”. D66 wil (structureel) investeren in onderwijs, de arbeidsmarkt, hervorming van het toeslagenstelsel, wetenschap, cultuur, de klimaattransitie en infrastructuur. Om de overheidsfinanciën houdbaar te houden, moeten vervuilers betalen, vermogenden extra bijdragen en de zorgkosten niet ongebreideld stijgen. D66 wil ruim de tijd nemen om de opgelopen staatsschuld weer af te bouwen, om het economisch herstel niet te belemmeren. D66 wil af van de „status aparte” die de zorg heeft in de begrotingssystematiek, waardoor de zorguitgaven in de raming harder stijgen dan andere uitgaven. „Terwijl de indruk bestaat dat op de zorg vaak wordt bezuinigd, is het tegendeel waar: de uitgaven aan zorg stijgen juist het hardst.”
GroenLinks wil de financiële sector vergroenen. Dat wil zeggen: banken, pensioenfondsen en vermogensbeheerders moeten inzichtelijk maken welke klimaat- en biodiversiteitsrisico’s ze op hun balans hebben en hoe ze van plan zijn om deze te verkleinen. De komende tien jaar wil de partij „stapsgewijs” de wereldwijde financiering verbieden van nieuwe ‘fossiele’ activiteiten (zoals oliewinning) door Nederlandse financiële partijen. De buffereisen voor banken met veel risico’s worden verhoogd. De financiering van nieuwe kolencentrales is vanaf 2022 niet meer toegestaan.
Denk wil „een actieve herverdelingspolitiek”. De vier schijven van de inkomstenbelasting komen terug. Exorbitante salarissen worden belast. Het toeslagenstelsel wordt hervormd. Er moet een „basisbehoeftentoeslag” komen die de andere toeslagen vervangt. Het lage btw-tarief moet omlaag. Hoge vermogens moeten zwaarder worden belast. Denk wil de hypotheekrenteaftrek „versneld en verregaand ontmantelen voor dure woningen”. Gemeenten moeten de mogelijkheid krijgen om bij de onroerendezaakbelasting (ozb) de sterkste schouders de zwaarste lasten te laten dragen. Er moet een speculantenbelasting komen bij de verkoop van woningen. Denk wil een hogere winstbelasting voor grote bedrijven, het mkb moet juist minder belasting betalen. Denk wil een extra belasting op grote farmaceutische bedrijven. Belastingontwijking en ontduiking moeten „snoeihard” aangepakt. Het belastingvoordeel voor expats verdwijnt. De belasting op gas en elektriciteit moet omhoog voor bedrijven die grootverbruiker zijn.
50Plus wil „het belastingstelsel drastisch vereenvoudigen”. Het programma geeft geen toelichting hoe. De partij wil „discriminerende belastingmaatregelen voor ouderen” terugdraaien. 50Plus wil dat de komende vier jaar lokale en provinciale belastingen maximaal stijgen met de inflatie. 50PLUS wil dat bij de waterzuiveringsbelasting het daadwerkelijke waterverbruik of het feitelijk aantal personen in het huishouden als uitgangspunt wordt genomen.
FVD wil lagere belastingen en een grondige vereenvoudiging van het belastingen-, toeslagen- en premiestelsel. Er moet een hogere belastingvrije voet komen van 20.000 euro, en een lage vlaktaks „met één of maximaal twee generieke en zo laag mogelijke belastingtarieven”. De partij wil de energiebelastingen sterk verlagen. De btw moet omlaag en de erf- en schenkbelasting moeten verdwijnen. De vermogensrendementsheffing voor spaarders moet voortaan op basis van het werkelijk rendement. FVD wil de accijns op autobrandstof die werd ingevoerd als het „kwartje van Kok” teruggeven. De EU mag nooit de macht krijgen belastingen te heffen. De „recentelijk ingevoerde DGA-taks” voor directeuren-grootaandeelhouders kan worden afgeschaft. „Globalistische” internetbedrijven als Amazon moeten een eerlijker belastingtarief betalen. FVD wil de fiscale regelgeving voor zzp’ers vereenvoudigen door een hogere belastingvrije voet. FVD wil geen belastingen op vliegreizen en geen overdrachtsbelasting voor starters. De kinderbijslag moet worden omgezet in een „een forse kindgebonden aftrekpost van de inkomstenbelasting, die pas in werking treedt boven de belastingvrije voet”.
JA21 vindt dat het belastingstelsel aan een grondige herziening toe is: werken moet lonen in plaats van afgestraft. Het belastingstelsel moet gezinnen ondersteunen. JA21 wil een hogere belastingvrije voet en een verlaging van de tarieven van de inkomstenbelasting. De partij wil de vermogensbelasting voor particulieren afschaffen de vrijstellingen voor schenkingen en erfbelasting verruimen. De btw-tarieven moeten worden verlaagd. Ook de brandstofaccijnzen moeten omlaag. JA21 wil de overdrachtsbelasting verlagen en afschaffen voor starters. Ook wil de partij het eigenwoningforfait afschaffen, net als de „villatax”, „een jaloeziebelasting op woningen in het hoge segment”. In ieder geval moet die belasting meegroeien met de marktprijzen, „zodat alleen de werkelijke top van de woningmarkt wordt belast”. JA21 wil „fiscaal shoppen van ondernemingen ontmoedigen”.
De Partij voor de Dieren wil de belasting op werken verlagen en de belasting op grondstoffen, vervuiling, vermogen en winst verhogen. Er moet een forse CO2-belasting komen. Hoe hoger en vuiler het energieverbruik, hoe hoger de belasting. Er moeten ook progressieve belastingen komen op waterverbruik en vliegen en belastingen op kerosine, niet-gerecycled plastic, landbouwgif en dierlijke eiwitten. De partij wil een extra vliegbelasting op privéjets. De PvdD wil het laagste tarief van de inkomstenbelasting verlagen, net als de werkgeverslasten voor kleine bedrijven. Het hoogste tarief moet naar 60 procent. De PvdD wil een negatieve inkomensbelasting als een vorm van een basisinkomen onderzoeken. Er moet een alternatief voor het toeslagenstelsel komen. De hypotheekrenteaftrek moet mogelijk blijven tot een bedrag van 350.000 euro. Daarboven moet de aftrek stapsgewijs worden afgeschaft. De overdrachtsbelasting moet (deels) worden teruggestort als kopers binnen een jaar hun huis energieneutraal maken. De belasting op grote vermogens moet fors worden verhoogd. De PvdD wil de btw op groente en fruit, het OV, cultuur en reparaties afschaffen. Automobilisten die veel rijden moeten meer belasting betalen (met een uitzondering voor mensen in dunbevolkte gebieden). De PvdD wil een belasting voor grote internetwinkelbedrijven. En een ‘databelasting’ voor (internationale) bedrijven en internetplatforms. Nederland moet belastingontwijking niet faciliteren en belastingdeals (tax rulings) openbaar maken.
De SGP wil de belastingdruk op eenverdieners verminderen, want die is nu „extreem hoog” vergeleken met tweeverdieners. De inkomens van huishoudens met één en twee kostwinners moeten gelijk behandeld worden. De SGP wil de belastingdruk op werk verlagen, en de btw op consumptie verhogen. De partij pleit voor een „drastische inperking” van de toeslagen. Toeslagen voor huur en zorg moeten zoveel mogelijk direct uitgekeerd worden aan de dienstverlenende instellingen. De SGP wil dat hoge inkomens minder kinderopvangtoeslag krijgen. De SGP wil dat middelgrote en kleine bedrijven minder belasting betalen, en multinationals meer door de „mazen in het fiscale stelsel te dichten”. De partij wil geen Europese belastingen. Grote energiegebruikers moeten zwaarder worden belast (hogere ODE-heffing). De SGP wil een verpakkingenbelasting en de nationale vliegbelasting moet van de partij omhoog. De SGP wil de belastingaftrek bij giften verhogen. De belasting op vermogen (box 3) moet worden gebaseerd op het daadwerkelijk behaalde rendement. De SGP staat positief tegenover een versnelde afbouw of een versobering van de hypotheekrenteaftrek, want die verstoort de woningmarkt.
In het verkiezingsprogramma gaat de SP niet in op medisch-ethische kwesties.
De overheveling van de jeugdzorg naar de gemeenten heeft de zorg toegankelijker gemaakt, maar ook veel duurder, aldus het CDA. De partij ziet „een wildgroei van nieuwe aanbieders die heel gemakkelijk veel geld verdienen aan de lichte zorg”. Ook is er sprake van een toename van jongeren in de jeugdzorg. „Hierdoor is de zwaardere zorg in de knel gekomen en kampen veel gemeenten met grote tekorten.” De partij wil met gemeenten „scherper kijken naar welke zorg echt nodig is voor jongeren” en hogere eisen stellen aan zorgaanbieders. Dyslexie-problematiek wordt overgeheveld van jeugdzorg naar onderwijs, met de budgetten die daarbij horen.
JA21 kan zich vinden in het vergroten van persoonlijke invloed in het pensioenstelsel, zoals afgesproken in het pensioenakkoord van 2019, maar wil zich ook inzetten voor een aantal verbeteringen. De overheid moet een waardevaste uitkering garanderen die minimaal is gebaseerd op de ingelegde premies plus de samengestelde rente. Dreigt de uitkering lager te worden, dan zorgt de overheid voor aanvulling tot dit niveau, bekostigd door de afdrachten aan de EU te verlagen. Het moet mogelijk worden naar een variabele pensioenleeftijd toe te werken. Zeker bij zware beroepen wegen veertig gewerkte arbeidsjaren voor JA21 zwaar bij het vaststellen van de AOW-leeftijd. Ook moet het mogelijk zijn om juist langer door te werken, of de loopbaan met deeltijdwerk af te bouwen.
JA21 is tegen een wettelijke verzekeringsplicht voor zzp’ers voor het arbeidsongeschiktheidsrisico. In de eerste maanden na het verlies van een baan wordt de WW-uitkering hoger: 90 in plaats van 75 procent van het laatstverdiende loon.
Het wordt voor werkgevers in het mkb makkelijker om werknemers te ontslaan. Werkgevers hoeven hun zieke personeel ook aanzienlijk korter door te betalen dan de huidige twee jaar. Daarbij geldt de regel: hoe kleiner het mkb-bedrijf, hoe korter de doorbetalingsverplichting. JA21 wil de Wet DBA, die de aanpak van schijnzelfstandigheid regelt, afschaffen. Wel wil de partij een verplicht veronderstelde dienstbetrekking voor zzp’ers met een laag tarief.
50Plus wil dat het koopkrachtverlies van gepensioneerden wordt ingehaald. Zo komt er in de AOW een jaarlijkse vakantieuitkering (8 procent) en dertiende maand. Pensioenfondsen moeten de pensioenen weer verhogen en herstelbetalingen doen voor onnodig gemiste indexatie sinds 2008. Pensioenfondsen mogen geen pensioenen meer verlagen. En er komt een hogere rekenrente. Wie 65 jaar is krijgt een volledige AOW-uitkering. Wie langer doorwerkt krijgt recht op een volledige arbeidskorting. De AOW gaat omhoog doordat deze meestijgt met het minimumloon, dat 50Plus wil verhogen. Daarna blijft deze uitkering welvaartsvast. AOW’ers die recht hebben op aanvullende inkomensondersteuning krijgen dat voortaan automatisch, zonder aanvraag te hoeven doen.
50Plus wil dat de kinderopvang gratis wordt om iedereen aan het arbeidsproces te laten deelnemen. De koppeling tussen uitkeringen en lonen blijft gehandhaafd.
50Plus wil een structurele verhoging van het minimumloon. Leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt moet worden tegengegaan.
Het pensioenbewustzijn bij zzp’ers moet vergroot worden, vindt Denk. Daarnaast moet het fiscaal aantrekkelijker worden om voor je eigen pensioen te sparen.
Denk wil dat er voor zzp’ers een verplichte verzekering voor arbeidsongeschiktheid komt, waarbij de overheid ervoor zorgt dat die betaalbaar is. De kinderopvangtoeslag wordt verhoogd.
Denk wil dat er een diversiteitsquotum van 10 procent komt om meer mensen met een migrantenachtergrond in de top van grote ondernemingen te krijgen. Met loksollicitaties wordt gecontroleerd op discriminatie bij werving. Beloningsstructuren bij bedrijven en organisaties moeten transparant gemaakt worden. Daarnaast moet er een voorlichtingsportaal komen over salarisonderhandelingen. Het betaald zorgverlof wordt uitgebreid naar twaalf weken met uitbetaling van 70 procent van het loon. Het betaald partnerverlof wordt uitgebreid met acht extra dagen. De mkb-winstvrijstelling, het fiscale voordeel waarvan ook zelfstandig ondernemers gebruik kunnen maken, wordt verhoogd. Voor werkgevers met minder dan tien personeelsleden wordt de plicht om zieke werknemers door te betalen opgevangen met een collectieve regeling.
De Partij voor de Dieren wil dat de AOW-uitkering omhoog gaat. Wie veertig jaar gewerkt heeft, krijgt vanaf 65 jaar AOW. Wie een uitkering heeft op 65-jarige leeftijd, krijgt vanaf dan AOW. Het wordt mogelijk te kiezen voor een lagere AOW-leeftijd in ruil voor een evenredig aangepaste AOW-uitkering. Pensioenfondsen trekken zich zo snel mogelijk volledig terug uit de bio-industrie en fossiele industrie. Werknemers krijgen meer vrijheid om keuzes te maken in hun pensioenopbouw. Zo kunnen ze bijvoorbeeld hun pensioen onderbrengen bij een groen investeringsfonds als dat bij hun huidige pensioenfonds niet mogelijk is. Ook kunnen zij kiezen voor een flexibele pensioenleeftijd of een deeltijdpensioen. De sollicitatieplicht voor 60-plussers wordt afgeschaft en daarvoor in de plaats kan er vrijwilligerswerk, kinderopvang of mantelzorg worden verricht.
De Partij voor de Dieren wil dat het voor werkzoekenden makkelijker wordt om vrijwilligerswerk en stages te doen, ook als dat werk niet direct op terugkeer naar de arbeidsmarkt is gericht. Zzp’ers krijgen toegang tot een (collectieve) arbeidsongeschiktheids- en pensioenverzekering. De AOW, Wajong en de bijstand gaan omhoog, omdat zij meestijgen met de verhoging van het minimumloon. Er komt een nieuw type sociale werkvoorziening. Daarmee kunnen alle mensen met een arbeidsbeperking dicht bij huis betekenisvol werk doen, met voldoende begeleiding en voor een fatsoenlijk loon. De versobering van het vangnet voor jongeren met een beperking (de Wajong) wordt teruggedraaid. Zo lang er nog geen alternatief is voor de toeslagen, wordt de kinderbijslag afhankelijk gemaakt van het inkomen van de ouders. Kinderopvang wordt gratis voor vier dagen in de week.
De Partij voor de Dieren pleit voor een groot omscholingsprogramma voor beroepen waar in de toekomst minder behoefte aan is, zoals de luchtvaart- en de vleessector. De veelheid aan contractvormen wordt ingeperkt. Alleen het arbeidscontract voor regulier werk, het uitzendcontract (bij ziekte of grote drukte) en het zelfstandig ondernemerschap blijven over. Het minimumloon gaat omhoog naar 14 euro per uur. De AOW, Wajong en bijstand stijgen mee. De lonen in de publieke sector worden fors verhoogd. Er komt een landelijk fonds voor de flexwerkers van platformbedrijven. Daaruit worden de premies (pensioenen, arbeidsongeschiktheid) van flexwerkers betaald. Het fonds wordt grotendeels door platformbedrijven gevuld en het Rijk legt geld bij. De verlofregeling voor ouders wordt verruimd van negen weken deels betaald naar drie maanden volledig betaald. In grote bedrijven krijgen werknemers meer zeggenschap over belangrijke beslissingen, zoals fusies en de verdeling van de winst.
De SGP wil het aanvullend pensioen beter laten aansluiten op de schommelingen in de economie. Individuele pensioenpotten moeten mogelijk zijn. Wel moet het geld collectief belegd blijven worden en moeten de risico’s rond levensverwachting en arbeidsongeschiktheid gedeeld blijven worden. Als de koopkracht van ouderen met een klein aanvullend pensioen te veel uit de pas dreigt te lopen, moeten zij compensatie krijgen. Mensen met een zwaar beroep moeten eerder kunnen stoppen met werken. Zzp’ers die willen deelnemen aan een collectieve pensioenregeling moeten daar de ruimte voor krijgen, maar er niet toe verplicht worden. Voor wie langer wil doorwerken moet het mogelijk zijn de AOW-uitkering drie jaar later te laten in gaan, waarbij de uitkeringen in latere jaren stijgen. Het nabestaandenpensioen is nog te complex. Nabestaanden moeten meer bescherming krijgen, en inzicht krijgen in hun opgebouwde rechten.
Wat de SGP betreft worden alleenstaande ouders in de bijstand tot de leerplichtige leeftijd van hun kind niet verplicht om te solliciteren. Wél moeten die ouders zich voorbereiden op werk, bijvoorbeeld met scholing. Voor wie wel kan werken, maar dat niet wil, vervalt het recht op bijstand. Lokaal maatwerk is onwenselijk. De SGP wil meer geld voor de opsporing van uitkeringsfraude en handhaving. Uitkeringsgerechtigden moeten genoeg ruimte krijgen om mantelzorg te verrichten. Zzp’ers die zelf het risico op arbeidsongeschiktheid hebben afgedekt, wordt geen verzekeringsplicht opgelegd. Wie wel zo’n verzekering wil, moet daar de ruimte voor hebben. Een mogelijkheid is een verplichte verzekering die alleen het risico op volledige en blijvende arbeidsongeschiktheid verzekert, of een brede basisverzekering voor álle werkenden. Het UWV krijgt meer budget voor persoonlijke begeleiding van uitkeringsgerechtigden. De WW-uitkering wordt ingekort van twee naar één jaar. Deze begint in de eerste maand hoger dan nu, en wordt daarna langzaam lager.
De SGP wil dat vaste contracten aantrekkelijker worden voor werkgevers. Bij een vast contract hoeft alleen nog een vast aantal arbeidsuren te worden afgesproken per kwartaal. Zo houdt de werkgever flexibiliteit. De periode dat werkgevers ziek personeel moeten blijven betalen moet veel korter, te beginnen met een inkorting van twee naar één jaar. Het belastingvoordeel van zzp’ers wordt minder groot, maar er blijft een vorm van fiscale aftrek voor hen bestaan, vooral voor starters. Werknemers krijgen het recht om iedere week, bijvoorbeeld op zondag, ten minste 24 uur aaneengesloten onbereikbaar te zijn. Er komt een wettelijk, collectief gefinancierd recht op betaald rouwverlof van een week. Werkgevers mogen oudere werknemers in het eerste jaar in dienst nemen tegen betaling van het minimumloon, zonder werkgeverslasten te hoeven betalen. Maar alleen als zij na een jaar een vast dienstverband tegen cao-loon garanderen.
De VVD maakt zich zorgen over toename van het aantal mensen met problematische schulden. „Grote bedrijven bieden te makkelijk producten aan via flexibele financieringsvormen, terwijl zij weten dat een gedeelte van hun klanten dit eigenlijk niet kan betalen. Er ontstaan ook problemen door grote (terug)vorderingen van de overheid, bijvoorbeeld als er te veel toeslagen zijn uitbetaald.” De VVD wil dat schuldhulpverleners wettelijk de mogelijkheid krijgen om een schuldsituatie twee maanden te bevriezen, om verdere escalatie te voorkomen. Mensen moeten sneller uit de problemen worden gehaald, door een schuldregeling zonder voorafgaande goedkeuring van een rechter en als tweederde van de schuldeisers akkoord gaat. Kleine schuldeisers krijgen compensatie als zij door zulke afspraken in de problemen komen. De betaling van kinderalimentatie krijgt voorrang op de aflossing van schulden.
50Plus wil dat mensen onder de armoedegrens „extra gesteund” worden. De schuldhulpverlening moet worden verbeterd. De huidige ‘kostendelersnorm’ wordt afgeschaft: zo wordt het mogelijk om een woning met (mantelzorg behoevende) ouders of dak- en thuisloze familieleden of vrienden te delen, zonder dat dit meteen gevolgen heeft voor de eigen bijstandsuitkering.
Over armoede, schulden of daklozen zegt de PVV niets in het verkiezingsprogramma. Schulden komen kort voorbij in een paragraaf over herinvoering van de studiebeurs. „De PVV is altijd tegen het leenstelsel geweest. Het is onaanvaardbaar om studenten voor een groot deel van hun leven op te zadelen met schulden.”
De Partij voor de Dieren constateert dat veel Nederlanders moeite hebben om „het hoofd boven water te houden”, terwijl anderen steeds rijker worden. „In Nederland leven ruim een miljoen mensen onder de armoedegrens, terwijl één procent van de Nederlanders bijna een kwart van al het vermogen in handen heeft.” De partij vindt dat de overheid „een sociaal minimum” moet garanderen. De huren worden de komende jaren niet verhoogd. Mensen in hetzelfde huishouden hebben recht op een bijstandsuitkering - de ‘kostendelersnorm’ komt te vervallen. In elke gemeente komen voldoende gratis slaapplaatsen, ook voor dak- of thuislozen die zelfredzaam zijn. Bij slecht weer en kou mag een huisdier nooit een weigeringsgrond vormen voor opvang van de dakloze.
„De beste remedie tegen armoede is werk”, schrijft Forum voor Democratie in het verkiezingsprogramma. „Een inkomen zorgt voor zelfredzaamheid, de mogelijkheid een toekomst op te bouwen en het stelt mensen in staat eigen keuzes te maken.” Met wie dat niet lukt, wil FVD solidair zijn. „Er moet een betere koppeling zijn tussen inkomsten, kredietwaardigheid en schuld om te zorgen dat schulden niet eeuwig kunnen oplopen door woekerrentes of boetebedingen.” Tegelijkertijd moet misbruik van sociale zekerheid worden voorkomen. „De bijstandsuitkering moet een vangnet zijn – geen hangmat.” Het huidige belasting- en toeslagenstelsel is een „armoedeval” die mensen in uitkeringen houdt, aldus de partij.
Denk wil meer middelen voor het armoede- en schuldenbeleid, specifiek om kinderarmoede tegen te gaan. Dat laatste is een „grote prioriteit” voor de partij. Binnen dat schuldenbeleid „wordt sociaal incasseren de norm en vroegsignalering een kernpunt”. Malafide incassebureaus worden aangepakt. Denk signaleert ook dat het aantal dak- en thuislozen in de afgelopen tien jaar is verdubbeld, onder meer door langere wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg. De partij pleit voor betere maatschappelijke opvang, gefinancierd door het Rijk, gemeenten en zorgverzekeraars. Voor thuis- en daklozen is een „stabiele mix” nodig van wonen, zorg en dagbesteding. In tijden van crisis moet de preventie van dakloosheid extra aandacht krijgen.
De SGP vindt dat de aanpak van armoede en schulden meer coulantie vergt. Zo moet de financiële ondersteuning vanuit kerken en maatschappelijke organisaties „niet direct en volledig verrekend worden met de uitkering”. Dat kwetsbare mensen door de regels soms juist dieper in de schulden raken, is onwenselijk. De SGP pleit voor een „actieve opstelling” van gemeenten, zonder burgers te ontslaan van hun eigen verantwoordelijkheid. Zo moet de overheid „terughoudend omgaan” met boetes bij te laat betalen van bijvoorbeeld verkeersboetes of inkomstenbelasting. Incassobureaus moeten geregistreerd zijn en misstanden in deze branche moeten actiever worden aangepakt. De boetebedragen die incassobureaus hanteren moeten in een redelijke verhouding staan tot de schuld en de geleverde inspanning om het bedrag te vorderen. De SGP vind dat de overheid meer moet doen om dak- en thuislozen uit de opvang te krijgen, onder meer met meer goedkope woningen en goede afspraken met zorgaanbieders over bijhorende begeleiding.
De SP wil een landelijk aanvalsplan om armoede en schulden te bestrijden en te voorkomen. Armoede onder kinderen moet zo snel mogelijk worden uitgebannen. Mensen met schulden worden voortaan beter geholpen, door een goede en toegankelijke schuldhulpverlening met één herkenbaar verwijsloket. Incassobureaus die zich misdragen verliezen hun vergunning. Deurwaarders mogen niet commercieel zijn, dit wordt een publieke taak. De maximale rente op kredieten wordt verlaagd. Voedselbanken moeten overbodig worden. De SP wijst op de verdubbeling van het aantal daklozen in tien jaar. De partij wil dat het op straat zetten van mensen met een huurschuld stopt. Zij krijgen hulp met schuldsanering. Gemeenten maken een sluitend vangnet voor de opvang van dak- en thuislozen en plekken voor begeleid wonen.
Hoewel Nederland een rijk land is, balanceren „miljoenen mensen op het randje van armoede”, aldus de PvdA. En te vaak komen ze in de greep van een systeem „dat het belang van de schuldeiser vooropstelt”. Door corona zijn veel nieuwe schulden ontstaan. De PvdA wil dat die versneld worden gesaneerd. De overheid moet daarbij ruimhartig kwijtschelden. Wie zich meldt met schuldproblemen krijgt ‘schuldenrust’: een pauze in betalingen. De kostendelersnorm verdwijnt, zodat iemand in de bijstand een ander kan helpen zonder zelf te worden gekort. Een op de negen kinderen groeit op in armoede. Gemeenten krijgen extra geld voor sport, muziekles en zwemles voor deze groep. Er komt één Rijks-incassodienst (voor alle schulden bij uitvoeringsorganisaties en gemeenten) die een sociaal incassobeleid gaat hanteren. Het doorverkopen van schulden wordt verboden. Als mensen schuldhulp accepteren kunnen ze niet het huis uit worden gezet. Om dakloosheid aan te pakken, komen er meer opvanglocaties.
JA21 heeft geen concrete plannen voor de bestrijding van armoede en schulden. De partij zegt af te willen van de „armoedeval”: als mensen de stap zetten van een uitkering naar betaald werk mogen ze er niet financieel op acheruitgaan. Armoede is volgens de partij (naast zaken als drank, drugs en inadequate opvoeding) een van de factoren die bijdragen aan „antisociaal en agressief gedrag” in achterstandswijken. Daarom is er „vroege signalering” nodig. Ook onderwijs is „een belangrijk middel om aan armoede te ontsnappen”. JA21 signaleert dat het aantal daklozen in tien jaar is verdubbeld „tot zo’n veertigduizend”. Volgens de partij laat dit zien dat er niet genoeg is gebouwd in Nederland.
D66 wil armoede en problematische schulden terugdringen en grote vermogens om een extra bijdrage vragen. Want: „Bij te grote verschillen in vermogen wordt onzekerheid erfelijk.” Geldgebrek zorgt volgens D66 voor stress, en leidt uiteindelijk tot „onvrijheid”. De komende kabinetsperiode moet het aantal mensen in armoede worden gehalveerd. D66 wil de hoogte van uitkeringen periodiek toetsen om te bepalen of mensen er daadwerkelijk van rond kunnen komen. Mensen met schulden krijgen elk jaar het wettelijk recht op een aflossingspauze van twee maanden. Er komt een centraal geleid incassobureau voor schulden bij de overheid én semioverheid. Doorlopende leningen voor luxegoederen worden ontmoedigd. De maximale wettelijk toegestane rente op kredieten, zoals creditcards en postorderkredieten, wordt structureel verlaagd. Voor daklozen moet in gemeenten „een buffer van flexibele woningen” komen. Gemeenten krijgen extra budgetten voor opvang en begeleiding.
GroenLinks wil een einde maken aan de „groeiende armoede en ongelijkheid”. „Eén op de twaalf kinderen groeit inmiddels op in armoede.” De belasting op werk wordt verlaagd en mensen met een laag en middeninkomen gaan er fors op vooruit. Het kindgebonden budget en de kinderbijslag worden samengevoegd tot één stevige inkomensafhankelijke kinderbijdrage „zodat geen kind in armoede hoeft op te groeien”. In iedere gemeente komen er meer sociale huurwoningen voor dak- en thuislozen en meer tijdelijke flexwoningen voor noodgevallen. Huisuitzettingen en afsluiting van gas, water en licht vanwege een huurachterstand worden verboden op voorwaarde dat mensen hulp accepteren.
De samenloop van het woningtekort en de armoedeproblemen heeft geleid tot een forse stijging van het aantal daklozen, stelt het CDA. De partij pleit voor „een ruimer aanbod van tijdelijke woonvormen, het ombouwen van kantoorpanden en een beperking van huisuitzettingen wegens huurschulden”. Het CDA wil het aantal kinderen dat in armoede opgroeit in vier jaar tijd halveren. Gezinnen worden geholpen met werk, gemeenten krijgen meer ruimte (en de daarbij behorende financiële middelen) voor maatwerk en de regels voor schuldeisers worden aangescherpt. Er komt een maximum voor incassokosten. Om schulden te voorkomen, worden flitskredieten geregistreerd. Buurtsportcoaches bieden laagdrempelige activiteiten voor mensen die door armoede of andere belemmeringen weinig of niet sporten of bewegen. Elke twee jaar wordt bekeken of het sociaal minimum nog toereikend is om van te leven.
D66 wil in plaats van de toeslagen ‘een negatieve inkomstenbelasting’ invoeren. Ieder huishouden krijgt die belastingkorting. Bij geen of lage inkomsten wordt deze ‘verzilverbare heffingskorting’ uitgekeerd. Huishoudens met een hoger inkomen krijgen de nieuwe korting ook; om te voorkomen dat ze veel minder belasting gaan betalen, wil D66 voor hen de tarieven van de inkomstenbelasting verhogen en aftrekposten zoals de hypotheekrenteaftrek versoberen. De kinderopvangtoeslag vervalt omdat de kinderopvang gratis wordt. D66 wil in het algemeen de inkomstenbelasting verlagen en belastingen op vervuiling en vermogen verhogen. Er komt een extra heffing van 1 procent voor vermogens hoger dan 1 miljoen euro. D66 wil dat er over grote erfenissen relatief meer belasting wordt betaald. Internationale bedrijven moeten meer belasting gaan betalen. Er moet Europees een minimum belastingniveau komen voor de winstbelasting. D66 wil allerhande groene belastingen invoeren: zo wil de partij de vrijstellingen en uitzonderingen op de water- en energiebelasting afbouwen, net als de ongelijkheid tussen groot- en kleinverbruikers van energiebelasting. De belasting op aardgas gaat omhoog ten opzichte van elektriciteit. Er moet een hogere CO2-belasting komen voor de industrie.
De PvdA wil de belastingdruk verschuiven van arbeid naar kapitaal. Er moet een hoger toptarief in de inkomstenbelasting komen van 60 procent voor mensen die meer dan 150.000 euro per jaar verdienen en een nieuwe belasting voor grote vermogens. De PvdA wil de toeslagen overbodig maken door gratis kinderopvang, een lagere zorgpremie, en huursubsidie. De schenkingsvrijstelling van een ton voor het eigen huis wil de PvdA afschaffen. De PvdA wil een hoger tarief in de vennootschapsbelasting, minder aftrekposten en een einde aan uitwijkmogelijkheden via belastingparadijzen. Internationale bedrijven moeten land voor land inzichtelijk maken waar ze actief zijn, hoeveel winst ze maken en hoeveel belasting ze betalen. Brievenbusmaatschappijen hebben op de Zuidas niets te zoeken en de trustsector wil de PvdA afschaffen. De PvdA wil een digitaks invoeren. De PvdA wil een einde aan het fiscale paradijs voor pandjesbazen. Met een „Prins Bernardbelasting” wil de PvdA ervoor zorgen dat pandjesbazen die vijf panden of meer bezitten inkomstenbelasting betalen over huurinkomsten en vermogenswinsten. Voor particulieren die een tweede woning kopen wordt de belasting verhoogd. De PvdA wil een hogere energiebelasting voor grote gebruikers en een hogere korting voor normale huishoudens. Er moet een „ambitieuze Europese CO2-belasting” komen. Ook wil de partij een verpakkingsbelasting invoeren en een kerosinebelasting.
Wie in een bepaalde levensfase financieel krap zit, moet wat D66 betreft een tijdelijke ‘premievakantie’ kunnen krijgen, om bijvoorbeeld een deel van de hypotheek af te lossen. De AOW-uitkering gaat omhoog, toeslagen worden afgeschaft en alle gepensioneerden krijgen recht op een ‘verzilverbare heffingskorting’ – ook wie nu geen recht heeft op toeslagen. Daar staat tegenover dat de AOW voor een groter deel uit belastinginkomsten zal worden betaald. Op termijn wil D66 de AOW-uitkering volledig vervangen door een verzilverbare heffingskorting die het sociaal minimum garandeert. Het moet gemakkelijker worden om na de AOW-leeftijd te blijven doorwerken voor wie dat wilt. Deelnemers krijgen meer invloed binnen hun pensioenfonds, onder meer op het beleggingsbeleid. Er moet verder onderzoek gedaan worden naar het repareren van de onvolledige AOW-opbouw van Nederlanders van Surinaamse afkomst. Ook andere mensen met een onvolledige AOW-opbouw moeten altijd een AIO-uitkering kunnen krijgen. De regels van die uitkering worden versoepeld, bijvoorbeeld door niet te controleren op vakanties.
D66 wil dat er een verzekering komt tegen arbeidsongeschiktheid waar alle werkenden, ook zelfstandigen, aan meedoen. De WW wordt in de eerste maanden na het ontslag hoger en in latere maanden lager, om mensen te stimuleren snel een nieuwe baan te zoeken. Ook wordt er geïnvesteerd in scholing en begeleiding van mensen in de WW. Gemeenten krijgen meer vrijheid om in de Participatiewet maatwerk te bieden. Bijstandsgerechtigden mogen tijdelijk tot het minimumloon bijverdienen naast hun uitkering, zodat ze via deeltijdwerk de stap naar een reguliere baan kunnen zetten. Ook moet het makkelijker worden om met een bijstandsuitkering een opleiding te volgen of vrijwilligerswerk te doen, als de kans op een duurzame baan daarmee groter wordt. Voor mensen die niet in een reguliere baan aan de slag kunnen, komen er ‘basisbanen’, een variant op de oude melkertbanen. Daarnaast wil D66 meer beschutte werkplekken en een versterking van de sociale werkvoorziening.
D66 wil voor flexwerkers een opslag op het minimumloon, zodat zij meer verdienen dan mensen met een vast contract. De partij wil het aantrekkelijk maken om mensen in dienst te nemen. Kleine en middelgrote werkgevers hoeven hun zieke personeel niet meer twee, maar één jaar loon door te betalen. Het tweede jaar wordt collectief verzekerd. Zelfstandigen krijgen meer mogelijkheden om collectief over hun tarief te onderhandelen. Het minimumloon wordt minstens 10 procent verhoogd. De daaraan gekoppelde uitkeringen, zoals de bijstand en de AOW, stijgen deels mee. Het lagere minimumjeugdloon wordt afgeschaft voor iedereen vanaf 18 jaar. Er moet meer aandacht komen voor (om-)scholing van werkenden, onder meer middels een individueel ‘ontwikkelbudget’. Het recht op onbereikbaarheid buiten werktijden moet beter verankerd worden. In de Sociaal-Economische Raad, moeten naast werkgevers en vakbonden ook zelfstandigen een plek aan tafel krijgen.
De woorden data of tech komen niet voor in het 50Plus-verkiezingsprogramma. De partij noemt het in een andere context wel van „groot belang” dat patiënten-/cliëntendossiers toegankelijk zijn voor alle betrokken zorgaanbieders. „Ondanks alle inzet is de inzage nog veel te beperkt, terwijl de noodzaak om relevante informatie te delen alleen maar groter wordt.”
Over data en techbedrijven staat niets in het Denk-verkiezingsprogramma.
Over data en techbedrijven staat niets in het PVV-verkiezingsprogramma
De Partij voor de Dieren wil een ‘databelasting’ voor (internationale) bedrijven en internetplatforms. De macht van grote techbedrijven vindt de partij zeer zorgwekkend. „Identiteitsfraude ligt op de loer en multinationals doen er alles aan om ons (koop)gedrag en onze mening te beïnvloeden.” Data kunnen niet worden verkocht zonder „expliciete toestemming”. Nederlandse data worden zoveel mogelijk opgeslagen in Nederland, zodat deze niet vallen onder Amerikaanse of Chinese wetgeving. Studenten mogen weigeren ‘meekijksoftware’ te installeren op hun computer voor het maken van tentamens. Voor thuiswerkers wordt zulke software helemaal verboden.

Inzet van cameratoezicht mag alleen tijdelijk, in een door de rechter aangewezen risicogebied. Camera’s met gezichtsherkenning worden niet toegestaan. Systemen die de privacy niet kunnen waarborgen worden afgeschaft of aangepast, zoals de landelijke elektronische patiëntendossiers. Al het beleid op het gebied van aftappen, verzamelen en opslaan van gegevens van burgers wordt scherp herzien in het belang van de privacy. De Sleepwet wordt ingetrokken en er komt een nieuwe privacy-vriendelijke Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv).

De SGP wil toe naar zoveel mogelijk ‘individueel eigenaarschap’ van data. Eén ministerie moet coördinerend zijn voor het thema digitalisering en daarin „een aansturende rol” spelen. „Het gebeurt nu nog te vaak dat projecten heen en weer geschoven worden tussen departementen en op een dood spoor belanden.” Nederland moet de kansen pakken die digitale technologie biedt. Maar weerbaarheid tegen „digitale ontwrichting en bescherming van de publieke kern van het internet” is even belangrijk. Nederland moet (inter)nationale afspraken bevorderen over datavergaring, al moet wat ‘nepnieuws’ is, niet worden bepaald in ‘Brussel’. Ook nationale overheden moeten echter zeer terughoudend zijn „om onwelgevallig nieuws zomaar tot nepnieuws te bestempelen”.
GroenLinks vindt dat er een nationaal coördinator dataverzameling moet komen. De capaciteit van de Autoriteit Persoonsgegevens moet worden vergroot „om onze privacy te beschermen en illegale datahandel te bestrijden”. Dat grote media- en techbedrijven „grof geld” verdienen met data moet stoppen. GroenLinks wil daarom „een Europees verbod op de handel in persoonsgegevens”. Datawetgeving moet gebaseerd zijn op ‘opt-in’ in plaats van ‘opt-out’. Er komen vanuit de overheid duidelijke richtlijnen voor en toezicht op de inzet van filters. Algoritmen voor gedragsvoorspelling en besluitvorming in zowel de private als de publieke sector zijn transparant en worden getoetst op discriminerende vooroordelen. De overheid mag dergelijke technologieën niet toepassen voordat daar een duidelijk wettelijk kader voor is. Automatische verzameling van biometrische gegevens in de openbare ruimte, bijvoorbeeld door gezichtsherkenning, wordt niet toegestaan.
Volgens Forum voor Democratie „bepaalt een beperkt aantal steenrijke Big Tech bedrijven nu als het ware de inhoud van de publieke informatieruimte en het opinieklimaat”. De partij is vooral bezorgd op de censuur die deze bedrijven kunnen toepassen, ook als „een uiting niet wettelijk strafbaar is”. Dat mag wat betreft FVD niet langer.

FVD wil de burger „baas laten zijn” over de eigen data en pleit voor „minimale dataverzamelingen door de overheid en Big Tech-bedrijven”. Volgen FVD worden bestaande regels niet goed gehandhaafd door de Autoriteit Persoonsgegevens en maken Europese dataregels het voor ondernemers „extreem moeilijk” om aan „klantenbinding” te doen. De partij maakt zich zorgen over massasurveillance. Inlichtingendiensten kunnen jihadistische groepen ook in de gaten houden zonder dat de privacy van „gewone Nederlanders” in het geding te komt. FVD wil de zogenoemde Sleepwet intrekken.

De ChristenUnie wil dat er een keurmerk komt voor „veilige slimme algoritmes, die de privacy en digitale veiligheid respecteren en niet onbegrensd data hamsteren en combineren”. Voor consumenten moet er het „recht op een schone data-lei” komen: een duidelijke plek waar ze een verzoek kunnen indienen om persoonlijke gegevens te laten verwijderen. Voor digitale producten die zich specifiek op kinderen richten komen er extra strenge eisen, inclusief verkorting van de bewaartermijn. Techbedrijven moeten gaan betalen voor het gebruik van persoonlijke data. Als ze dominant zijn, moeten ze data delen. Bij machtsmisbruik kunnen ze worden opgesplitst. Data van Europeanen wordt opgeslagen in Europa, zodat de Europese privacyregels van toepassing blijven. Techbedrijven gaan belasting betalen waar ze daadwerkelijk klanten hebben.
De PvdA wil de samenleving minder afhankelijk maken van ‘Big Tech’. Dataverzameling „die puur is bedoeld voor advertenties” wordt gestopt. Alle digitale gepersonaliseerde advertenties worden verboden, de verkoop van persoonsdata wordt aangepakt en het ‘recht op vergetelheid’ wordt actief uitgedragen. Digitale bedrijven betalen eerlijk belasting. Via de EU worden al te grote techbedrijven opgebroken: de overname van Whatsapp door Facebook wordt terugggedraaid. Communicatie moet behalve binnen apps ook tussen apps mogelijk worden, zodat je niet meteen Whatsapp hoeft te downloaden als je mee wilt doen aan de buurt-app.
„Anders dan bij big tech wordt verondersteld”, vindt JA21 dat mensen zelf de eigenaar zijn van hun data. Bedrijven moeten ervoor zorgen dat burgers „met één druk op de knop” hun persoonlijke gegevens kunnen verwijderen. JA21 maakt zich zorgen over de „alsmaar toenemende polarisatie met steeds heftigere demonstraties en geweld” door het gebruik van algoritmes „waarbij gebruikers steeds extremere content voorgeschoteld krijgen, omdat dat is wat gebruikers bindt”. Volgens de partij moet het voeden van algoritmes met persoonlijke data mogelijk worden beperkt. Dat sociale online platformen nu zelf kunnen „censureren” vindt de partij zorgelijk. Dat is aan de rechter. „Van een commercieel platform kan niet worden verwacht dat het rechtspreekt op een evenwichtige en objectieve manier zoals onze rechters dat kunnen aan de hand van een door de eeuwen heen zorgvuldig en gebalanceerd opgebouwde wetgeving en jarenlange opleiding en ervaring.”
D66 wil „tegenmacht” organiseren richting grote, machtige techbedrijven die „als poortwachter bepalen welke informatie of producten van ondernemers mensen wel of niet te zien krijgen”. Idealiter gebeurt dat op Europees niveau, maar dat hoeft niet: een kopgroep van EU-landen kan hier al mee aan de slag gaan. De partij vindt dat techbedrijven eerlijk belasting moeten gaan betalen in alle Europese landen waar ze ondernemen. Cruciale techbedrijven moeten een onafhankelijke redactie instellen en openbaar en transparant uitleggen welke keuzes hun algoritmen maken en hoe. Techbedrijven kunnen bij machtsmisbruik worden beboet, opgesplitst of worden verplicht om data te delen, met kleinere spelers. „De macht van Big Tech, Big Pharma en andere grote ondernemingen mag nooit ten koste gaan van fundamentele rechten als individuele vrijheid, democratie of de volksgezondheid.” De opslag en verwerking van data van Europese burgers in de VS is vooralsnog onveilig en moet na een redelijke overgangsperiode helemaal worden gestopt. Het gebruik door de overheid van algoritmes bij ethisch gevoelige kwesties (fraudeopsporing) moet altijd „een menselijke component” bevatten.
Als het om data gaat moet er volgens het CDA een balans worden gevonden: voor het gebruik van informatietechnologie moeten er ethische en juridische normen komen, maar zulke privacyregels mogen noodzakelijke maatregelen omtrent veiligheid en gezondheid niet in de weg staan. De partij denkt daarbij bijvoorbeeld aan wenselijke innovatie en digitalisering in de zorg. In Europees verband wordt wat de partij betreft vastgelegd dat je zelf eigenaar bent en blijft van je eigen persoonsgegevens. De Grondwet wordt uitgebreid met digitale grondrechten. De macht van techreuzen en platforms als Google, Amazon en Facebook is te groot. Er moet daarom „een stevige Europese aanpak” komen om dit te corrigeren. In het uiterste geval is opsplitsing ook mogelijk. Het CDA wil „actief voorkomen” dat grote digitale (tech)bedrijven „makelaars in persoonlijke medische gegevens” worden.
De PvdA wil dat pensioen na 45 jaar werken mogelijk wordt. En dat het voor werkgevers en werknemers mogelijk blijft om samen een vroegpensioenregeling af te spreken. De boeteheffing (RVU-heffing) die nog deels toegepast wordt, wordt afgeschaft. De PvdA steunt de doelen van het pensioenakkoord van 2019, maar blijft kritisch op de uitwerking. Tot de invoering van het nieuwe stelsel moeten onnodige pensioenverlagingen voorkomen worden. De AOW gaat omhoog doordat die meestijgt met de verhoging van het minimumloon. Jonge werknemers moeten vanaf hun eerste werkdag pensioen opbouwen. Er komt een landelijk generatiepact waarmee ouderen de gelegenheid krijgen om minder te gaan werken.
De PvdA wil dat alle werkenden, ook zelfstandigen, worden verplicht om aanvullend pensioen op te bouwen en zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Opdrachtgevers van zelfstandigen moeten daaraan meebetalen. De bijstandsuitkering en AOW gaan omhoog, omdat de PvdA die laat meestijgen met het minimumloon. Zo wil de partij het huidige toeslagenstelsel overbodig maken. Om diezelfde reden wordt de zorgpremie verlaagd en wil de partij een nieuwe huursubsidie introduceren. Voor wie zijn of haar baan verliest komt er een ‘werkgarantie’. Er komt een speciaal budget voor scholing in de WW, vooral gericht op langdurig werklozen. Er komen ‘basisbanen’, een variant op de oude melkertbanen, voor wie nog ongewild aan de kant staat. Gemeenten mogen experimenteren met het basisinkomen. Wie deels vanuit een uitkering aan het werk gaat, moet er altijd financieel op vooruit gaan. De sociale werkbedrijven blijven open en worden ontwikkelbedrijven. De kortdurende WW wordt verlengd van drie naar zes maanden. De hogere premie die daarvoor nodig is komt voor rekening van bedrijven met veel flexwerkers.
De PvdA wil een einde maken aan de veelheid van contractvormen. Het uitgangspunt is loondienst. Alleen voor tijdelijk, moeilijk te voorspellen werk mag een uitzendkracht worden ingehuurd. Een zzp’er mag door werkgevers alleen worden ingehuurd voor taken die bijzondere kennis vereisen. Het wordt voor werkgevers aantrekkelijker om mensen in vaste dienst te nemen, zonder aan het ontslagrecht te tornen. Bedrijven die hun mensen niet in vaste dienst nemen worden extra belast. Het minimumloon wordt stapsgewijs verhoogd naar 14 euro per uur. Het lagere minimumjeugdloon wordt afgeschaft voor iedereen vanaf 18 jaar. In de wet wordt vastgelegd dat lonen meestijgen met de groei van de economie. Alle werkenden krijgen vouchers om zichzelf bij- of om te scholen. Om de twee jaar krijgt iedere werkende een loopbaangesprek met een onafhankelijke partij zoals het UWV of de vakbond. Iedere werknemer krijgt een wettelijk recht op onbereikbaarheid buiten werktijd.
Over de bevingsschade in Groningen staat niets in het verkiezingsprogramma van 50Plus.
Over de bevingsschade in Groningen staat niets in het verkiezingsprogramma van Denk.
Het CDA wil dat er een recht op deeltijdpensioen komt, waarmee je vanaf vijf jaar voor de AOW-leeftijd minder kunt gaan werken. Werknemers en werkgevers maken hierover per sector afspraken in de eigen cao. Het CDA steunt het nieuwe pensioencontract, dat is afgesproken in het pensioenakkoord tussen het kabinet-Rutte III, werkgevers en vakbonden. In de overgangsperiode wil de partij dat pensioenverlagingen zoveel mogelijk worden voorkomen. Bij de overgang op het nieuwe pensioencontract moeten de belangen van alle deelnemers, inclusief gepensioneerden, goed worden beschermd. Het pensioenstelsel blijft een nationale verantwoordelijkheid en wordt tegen lage kosten uitgevoerd. Het CDA blijft aandringen op een goede regeling voor het nabestaandenpensioen en het arbeidsongeschiktheidspensioen. Voor zelfstandigen moet het eenvoudiger en vanzelfsprekender worden om een aanvullend pensioen op te bouwen.
Het CDA wil dat er een basisverzekering komt voor arbeidsongeschiktheid waar alle werkenden, ook zelfstandigen, aan meedoen. Het CDA wil laten onderzoeken of de sociale zekerheid nog genoeg bestaanszekerheid en perspectief biedt voor wie langdurig is aangewezen op een uitkering. Er wordt een deeltijd-WW uitgewerkt zodat bij een volgende economische tegenslag bedrijven geholpen kunnen worden om zoveel mogelijk banen te behouden. De partij ziet de basisbaan, een variant op de oude melkertbanen, als een kans voor mensen die al lang in de bijstand zitten en zelf geen werk vinden. De sociale werkvoorziening moet terugkomen in de vorm van sociaal ontwikkelbedrijven voor mensen die meer begeleiding nodig hebben bij eenvoudig werk.
Het CDA ziet het vaste dienstverband als de norm en wil het duurder maken om mensen op flexibele contracten of als zelfstandig ondernemer in te huren. De drempel om personeel in dienst te nemen wordt verlaagd. Werkgever, allereerst mkb’ers, hoeven hun zieke werknemers niet meer twee, maar één jaar door te betalen. En er komt een eenvoudiger regeling voor ontslagvergoedingen. Mensen met het minimumloon moeten er op vooruitgaan. „We kunnen dat bereiken door gerichte lastenverlichting, een verhoging van het minimumloon of een combinatie van ingrepen.” (In de conceptversie van het programma werd nog gepleit voor een verhoging van het minimumloon met 10 procent voor een veertigurige werkweek, maar dat is geschrapt). Met extra handhaving en regulering moet de platformeconomie een gezonde bedrijfstak worden. Er komt een stelsel van leerrechten, waarmee werkenden en werklozen hun kennis en vaardigheden op peil kunnen houden en zich kunnen laten omscholen. Werkenden kunnen op ieder moment met behulp van een kennis-APK online persoonlijk advies krijgen over kansen om zich verder te ontwikkelen.
Forum voor Democratie vindt dat het aardgasverbod van tafel moet. De partij wil „volledige en ruimhartige compensatie” voor getroffenen. Maar de winning „moet worden voortgezet”. Plannen om woningen van het aardgas af te halen zijn „peperduur en ridicuul”. FVD wil dat „een aanzienlijk deel” van de aardgasbaten wordt gebruikt om direct in de regio te investeren.
De PVV wil niet dat (nieuwbouw-)woningen van het gas worden gehaald. „Gas komt niet langer uit Groningen, maar halen we uit de bodem van de Noordzee en importeren we uit landen als Noorwegen, Engeland etc. – zoals nu al gebeurt.” Over compensatie voor Groningers staat niets in het verkiezingsprogramma.
De Partij voor de Dieren wil dat de inspectie, versterking en afhandeling van schade aan woningen in Groningen prioriteit krijgt. Schade wordt „vlot afgehandeld” om een einde te maken aan jaren van onzekerheid voor de Groningers. De overheid houdt zich aan de afspraak dat de gaskraan in Groningen in 2022 dichtgaat.
De VVD wil de gaswinning in Groningen afbouwen en doorgaan met het importeren van buitenlands gas. Dit gas is nodig voor een betrouwbare energievoorziening, aldus de partij. Groningen krijgt een belangrijke rol binnen de waterstofeconomie. Over de afhandeling van de bevingsschade stond in een eerdere conceptversie van het verkiezingsprogramma niets. In de definitieve versie schrijft de VVD dat Groningers recht hebben op „snelle en rechtvaardige afhandeling van schade”. Ook is „afbouwen van gaswinning” veranderd in „zo snel mogelijk volledig afbouwen van de gaswinning”.
De SGP wil de gaswinning in Groningen snel afbouwen, maar gas blijft wel een belangrijke, schone brandstof. Daarom moet nu de winning uit de kleine gasvelden „ondersteund worden”, aldus de partij. „Natuurlijk zonder nieuwe aardbevingsrisico’s te creëren.” Groningers mogen niet „aan hun lot” worden overgelaten. Het Rijk moet de bestuurlijke chaos rond schadeafhandeling en versterking van gebouwen aanpakken, vindt de SGP. „Bewoners zijn te vaak het kind van de rekening. Dat schaadt het vertrouwen in de rijksoverheid.”
De PvdA vindt dat Groningers „een doorbraak” verdienen in het bevingsdossier. De partij schets een crisisaanpak in vier delen. Er komt allereerst een Herstelwet Groningen, waarmee vernieuwingsprojecten kunnen worden uitgevoerd, in combinatie met het herstel van de schade. Er komt ook een Herstelfonds van 10 miljard euro waaruit ook waardedaling wordt vergoed. Er worden daarbovenop extra investeringen gedaan in sociale en economische projecten in de regio. En tot slot: er komt een breed opgezette parlementaire enquête naar de rol van oliebedrijven, overheid, toezichthouder en politiek in het aardgasdossier vanaf 1960.
JA21 vindt dat de door Groningers geleden schade „snel en ruimhartig” moet worden afgehandeld. De partij respecteert het besluit dat er na 2022 niet meer geboord wordt in Groningen. „Wel blijven een aantal locaties stand-by voor noodsituaties als extreme kou of problemen met gasimport uit het buitenland.”
D66 wil de gaswinning afbouwen „naar nul” in 2022, snel 26.000 woningen laten inspecteren en duizenden woningen versterken. „Er mogen geen grote verschillen ontstaan binnen wijken door een nieuwe versterkingsnorm. Herstel moet laagdrempelig toegankelijk en snel zijn, zodat schade binnen een half jaar na inspectie is verholpen.” Groningen wordt het Europees kenniscentrum voor waterstof. Zo kan Groningen Nederland voorzien van duurzame warmte en elektriciteit en krijgt Noord-Nederland een duurzaam economisch perspectief.
GroenLinks wil „voldoende geld” vrijmaken voor het repareren en versterken van woningen in het aardgasgebied in Groningen en wil investeren in de ontwikkeling van de regio. Nieuwe vergunningen voor (proef)boringen naar gas en olie op land zijn uitgesloten. De partij wil mijnbouw in het Waddengebied verbieden.
Het CDA vindt dat de overheid bij de afhandeling van de aardbevingsschade in Groningen „flinke steken” heeft laten vallen. Het wil een „snelle en rechtvaardige, royale en vooral loyale afhandeling van de schade” aan huizen en bedrijven. „Totdat de afbouw van de gaswinning leidt tot rust in de bodem zullen woningen en andere panden moeten worden versterkt.” Voor versnelling van de aanpak wordt de verantwoordelijkheid voor het dossier overgeheveld van het ministerie van Economische Zaken naar een nieuwe minister van Regionale Ontwikkeling.
Het CDA wil „een forse vereenvoudiging” van het toeslagenstelsel. Toeslagen moeten zoveel mogelijk worden gebaseerd op een vastgesteld inkomen, zodat het aantal terugvorderingen afneemt. Het CDA wil kinderopvang rechtsstreeks door de overheid laten financieren met een beperkte, inkomensafhankelijke bijdrage van ouders (in plaats van de huidige kinderopvangtoeslag). Na de coronacrisis komt er tijdelijk een extra toptarief in de inkomstenbelasting voor de hoogste inkomens. De fiscale voordelen van het zzp’erschap worden beperkt. Er komen fiscale maatregelen voor vergroening en verduurzaming. Het CDA wil eigen vermogen voor bedrijven fiscaal aantrekkelijker maken, en leningen juist minder aantrekkelijk. De dienstverlening van de Belastingdienst wordt verbeterd: iedere burger en ondernemer krijgt een persoonlijk digitaal portaal, waarin alle stukken en beschikkingen worden opgenomen. Op alle correspondentie met burgers moet naam en telefoonnummer van de behandelend medewerker staan. Het CDA wil dat er een onafhankelijke belastingombudsman komt, met wie de Belastingdienst moet meewerken. Het CDA wil geen nieuwe Europese belastingheffing. Europese afspraken over bijvoorbeeld een vliegbelasting zijn wel verstandig. Digitale platforms, zoals Airbnb, moeten een bronheffing inhouden bij betalingen die zij doen aan Nederlandse belastingplichtigen. Er is geen plek voor brievenbusmaatschappijen zonder reële economische activiteiten.
GroenLinks wil de belasting op werk verlagen, vooral voor lage en middeninkomens. De winstbelasting moet omhoog en fiscale subsidies en aftrekposten voor grote bedrijven worden geschrapt. Er moet een CEO-belasting komen die werkgevers betalen over salarissen en bonussen van meer dan vijf ton. GroenLinks wil de toeslagen deels vervangen door een ‘verzilverbare heffingskorting’. Iedereen die werkt maar te weinig verdient om van rond te komen, krijgt automatisch maandelijks een bedrag uitgekeerd. Mensen met een hoger inkomen ontvangen dit bedrag als een korting op de belasting die ze betalen. De kinderopvangtoeslag schaft GroenLinks af door iedereen recht op vier dagen gratis kinderopvang te geven. Er komt één inkomensafhankelijke kinderbijdrage die het kindgebonden budget en de kinderbijslag vervangt. De huurtoeslag blijft. Huurinkomsten van pandjesbazen wil GroenLinks hetzelfde belasten als inkomsten uit werk. Mensen met een vermogen van meer dan een miljoen euro gaan jaarlijks 1 procent belasting betalen. Erfbelasting verdwijnt voor gemiddelde erfenissen. GroenLinks wil de hypotheekrenteaftrek versneld afbouwen, net als de bestaande belasting op het huis (het eigenwoningforfait). Ouders mogen niet langer 100.000 euro belastingvrij aan hun kinderen schenken. GroenLinks wil een exitheffing voor multinationals die uit Nederland vertrekken. Er moet een einde komen aan „de beschamende rol van Nederland als belastingparadijs”.
De PVV vindt dat er geen vaccinatieplicht moet zijn.
Denk is tegen een verplichte vaccinatie, tegen verplichte quarantaine en tegen verplicht testen. „Ook indirecte verplichting dient verboden te worden.”
Gemeenten moeten voldoende geld krijgen om hun taken in het sociaal domein, inclusief de jeugdzorg, uit te voeren. Er moet een basisnorm komen waaraan gemeenten minimaal moeten voldoen. Wachtlijsten in de jeugdzorg wil Denk voorkomen door te werken „vanuit het principe: één plan, één gezin en één regisseur”.
Denk wil dat ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen wonen. De partij wil het tekort aan personeel in de ouderenzorg verminderen door familieleden of vrienden die zonder werk zitten om te scholen bij een zorgbureau, en daarna verzorging aan huis te laten verlenen. In verpleeghuizen wil Denk een wettelijk minimum invoeren van twee gekwalificeerde zorgmedewerkers per acht patiënten. Gemeenten moeten voldoende geld krijgen om hun sociale taken uit te voeren (Wet maatschappelijke ondersteuning, Wmo). Er moet een basisnorm komen waaraan gemeenten minimaal moeten voldoen.
Denk wil een nationaal preventiefonds oprichten, met een apart programma voor sociaal kwetsbare groepen en mensen die veel zorg nodig hebben. Zorgverzekeraars dragen de lasten van dit fonds, eventueel aangevuld door de rijksoverheid. Accijnzen op alcohol en tabak gaan omhoog, de btw op groente en fruit gaat omlaag. Zorgpersoneel moet meer autonomie krijgen, betere beloningen en werkomstandigheden. De salarissen in de top van de zorg moeten omlaag. Specialisten moeten in loondienst. Zorgverzekeraars hebben te veel macht. Patiënten moeten zelf hun zorgverleners kunnen kiezen, ook als die geen contract hebben met de zorgverzekeraar. Zorgprofessionals moeten bepalen welke patiënten zorg krijgen, niet de verzekeraar. Denk pleit voor cultuursensitiviteit: rekening houden met de achtergrond van de patiënt. Er moeten gratis tolken komen. Denk wil het eigen risico afschaffen en eigen bijdrages verlagen. De zorgpremie moet drastisch omlaag. Alle basale mondzorg moet in het basispakket.
Over dit onderwerp staat niks in het verkiezingsprogramma van 50Plus
Iedereen heeft recht op zelfbeschikking over het eigen levenseinde. 50Plus vindt dat euthanasie door een arts ook toegepast mag worden als er sprake is van ondraaglijk en uitzichtloos lijden zonder medische grondslag (voltooid leven).
50Plus wil voldoende levensloopbestendige woningen en alternatieve woonvormen, waar ook zorg mogelijk is. Gemeenten moeten verplicht een plan maken „met daarin een visie op de demografische ontwikkelingen voor de komende 20 jaar, samen met concrete bouwplannen voor zowel sociale huur, vrije sector-huur en koop”. Het ombouwen van het eigen huis voor mantelzorg moet meer ruimte krijgen van gemeenten en fiscaal gestimuleerd: denk aan kangoeroewoningen (in één pand twee verschillende woningen), groepswonen. 50Plus wil wijkteams versterken, in die teams moeten de verschillende hulpverleners (welzijn, zorg) samenwerken. De teams moeten het vaste aanspreekpunt zijn voor mensen met een hulpvraag. De teams moeten in wijken met een lage sociaal-economische status „snel de echte hulpvraag boven tafel te krijgen” en mensen de weg wijzen naar een oplossing. 50Plus wil wildgroei aanbieders „zoals we zien bij de thuiszorg” voorkomen.
50Plus wil een maatschappelijke dialoog over de betaalbaarheid van de gezondheidszorg. Wat hoort er in de basisverzekering? Hoe gaan we om met vergrijzingskosten? 50Plus wil kosten-baten analyses over vergoedingen. Zorgverzekeraars mogen meerjarige zorgpolissen aanbieden zodat verzekeraars meer kunnen inzetten op preventie. Het eigen risico moet omlaag naar 200 euro, en mogelijk worden afgeschaft. 50Plus ziet dat steeds meer oudere mensen in ziekenhuizen terecht komen die daar eigenlijk niet horen. Daarom moeten er meer bedden in de wijk komen. Zo kunnen huisartsen en wijkverpleegkundigen de acute zorg zelf opvangen, ook buiten kantoortijden. Volgens 50Plus kan er ook ziekenhuiszorg naar de wijk, in kleine klinieken of thuis. Ook zwaardere verpleegzorg kan aan huis. Het patiëntendossier moet toegankelijk zijn voor alle betrokken zorgaanbieders. De partij wil de positie van de patiënt bij een medische misser versterken door invoering van een zorgombudsman.
Volgens JA21 stagneert „de beoogde transformatie van de jeugdzorg” door „knelpunten als het ontbreken aan deskundigheid bij gemeenten, gebrek aan samenwerking, geldtekort, administratieve rompslomp en aanbieders van zorg die in zwaar weer verkeren”. De samenwerking in de jeugdzorgregio’s moet minder vrijblijvend en steviger worden. Er moet scherp toezicht komen op een kwalitatief goede uitvoering van de jeugdzorg door het college in de eigen gemeente.
JA21 vindt het recht op abortus een belangrijk vrouwenrecht, maar er mag niet te lichtvaardig mee worden omgegaan. Abortus moet zo veel mogelijk worden voorkomen. „Het is belangrijk om ons ervan bewust te zijn dat Nederland een zeer liberale abortuswetgeving heeft.” JA21 wil een maatschappelijk debat voeren over het onderscheid in buurlanden tussen abortussen op medische indicatie (zoals levensgevaar voor de moeder of ernstige handicap bij het kind) en sociale indicatie. Daarnaast wil JA21 meer inzetten op preventie, via informatie en het aanbieden van anticonceptie. Vrouwen die herhaaldelijk voor een abortus komen, moet een extra consult en gratis anticonceptie worden aangeboden. Daarnaast moet iedere vrouw worden geïnformeerd over alle mogelijke oplossingen voor de door haar ervaren noodsituatie. JA21 steunt de huidige euthanasiepraktijk en vindt uitbreiding daarvan onwenselijk. JA21 wil inzetten op zorg voor en waardering van oudere. De partij vindt de voltooidlevenwet geen oplossing.
JA21 wil het gat tussen alleen thuis wonen en opname in een verpleeghuis overbruggen door „toereikende thuiszorg en mantelzorg” en laagdrempelige bejaardentehuizen. JA21 wil „bejaardentehuizen, met naast een medische ook zeer belangrijke sociale functie”, herintroduceren. Het sluiten of ombouwen van verzorgingshuizen moet per direct stoppen, en ouderen met een lage zorgindicatie moeten hier weer terecht kunnen. Deze organisaties kunnen dan ook weer dagactiviteiten organiseren voor nog thuis wonende eenzame ouderen. JA21 wil het personeelstekort in de gehandicaptenzorg aanpakken.
JA21 vindt niet dat de gezondheidszorg dé grote kostenpost is waarop moet worden bezuinigd. Er moeten meer IC-bedden komen. Ziekenhuizen mogen alleen fuseren bij aangetoond voordeel voor de patiënt, en ziekenhuizen met een regiofunctie moeten worden behouden. JA21 wil ziekenhuisorganisaties verplichten bij sluiting van locaties kernfuncties op de betreffende locaties te behouden. JA21 vindt dat artsen en verpleegkundigen minder tijd kwijt moeten zijn aan indicatoren en ziekenhuisaccreditaties. Verplegend en ondersteunend personeel moet beter worden beloond. JA21 wil dat huisartsen meer tijd krijgen voor patiënten, ze moeten inzetten op preventie. JA21 wil „kappen in het woud aan regels in de geestelijke gezondheidszorg”.
Forum voor Democratie wil dat huisartsen meer tijd voor patiënten hebben. Er moeten laagdrempelige preventie-spreekuren komen. FVD wil het eigen risico verlagen naar 200 euro. De positie van de patiënt wordt versterkt door vrije artsenkeuze en betere informatie, bijvoorbeeld over resultaten. De zorg moet kleinschaliger: maatschappen in plaats van loondienst, heropenen van regionale ziekenhuizen, een stop op fusies. De invloed van de zorgverzekeraar wordt beperkt: dus geen selectieve zorginkoop door de verzekeraar en geen onderhandelingen over aantal en prijs van behandelingen. Er komen vaste tarieven per behandeling. De partij wil een structurele salarisverhoging voor verzorgenden en verpleegkundigen. FVD benoemt de problemen in de geestelijke zorg („lange wachtlijsten”).
De jeugdzorg verschilt per gemeente en daarom is de patiënt volgens FVD overgeleverd aan willekeur. FVD wil weer landelijke financiering en organisatie van de jeugdzorg en stelt voor de decentralisatie naar de gemeenten terug te draaien.
Forum voor Democratie wil verzorg- en verpleeghuizen „waar mogelijk” uitbreiden. Eenzame ouderen moeten worden ondersteund met lokale vrijwilligersprojecten. Het gat tussen tussen alleen thuis wonen en opname in een verpleeghuis vindt FVD te groot. Er zijn te weinig activiteiten in verzorgingshuizen. Jaarlijks worden tienduizenden ouderen onnodig in het ziekenhuis opgenomen. FVD is voor voor generatiewoningen om het contact tussen ouderen en jongeren te versterken. FVD wil thuiszorg en huishoudelijke hulp uitbreiden „op een zo’n klein mogelijke schaal”.
Forum voor Democratie wil de huidige euthanasiewetgeving handhaven. Er moet geen aanvullende wet ‘voltooid leven’ komen. „De voorgestelde ‘voltooid leven’-wet dreigt een stoplap te worden voor de problemen die zijn veroorzaakt door de afbraak van de ouderenzorg.” FVD wil ouderen weer het gevoel geven dat ze gekoesterd worden. De partij wil geen directe of indirecte vaccinatieplicht tegen het coronavirus.
GroenLinks wil de gezondheidsverschillen tussen arm en rijk verkleinen. Het eigen risico wordt afgebouwd en de zorgpremie gaat fors omlaag. De zorgtoeslag wordt zo overbodig. De lonen van zorgprofessionals moeten omhoog. Professionals krijgen eigen middelen om de werkdruk en administratie aan te pakken. GroenLinks wil stoppen met 5-minutenregistraties, de marktwerking in de zorg afschaffen en zorgverzekeraars omvormen tot publieke zorgfondsen. Samen met patiëntenorganisaties, zorgaanbieders en beroepsgroepen moeten verzekeraars in iedere regio één zorgplan opstellen. Geestelijke gezondheidszorg wordt op dezelfde manier regionaal georganiseerd. Voor de meest complexe behandelingen worden landelijke centra opgericht. Iedereen moet voor kleine medische ingrepen en spoedzorg terecht kunnen bij een ziekenhuis in de buurt. Geen enkele zorgorganisatie of zorgverzekeraar mag nog met publiek geld winst uitkeren. Medisch specialisten komen in loondienst en gaan onder de Wet normering topinkomens vallen. GroenLinks wil een vast percentage van de regionale zorgbudgetten besteden aan preventie. Accijnzen op tabak moeten worden verhoogd. Preventieve en curatieve mondzorg gaat terug in het basispakket.
GroenLinks vindt het onacceptabel dat kwetsbare jongeren maanden op een wachtlijst staan en hulpverleners kampen met te hoge werkdruk. De partij wil de zorg voor jongeren met de meest complexe problemen landelijk coördineren, onder andere door extra specialistische behandelcentra te openen en te investeren in bewezen effectieve behandelmethoden. De belangen van jongeren moeten centraal staan: uithuisplaatsingen moeten zoveel mogelijk worden voorkomen, gedwongen afzondering (separatie) en dwangbehandelingen wil GroenLinks afschaffen door kleinere groepen te creëren.
GroenLinks wil investeren in de zorg voor ouderen. Er moeten extra verpleeghuisplekken en passende seniorenwoningen komen en meer voorzieningen voor ouderen die tijdelijk niet thuis kunnen wonen. Thuiszorgmedewerkers en wijkverpleegkundigen moeten meer ruimte krijgen voor samenwerking met de huisarts, het ziekenhuis en sociale hulpverleners. In medische opleidingen en op de werkvloer moet er meer aandacht zijn voor persoonlijke ouderenzorg en goede zorg voor ouderen met een ongeneeslijke ziekte. GroenLinks wil stoppen met het verplicht Europees aanbesteden van zorg in gemeenten. De bijdrage van het rijk aan het gemeentefonds wil de partij verhogen zodat gemeenten voldoende geld hebben voor lokale zorg en ondersteuning. De eigen bijdrage voor ondersteuning moet afhankelijk worden van het inkomen van degene die hulp ontvangt. GroenLinks wil betere arbeidsvoorwaarden voor thuiszorgmedewerkers. Ze moeten een zwaarwegende stem krijgen in het oordeel of zorg noodzakelijk is. Mensen met een beperking die langdurig intensieve zorg nodig hebben, krijgen zorg in hun eigen regio. Ze hoeven geen eigen bijdrage te betalen.
GroenLinks wil investeren in toegankelijke hulpverlening voor mensen die een abortus laten verrichten. De abortuspil moet beschikbaar komen bij de huisarts. Abortus moet uit het Wetboek van Strafrecht en de verplichte bedenktijd van vijf dagen moet afgeschaft. De partij wil hard optreden tegen intimiderende demonstranten bij abortusklinieken. Anticonceptie moet in het basispakket. Bij individuele vrijheid hoort zelfbeschikking bij het levenseinde, vindt GroenLinks, die dit wil verankeren in de wet.
De Partij voor de Dieren wil dat er wettelijke normen komen voor zout, suiker en vet in eten. Nieuwe vestigingen van fastfoodketens en snackbars worden beperkt. Op groente en fruit komt geen btw. De zorg moet meer aandacht geven aan preventie, huisartsen moeten leefstijladvies kunnen declareren. Zorgmedewerkers krijgen loonsverhoging, minder werkdruk en meer te zeggen over hun werk en roosters. „Absurde” beloningen, winstuitkeringen en bonussen aan de top van de zorg worden afgeschaft. Medisch specialisten komen in loondienst. Er moeten meer intensive care-bedden, apparatuur en personeel komen. Zorgverzekeraars hebben te veel macht. Het ziekenfonds moet terugkomen met een uitgebreide dekking. De premie moet inkomensafhankelijk worden. Mensen die het kunnen betalen, moeten zich particulier verzekeren. Het eigen risico moet verdwijnen. De zorgtoeslag wordt zo overbodig. Mondzorg en anticonceptie moeten in het basispakket. Wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) wil de PvdD terugdringen door extra investeringen.
De decentralisatie van de jeugdzorg ging volgens de Partij voor de Dieren gepaard met onverantwoorde bezuinigingen. De partij wil dat elke gemeente voldoende middelen krijgt voor een goed georganiseerde jeugdzorg. Jeugdzorg wordt verleend tot 21 jaar, de zorg wordt vanaf 18 jaar wel afgebouwd. Verschillen tussen gemeenten in aanbod en kwaliteit van jeugdhulp zijn onaanvaardbaar. Wachtlijsten in de jeugdzorg moeten actief worden aangepakt.
Ouderen moeten kunnen kiezen tussen zorg thuis of een plek in een verpleeghuis. Er moet voldoende wijkverpleging beschikbaar zijn. De Partij voor de Dieren wil de lange wachtlijsten voor verpleeghuizen terugdringen door meer en kleinschaligere verpleeghuizen te bouwen. De partij wil voldoende faciliteiten voor dagbesteding voor thuiswonende ouderen. Zorg vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en zorg voor mensen met een beperking wordt is in elke gemeente gelijkwaardig: welke zorg je kan ontvangen, mag niet afhangen van de gemeente waarin je woont. Wmo-zorgverleners moeten beter worden ondersteund en betaald.
De Partij voor de Dieren wil geen vaccinatieplicht, ook geen indirecte. Er komt wel uitgebreide overheidscommunicatie over vaccinatie. Mensen mogen zelf bepalen wanneer ze sterven, op een waardige manier. Hier moet wel een zeer zorgvuldig traject aan voorafgaan. De samenleving heeft ook de verantwoordelijkheid om te voorkomen dat mensen zichzelf als last voor anderen gaan beschouwen. PvdD wil meer aandacht geven aan het voorkomen van eenzaamheid onder ouderen. Gemeenten en zorgkantoren moeten voldoende geld krijgen voor een prettig leefklimaat en voldoende activiteiten voor ouderen. Het vastleggen van een wettelijke leeftijdsgrens voor stervenshulp is arbitrair en zou grote maatschappelijke gevolgen hebben.
D66 vindt het „onverteerbaar” dat veel kinderen, jongeren en ouders vastlopen als zij gespecialiseerde hulp nodig hebben. Uithuisplaatsing gebeurt alleen wanneer het niet anders kan. D66 wil dat jeugdzorg wordt verleend tot 21 jaar, en geleidelijk wordt afgebouwd vanaf 18 jaar. De partij wil meer geld voor gemeenten en voor onderzoek en behandeling in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Bij weinig voorkomende zorg moet er een landelijk dekkend aanbod zijn, bijvoorbeeld bij gespecialiseerde hulp na misbruik, een trauma, loverboyproblematiek of verslaving. Bij jeugdhulp die vaker voorkomt, zoals kinderbescherming, gesloten jeugdhulp en pleegzorg of gezinshuizen moeten gemeenten binnen een regio samenwerken. Gemeenten houden de regie over de ambulante jeugdhulp, de jeugdbescherming en de jeugdreclassering: de aanpak van kindermishandeling, preventie en opvoedingsondersteuning. Hulp aan slachtoffers van huiselijk geweld, seksueel geweld en kindermishandeling moet op landelijk niveau als complexe jeugdhulp.
D66 wil meer seniorenwoningen. Gemeenten en het Rijk moeten stimuleren dat woningcorporaties, zorgorganisaties en welzijnsorganisaties samenwerken om woon-zorgvoorzieningen te bouwen. Ook ouderen met een bescheiden inkomen moeten kunnen kiezen voor zulke woningen. D66 wil dat zorg buiten het verpleeghuis de toekomst wordt. De financiering van wonen en zorg wil de partij daarom steeds verder scheiden. D66 wil een nationaal programma om verouderde verpleeghuizen te moderniseren. Deze hebben vaak lange gangen, veel verdiepingen en slechte ventilatie. Zorginstellingen moeten budget krijgen voor innovatie en arbeidsbesparende technologie, zoals robotica en domotica. D66 wil gemeenten een financiële beloning geven die met preventieve ouderenzorg en acute thuiszorg zorgen voor minder ouderen in verpleeghuizen. Als gemeenten financiële verantwoordelijkheid dragen voor hulp aan burgers (Wet maatschappelijke ondersteuning, Wmo), moeten zij ook vrijheid hebben om beleid te maken, vindt D66. Mensen met weinig budget moeten het eerst hulp krijgen. D66 wil logeerzorg als tussenvorm tussen thuis en het verpleeghuis om mantelzorgers te ontzien.
D66 wil de gezondheidsongelijkheid verkleinen tussen hoog- en laagopgeleiden en inzetten op leefstijlverandering. Er komt een hogere belasting op suikerhoudende dranken en afspraken over zout, suiker en vet in producten. De accijns op tabak moet hoger. Medische preventie en leefstijlinterventies moeten worden vergoed. D66 wil een maximale eigen bijdrage van 100 euro per behandeling, voor maximaal vier behandelingen per jaar. De partij wil de zorg regionaler organiseren. Verzekeraars, zorgaanbieders, patiëntenorganisaties en gemeenten moeten een regionaal zorgplan maken. Regionale ziekenhuizen leveren basiszorg, complexe zorg leveren gespecialiseerde ziekenhuizen. Veel ziekenhuiszorg kunnen mensen ook krijgen in de huisartsenpraktijk, via wijkverpleging of e-health. Medisch specialisten moeten in loondienst van hun ziekenhuis. Huisartsen moeten minder patiënten krijgen, meer tijd en betere arbeidsvoorwaarden. De patiënt bepaalt in hoeverre persoonsgegevens worden gebruikt en gedeeld, de toegang van private partijen moet aan banden. D66 wil dat verzekeraars regie krijgen over de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Het moet voor voor zorgaanbieders minder aantrekkelijk worden om zich te richten op minder zware problemen.
De VVD zet in op nieuwe vormen van openbaar vervoer en liberalisering van de spoormarkt. De lightrailnetwerken die grote steden met elkaar verbinden (RandstadRail) moeten worden uitgebreid, om files te bestrijden. Het groeifonds van de overheid moet hiervoor worden ingezet. De partij houdt vast aan afsplitsing van regionale spoorlijnen, zodat ook andere vervoerders tegen lagere kosten treinvervoer kunnen verzorgen.

De VVD wil de beprijzing van autorijden op de schop nemen. Wie nu op benzine of diesel rijdt, betaalt via de brandstofaccijns voor elke gereden kilometer. Maar wie elektrisch rijdt, doet dat niet. Oneerlijk, stelt de VVD. Iedereen moet per kilometer gaan betalen. Eerst de elektrische rijders, en daarna alle autogebruikers. De huidige wegenbelasting wordt afgeschaft. De maximumsnelheid gaat weer naar 130 kilometer per uur, maar alleen in de avond. Voor kleine verkeersovertredingen komen lagere boetes, die voor zwaardere of herhaalde misdragingen worden verhoogd.

Lelystad Airport gaat open. Zo kan de luchtvaart in Nederland „beheerst groeien” en kan Schiphol zich blijven ontwikkelen als internationale luchthaven. „Milieuwinst door schonere en stillere vliegtuigen kan Schiphol inzetten voor groei van het aantal vliegbewegingen.” Ook Rotterdam-The Hague, Eindhoven en Lelystad Airport mogen gecontroleerd groeien.

Het openbaar vervoer moet weer een publieke dienst worden, vindt de SP. Provincies zouden de mogelijkheid moeten krijgen om eigen vervoersbedrijven op te richten en „álle kernen in het gungebied te bedienen”. De partij wil onder meer de Lelylijn aanleggen, de snelle trein naar het noorden. De auto wordt weinig genoemd in het programma. „We gaan investeren in het openbaar vervoer, ten koste van asfalt.” Enige concrete punt: de Westerscheldetunnel in Zeeland wordt tolvrij.

Vliegen moet schoner, door vervuilende en lawaaierige vliegtuigen te weren, stelt de SP. „Mensen die veel vliegen moeten meer betalen voor de CO2-uitstoot, zonder vliegen voor anderen onbetaalbaar te maken.” Vliegen binnen 750 kilometer maakt de partij minder aantrekkelijk – hoe precies is onduidelijk. KLM is afhankelijk geworden van publieke steun, stelt de SP, en daarom zou het een publiek bedrijf moeten worden. Lelystad Airport gaat niet open.

D66 vindt dat het voor ouderen mogelijk moet zijn hun leven te beëindigen als zij zelf hun leven voltooid achten - „vrijwillig, zonder enige druk van buitenaf, weloverwogen”. Mensen met een stervenswens moeten zich in de toekomst kunnen melden bij een speciaal opgeleide hulpverlener. Voor actieve levensbeëindiging van ernstig zieke kinderen moet juridisch ruimte komen. Het tijdelijk verbod op het kweken van embryo’s moet worden opgeheven. D66 steunt onderzoek naar mogelijkheden voor ouders om ernstige genetische aandoeningen bij hun kinderen te voorkomen, onder meer door embryoselectie en mogelijk in de toekomst, onder duidelijke voorwaarden, embryomodificatie. D66 wil meer ruimte geven aan onderzoek en op termijn veilige toepassing van nieuwe vormen van embryo- en stamcelonderzoek. Kinderopvangcentra moeten niet-gevaccineerde kinderen kunnen weigeren. Als de vaccinatiegraad onder de 90 procent daalt, wil D66 een vaccinatieplicht voor kinderen die gebruik maken van kinderopvang. Ouders moeten kunnen kiezen voor kraamzorgorganisaties die uitsluitend werken met gevaccineerde medewerkers.
Goedkoper openbaar vervoer, meer overstappunten tussen auto en OV en een betere bereikbaarheid van het landelijk gebied. Dat schrijft de SGP onder meer over mobiliteit in zijn verkiezingsprogramma. Om het OV aantrekkelijker te maken moet er een btw-vrijstelling komen. De SGP wil verder af van wat het noemt ‘bushokjesdenken’. De partij oppert streekabonnementen voor trein, bus, metro en tram in één. Overstappen tussen vervoerders moet simpeler worden. Ook wat betreft de auto hamert de SGP op ‘de regio’ en meer investeringen in infrastructuur daar.

De SGP hekelt de overlast en de luchtvervuiling rond Schiphol. „Van sectoren als de landbouw wordt veel gevraagd, terwijl de luchtvaart buiten schot blijft.” Volgens de partij hebben de vele goedkope vakantievluchten weinig economisch toegevoegde waarde, maar belasten wel het milieu. Lelystad Airport is bedoeld om - door het verplaatsen van vluchten - de overlast bij Schiphol omlaag te brengen en níet om verdere groei van de luchtvaart te faciliteren, aldus de partij. De SGP wil laten onderzoeken of Schiphol (deels) naar zee kan worden verplaatst.

Mobiliteit is een belangrijke voorwaarde voor onze vrijheid, schrijft de Partij voor de Vrijheid. De PVV wil mobiliteit „beschikbaar en betaalbaar houden”. De auto blijft het belangrijkste vervoermiddel voor veel mensen. En daarom, meldt het verkiezingsprogramma, is de PVV tegen rekeningrijden. De maximumsnelheid op snelwegen kan omhoog naar 140 kilometer per uur. De PVV wil dat blijvend wordt geïnvesteerd in goede en veilige wegen.

Over luchtvaart zegt het verkiezingsprogramma niets.

De Partij voor de Dieren wil dat de trein de aantrekkelijkste manier wordt van internationaal reizen onder de 1.200 kilometer. Dat is bijvoorbeeld Amsterdam-Barcelona. De PvdD pleit voor meer internationale nachttreinen. De autotrein komt terug en er komen meer plekken voor de fiets in de trein. De btw op onder meer openbaar vervoer wordt afgeschaft. De binnenstad wordt autovrij. De maximumsnelheid in de bebouwde kom wordt overal 30 kilometer per uur.

En al het vervoer rijdt in 2030 op 100 procent duurzame energie. De PvdD noemt daarbij vooral elektriciteit en voor een klein deel groene waterstof, als alternatief voor het zware, internationale wegverkeer en de scheepvaart. De partij wil geen nieuwe wegen of verbreding van bestaande.

Net als andere partijen pleit de PvdD ervoor om korte vluchten te vervangen door snelle en betaalbare treinverbindingen. Het aantal vliegbewegingen (starts en landingen) wordt verlaagd naar maximaal 300.000 per jaar in 2030. Nu heeft Schiphol een plafond van 500.000 vliegbewegingen. Tot slot wil de PvdD een „forse” CO2-belasting die gaat gelden voor „alle vervuilende sectoren; de luchtvaart en de scheepvaart verliezen hun uitzonderingspositie”.

„In een duurzaam Nederland is het openbaar vervoer snel, duurzaam en betaalbaar”, stelt de PvdA. De partij wil de reistijd tussen Randstad en regio verkleinen en is voorstander van de Lelylijn, de snelle treinverbinding naar het noorden. Verder wil de PvdA ook meer sneltreinen naar het oosten en zuiden van Nederland en naar de buurlanden.

Als het aan de PvdA ligt worden in 2025 alleen nog emissieloze nieuwe personenauto’s, motoren, bromfietsen en scooters verkocht. „Verduurzaming van mobiliteit is cruciaal in de energietransitie en normering is hiervoor het beste middel.”

Snelle treinen in plaats van vluchten binnen Europa, ook de PvdA is daar voor. De partij wil de vrijstelling van vliegtickets voor btw afschaffen. „We erkennen het belang van Schiphol en KLM voor onze economie, maar stellen wel strenge duurzaamheids- en arbeidsvoorwaarden die te allen tijde worden nageleefd.” De Nederlandse luchtvaart krijgt een CO2-plafond dat jaarlijks daalt in lijn met maximaal 1,5 graad opwarming van de aarde. Wat Lelystad Airport houdt de PvdA zich op de vlakte.

JA21 wil voorkomen dat onderhoud aan infrastructuur wordt verwaarloosd. De partij wil investeren in infrastructuur zoals de Lelylijn, de Nedersaksenlijn en goede treinverbindingen tussen het Westen van het land met Noord-Duitsland en Aken. Plus: „Onveilige, gelijkvloerse spoorwegkruisingen vervangen door ongelijkvloerse kruisingen.”

Wat de maatregelen met betrekking tot de auto betreft lijken de standpunten van JA21 op die van Forum. De N35 moet een volwaardige snelweg A35 worden, de Westerscheldetunnel moet tolvrij en de maximumsnelheid mag weer omhoog naar 130 kilometer per uur.

GroenLinks wil nieuwe investeringen doen in fietsen en openbaar vervoer. De partij noemt onder meer een rechtstreekse verbinding tussen Groningen en de Randstad, een snelle trein tussen Eindhoven en Düsseldorf en uitbreiding van het openbaar vervoer rond de grote steden. De trein naar Brussel, Londen en Parijs gaat straks ieder uur.

GroenLinks wil geen nieuwe autowegen aanleggen. Binnen de bebouwde kom wordt 30 kilometer per uur de norm. Met rekeningrijden gaan automobilisten „op een eerlijke manier” betalen naar gebruik. Daarmee vervangt men de motorrijtuigenbelasting.

De partij wil stoppen met korte vluchten en de vrijkomende ruimte niet opvullen met andere bestemmingen. Wat GroenLinks betreft gaat Lelystad Airport niet open. „Schiphol en de regionale vliegvelden worden kleiner en concentreren zich op de luchtvaart die voor Nederland belangrijk is.” Verder wil de partij met een Nederlandse tickettaks „veelvliegers” ontmoedigen. „Daarnaast zetten we ons in Europa in voor het heffen van accijns op kerosine en btw op een vliegticket.”

Over de trein schrijft Forum voor Democratie in het verkiezingsprogramma alleen dat er goede verbindingen met het buitenland moeten komen via hogesnelheidstreinen. Waarheen blijft onduidelijk.

Van FVD mag de maximumsnelheid terug naar 130 kilometer per uur „en waar verantwoord hoger, naar Duits model”. De partij wil de aanleg van geplande snelwegen versnellen en noemt de A8-A9 en de N35, die een volwaardige A35 moet worden. De Westerscheldetunnel wordt tolvrij. En verder lijkt de partij inspraak te willen beperken: „We verkorten bureaucratische trajecten die de aanleg van wegen vertragen.”

FVD wil naar eigen zeggen „het vliegverkeer faciliteren”. De partij noemt daarbij concreet het plan van een nieuwe luchthaven in de Noordzee. „Die ontlast op termijn Schiphol, creëert extra werkgelegenheid en extra ruimte in ons land en is goed voor onze economie.”

Vervoer is een basisbehoefte en moet betaalbaar zijn, schrijft Denk in het verkiezingsprogramma. De partij wil goedkoper openbaar vervoer, te beginnen met proefprojecten met gratis openbaar vervoer. Die zouden met name ten goede moeten komen aan ouderen en minima.

Tegenover een betaalbaar openbaar vervoer stelt Denk dat de automobilist niet „de dupe mag worden van beleid”. Denk vindt dat de maximumsnelheid weer moet worden verhoogd tot 130 km/u. Voor vervoerders als Uber en traditionele taxibedrijven moet er een gelijk speelveld komen. Er moeten meer snelle treinlijnen komen tussen Europese landen en steden. Zo moet een redelijk alternatief ontstaan voor het vliegverkeer.

Nederland loopt vast als wij nu niets doen, schrijft D66 in het verkiezingsprogramma. De partij wil investeren in technologie (betere veiligheidssystemen, bovenleidingen met hogere spanning) zodat treinen korter achter elkaar kunnen rijden. D66 wil zich inzetten voor het bouwen van de Lelylijn (naar Noord-Nederland).

En: „Reizen met het openbaar vervoer voor afstanden tot minstens 700 kilometer moeten goedkoper zijn dan met de auto en het vliegtuig.” Voor korte vluchten komt er een hogere vliegbelasting. De staat moet als aandeelhouder aan KLM vragen om niet meer op zulke bestemmingen te vliegen.

De partij wil autovrije binnensteden, autoluwe woonwijken en minder ruimte voor stilstaande auto’s, maar dat mag niet ten koste gaan van de bereikbaarheid. En wie auto wil rijden, neemt een emissievrij voertuig. Elektrische auto’s moeten aantrekkelijker worden, bijvoorbeeld door een tijdelijke aankoopsubsidie of garanties op de batterijen van tweedehands auto’s. In dorpen en steden wil de partij de algemene snelheidslimiet van 50 naar 30 km/uur verlagen.

Lelystad Airport kan wat D66 betreft alleen open als dit niet leidt tot groei van de uitstoot en milieuvervuiling.

Het CDA wil nieuwe woon- en werkgebieden ontsluiten met hogesnelheidsverbindingen, zoals de Lelylijn naar het noorden. Het reguliere spoornetwerk moet intensiever worden gebruikt. Met omliggende landen moeten afspraken worden gemaakt over het doortrekken van hogesnelheidslijnen naar Hengelo, Venlo, Maastricht en Groningen en de verbetering van bestaande internationale verbindingen.

De autobelasting moet worden hervormd: ook elektrische auto’s gaan bijdragen aan de aanleg van infrastructuur. Verder wil het CDA „hubs” bouwen, voor „betere verbindingen tussen steden en regio’s”. Daar komen verschillende vervoersvormen samen en kunnen reizigers eenvoudig overstappen naar een (deel)auto, (deel)fiets, trein of metro. Het CDA laat in het midden of de partij voor groei of beperking van de luchtvaart is, maar noemt „een concurrerende en duurzame luchtvaart” op Schiphol en de regionale luchthavens van groot belang voor de economie. De partij vestigt de hoop op stillere, schonere en zuinigere vliegtuigen.

Over het veelbesproken Lelystad Airport zegt het CDA-programma: de opening wordt bezien in het licht van „het herstel van de luchtvaart”.

Geen speciale aandacht voor trein, auto of vliegtuig in het programma van 50Plus. De partij stelt wel dat „krachtige nieuwe technologie” een belangrijke rol moet spelen in het klimaatbeleid. „De CO2-uitstoot moet worden teruggedrongen en worden ingezet op andere milieu- en duurzaamheidsmaatregelen om de leefbaarheid voor volgende generaties te garanderen.”
De SGP is tegen abortus, euthanasiewet en vaccinatiedwang. De beschermwaardigheid van het leven moet in de Grondwet komen. Abortussen moeten niet uit publieke middelen worden betaald. De SGP wil dat prenatale screenings pas na afloop van de abortustermijn mogen plaatsvinden, tenzij het mogelijk is om een beperking of aandoening eerder te behandelen. Screenings worden niet vergoed. De vergunning van abortusboten wordt ingetrokken. In plaats van in euthanasie wil de SGP fors investeren in palliatieve zorg, ook als het om kinderen gaat. Het ‘voltooid leven’ is volgens de SGP een mythe. De SGP wil psychologische hulp voor ouderen. Gezondheidszorg is volgens de SGP bedoeld om ziekten te genezen of lijden te verzachten, niet om mensen te ‘verbeteren’. De SGP wil dus ook niet dat er overheidsgeld gaat naar onderzoek met embryo’s. Volgens de SGP zijn de lessen seksuele vorming in het onderwijs eenzijdig, en sterk gedomineerd door Rutgers. De SGP wil „lespakketten die seksualiteit verbinden aan stabiele en duurzame relaties van liefde en trouw”.
Ouderenzorg valt nu onder drie wetten (Wmo, Wlz en Zvw). De SGP wil geen stelselwijziging, wel moet er één type financiering per oudere komen. Er moet een einde komen aan prikkels „om cliënten ‘af te schuiven’ naar een andere zorgwet”. De SGP wil een gevarieerd woonaanbod voor ouderen die nog geen verpleeghuiszorg nodig hebben, zoals ‘kangoeroewoningen’ waar ouderen en jongeren samen leven en elkaar ondersteunen. De verstorende financiële prikkel voor gemeenten om inwoners snel door te laten stromen naar verpleeghuizen moet worden weggenomen. Dementie wordt volgens de SGP een van de belangrijkste ‘volksziekten’. Het verbeteren van de ondersteuning en zorg voor mensen met dementie moet de komende jaren daarom een topprioriteit zijn. De SGP wil dat gemeenten een inkomensafhankelijke bijdrage mogen vragen voor ondersteuning. Een gemeente die ervoor zorgt dat minder mensen langdurige zorg gebruiken en aan meer mensen maatschappelijke ondersteuning levert, moet ook meer middelen te krijgen. Mensen die complexe en langdurige zorg nodig hebben, moeten recht krijgen op een persoonlijk begeleider.
Gemeenten moeten genoeg geld krijgen voor jeugdhulp, waarvan het gebruik fors is gestegen; „bijna een op de acht(!) kinderen” krijgt hulp of ondersteuning. Gemeenten moeten daarom de vraag naar hulp en ondersteuning weer onder controle krijgen, vindt de SGP, en strikter afbakenen wat zij als jeugdhulp zien, vooral bij lichte vormen van hulp. „Niet elke opvoedvraag hoeft uit te monden in een intensief hulptraject.” De SGP wil dat de harde leeftijdsgrens van 18 jaar verdwijnt voor jeugdzorg. Het toezicht op zorg voor jongeren moet beter. „De zwaarte van de problematiek in de jeugdzorg is met name toegenomen door veel (complexe) (v)echtscheidingen. Het is van belang om te investeren in stabiele gezinnen en duurzame relaties.” De ondersteuning van pleegouders moet beter.
De SGP wil met zorginstellingen nieuwe ‘hoofdlijnenakkoorden’ sluiten om de uitgavengroei te beperken. Het verplichte eigen risico moet gelijk blijven, een hoger vrijwillig eigen risico mag. De SGP wil een structurele salarisverhoging voor zorg- en hulpverleners. Een groter beroep op mantelzorgers en vrijwilligers lijkt de SGP onvermijdelijk. Jongeren moeten zich ook inzetten: via de maatschappelijke diensttijd. De SGP wil zorgverzekeraars preventie-doelen op leggen. Het overheidsgeld voor topsport, kan beter naar het stimuleren van bewegen. Stuntprijzen op suikerrijke dranken worden verboden. Er komen afspraken over het maximum zoutgehalte en kunstmatige toevoegingen in voedsel. De SGP wil geen collectieve financiering van geslachtsveranderingsoperaties waarvoor geen medische noodzaak bestaat. De SGP wil niet dat de overheid de zorg overneemt. „De zorg is zeker geen ‘supermarkt’, maar vraagt ook niet om een ‘superstaat’.” De SGP wil de zorg meer scheiden in eenvoudige, veel voorkomende zorg (‘basiszorg’) in regionale centra en complexe zorg in gespecialiseerde ziekenhuizen. De SGP wil de wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg (ggz) verminderen door regionale afspraken over de beschikbaarheid van acute hulp en een nieuwe manier van bekostigen.
Abortus verdwijnt wat de PvdA betreft uit het Wetboek van Strafrecht. Vrouwen die ongewenst zwanger zijn, kunnen terecht bij hun huisarts, in de buurt, en hoeven niet langer naar een abortuskliniek of ziekenhuis.
De PvdA wil het „marktdenken beteugelen”, want nu „verdienen vooral de farmaceutische industrie en zorgverzekeraars aan onze gezondheid”. De partij wil investeren in meer salaris voor zorgpersoneel, minder werkdruk en meer collega’s. Een gesprek bij de huisarts mag langer duren dan 20 minuten. Spoedeisende hulp moet voor iedereen binnen 15 minuten beschikbaar zijn. De PvdA wil dat huisartsen, wijkverpleegkundigen, kraamzorg, hoog-complexe zorg en spoedeisende zorg nutsvoorzieningen worden. Zorgverzekeraars verliezen hun regierol, ze krijgen een admistratieve rol, ze mogen geen winst uitkeren. Medisch specialisten komen in dienst van het ziekenhuis. De PvdA wil het eigen risico stapsgewijs naar nul brengen. Het vrijwillig eigen risico moet afgeschaft. Preventie moet in het basispakket. Er moet geen belasting zijn op groente en fruit, meer belasting op tabak, alcohol en suiker. Voor mensen met lagere inkomens moet het lidmaatschap van de sportclub gratis worden. De PvdA wil de macht van de farmaceutische industrie breken. Met dwanglicenties krijgen apothekers en andere bedrijven de mogelijkheid dure medicijnen goedkoop na te maken. De geestelijke gezondheidszorg (ggz) wil de PvdA verplaatsen van verzekeraars naar de overheid.
Er moeten meer geschikte woningen voor ouderen komen - „levensbestendige woningen waarin wonen en zorg beter te combineren valt”. Verpleeghuiszorg moet aan huis worden geleverd. De PvdA wil domotica-woningen waar zorgtaken, communicatie, ontspanning en huiselijke taken door elektronica makkelijker worden gemaakt. Als het echt niet langer gaat thuis, moet er altijd plek zijn in een verpleeghuis. In verpleeghuizen moet meer en beter opgeleid personeel komen. De PvdA wil meer wijkverpleegkundigen. Zij moeten de tijd en het vertrouwen krijgen om ouderen, chronisch zieken, gehandicapten en mensen met psychische problemen thuis goed te verzorgen. De PvdA wil het abonnementstarief afschaffen dat burgers betalen voor de maatschappelijke ondersteuning die ze krijgen van gemeenten (Wmo). Dat tarief is nu voor iedereen hetzelfde, en dat vindt de PvdA herverdeling van arm naar rijk. Gemeenten mogen zelf bepalen wie ze maatschappelijke ondersteuning bieden tegen welk tarief. Tekorten bij gemeenten wil de PvdA aanvullen. Gemeenten hoeven de thuiszorg niet meer verplicht aan te besteden. „Te vaak kiezen gemeenten nu nog partijen op basis van de laagste prijs.”
De PvdA wil investeren in de jeugdzorg. Door de capaciteit van de jeugdzorg te vergroten wil de PvdA de wachttijden verkorten. Ook moeten de salarissen stijgen en de werkomstandigheden verbeteren. Uithuisgeplaatste kinderen moeten standaard een traumabehandeling krijgen. Gemeenten hoeven de jeugdzorg niet meer aan te besteden, „te vaak kiezen gemeenten nu nog partijen op basis van de laagste prijs”.
De PVV wil een crisisreserve aanleggen (van verpleegkundigen, artsen, bedden, apparatuur en gebouwen) om de reguliere zorg langer door te kunnen laten gaan tijdens een nieuwe pandemie, een ramp of een terreuraanslag. Pas als de reserve overloopt, komen de ziekenhuizen in beeld. De PVV wil beschermingsmiddelen, geneesmiddelen en apparatuur in eigen beheer maken, „zodat ze niet zomaar verkocht kunnen worden aan het buitenland en we ons daarna voor zulke belangrijke spullen moeten begeven op een internationale markt van zwendel en woekerprijzen”. De PVV vindt het onacceptabel dat het kabinet niet alle schade door de coronacrisis compenseert. Zelfstandigen worden in de steek gelaten, schrijft de PVV. De PVV wil dat „de WW en ontslagbescherming onaangetast” blijven voor wie zijn baan verliest.
Volgens de SP laat de coronacrisis zien hoe we voor vaccins, medicijnen en hulpmiddelen afhankelijk zijn geworden van de markt en van farmaceutische multinationals. Wat de partij betreft moeten bedden, apparatuur en personeel voortaan altijd op peil zijn. Belangrijke medicijnen moeten zoveel mogelijk zelf worden ontwikkeld en geproduceerd. Er komt een nationaal onderzoeksfonds. De ontwikkelde medicijnen en middelen blijven voortaan in publieke handen en zijn daarom ook voor iedereen betaalbaar. Om sociaal uit de coronacrisis te komen wil de SP investeren in meer banen, zowel in de publieke sector (onderwijs, zorg, politie en OV) als in de private sector (gerichte ondersteuning van het mkb). De overheid moet kunnen ingrijpen als nationale belangen in het geding dreigen te komen, zoals de werkgelegenheid, het milieu of de aanwezigheid van cruciale industrieën.
De Partij voor de Dieren ziet de coronacrisis als een kantelpunt, dat duidelijk maakt dat idealisme „het nieuwe realisme” moet worden. Concreet betekent dat bijvoorbeeld dat de „slachtsnelheid” in slachthuizen, belangrijke brandhaarden tijdens de pandemie, drastisch omlaag moet. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) moet op de schop, worden weggehaald bij het ministerie van Landbouw en worden ondergebracht bij dat van Volksgezondheid. Er moet een basisinkomen komen, nu is gebleken hoe snel grote groepen mensen in korte tijd hun inkomen kunnen verliezen. De zorg moet weer kleinschalig worden georganiseerd, en niet met winstmaximalisering als uitgangspunt.
De coronacrisis is behalve een medische crisis ook een logistieke, politieke, culturele, maatschappelijke en economische crisis, schrijft Denk in het programma. De partij pleit voor uitbreiding van de huidige steunpakketten. Bij het (later) terugbetalen van de schulden moeten mensen met een lager inkomen worden ontzien. Volgens Denk is tijdens de pandemie gebleken dat vooral mensen met een migratieafkomst een groter gezondheidsrisico lopen. De partij pleit daarom voor grotere ziekenhuiscapaciteit en een algehele pandemie-infrastructuur. Zorgpersoneel moet structureel beter worden beloond.
„Corona doet ons beseffen dat we broze en beperkte mensen zijn, die telkens weer oplopen tegen de gebrokenheid van de schepping”, schrijft SGP. De pandemie heeft ook zwakheden blootgelegd in de samenleving. De SGP wijst onder meer op het knellende persooneelstekort, de ongekende druk op mantelzorgers en de te magere IC-capaciteit. Het maken van medicijnen en hulp- en beschermingsmiddelen binnen de EU zelf moet weer aantrekkelijker worden om de afhankelijkheid van het buitenland te verkleinen. Er moet een ‘ijzeren voorraad’ worden aangelegd van zowel geneesmiddelen als essentiële medische hulpmiddelen. Kerken moet meer ruimte krijgen om persoonsgegevens uit te wisselen om eenzame ouderen beter te hulp te kunnen schieten. Thuiswerken moet ook in de toekomst worden gestimuleerd, omdat het de filedruk omlaag brengt en reistijd bespaart.
De eerste les die PvdA uit de coronacrisis trekt: de risico’s in de samenleving liggen te veel bij de mensen die deze het minst kunnen dragen. Werkenden, kwetsbaren en jongeren. De rekening moet naar „de vervuilers, de vermogenden en de multinationals”. Salarissen in de zorg moeten structureel omhoog. In plaats van meer concurrentie in de publieke sector moet er meer samenwerking komen „in het belang van ons allemaal”. Jongeren kampten al met onzeker werk, dure woningen en schulden. Daar komen nu onderwijsachterstanden bij. Daarom moet er meer worden geïnvesteerd worden in jongeren en in onderwijs.
50Plus vindt dat corona opnieuw laat zien hoe gemakkelijk ouderen in een sociaal isolement kunnen raken. De partij vindt dat ouderen met alleen AOW en een klein pensioen een gratis tablet moeten krijgen (inclusief cursus). Lokale welzijnsorganisties krijgen in periodes van verhoogde coronabesmettingen „extra capaciteit en budgetruimte” om eenzaamheid tegen te gaan.
Volgens JA21 heeft de coronacrisis aan het licht gebracht hoezeer de overheid is „verkokerd”, in zichzelf is gekeerd en wordt gedomineerd door „falende ambtelijke koninkrijken”. Door corona is het leven zich ook veel meer online gaan afspelen en dat vraagt volgens de partij om „minimale dataverzameling” vanuit de overheid en bedrijven. JA21 ziet door corona ook „een dreigende tweedeling” tussen mensen met vast werk en „mensen die maar moeten zien hoe ze iedere maand een inkomen verwerven”. Het recept hiertegen: kleinere overheidsbemoeienis en lagere inkomstenbelasting.
Volgens D66 heeft de coronacrisis het belang van „open wetenschap” laten zien: wetenschappers werkten wereldwijd samen „zonder betaalmuren” en konden daardoor snel grote stappen maken. De partij wil dat open wetenschap „het nieuwe normaal wordt”. Studenten die door corona hun stage of verblijf in het buitenland misliepen, moeten de kans krijgen om dit alsnog te doen. De zorg moet een grotere „buffercapaciteit” krijgen, voor crisissituaties. D66 vindt ook dat er een landelijk ‘triageprotocol’ moeten komen (waarin staat wie het eerste een ic-bed krijgt in extreme situaties). Op de productie van genees- en hulpmiddelen, maar ook op de crisisstrategie moet op Europees niveau meer regie komen. D66 wil ook meer tijd nemen om ‘coronaschulden’ af te betalen, om het economisch herstel niet te belemmeren. De handel in illegale dieren, die heeft bijgedragen aan de coronacrisis, moet stoppen.
Forum voor Democratie is tegen het Europese Herstelfonds waarmee EU-landen de economische schok van de coronacrisis willen verzachten. Volgens de partij is het de opmaat tot een EU-staat. FVD wil dat er voor ernstig gedupeerde MKB-bedrijven een „coronacompensatieregeling” komt. De partij wil geen directe of indirecte vaccinatieplicht tegen het coronavirus. Het aantal IC-bedden moet structureel worden verhoogd. Er moet een nationaal pandemiecentrum komen zodat Nederland voorbereid is op toekomstige uitbraken, structurele salarisverhoging voor verzorgenden en verpleegkundigen en een onderzoek naar de Nederlandse en Europese afhankelijkheid van grondstoffen en medicatie.
GroenLinks legt de rekening van de coronacrisis „waar die hoort”: bij grote bedrijven, aandeelhouders en superrijken. De eigen maakindustrie moet worden geherwaardeerd om afhankelijk van het buitenland en gesleep met producten te verminderen. Producten met een groot publiek belang (vaccins, medicijnen, mondkapjes) worden in Nederland of Europa zelf gemaakt. Volgens de partij is er door corona ook meer dan ooit aandacht voor het belang van groen, schone lucht en ruimte op straat voor fietsers en voetgangers. Voor GGD’s moet er landelijk „basisfinanciering” komen, zodat ze ook in crisistijd hun werk goed kunnen doen.
ChristenUnie wil naar aanleiding van de coronacrisis meer landelijke sturing op moeilijk planbare of heel specialistische zorg. Een nieuw orgaan wordt verantwoordelijk voor het plannen van noodcapaciteit voor intensive cares, laboratoria en hulpmiddelen. Arbeidsvoorwaarden en werkomstandigheden voor mensen in de zorg en in andere publieke sectoren moeten beter. Thuiswerken is „een blijvertje”, maar niet voor iedereen en op basis van goede afspraken. De afhankelijkheid van internationale productieketens (medicijnen, mondkapjes) moet worden verkleind met een stevig industriebeleid. De coronacrisis onderstreept verder het belang van huis-aan-huisbladen. De partij vindt dat de verleende corona-noodsteun structureel moet worden gemaakt voor zulke bladen die informeren over de directe omgeving, maar ook vaak noodlijdend zijn.
Om bij een volgende gezondheidscrisis snel te kunnen opschalen wil het CDA net als bij Defensie een aanstelling voor reservisten in de zorg. Daarnaast moet er een reservecapaciteit aan materieel (IC-bedden, apparatuur, beschermingsmateriaal, etc.) worden opgebouwd om achter de hand te hebben. Thuiswerken bleek volgens het CDA veel voordelen te hebben, het gaf thuis meer rust in de balans tussen werk en de zorg voor elkaar. Het wil thuiswerken daarom stimuleren „voor beroepen waarin dat mogelijk is”. Afspraken hierover komen in cao’s. De ontwikkeling en kwaliteit van online-onderwijs wordt versterkt. Jongeren die achterstanden hebben opgelopen door corona moeten geholpen worden, onder meer met zomerscholen.
Het CDA zegt weinig over medisch-ethische kwesties. In het verkiezingsprogramma staat wel het volgende: „Kwaliteit van leven gaat over veel meer dan alleen de vraag wat medisch mogelijk is. Daarom willen wij meer ruimte en tijd voor het gesprek tussen ouderen, hun familie en de mensen in de zorg over de vraag welke zorg het beste is.”
Het CDA wil het aantal verpleeghuizen uitbreiden. Er moet ook een gevarieerd aanbod komen van nieuwe woonvormen voor ouderen: complexen waar wonen en zorg gecombineerd kunnen worden en gemengde woonvormen voor jongeren en ouderen, zodat „de jongere generatie ‘burenhulp’ kan bieden”. Ook wil de partij meer regionale samenwerking door gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars om de ouderenzorg te verbeteren. Het CDA wil de wildgroei aan thuiszorgorganisaties beperken door hogere eisen te stellen aan nieuwe aanbieders, andere financieringsprikkels, het tegengaan van fraude. In iedere wijk moet de eerstelijnszorg zoveel mogelijk als één team samenwerken. Het CDA wil betere financiële afspraken met gemeenten, meer geld voor gemeenten en meer beleidsvrijheid om hun sociale taken uit te voeren. Zo moeten gemeenten bij de maatschappelijke ondersteuning van burgers (Wmo) de mogelijkheid krijgen van hogere inkomens een eigen bijdrage te vragen.
Het CDA wil minder marktwerking en meer samenwerking in de zorg. De partij wil af van ingewikkelde aanbestedingen en van financiële prikkels die leiden tot onnodige behandelingen. De druk op de zorg moet worden verminderd door preventie: meer aandacht voor gezond eten, sporten, overgewicht en niet-roken. Ook moeten er maxima komen voor suiker en zout in levensmiddelen. Het CDA wil 300 miljoen euro investeren in „een groot nationaal onderzoek naar de behandeling van drie veelvoorkomende volksziekten: kanker, obesitas en Alzheimer”. Voor de belangrijkste basiszorg en acute zorg moet iedereen terecht kunnen in regioziekenhuizen. Het eigen risico blijft op het huidige niveau. Dat mag niet direct op zijn na een dure behandeling. Het CDA wil een strenge aanpak van onnodig dure medicijnen. Het CDA wil verpleegkundingen en verzorgenden meer zeggenschap geven en een „goed salaris”. Het CDA wil het collegegeld halveren voor verpleegkundigenstudies in het eerste studiejaar. Patiënten bepalen zelf wanneer en met wie gegevens kunnen worden gedeeld.
De VVD wil vaccineren promoten met informatie die ook voor de tweeëneenhalf miljoen laaggeletterden begrijpelijk is. Kinderopvangcentra worden wettelijk verplicht om ongevaccineerde kinderen te weigeren als er een uitbraak van infectziektes dreigt. De VVD wil een gelijke behandeling van lesbische of alleenstaande vrouwen bij IVF, door hen net als heterostellen geen eigen bijdrage te vragen. De 13-wekenecho moet het belangrijkste meetmoment worden voor het opsporen van structurele afwijkingen bij het ongeboren kind. De niet-invasieve prenatale test (NIPT) moet gesubsidieerd permanent beschikbaar zijn. De VVD wil een levenstestament waarin iedereen met de huisarts afspraken kan vastleggen over de laatste levensfase, zoals het wel of niet behandelen, wel of niet reanimeren of vrijwillig levenseinde. „Deze schriftelijke wilsverklaring biedt voldoende grond voor artsen om later naar te handelen.” Iedereen mag zelf kiezen voor een waardig levenseinde, mits dit volgens zorgvuldige procedures en eisen gebeurt. Euthanasie voor (ongeneeslijk zieke) kinderen tussen de één en twaalf jaar kan onder zeer strikte eisen.
Marktwerking in de zorg mag geen doel op zich zijn van de VVD, maar „elementen van marktwerking” hebben er wel voor gezorgd dat „we de beste zorg bieden en de kosten voor iedereen betaalbaar houden”. De VVD wil problemen aanpakken die zijn ontstaan door „doorgeschoten marktwerking en doorgeschoten bureaucratie”, zoals „toegenomen regeldruk en registraties, declaratiedrang en zorgcowboys die sjoemelen met zorggeld”. Ingewikkelde stelseldiscussies wil de VVD niet. De VVD wil de zorgkosten niet te veel laten stijgen en kritisch kijken „of alle zorg echt passend is”. De partij wil nieuwe ‘hoofdlijnakkoorden’ sluiten met zorginstellingen om de zorgkosten te beheersen. Zorgaanbieders die geen afspraken maken met zorgverzekeraars over kwaliteit en prijs van de zorg, krijgen niet meer dan een wettelijk maximum vergoed. In het bestuur van zorginstellingen moet een plek voor verpleegkundigen komen. Voor de medisch-specialistische zorg en intramurale zorg moet een uitzondering komen op het verbod op winstuitkering. De VVD wil het verzekerde basispakket goedkoper maken door behandelingen die niet wetenschappelijk of effectief zijn, niet meer te vergoeden en kritisch te kijken naar uitzonderlijk dure behandelingen. Collectiviteitskortingen worden afgeschaft.
In de jeugdzorg gaan te veel dingen nog niet goed genoeg, vindt de VVD. De partij wil de criteria standaardiseren die gemeenten stellen aan de verantwoording van jeugdzorgaanbieders. Er moeten „voldoende” praktijkondersteuners bij de huisarts zijn om kinderen door te verwijzen. De VVD wil meer tijdelijke huisverboden voor daders van kindermishandeling, zodat kinderen zelf in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven. De VVD wil meer mensen op leiden voor de geestelijke zorg (ggz) om de wachtlijsten te bekorten.
De VVD wil een eigen zorgbudget voor ouderen en gehandicapten in de langdurige zorg, zodat mensen zelf kunnen kiezen van wie ze zorg krijgen, thuis of in een verpleeghuis. De partij wil ook investeren in meer woonvormen voor ouderen. Ouderen die gespaard hebben, moeten kunnen kiezen voor een grotere kamer. Op termijn wil de VVD dat de verpleeghuiszorg onder de Zorgverzekeringswet (Zvw) valt, zodat verschillende vormen van zorg voor ouderen op dezelfde manier zijn georganiseerd. De VVD wil dat bestuurders en toezichthouders in de zorg regelmatig meelopen op de werkvloer. Er moet een verplichte accreditatie komen voor die bestuurders en toezichthouders. Er moet één aanspreekpunt komen bij gemeente en zorgkantoor samen om patiënten te helpen bij het vinden van de juiste zorgorganisatie.
JA21 wil een herijking van het Natura2000-beleid, de Europese afspraken over natuurbehoud, maar zegt niet precies hoe. De koe is wat de partij betreft „al eeuwen een belangrijk kenmerk van het Nederlandse landschap”. Voor boeren die ervoor kiezen hun koeien in de wei te laten grazen (‘weidegang’) moet minder strenge mestwetgeving komen dan voor boeren die ze op stal houden. JA21 is tegen biomassacentrales en tegen grote windmolenparken die de horizon „vervuilen” en het zeeleven „verstoren”. Zonnepanelen moeten zo veel mogelijk op daken worden geplaatst.
„Een gezonde Nederlandse economie weet zijn landbouw en visserij naar waarde te schatten”, vindt JA21. En dat gebeurt nu te weinig: boeren voelen zich klemgezet door knellende wetgeving, vissers worden volgens de partij in hun bestaan bedreigd. Tegelijkertijd is er ook het besef dat „sommige agrarische verdienmodellen” onder druk staan door problemen met stikstof, klimaat en biodiversiteit. JA21 vindt dat de overheid innovatie en dierenwelzijn moet stimuleren, maar de verantwoordelijkheid hiervoor moet bij „de hele keten” worden gelegd, ook bij consumenten, en niet alleen bij de agrarische sector.
JA21 vindt dat Nederland „weer trots” mag zijn op de vaderlandse kunst en cultuur. Het erfgoed moet door de overheid worden ontsloten voor „een breed publiek”. Bij kunstsubsidies mogen „subjectieve factoren, zoals kleur, gender en afkomst” geen rol meer spelen. Kwaliteit wordt het „enige criterium”. Rijksmusea worden vrij toegankelijk voor alle Nederlanders. Jongeren bezoeken minimaal eenmaal per jaar een Nederlands museum. Kunst- en cultuurlessen „richten zich primair op Nederlandse kunst en cultuur”. Aan standbeelden en straatnamen moet niet worden gemorreld. Bij de modernisering en restauratie van rijksmonumenten moet „de originele uitstraling” worden behouden. JA21 vraagt ook om meer aandacht voor het onderhoud van kerkgebouwen.
De VVD wil de zorg schokbestendiger maken. De capaciteit van ic’s moet flexibeler worden; er moeten strategische voorraden komen van beschermingsmiddelen, medicijnen en grondstoffen, ook om de afhankelijkheid van het buitenland te verkleinen; de verspreiding van patiënten moet centraal worden aangestuurd. De VVD denkt dat er nieuwe crises kunnen uitbreken en wil daarom ook investeren in de preventie van ziektes. Voorbeelden: mensen helpen gezonder te leven, sporten betaalbaarder maken, producenten en supermarkten stimuleren om levensmiddelen gezonder te maken. Er moet elke vijf jaar een landelijke oefening voor mogelijke gezondheidscrises plaatsvinden. Er moet een Europees fonds komen voor gezamenlijke investering in de (Europese) ontwikkeling van vaccins, antibiotica en geneesmiddelen voor zeldzame ziektes. Ook moet Nederland investeren in onderzoek naar infectieziektes die van dier op mens kunnen overgaan.
De VVD wil niet direct bezuinigen om begrotingstekorten weg te werken. De partij wil de overheidsfinanciën na de coronacrisis rustig op orde brengen. „Tijdens de coronacrisis accepteren we een hoger tekort en hogere schuld, om te kunnen investeren in economisch herstel. Wanneer het economisch herstel doorzet, kijken we opnieuw of aanvullend beleid nodig is om economische groei te versterken en de overheidsfinanciën structureel te verbeteren. Waarbij het uitgangspunt is dat de staatsschuld houdbaar moet zijn.” De VVD wil investeren in „uitmuntend onderwijs, infrastructuur van wereldklasse, een goed functionerende arbeidsmarkt, innovatie en lage belastingen.” De staatsschuld mag tijdelijk toenemen voor investeringen die het groeivermogen structureel versterken.
50PLUS heeft enkele losse stellingen over kunst en cultuur. De partij wil dat culturele innovatie wordt gestimuleerd. Kunst- en cultuurinstellingen/-gezelschappen moeten geholpen worden door meer productieopdrachten voor de publieke omroep. Kunst- en cultuurinstellingen moeten worden gestimuleerd om meer voorstellingen overdag te programmeren.
Kunst en cultuur zijn geen onderdeel van het verkiezingsprogramma van Denk.
Cultuur behoort volgens de SGP tot „de gaven van onze goede Schepper”, die het leven verrijken. Door cultuur „worden we boven het alledaagse getild en mogen we genieten van wat is bedacht en gemaakt”. De SGP vermijdt het woord ‘kunst’. Overheidssubsidies zijn bij het in stand houden van monumenten en cultuuruitingen „soms noodzakelijk”, zegt de partij, maar het verwerven van eigen inkomsten „moet toch echt voorop staan”. De bibliotheek vraag om „lokaal maatwerk”. De SGP wil de orgelcultuur en bijbehorende orgelmonumenten beschermen. Ook Rijksmonumenten moeten worden beschermd. En extra financiële ondersteuning is nodig voor kleine kerkgebouwen. Voor particuliere monumenten moet weer een fiscale aftrek worden ingevoerd. De regering moet topstukken uit de Nederlandse cultuurgeschiedenis, zoals schilderijen van Rembrandt, weer naar Nederland halen.
Kunst en cultuur vormen „een onmisbare basis voor een leven in vrijheid, waarin nieuwe wegen kunnen worden verkend en mensen zich ten volle kunnen ontplooien”, aldus de Partij voor de Dieren. Kunst en cultuur „zetten aan tot reflectie, maken emoties los, ontroeren of ontregelen”. De partij wil „uitdrukkelijk de cultuursector betrekken bij maatschappelijke vraagstukken”. Het cultuurbudget moet omhoog om cultuur toegankelijk te maken voor iedereen, zoals musea.

Bij gemeenten moet cultuurparticipatie een vast onderdeel worden van welzijnsbeleid. De partij heeft tien actiepunten, met onder meer investeren in het behoud en de heropening van gratis openbare bibliotheken. De inkomenspositie van muzikanten behoeft aandacht. Het auteursrecht moet gemoderniseerd, monumenten gerenoveerd en cultuureducatie krijgt een vaste plek in het lesprogramma. De Partij voor de Dieren wil dat er een einde komt aan dierenleed voor entertainment. Er moet een gedragscode komen voor het gebruik van dieren in kunst en media.

Forum voor Democratie richt zich specifiek en allereerst op „al die mooie dingen die het Westen heeft voortgebracht”. De „geschiedenis van onze cultuur en de verbeelding die daaruit is voortgekomen in de vorm van gebouwen en standbeelden, muziek, literatuur en religie is van onschatbare waarde”. De partij wenst subsidies voor „conserveren, restaureren en expliciteren” en wil de bouwstijl van overheidsgebouwen bepalen: een „neoklassieke stijl”. Bijvoorbeeld voor „een nieuw Paleis van Volksvlijt”.

In dezelfde conservatieve lijn liggen de overige aandachtpunten: bescherming van erfgoed, nieuwbouw die past binnen het historisch aanzicht. Het huidige cultuurbudget moet anders besteed, zegt de partij. Het geld moet gaan naar het onderwijzen en uitdragen van „Europese klassieke muziek en kunst”. Een wens is gratis toegang bij rijksmusea, maar voorbehouden aan Nederlanders („op vertoon van identiteitsbewijs of paspoort”).

Kunst, cultuur en creativiteit verrijken het leven en de samenleving, aldus de ChristenUnie. „Kunst kan confronteren, schudden en verbinden, kunst kan leiden tot verwondering.” De overheid is belangrijk „als subsidieverstrekker, opdrachtgever en hoeder van ons culturele klimaat en erfgoed”. De partij formuleert tien punten van aandacht, met als eerste het kerkelijk erfgoed. Want kerken zijn „beeldbepalend” in de stad en het dorp.

Daarop aansluitend is de wens om nieuwe monumenten te blijven aanwijzen. Zo krijgt de jongste geschiedenis een plek in het erfgoedbeleid. Erfgoed dient ook gedigitaliseerd. De ChristenUnie pleit voor cultuureducatie voor alle kinderen. Scholen mogen zelf bepalen hoe zij hier invulling aan geven. Ieder kind moet toegang hebben tot cultuur. De bibliotheek moet gratis zijn voor kinderen tot 18 jaar. De Fair Practice Code, voor eerlijke betaling in de kunstsector, dient als leidraad. Talentontwikkeling moet een centrale plek in het cultuurbeleid krijgen. De partij wil een „eerlijkere verdeling” van overheidssubsidies over het land.

Kunst en cultuur zijn het fundament van onze beschaving, zegt D66, en „aanjager voor individuele en maatschappelijke ontwikkeling”. Iedereen zou daarom moeten kunnen genieten van een breed aanbod van kunst en cultuur, van opera tot urban en van festivals tot kamermuziek. Makers van kunst en cultuur verdienen een betere maatschappelijke positie. D66 heeft het meest uitgebreide en gedetailleerde programma op het gebied van kunst en cultuur van alle partijen. De partij wil „de wankele financiële basis” van de cultuursector „versterken”. Rijkssubsidies worden „verruimd” en lokale overheden krijgen „voldoende geld” voor hun cultuurbeleid. Het subsidiesysteem moet eenvoudiger. Partijen die verdienen aan audiovisuele producten (bioscopen, videodiensten, omroepen) krijgen de verplichting te investeren in Nederlandse films en series. Popmuziek moet een volwaardige plek krijgen in de basisinfrastructuur. Bij de bouw van een publieke instelling wordt 1 procent uitgegeven aan kunst.

De coronacrisis laat de kwetsbaarheid van de sector zien; er moet meer geld bij makers zelf terechtkomen. De Fair Practice Code moet prioriteit krijgen bij subsidieaanvragen. Op school is er veel aandacht voor kunst en cultuur en D66 wil zich inzetten voor voldoende aanbod van bibliotheken in elke gemeente. Behoud van erfgoed, ook digitaal, moet vanzelfsprekend zijn. D66 is voorstander van aanscherping van het auteurscontractenrecht. D66 is voor de komst van een slavernijmuseum of -instituut en stimuleert andere culturele instituten die zich richten op het zwarte erfgoed.

De SP rangschikt kunst en cultuur in het programma onder het hoofdstuk ‘Een lerend land’, in enkele korte alinea’s. Voor de SP zijn kunst en cultuur „geen sluitstuk van de begroting, maar een basis voor onze beschaving”. Kunst is er om te inspireren en te „leren dingen anders te bekijken”. Kunstenaars verdienen „eerlijke betaling en sociale zekerheid”, want „in een beschaafd land hoeven kunstenaars niet in armoede te leven”. Dat recht moet worden vastgelegd in een „wettelijke code”. De partij pleit voor een „nationaal investeringsfonds”, „ter ondersteuning van kunst- en cultuur, van kunstenaars en muzikanten van Nederlandse bodem”. De SP wil een nationaal historisch museum. Dat moet laten zien „hoe onze vrije en democratische samenleving is ontstaan”. De rijksmusea moeten gratis toegankelijk worden en regionale musea één dag per week gratis. Ook wil de SP „een betere spreiding van de cultuursubsidies” over het land.
De PvdA pleit voor een kunstsector waar niet de marktwaarde, maar de intrinsieke waarde bepalend is. Dus behalve grote namen (Erwin Olaf, Armin van Buuren) die Nederland wereldwijd op de kaart zetten, koestert de partij ook de dorpsfanfare en de carnavalsvereniging. De partij wil „structureel meer geld” naar de cultuursector laten vloeien. Niet alleen via „grote investeringen” van het Rijk, ook via provincies en gemeentes. Kleinschalige (sociaal-)culturele instellingen in wijken en dorpen moeten behouden blijven. Makers moet een „fatsoenlijk inkomen” en een sociaal vangnet worden geboden.

Door investeringen beoogt de partij drempels weg te nemen: cultuur goedkoper maken en jongeren vroeg in aanraking laten komen met kunst. Basisschoolleerlingen krijgen een ‘cultuurontdekkingspas’ en cultuuronderwijs wordt „een vast onderdeel van de lesprogramma’s”. De keuzes die de partij maakt, beginnen met een „ambitieus reddingsplan”, dat verlies aan banen in de sector door de coronacrisis moet voorkomen. Uitbreiding van het stimuleringsfonds voor bibliotheken en het een dag in de week gratis openstellen van rijksmusea moeten cultuur toegankelijker maken. Om de uitvoering van de Fair Practice Code, die een eerlijke betaling nastreeft, mogelijk te maken, moet er extra geld door de overheid worden uitgetrokken. Het aanpassen van de mededingingswet moet het ook voor zzp’ers in de cultuur mogelijk maken collectief over arbeidsvoorwaarden te onderhandelen.

GroenLinks wil niet dat kunst en cultuur „het sluitstuk van de begroting” zijn. Want: „Kunst en cultuur laten ons zien wie we zijn en wie we zouden kunnen zijn.” Die waarde wordt miskend. Voor KLM miljarden, voor de kunstsector „een fractie”. GroenLinks wil investeren, met extra aandacht voor diversiteit, inclusie en jong talent. De partij presenteert 5 programmapunten.

Het budget voor kunst en cultuur moet omhoog. Het subsidiestelsel moet „overzichtelijker” en een looptijd van acht jaar voor subsidie in plaats van vier jaar moet mogelijk worden. Het hebben van voldoende eigen inkomsten als voorwaarde voor subsidie moet „een kleinere rol” gaan spelen. Werkenden in de cultuursector verdienen betere, „eerlijke” arbeidsvoorwaarden. De Fair Practice Code moet worden omgezet in wetgeving en de culturele sector moet extra geld krijgen voor de uitvoering van deze gedragscode. Cultuuronderwijs moet meer aandacht en geld krijgen. Cultuurparticipatie, amateurkunst en muziekverenigingen worden extra ondersteund. Toegang tot een bibliotheek moet voor iedere burger gegarandeerd worden. Er moet een „exploitatieheffing” komen over de inkomsten van onder andere streamingdiensten ten bate van Nederlandse film- en televisiemakers.

Kunst en cultuur geven kleur en betekenis aan het leven, zegt het CDA. Ze bieden troost, reflectie, inspiratie en ontspanning en dat wordt gemist tijdens de lockdowns. Het CDA wil „alles op alles” zetten om te voorkomen dat de crisis leidt tot blijvende schade in de culturele sector en het verenigingsleven. Een „herstelplan” moet de sector er weer „bovenop helpen”. Kunst en cultuur staat bij het CDA ook in dienst van een regionale identiteit. Want „gemeenschapsgevoel is belangrijk en daarom ondersteunen wij taal, cultuur, kunst, sport en vrijwilligersleven met een regionaal of lokaal karakter”.

De oprichting van een Nationaal Historisch Museum liep tien jaar geleden uit op een debacle. Het CDA pleit er opnieuw voor. „Wat ons bindt willen wij laten zien in een nieuw nationaal historisch museum over de geschiedenis van Nederland.” Juist in tijden van polarisatie kan dit bijdragen aan verbinding en saamhorigheid en het gevoel „één veelkleurige gemeenschap” te zijn. Het CDA wil „een betere regionale spreiding van middelen en voorzieningen voor een volwaardig cultureel aanbod”. Bij de „huidige nadruk op diversiteit” mogen de „unieke voorbeelden van de Nederlandse cultuur” niet vergeten worden. Uitgaven voor beheer en behoud van het cultureel erfgoed moeten „op peil” blijven. Dat is geld voor „waardevolle monumenten en kerken tot publieke en particuliere kunstcollecties, archieven en documenten”. Maar ook „volksfeesten en lokale tradities” verdienen volgens het CDA „bescherming”.

Kunst is geen onderdeel van het PVV-programma. Het woord ‘cultuur’ wordt wel veel gebruikt, in de zin van trots op „onze cultuur” en „onze identiteit en tradities”. De partij geeft geen voorbeelden van die cultuur. Culturen zijn niet gelijk, zegt de PVV: „Wij spreken uit dat onze cultuur de beste is.” De partij is tegen de links-liberale elite, tegen de islamisering en wil geen subsidie meer voor „multi-kulticlubs”. De PVV wil dat „grondwettelijk wordt vastgelegd dat onze Joods- christelijke en humanistische wortels de dominante en leidende cultuur vormen in Nederland”. Akwasi komt voor als „woordkunstenaar”: zo werd hij ooit door Jesse Klaver genoemd. Maar volgens de PVV is hij een „extremist”.
De VVD besteedt een korte paragraaf in het programma aan cultuur. In de inleiding worden wereldtoppers geprezen (orkesten en dj’s). Volgens de VVD is de Nederlandse cultuur de afgelopen jaren „toegankelijker” gemaakt, en als illustratie dient het op een toegankelijke plek tentoonstellen van de „geboortepapieren van Nederland, zoals het Plakkaat van Verlatinghe”. Die lijn wil de partij doortrekken. Op dat voornemen volgen vijf concrete punten.

Het eerste is een „betere regionale spreiding in de toewijzing van cultuursubsidies”, want cultuur is niet alleen iets voor grote steden. Provincies en gemeenten moeten de subsidie van de rijksoverheid aanvullen. De VVD wil meer geld „voor het behoud en de ontwikkeling van volkscultuur”. Populaire cultuur - „zoals musicals” - moet ook subsidie van het Rijk kunnen krijgen. Kunst in depots moet worden afgestoft en tentoongesteld. De drempels voor bruiklenen kunnen omlaag als het Rijk garant staat. Een deel van de Rijkscollectie moet worden afgestoten. Dat creëert ruimte voor het vernieuwen van collecties. De Geefwet, die schenken aan cultuur fiscaal stimuleert, moet worden verruimd. Het vijfde culturele programmapunt is opmerkelijk: de VVD wil „werkgevers en vakbonden aanmoedigen om van 5 mei een vrije dag te maken in plaats van 1 mei”. Dit om het belang van Bevrijdingsdag in onze geschiedenis te onderstrepen.

Forum voor Democratie koestert de natuur, maar die wordt bedreigd door onnodige bomenkap en door de „drang naar bebouwing” van het landschap. Beperken van de bevolkingsgroei is de belangrijkste maatregel om natuur te behouden, „door te stoppen met massale immigratie”. FVD wil „ruimte voor natuur, recreatie en woningbouw creëren op de plek waar nu Schiphol ligt”, onder meer door een nieuwe luchthaven op zee te creëren. Boeren die op hun land „de natuur de ruimte geven” moeten worden gesteund. Meer natuurgebieden moeten worden opengesteld voor bezoekers en dagrecreanten.
Boeren kunnen blijven boeren, stelt Forum voor Democratie. „Er is geen stikstofprobleem, maar een boekhoudkundig probleem.” Boeren zijn ondernemers „die alle ruimte moeten krijgen die ze nodig hebben om hun beroep uit te oefenen”. Met oog voor milieu en dierenwelzijn, dat wel.
Over natuur doet 50Plus geen specifieke uitspraken in het verkiezingsprogramma. De partij heeft het wel over wijken die moeten worden vergroend „door extra bomen en beplanting die vogels en vlinders aantrekken”. Er moet een apart ministerie voor wonen en ruimtelijke ordening komen met als taak „het ontwikkelen, stimuleren en het realiseren van bouwplannen”.
Boeren moeten minder kunstmest, gif en antibiotica gebruiken, vindt 50Plus. De grootschalige intensieve veehouderij moet worden „beperkt”. De partij strijdt verder voor „behoud en herstel” van biodiversiteit. Maar: „Daarbij moet getracht worden schade aan de economie te voorkomen en economische groei niet te belemmeren.”
Bestaande natuurgebieden moeten worden „versterkt”, vindt Denk. Maar er moet ook een „realistische” afweging worden gemaakt tegenover „andere ruimteclaims”.
Denk wil „verregaande maatregelen” tegen de „dierdichtheid” en de „intensiviteit” van de landbouw. Die moet kleinschaliger worden. Daarmee wordt ook het stikstofprobleem opgelost. „De landbouw wordt als grootste bron van uitstoot ontzien, terwijl de automobilist gepest wordt.”
Boeren kunnen bijdragen de natuur te beheren, stelt de SGP. Een uitweg uit de stikstofcrisis is mogelijk, behalve door emissiereductie en door goed natuurbeheer, door een „realistischer” beschermingsregime van natuurgebieden. „Niet elke snipper natuur in een Natura 2000-gebied moet onder het juridische beschermingsregime vallen.” De SGP wil ruimtelijke ordening niet te veel centraliseren. „Centraal wat moet, decentraal wat kan” is de leidraad wat betreft de partij. Het ruimtelijk beleid voor windparken en zonneweiden moet aangescherpt worden. „Omwonenden moeten niet alleen opgezadeld worden met de lasten, maar ook naar evenredigheid meeprofiteren van de opbrengsten.”
Een goede voedselvoorziening is volgens de SGP nu net zo belangrijk als in de tijden van Noach, Abraham en Jezus. Helaas zijn de boeren de afgelopen decennia „geprest” om hun productie te verhogen en de bedrijven te vergroten en daardoor zijn dierenwelzijn en natuur in het gedrag gekomen. Hoog tijd om de boeren te helpen de omslag te maken, met een fonds voor verdere verduurzaming, gevoed door „heffingen” bij supermarkten. Boeren moeten verder fiscale voordelen krijgen om duurzame doelen te halen. Er moet een „stoffenbalans” voor de bedrijven komen om schadelijke emissies tegen te gaan. De partij is tegen voedselverspilling. Die wordt gestopt door onder meer geen houdbaarheidsdatum te vermelden op producten als rijst of meel.
Op voormalige landbouwgrond is volgens de Partij voor de Dieren ruimte voor natuurgebieden, die weer met elkaar verbonden worden. „Zodat de biodiversiteit kan herstellen en de uitstoot van broeikasgassen substantieel afneemt.” Er worden bomen („natuurlijke airco’s”) geplant en het beheer van de Oostvaardersplassen, omstreden vanwege het veronderstelde ‘lijden’ van wilde dieren, komt weer in handen van het Rijk en niet meer van de provincie Flevoland. De PvdD wil ruimte maken voor natuur en woningen door het aantal dieren in de veehouderij flink te verminderen. Daardoor komt landbouwgrond vrij. Bedrijventerreinen die geen toekomst meer hebben of te veel hinder veroorzaken voor omliggende woongebieden worden omgevormd tot woonwijken en groen, zoals parken, of „tot terreinen met schone en circulaire bedrijven, gemengd met wonen”. Op ‘verdozing’, de bouw van distributiecentra en grote kantoorpanden, komt een moratorium.
De landbouw is „op een doodlopende weg beland”, stelt de Partij voor de Dieren. Niet alleen 640 miljoen dieren die in Nederland jaarlijks worden gefokt en gedood zijn de dupe van het „volledig ontspoorde” landbouwbeleid, ook burgers in de omgeving van veebedrijven en de boeren zelf, die steeds vaker het bijltje erbij neer gooien. De oplossing? De veestapel inkrimpen met 75 procent en voortaan alleen nog produceren voor de eigen regio. „Plantaardig voedsel wordt de norm, dierlijke producten de uitzondering.” Boeren krijgen een „eerlijke” prijs voor duurzaam geproduceerd voedsel.
De PvdA wil extra natuur aanleggen. Er komen meer parken in de steden. En „onnodige bebouwing zoals woningen” wordt in natuurgebieden langs de kust verboden. In 2027 moet er 50.000 hectare extra natuur zijn. De PvdA wil dat er een minister van Volkshuisting, Ruimte Ordening en Milieu komt, om de wooncrisis op te lossen. De publieke ruimte moet „toegankelijk, slim en zorgvuldig” worden ingericht, met aandacht voor vergroenen, fietsers en „ontmoetingen”. Bouwen moet zoveel mogelijk gedaan worden met behoud van landschap, natuur en biodiversiteit.
De landbouw is „uit balans”, meent de PvdA. „Onze huidige voedselproductie en manier van landbouwbedrijven is veel te belastend voor de natuur, het klimaat, het milieu, de dieren en de leefomgeving.” Er komt steun voor boeren die duurzaam, diervriendelijk en klimaatneutraal willen gaan werken, en er komt een „actief uitkoopbeleid” voor veehouders die te veel stikstof uitstoten; die uitstoot moet over tien jaar zijn gedaald met 50 procent om de natuur te redden. Boeren gaan ook minder veevoer importeren en subsidies voor intensieve veehouders verdwijnen.
GroenLinks wil de bestaande natuur beschermen door de uitstoot van stikstof over tien jaar met 50 procent te verminderen en wil ook extra natuur aanleggen: in totaal een gebied ter grootte van de Veluwe; en de komende vier jaar ook zeventien miljoen bomen. „Voor elke Nederlander een boom.” Volgens de partij is Nederland „in de loop van de eeuwen kampioen efficiënt ruimtegebruik geworden”, maar is het ook dingen verleerd, waardoor het landschap „verdoost en verrommelt” en er onvoldoende schone lucht, rust en groen is voor iedereen. De partij wil natuur weer voorrang geven ten opzichte van economische belangen, helemaal nu de coronacrisis „meer dan ooit” laat zien hoeveel behoefte er is aan ruimte en groen.
Veel boeren zijn volgens GroenLinks „vastgelopen” in een systeem dat hen dwingt te werken „in strijd met de omgeving, de natuur en dieren”. Ze moeten zich bekeren tot natuurinclusieve landbouw: duurzaam, lokaal, gezond en diervriendelijk. De veestapel moet worden gehalveerd; er komt een heffing op de uitstoot door boeren van broeikasgassen en stikstof; de bio-industrie zal niet meer bestaan. „GroenLinks wil van kwantiteit naar kwaliteit en van kiloknallers naar meer plantaardig eten.” Over tien jaar is een kwart van de landbouw biologisch.
Veel beschermde natuur is in een slechte staat en daarom wil D66 niet alleen deze gebieden beter gaan beheren, maar ook meer beschermde gebieden aanleggen: over twintig jaar een derde meer dan nu. D66 wil tien miljoen extra bomen. De partij wil in verband met het woningtekort ook kunnen bouwen op nieuwe plekken, zonder schade toe te brengen aan de natuur. Daarom worden Wonen, Ruimtelijke ordening en Milieu samengebracht in één ministerie. Dit ministerie gaat de grote lijnen uittekenen. Om grote nieuwe woonwijken te creëren met een goede OV-verbinding. Om natuurgebieden te verbinden. En om een structurele oplossing te vinden voor milieuproblemen zoals stikstof. De minister kan ingrijpen als doelen lokaal niet worden gehaald.

Volgens D66 is er bij de nationale overheid in de afgelopen jaren veel kennis en expertise over de leefomgeving verloren gegaan. Daarom moet er een planologische dienst (met „een brede, integrale blik”) komen die verschillende ministeries ondersteunt. Als in de open ruimte wordt gebouwd, moet daarvoor groen in de buurt terugkomen, volgens het principe: groen groeit mee. Er komt „nationale regie” op de groei van distributiecentra (‘verdozing’), om open ruimte in het landschap te behouden.

„Er komt een revolutie in de landbouw”, voorspelt D66. De huidige landbouw is „onhoudbaar” door een veel te grote import van veevoer; overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest; en schade aan biodiversiteit. Boeren moeten aan kringlooplandbouw doen en de politiek gaat hen daarbij helpen. Er komt een prijs te staan op de uitstoot van broeikas- en stikstofgassen. Het aantal kippen en varkens wordt gehalveerd en ook het aantal koeien moet „substantieel” dalen. Het welzijn van dieren kan worden verhoogd; het houden van dieren in kooien wordt verboden.
Het wonen in Nederland kan volgens het CDA „groener” worden, en ook moeten we „zuinig” zijn op bestaande natuur. Maar Europese plannen om 30 procent van het land- en wateroppervlak als beschermde natuur aan te merken zijn „niet haalbaar”. En windmolens en zonneparken? Niet in natuurgebieden en op landbouwgrond „zeker zolang er op daken nog volop ruimte is voor zonnepanelen”.

Het CDA pleit voor „een nieuwe visie” op de ruimtelijke indeling van Nederland. In een nieuwe Nota Ruimte wordt voor de lange termijn vastgelegd welke ruimte wordt bestemd om te wonen en werken of voor natuur en landbouw. In deze nieuwe visie worden de Randstad en grote natuurgebieden ontlast en nieuwe groeiregio’s aangewezen, „wat tevens in het belang van een vitaal platteland is”. Het CDA wil een nieuwe minister voor Regionale Ontwikkeling die de „negatieve spiraal in krimpgebieden” moet gaan doorbreken. Woningbouw in en om de stad dient hand in hand te gaan met vergroening: behalve voor sport en ontspanning is dat ook van belang voor de afkoeling bij hitte of de afvoer van regenwater bij extreme buien.

Volgens het CDA moeten we op boeren „net zo zuinig zijn als op onze Rembrandts”. Als met de landbouw duurzame doelen worden afgesproken, dan is het aan de boeren zelf om die langjarige afspraken uit te voeren. „Met hun vakmanschap en innovatie is een versnelling van de verduurzaming haalbaar.” Het CDA wil bestaande budgetten voor uitkoop van boeren om stikstof te reduceren ook gebruiken voor duurzamere stallen en productie. Verder moeten vitale landbouwgronden een „beschermde status” krijgen.
De boeren zorgen behalve voor melk, kaas en vlees ook voor „ons mooie Nederlandse landschap”. Ondanks rapporten die het tegendeel beweren, stelt de PVV dat de natuur in Nederland er de laatste decennia op vooruit is gegaan. Deze natuur moet worden beheerd, „maar het hoeft niet allemaal stikstofarme natuur te zijn”. De PVV vindt dat „de milieugekte” en „linkse activisten” Nederland hebben overgenomen. De PVV wil de zee niet „volbouwen” met windturbines.
De PVV zegt veel van dieren te houden en bepleit een Snoetje & Pluisje wet, die zeventigplussers met een laag inkomen moet helpen de medische kosten voor hun huisdier te betalen. De partij wil een „gecontroleerde afbouw” van wat de partij omschrijft als de bio-industrie. Maar dat kan alleen „als we onze boeren niet de nek omdraaien”. De „doorgeslagen” stikstofregels moeten van tafel, alsmede de „regelzucht” uit Den Haag en Brussel, want die is „oneerlijk”. Er moet een einde komen aan de „milieugekte” van „linkse activisten” door wie Nederland wordt geregeerd.
De natuur verdient volgens de VVD bescherming maar moet af en toe ook inschikken. De VVD wil waar mogelijk beschermde gebieden samenvoegen. Ook belooft de VVD een „herijking” van de huidige Natura2000-gebieden. Europese richtlijnen moeten niet strenger worden uitgevoerd dan de EU voorschrijft. „Zo kunnen we nog steeds genieten van de natuur en houden we ons natuurbeleid realistisch.” De partij hecht belang aan „balans tussen de belangen van economie en natuur” bij de aanpak van de landelijke stikstofuitstoot. „Zo krijgen ondernemers zekerheid bij vergunningverlening en blijft onze mooie natuur behouden.”
De VVD roemt de boeren als „hardwerkende” ondernemers „van wereldklasse”. Dankzij hen is Nederland voor voedsel niet afhankelijk van andere landen. Tegelijk loopt de landbouw „tegen grenzen aan” zoals het gebrek aan ruimte voor natuur. De oplossing „ligt niet in het simpelweg wegzetten van boeren als vervuilers” maar in het stellen van doelen die de boeren moeten halen door onder meer innovaties en financiële steun daarvoor, het verplaatsen van bedrijven naar gronden van Rijk of Staatsbosbeheer, en ook door het produceren van kweekvlees.
De VVD wil de belasting verlagen voor mensen met een middeninkomen, mensen die (voltijds) werken en voor middelgrote en kleinbedrijven (mkb). De partij wil dat doen via een ‘middeninkomenskorting’, een hogere arbeidskorting en een belastingkorting voor mensen die voltijds werken. De VVD wil de belasting op de energierekening verlagen. Spaarders moeten belasting betalen over het „reëel ontvangen rendement”, niet meer een fictief rendement. Het toeslagenstelsel moet eenvoudiger (hoe staat niet in het programma). De VVD wil een databelasting invoeren en bedrijfswinsten belasten „waar deze worden behaald”. Internationaal (met oeso-landen) moet een minimumniveau aan belasting worden afgesproken dat bedrijven moeten betalen. Er komt een middenstandskorting voor het mkb, de arbeidsongeschiktheidspremie van werknemers wordt afhankelijk van de bedrijfsgrootte. De investeringskorting voor bedrijven (BIK) wil de VVD in stand houden tot en met 2022. Daarna wordt „dit budget” besteed aan het verbeteren van het investerings- en vestigingsklimaat. De VVD wil de belastingaftrek voor investeringen door kleine bedrijven verhogen. Ook moet de belastingaftrek omhoog voor investeringen in verduurzaming. Alle bedrijven moeten hun „fair share” betalen aan het sociale stelsel (verzekeringen tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid), ook bedrijven die weinig mensen in dienst hebben en veel financiële waarde creëren met data, robots, kunstmatige intelligentie. De VVD wil spaargeld, huis of oudedagsreserve niet extra belasten. Daarom wil de VVD nadenken over nieuwe heffingen op robots of data.
De Partij voor de Dieren wil geen verdere bezuinigingen op de publieke omroep of de regionale omroepen. Regionale media krijgen een realistisch budget voor nieuws, onderzoek en regionale identiteit.
Denk zegt in het verkiezingsprogramma niets over de publieke omroep.
De VVD wil een einde maken aan de huidige plicht van de NPO om programmering te verzorgen voor een vast aantal landelijke tv- en radiozenders. De mogelijkheden om programma’s te verspreiden via eigen kanalen en platforms of die van derden moeten worden uitgebreid. Maar de betaalde onlinestreamingsdienst van de NPO moet worden stopgezet. Salarissen bij de NPO moeten onder controle worden gehouden. Bij de verdeling van budgetten moet het aantal leden van een omroep minder belangrijk worden.
Volgens de PVV draagt de publieke omroep, samen met het onderwijs, bij aan de „politiek-correcte afbraak van onze eigen identiteit”. De publieke omroep moet daarom „in zijn geheel” worden afgeschaft.
Volgens de SGP is het media-aanbod tegenwoordig zo groot „dat de omvang van de publieke omroep veel kernachtiger kan en moet”. De NPO moet zich richten op „hoogwaardige, evenwichtige nieuwsvoorziening, verdieping en cultuur en evenementen van nationaal belang”. „Schadelijke media-uitingen, waaronder reclame voor overspel, worden waar mogelijk tegengegaan.” De NPO doet te veel aan amusement en verstrooiing, vindt de SGP. De publieke omroep moet reclamevrij zijn. Het moet mogelijk worden om laagdrempelig klachten in te dien. Het „gigantische” budget voor sportrechten moet verdwijnen. De leeftijdsgrens voor porno moet van 16 naar 18 jaar.
Over de publieke omroep zegt de SP niets specifieks in het verkiezingsprogramma. De partij zegt zich wel te willen inzetten voor „het behoud en de versterking van de onafhankelijke lokale media”. De partij pleit ook voor een fatsoenlijke boterham voor (freelance) journalisten en fotografen.
De PvdA koestert „kritische onafhankelijke journalistiek” en het publieke omroepbestel, maar de manier waarop mensen nieuws volgen is heel snel aan het veranderen. Daarom wil de partij dat de NPO meer ruimte krijgt om „nieuwe aanbodkanalen” te ontwikkelen. Makers moeten fatsoenlijk worden beloond en dat betekent ook dat streamingdiensten als Facebook en Youtube meer belast moeten worden. De PvdA wil dat er meer wordt geïnvesteerd in de publieke omroep, ook lokaal. Die mag nooit „afhankelijk zijn van de grillen van de markt”.
Wat 50Plus betreft moet er extra geld komen voor „een televisiezender gericht op de oudere doelgroep”. Ouderen hebben een minder groot sociaal netwerk en zijn meer aan huis gebonden, en dat wordt alleen maar meer zo. Ook moeten er meer middelen naar lokale omroepen. Het reclamebeleid (STER) moet worden „aangepast” om deze initiatieven mogelijk te maken. Ook voor Nederlandse ouderen in het buitenland moeten „meer nieuwsvoorzieningen” komen. De partij wil ook dat er „doelkanalen” komen voor bijvoorbeeld kaartspelen.
JA21 vindt dat de NPO een „spreekbuis” is geworden „voor een beperkt deel van het politieke spectrum”. „De presentatoren, de keuze van thema’s, de inhoudelijke duiding, dezelfde gasten die telkens weer worden uitgenodigd - alles wijst in één richting.” „Grote groepen Nederlanders” zijn volgens de partij aangewezen op sociale media als tegenwicht voor de als „eenzijdige” en „activistische” ervaren NPO. De rol van het omroepstelsel moet worden beperkt tot „een aantal duidelijk omschreven taken”. „Een totalitaire staat als China […] mag niet ons voorland zijn.”
Voor D66 is een publieke omroep die zich richt op kerntaken (informatie, cultuur, educatie) essentieel „in tijden van nepnieuws en desinformatie”. Van de partij mag de NPO reclamevrij worden. De omroep wordt hiervoor gecompenseerd. NPO-content wordt breder beschikbaar voor andere mediapartijen, ook commercieel. Publieke omroepen moeten meer ruimte krijgen om met producenten van buiten het bestel te werken, zonder dat ze hier op afgerekend worden.
Forum voor Democratie verwijt de NPO „grote vooringenomenheid” en „stuitende eenzijdigheid”. „De onderwerpkeuze, gasten en voorkeuren van steeds dezelfde presentatoren zorgen voor steeds hetzelfde narratief.” De partij wil het budget voor de publieke omroep „ingrijpend saneren”. Van bestuursleden, presentatoren en netmanagers van de NPO moet openbaar worden gemaakt of ze van een politiek partij lid zijn en van welke. Er moet ook een „onafhankelijke Ombudsman” komen en een „onafhankelijke Raad van Toezicht”. Forum wil ook dat er twee publieke tv-zenders komen met focus op „informatie, taal, cultuur, geschiedenis en documentaires”. Met digitale platformen „die concurreren met de markt” stopt de NPO.
GroenLinks vindt dat de publieke omroep een belangrijke functie vervult op het gebied van nieuws, informatie, cultuur en educatie. De partij vindt wel dat de programmering voor jongeren en kinderen reclamevrij moet worden. Alle producties van de publieke omroep moeten bovendien op internet gratis toegankelijk zijn. GroenLinks wil ook de fondsen voor onafhankelijke journalistiek „versterken” en de nieuwsvoorziening dichtbij huis „verbeteren”.
ChristenUnie maakt zich zorgen over fake news en desinformatie, zaken die het belang onderstrepen van „een sterke, onafhankelijke en pluriforme publieke omroep en van gerichte investeringen in onafhankelijke onderzoeksjournalistiek”. Het minimumbudget van de publieke omroep blijft in de wet verankerd, want die financiering mag geen speelbal worden van „snelle politieke besluitvorming”. Bij de verdeling van budgetten weegt het ledenaantal van een omroep mee. Programma’s mogen niet achter een betaalmuur verdwijnen. De NPO-plusdienst verdwijnt. ChristenUnie wil meer ruimte voor lokale en regionale omroepen.
Wat het CDA betreft blijft de publieke omroep „de basisvoorziening in ons bestel”. De partij wil extra ondersteuning geven aan lokale en regionale media. Buitenlandse mediabedrijven worden verplicht te investeren in Nederlandse producties. In de dagprogrammering moeten meer laagdrempelige programma’s komen voor de aanpak van laaggeletterdheid en de integratie van nieuwkomers.
De VVD vindt dat techbedrijven te veel marktmacht hebben. Om datahandel te kunnen controleren en belasten, moeten data in Europese centra worden opgeslagen, zodat ze ook onder Europese wetgeving vallen. Het Europese mededingingsrecht moet moderner, zodat techbedrijven kunnen worden aangepakt als ze hun martkmacht misbruiken, bijvoorbeeld door te bepalen welke lokale restaurants wel of niet op hun website verschijnen. De VVD wil dat data persoonlijk eigendom worden van burgers, techbedrijven moeten betalen voor het gebruik ervan. Dominante ‘platformbedrijven’ moeten hun data delen met andere bedrijven wanneer consumenten dit wensen. De VVD wil dat technologiebedrijven belasting betalen op de plek waar zij daadwerkelijk klanten hebben, in plaats van de plek waar zij winsten inboeken. Als dat niet lukt, wil de VVD een digitaledienstenbelasting invoeren, „waarbij we het mkb ontzien”.
De VVD is van kijk veranderd, want „tijdens de liberale strijd tegen een te grote en betuttelende overheid is de macht van sommige private partijen soms doorgeschoten”. Tegen bedrijven met te veel marktmacht moet worden opgetreden, maar de partij is tegen het streven van sommige EU-lidstaten om Europese ‘kampioenen’ op te richten. Voor bedrijven van buiten de EU moeten scherpere mededingings- en staatssteunregels gelden. Er komt een meldingsplicht voor investeringen in vitale sectoren en belangrijker technologie. Kritieke productieprocessen (zoals medische apparatuur of medicijnen) moeten in Europa worden gehouden, en er moeten meer en grotere strategische (medische) voorraden worden aangelegd „zoals dat nu met olie gebeurt”.

Mededingingswaakhond ACM moet meer bevoegdheden krijgen, zoals het opdelen van bedrijven en een verbod op het opkopen van startups voor grote bedrijven. De VVD wil het vestigings- en investeringsklimaat verbeteren door investeringen in onder meer onderwijs en infrastructuur en lage belastingen. Middelgrote en kleine bedrijven moeten lagere belastingen gaan betalen dan grote bedrijven. Bij nieuwe regels wil de VVD een mkb-toets. De VVD wil een nationaal groeiakkoord waarin werkgevers, werknemers, overheid en kennisinstellingen gezamenlijk een groeiagenda opstellen.

De PVV wil de btw op boodschappen en de energiebelasting verlagen. De PVV wil geen beperking van de hypotheekrenteaftrek.
De PVV wil, zolang als nodig is, doorgaan met het volledig steunen van bedrijven die geraakt worden door de coronacrisis en vindt het onacceptabel dat het kabinet niet alle schade compenseert. Ondernemers die volledig gesloten zijn moeten 100 procent van hun kosten vergoed krijgen. De partij wil niet bezuinigen of de belastingen verhogen om de overheidsfnanciën op orde te brengen. De PVV wil de economie aanjagen door te investeren en consumptie te stimuleren. Dat laatste wil de PVV doen door het eigen risico af te schaffen en door de huren te verlagen, net als de btw op boodschappen en de energierekening. De PVV wil „uit de schulden groeien met lagere lasten”. Als het nodig is, is de PVV bereid de staatsschuld „nog wat verder” te laten oplopen. De PVV wil investeren in de publieke sector (zorgverleners, politie, leraren). Dat kan volgens de partij door geen geld meer te besteden aan het buitenland (Europa), ontwikkelingshulp en klimaatbeleid.
Het kopen van een woning moet weer makkelijker worden als het aan JA21 ligt. De partij wil hiertoe de overdrachtsbelasting over de hele linie verlagen tot 2 procent. Voor starters wordt deze afgeschaft. Overbodige regelgeving en ingewikkelde procedures die de woningbouw belemmeren en de prijs opdrijven worden geschrapt. JA21 wijst daarbij naar regels voor geluidshinder en naar EU-regels voor energieneutraal bouwen die te streng zouden zijn. Woningbezit wordt gestimuleerd door afschaffing van het eigenwoningforfait. Er moet een aparte minister van Volkshuisvesting komen. De partij wijst ook naar asielzoekers als verklaring voor het woningtekort. Aan de huisvestingsplicht van gemeenten richting deze groep moet een einde komen.
Het woord racisme komt niet voor in het programma van JA21. De partij is tegen „positieve discriminatie aan de hand van groepskenmerken”: dat „doet de waarde van individuen tekort en stigmatiseert betreffende groep”. Wat begripvol en behulpzaam is bedoeld, ondermijnt de gelijkheid voor de wet, aldus de partij. Quota en het afdwingen van evenredige vertegenwoordiging op basis van „groepsdenken” hoort wat betreft JA21 niet thuis in een democratische rechtsstaat. De overheid voert geen „identiteitspolitiek”.
Van „iedereen die in Nederland woont en verblijft” mag respect voor de wet worden verwacht, stelt JA21. Je moet deel „willen uitmaken van de samenleving en daaraan zelf willen bijdragen”. Dat betekent: Nederlands leren en integreren „in de dominante cultuur”. Daar waar integratie mislukt, kan remigratie volgens de partij een redelijke oplossing zijn. Het boerkaverbod wordt naar alle openbare plekken uitgebreid, dus ook op straat. Aantallen en hoogtes van minaretten worden beperkt, versterkte gebedsoproepen worden verboden.
Volgens JA21 zit Nederland in „een onbeheerste, onbeheersbare demografische ontwikkeling”. Nederland moet daarom een opt-out regelen binnen het nieuwe Migratiepact van de EU „om weer controle te krijgen over de eigen grenzen”. Vluchtelingen worden in principe in de eigen regio opgevangen. Heel soms kan tijdelijke opvang in Nederland nodig zijn, maar dat betekent „géén de facto verblijfsvergunning”. Statushouders krijgen geen voorrang bij sociale huurwoningen. Opvang moet vanaf het begin gericht zijn op terugkeer naar het land van herkomst. Vergoedingen aan asieladvocaten moeten fors beperkt worden, om een „asielindustrie” te voorkomen. Illegaliteit moet strafbaar worden.
Over arbeidsmigratie of de behandeling van EU-arbeidsmigranten in Nederland zegt JA21 niets specifieks. De partij heeft het wel over het openen van de „slagbomen voor immigratie vanuit een economische achtergrond”. Dat is „onverantwoord” en „onhoudbaar”. „Er zijn grenzen.”
JA21 wil een einde maken aan de „falende ambtelijke koninkrijken” waar de overheid nu door gedomineerd zou worden. Om te beginnen met een referendum „dat volstrekt helder maakt dat de wil van het volk in een tijdig stadium serieus wordt genomen”. Er moet een gekozen burgemeester komen. JA21 wil ook voorkomen dat de speelruimte van het parlement wordt beperkt door internationale verdragen en rechterlijke uitspraken die daarop zijn gebaseerd. Nederland moet net als Duitsland een Constitutioneel Hof krijgen, om er scherper op toe te zien dat verdragen niet botsen de Grondwet. Bij de aanstelling van rechters moet onderzocht worden of ze niet „afhankelijk” zijn van een politieke kleur.
Miljoenen Nederlanders, stelt JA21, ervaren overlast, voelen zich onveilig of worden het slachtoffer van criminaliteit. In wijken moeten politiebureaus worden heropend. Op het belagen van veiligheidsdiensten en hulpverleners moeten gevangenisstraffen komen. Wie zich in het buitenland aansluit bij islamitische jihadbewegingen (Syriëgangers/IS-strijders), wordt het Nederlanderschap ontnomen. De partij wil ook zwaardere straffen voor recidivisten, gewelds- en zedenmisdrijven, misdragingen in het verkeer en wangedrag in de gevangenis. In onveilige wijken moet extra cameratoezicht komen. De verwachte pensionering van 17.000 agenten moet worden opgevangen met forse investeringen in politieacademies. Asielzoekers of statushouders die een misdrijf plegen moeten zo snel mogelijk het land uit worden gezet. JA21 is voorstander van een hard drugsbeleid en van ‘naming and shaming’ van drugscriminelen.
JA21 vindt dat er beter verantwoording moet worden afgelegd over de besteding van ontwikkelingshulp. Bij meerdere mislukkingen moet hulp worden stopgezet. Het budget kan fors omlaag, naar maximaal het gemiddelde van de EU-landen, en wat overblijft moet primair naar het lenigen van acute nood. De partij legt ook een koppeling met het indammen van migratiestromen vanuit het Midden-Oosten en Afrika. Als landen niet meewerken aan het terugnemen van asielzoekers moeten er stevige maatregelen komen, zoals het intrekken van financiële steun of landingsrechten.
JA21 is voorstander van internationale handelsverdragen, maar alleen als ze „eerlijk zijn voor Nederland”. De verdragen die de Europese Commissie namens de lidstaten sluit, zijn dat niet en zijn nadelig voor het mkb, boeren en voedselveiligheid in Nederland. De partij maakt zich ook zorgen over internationale arbitragehoven, waarmee bedrijven staten kunnen aanklagen, en over organisaties als de VN, WHO en IMF en Wereldbank die de neiging hebben „tot in het oneindige uit te dijen”.
JA21 vindt dat Nederland een robuuste, innovatieve en wendbare krijgsmacht nodig heeft gezien de vele bedreigingen door „terrorisme, ondermijning en cybercriminaliteit”. Samenwerking op internationaal niveau moet alleen maar „wanneer dit in het Nederlandse belang is en meerwaarde oplevert”. „Geen EU-krijgsmacht naar Frans ideaal onder Duits bevel”, aldus de partij. Samenwerking in NAVO-verband blijft de hoeksteen van de nationale veiligheid. In 2024 moet Nederland daarom zoals beloofd 2 procent van het bbp investeren in defensie.
JA21 pleit in zijn verkiezingsprogamma niet voor een Nexit, maar wel voor „afgeslankte, meer flexibele samenwerking” met andere EU-landen, vooral gericht op economie. De EU moet een lossere gemeenschap worden „waarin soevereiniteit behouden blijft”. Elk land moet zelf kunnen beslissen wanneer grenzen open of dicht gaan. Nederland moet in navolging van Denemarken meer ‘opt-outs’ (uitzonderingsregelingen) bedingen. De euro moet een optie worden in plaats van een verplichting. In Nederland moet er een referendum komen over de Europese munt. JA21 wil geen verdere uitbreiding van de EU. Turkije mag „nooit en te nimmer” lid worden van de EU.
Het Nederlandse buitenlandbeleid heeft volgens JA21 te lang in het teken gestaan van de zogenaamd ‘heilzame werking’ van globalisme en multilateralisme. Dat is een illusie gebleken, zie de assertiviteit van China, de moeizame relatie met Rusland, de politieke polarisatie in de VS. JA21 pleit voor „realpolitik”. Machtsverhoudingen worden omarmd „zoals ze zijn”. Binnen de EU en de Europese Raad van regeringsleiders blijven nationale vetorechten (de unanimiteitsregel) gehandhaafd. Het ministerie van Buitenlandse Zaken richt zich op kerntaken: handelsbevordering, inperking van immigratie, versterken van politieke en militaire allianties en van de Nederlandse taal en cultuur via culturele diplomatie. De positie van „verdrukte christenen” moet nadrukkelijk een plek krijgen in het buitenlandbeleid.
De Partij voor de Dieren wil in het onderwijs meer aandacht voor duurzaamheid, voedsel, natuur- en milieueducatie en dierenwelzijn, om „de omslag naar een duurzame samenleving” te helpen maken. In schoolkantines wordt vlees de uitzondering („Carnivoor? Geeft ’t door!”). Filosofie, het koloniale verleden, slavenhandel, de geschiedenis van arbeidsmigratie en gender- en seksuele diversiteit krijgen een vaste plek in het lespakket. Er komt meer tijd voor kunst en drama.

Gratis kinderopvang tot 4 jaar voor 4 dagen per week wordt onderdeel van het basisonderwijs. Leerkrachten geven maximaal 20 lesuren per week, zodat ze ze zich beter kunnen voorbereiden en ontwikkelen. De lonen in het primair onderwijs worden gelijkgetrokken met die in het voortgezet onderwijs. De basisbeurs keert terug, het collegegeld wordt fors verlaagd. De leenstelsel-generatie wordt royaal gecompenseerd.

Inkomen, opleidingsniveau en afkomst van ouders bepalen volgens Denk nog te veel hoe ver iemand komt in het onderwijs. De partij wil fors investeren in onderwijs en in het wegwerken van onderwijsachterstanden. Leraren op achterstandsscholen worden beter betaald. Migratieverleden, antidiscriminatie en het koloniale verleden worden kerndoelen in het onderwijs, om onderling begrip en wederzijdse acceptatie te kweken. De „hetze tegen islamitische scholen” moet stoppen. „Plofklassen” moeten worden tegengegaan.

Voor studenten komt de oude basisbeurs terug. Wie heeft moeten lenen onder het leenstelsel worden gecompenseerd.

Volgens de VVD is minimale sturing door de overheid in het onderwijs te lang de norm geweest. Een zes werd als voldoende gezien. Mede daardoor behoort Nederland op dit vlak niet meer tot de wereldtop. Tegelijkertijd proberen „antidemocratische groeperingen en onvrije landen een steeds grotere rol te verwerven in onze scholen”. De partij wil daarom een verbod op financiering van scholen vanuit onvrije landen. Van scholen die door de inspectie worden beoordeeld als ‘zeer zwak’ of ‘onvoldoende’ kan het schoolbestuur vervangen worden. Excellente leraren krijgen een hoger salaris. Voor kinderopvang komt er een hogere overheidsbijdrage, zodat kinderen ook eerder naar school kunnen.

Het sociaal leenstelsel wordt behouden. „Het uitgangspunt is dat als een opleiding tot een hoger inkomen leidt, je een eerlijk aandeel van de kosten terugbetaalt.” Over de instroom van buitenlandse studenten schreef de VVD aanvankelijk dat deze per opleiding moet worden beperkt als rem op „de trend om colleges niet meer in het Nederlands te geven”. In het definitieve verkiezingsprogramma is dat aangepast. Nu is het doel „om kansrijke internationalisering te versterken en uitwassen tegen te gaan”.

Volgens de PVV is het onderwijs onder Rutte in een vrije val geraakt. Een kwart van de leerlingen is „semi-analfabeet”, aldus de partij, die zich verder vooral zorgen maakt over „linkse indoctrinatie” op scholen. De PVV wil „politiek neutrale leraren”. Het onderwijs moet kleinschaliger worden, wegblijven van „modieuze bijkomende zaken” en terug naar de kern (taal en rekenen). Voor islamitisch onderwijs is geen plaats. Het zou „mooi” zijn als op scholen dagelijks de Nederlandse vlag wordt gehesen, om „ons Nederlandse karakter te benadrukken”. Voor studenten moet de basisbeurs opnieuw worden ingevoerd.
Onderwijs, cultuur en wetenschap zijn volgens de SGP „gaven van onze goede Schepper”. Het geloof is goed voor de „morele vorming van onze jeugd”. Het is niet aan de inspectie om te beoordelen of scholen de juiste opvattingen hebben, bijvoorbeeld over het klimaat of seksuele diversiteit. De overheid heeft wel recht en plicht om op te treden tegen „jihadistisch onderwijs”. De SGP acht het „wenselijk dat meer mannen in het basisonderwijs werken”.

Loonkloof tussen basisschool en voortgezet onderwijs moet zoveel mogelijk worden gedicht, maar door de coronacrisis wordt dat wel moeilijker, verwacht de SGP. De partij wil dat er meer aandacht komt voor Franse en Duitse taal. Het hoger onderwijs mag geen plek zijn die gedomineerd wordt door politiek correct denken. Voor middeninkomens moet er weer een basisbeurs komen.

„Goed onderwijs is een motor van de emancipatie”, stelt de SP. Maar momenteel hapert die. De partij wil het particuliere onderwijs aan banden leggen, want onderwijs mag „geen luxe worden”. Lerarensalarissen worden verhoogd. De loonkloof tussen basisonderwijs en voortgezet onderwijs wordt gedicht. De SP wil een „kleine klassenstrijd” voeren en toewerken naar klassen van maximaal 23 kinderen, te beginnen op scholen met veel kinderen uit armere gezinnen.

Alle studenten krijgen een studiebeurs, jongeren uit gezinnen met een lager inkomen kunnen ook een aanvullende beurs krijgen. De SP wil een onderzoeksfonds oprichten waarin bedrijven opdrachten kunnen aanbieden, zodat er geen directe band is tussen bedrijf en onderzoeker.

50Plus vindt dat het onderwijs meer moet aansluiten „op de snelle ontwikkelingen in de maatschappij”. De basisbeurs moet terugkeren. De beloning van leraren op basisscholen en in het voortgezet onderwijs moet worden „versterkt”. Onderwijs word aangeboden in de Nederlandse taal, het beroepsonderwijs moet zich „meer gaan richten” op volwassenen, de maximale leeftijdsgrens in het volwassenenonderwijs wordt losgelaten.
JA21 vindt dat het onderwijs is gebureaucratiseerd en „een soort procesindustrie” is geworden die „de input, de studenten” zo snel mogelijk „verwerkt”. De relatie docent-leerling moet weer centraal komen te staan. Onderwijs moet kleinschaliger. JA21 wil de salariskloof tussen primair en secundair onderwijs „overbruggen”. Docent worden moet makkelijker worden.

Categorale gymnasia moeten worden beschermd en er moet meer onderscheid komen tussen theoretisch en praktisch ingestelde leerlingen. Universiteiten moeten weer kennisinstellingen worden en minder energie steken in „internationalisering” en „verengelsing”. Op latere leeftijd een extra studie doen moet makkelijker worden. Islamitisch onderwijs noemt de partijh een „problematische uitzondering” op de onderwijsvrijheid, die niet verder mag groeien.

Het onderwijs wordt steeds slechter en de ongelijkheid neemt al jaren toe, schrijft de PvdA. Daarom moet er fors worden geïnvesteerd worden, ook in onderwijspersoneel. Leraren uit het basisonderwijs krijgen wat de partij betreft evenveel betaald als die uit het voortgezet onderwijs. Leraren krijgen meer ‘ontwikkeltijd’, om zich beter te kunnen voorbereiden. Klassen worden kleiner. Scholen met kinderen die een groter risico op achterstanden lopen, krijgen meer ondersteuning en beter betaalde leraren.

Er komt een groot offensief tegen laaggeletterdheid (bij jongeren en volwassenen). De PvdA vindt dat het ‘kiesmoment’ van het schoolniveau twee jaar later moet. Er komt een rijksacademie voor leraren, om de versnippering in het pabo-onderwijs tegen te gaan. Kinderopvang wordt gratis. De basisbeurs wordt heringevoerd. Scholen en universiteiten worden opengesteld voor volwassenenonderwijs.

Voor D66 is goed onderwijs „de basis voor een vrije, gelukkige samenleving waarin iedereen tot zijn recht kan komen”. Het is ook het eerste hoofdstuk van het D66-programma. Kinderopvang wordt gratis. Scholen met meer kansarme leerlingen krijgen een hoger budget, voor het verkleinen van klassen, het aantrekken van ervaren leraren (die ook meer betaald zullen krijgen) en bijlessen. Wat D66 betreft wordt leesvaardigheid belangrijker „dan het trainen voor het examenprogramma”. Er komt meer aandacht voor digitale vaardigheden, burgerschap en mensenrechten.

Toetsen in groep 8 mag alleen als ‘thermometer’ - het is geen leidraad voor het schooladvies. Basisschoolleraren gaan evenveel verdienen als die op de middelbare school. Ouders krijgen sterkere medezeggenschap op het beleid van de school. Alle studenten van wie de ouders tot 70.000 euro verdienen (zes van de tien studenten) krijgen een studiebeurs van maximaal 400 euro. Elke student krijgt - ongeacht richting of niveau - de mogelijkheid om minimaal één stage of semester in het buitenland te volgen.

GroenLinks vindt dat bezuinigingen en „doorgeslagen marktdenken” hebben geleid tot toegenomen kansenongelijkheid in het onderwijs. De partij wil vier dagen gratis kinderopvang en kleine klassen. Daardoor krijgen kinderen meer aandacht, ervaren leraren minder werkdruk en wordt het onderwijs aantrekkelijker.

Leraren in het basisonderwijs gaan evenveel verdienen als die in het voortgezet onderwijs. Leraren die les geven op scholen met veel kwetsbare kinderen krijgen meer betaald. Pubers krijgen meer tijd om zich te ontwikkelen, met een „meerjarige brede brugklas” waarbij pas in het derde jaar een niveau hoeft te worden gekozen. Op hun 18e krijgen alle jongeren 10.000 euro. Daarnaast krijg je een studiebeurs van maximaal 400 euro per maand als je uit een gezin komt met een inkomen tot 100.000 euro. Armere studenten kunnen ook huurtoeslag krijgen.

CDA wil eerherstel voor het gezag en respect voor leerkrachten. Daar hoort ook een „goed salaris” bij. Extra inzet moet extra worden beloond. Leraren in het speciaal onderwijs of in wijken met veel kinderen met leerachterstanden krijgen een toeslag. De partij maakt zich grote zorgen over de dalende leesvaardigheid en wil „lol in lezen” terugbrengen met een „onderwijsbreed leesoffensief”. Bijles moet er niet alleen zijn voor kinderen van ouders die het kunnen betalen, maar via scholen worden aangeboden.

Het CDA wil ook maatregelen om te voorkomen dat laatbloeiers de dupe worden van te strikte schooladviezen. Voor de bachelorfase van studies komt er een basisbeurs, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen thuis- en uitwonende studenten. Er moet meer aandacht komen voor de Duitse en Franse taal, gezien de nabijheid van deze grote landen en de handelsbelangen.

Forum voor Democratie pleit voor schaalverkleining in het onderwijs en een scherper onderscheid tussen theoretisch en praktisch ingestelde kinderen. „De samenleving heeft behoefte aan allerlei type mensen.” Het vak van leraar moet meer aanzien krijgen, door betere salariëring. Categorale gymnasia moeten worden beschermd. Aan de massaliteit op universiteiten komt een einde doordat „alleen écht gemotiveerde studenten een plek krijgen”. Universiteiten zijn volgens de partij bedrijven geworden, op zoek naar de meeste winst. De basisbeurs wordt weer ingevoerd en er komt gepaste compensatie voor de generatie die hier geen aanspraak op kon maken. Op universiteiten komen geen ‘diversity officers’ of ‘safe spaces’.
De SGP vindt dat gemeenten die de zondagsrust willen beschermen die mogelijkheid moeten hebben, en dat gemeenten ook beleidsvrijheid hebben op andere terreinen (zoals optreden tegen gokhallen of prostitutie). Er zijn volgens de partij verder duidelijke regels nodig en burgemeesters die kritisch kijken naar eventuele belangenverstrengeling bij raadsleden en wethouders. Het Rijk zou gemeenten moeten bijstaan bij ondermijning. Verder zouden gemeenten niet steeds geconfronteerd moeten worden met nieuwe tussentijdse bezuinigingen – als dat niet anders kan moet er „een mogelijkheid bestaan om tijdelijk te werken met een niet-sluitende begroting”. Het takenpakket van raadsleden is groot, versterking van hun professionaliteit is noodzakelijk. De SGP is tegen een gekozen burgemeester, en alleen voor herindelingen als er geen andere mogelijkheid is.
Forum voor Democratie wil een gekozen burgemeesters en bindende referenda. Het ontslagrecht van ambtenaren moet worden versoepeld.
Denk constateert dat gemeenten „met enige regelmaat” de noodklok luiden over tekorten en pleit er daarom voor dat ze voldoende worden toegerust om hun zorgtaken goed te kunnen uitvoeren. Gemeenten zouden meer mogelijkheden moeten krijgen om te variëren met de OZB-belasting. De burgemeester zou moeten worden gekozen.
50Plus wil dat bevoegdheden aan „het Rijk en/of grote centrumgemeenten” worden overgedragen. De partij is voorstander van een gekozen burgemeester en bindende referenda over „zwaarwegende voorstellen”. De gemeenteraadsverkiezingen zouden volgens de partij anders moeten worden georganiseerd: op 26 woensdagen in gemeenten die beginnen met één letter uit het alfabet. Dat moet voorkomen dat lokale verkiezingen „overheerst worden door landelijke politici”.
De PvdA wil investeren in lokale democratie. Om te zorgen dat gemeenten hun taken goed kunnen uitvoeren, moeten de bezuinigingen op het Gemeentefonds (waaruit het Rijk gemeenten betaalt) worden gestopt.
De SP wil dat gemeenten veel meer geld krijgen om zelf beleid en keuzes te maken, in het bijzonder in regio’s waar de voorzieningen al onder druk staan. Verder pleit de partij voor een bindend correctief referendum ook op provinciaal en lokaal niveau.
De Partij voor de Dieren vindt dat „decentralisatie gepaard ging met onverantwoorde bezuinigingen”. Gemeenten zouden voldoende middelen moeten hebben voor onder meer jeugdzorg. Verdere decentralisatie zou alleen mogen als de taak er zich voor leent, en de lokale overheden „voldoende” (financieel) zijn toegerust. De democratische controle op samenwerkingsverbanden zou beter verankerd moeten worden.
GroenLinks vindt dat na „jarenlang op zorg in gemeenten is bezuinigd” de financiële bijdrage van het Rijk aan gemeenten moet worden verhoogd. Gemeenten (en provincies) hebben er volgens de partij veel taken bijgekregen, zonder het geld dat daarvoor nodig is. Zij zouden meer middelen moeten krijgen om taken op het gebied van cultuur, werk, welzijn en verduurzaming te kunnen uitvoeren. Bovendien zouden gemeenten meer mogelijkheden moeten krijgen zelf belastingen te heffen, bijvoorbeeld op leegstaande panden.
De PVV wil een gekozen burgemeester.
De ChristenUnie vindt dat de financiering van lokale politieke partijen beter moet worden gereguleerd en dat er een regeling voor vaste financiering moet komen. Dat „voorkomt integriteitsproblemen”. Er moet volgens de partij een betere democratische controle komen op alle vormen van samenwerkingsverbanden, zoals de veiligheidsregio’s en de Regionale Energie Strategie regio’s.
D66 signaleert dat de gemeente steeds meer taken heeft gekregen en daardoor een steeds grotere rol heeft in het leven van mensen. Aan die „groeiende verantwoordelijkheid” moet de lokale democratie recht doen. Daar zijn nieuwe instrumenten voor nodig, vindt de partij: een bindend correctief referendum op lokaal en regionaal niveau, uitgebreide mogelijkheden voor participatie door burgers, en de gekozen burgemeester.
Het CDA houdt vast aan kroonbenoemde burgemeesters en commissarissen van de Koning. De partij wil een rem op gemeentelijke herindelingen – die mogen alleen plaatsvinden als ná verkiezingen een nieuwe gemeenteraad het nog steeds eens is met zo’n fusie. Het CDA ziet dat veel gemeenten het financieel moeilijk hebben en wil betere financiële afspraken tussen Rijk en gemeenten, en extra investeringen: „Bij nieuwe taken hoort altijd een nieuw budget.”
JA21 is voorstander van referenda en een gekozen burgemeester. De partij is tegenstander van schaalvergroting en herindelingen. Dat doet „afbreuk aan de eigenheid van gemeenschappen die zich in hun gemeente willen herkennen”. De partij stelt verder dat „gemeenteraden geen filiaalhouders zijn van landelijke politieke partijen.”
De VVD vindt dat een vastgelopen gemeentebestuur (of gedeputeerde staten of waterschap) via tussentijdse verkiezingen vervangen moet kunnen worden. Ook moeten burgers – als zij denken dat beleid anders, beter, slimmer of goedkoper kan – gemeentelijke taken kunnen overnemen (het zogenoemde Right to Challenge). De VVD vindt dat gemeenten bij de handhaving van landelijke wetten niet zelf mogen gedogen. Als voorbeeld noemt de partij de handhaving van het kraakverbod.
JA21 zegt in het verkiezingsprogramma niets over de toekomst van de monarchie.
Forum voor Democratie zegt niets over de toekomst van de monarchie.
50Plus zegt niets over de toekomst van de monarchie.
De PvdA nam niets op over de toekomst van de monarchie.
De VVD nam in haar verkiezingsprogramma niets op over de toekomst van de monarchie.
De SGP vindt dat de monarchie „een duidelijke meerwaarde” heeft. De Koning zorgt volgens de partij voor continuïteit in het staatsbestuur, en samen met andere „Oranjes” vertegenwoordigt hij Nederland in het buitenland. De SGP wil dat de Koning weer wordt betrokken bij de kabinetsformatie.
Denk memoreert de excuses die de koning in maart 2020 maakte voor de geweldsontsporingen in Indonesië. De partij wil dat er ook excuses komen voor de Molukse gemeenschap en een tegemoetkoming als de resultaten van het onderzoek naar de periode 1945-1950 is afgerond.
De SP wil een gekozen staatshoofd. Tot die tijd zou de Koning een louter ceremoniële rol moeten hebben. De SP is voor de Balkenendenorm voor de leden van het Koninklijk Huis. Ook zouden zij zowel inkomsten- als vermogensbelasting moeten betalen.
De Partij voor de Dieren wil dat de koning stopt met jagen, dat het Koninklijk Jachtdepartement niet langer wordt gesubsidieerd. Het Kroondomein – nu drie maanden gesloten – moet het hele jaar toegankelijk zijn voor het publiek. De partij wil verder een modernisering van het koningschap, waarbij de Koning een ceremoniële rol krijgt. De leden van het Koninklijk Huis moeten onder de Balkenendenorm komen te vallen, belasting gaan betalen en de kosten voor het koningshuis moeten transparant worden.
GroenLinks is voorstander van een republiek. Hoe de weg daarheen is, meldt de partij niet in haar programma.
De PVV wil dat de leden van het Koninklijk Huis belastingplichtig worden. De „bijdrage” aan het koningshuis moet verlaagd worden met 20 procent.
De ChristenUnie roemt de constitutionele monarchie, en meldt dat Nederland „vanaf zijn ontstaan verbonden is met het huis van Oranje”. Omdat de Koning symbool is van nationale eenheid en continuïteit, draagt hij bij „aan de stabiliteit van het landsbestuur”.
D66 is voorstander van een ceremonieel koningschap. De Koning hoort volgens de partij geen onderdeel te zijn van de regering noch de Raad van State, de Koning zou niet langer wetten moeten ondertekenen, en Kamerleden zouden geen trouw aan de Koning te hoeven zweren. Ook vindt de partij dat de Koning aan de Balkenendenorm moet voldoen. De vergoedingen aan en kosten van het koningshuis moeten transparant zijn. Het Paleis op de Dam zou een publieke functie moeten krijgen.
CDA is „trots” op het koningshuis als „symbool van continuïteit en nationale eenheid”. De partij breidt deze mededeling niet verder uit.
De SGP pleit voor versterking van de parlementaire democratie, maar dan vooral op nationaal, provinciaal en lokaal niveau. Het doel is versterking van de nationale soevereiniteit en minder „onnodige Europese of internationale regelgeving”. De SGP is voorstander van een preambule bij de Grondwet waarin uitdrukkelijk verwezen wordt „naar de christelijke waarden waar Nederland door is gestempeld”. De partij zou ook graag vaker „minderheidskabinetten” en „beknoptere regeerakkoorden” zien, want dan ontstaat er meer ruimte voor de Tweede Kamer „om het beleid te beïnvloeden”. Aan de positie van de Eerste Kamer wordt niet getornd. De SGP is geen voorstander van referenda: die breken te veel in op de vertegenwoordigende democratie zoals die in Nederland bestaat. De partij ziet wel brood in burgerfora om kennis en inzichten uit de samenleving „mee te wegen in de besluitvorming” en om „betrokkenheid en enthousiasme” te stimuleren.
50Plus laakt het grote tekort aan passende woningen om oud in te worden. Er moeten daarom veel nieuwe woningen komen die passen bij de leefsituatie van hun bewoners. De Rijksoverheid moet in de vorm van een nieuw ministerie de bouw van nieuwe woningen gaan stimuleren. Het Rijk maakt prestatieafspraken met gemeenten over het aantal te bouwen woningen, en daarbij komt een resultaatverplichting. Corporaties moeten weer de ruimte krijgen middenhuurwoningen te bouwen. Ook wordt de verhuurderheffing afgeschaft en de inkomensgrens voor de sociale sector verhoogd. Vakantiewoningen moeten permanent bewoond kunnen worden door hun huidige bewoners. Er moeten fiscale regelingen komen die het stimuleren dat huizen kunnen worden omgebouwd zodat ze passend worden voor senioren.
De ChristenUnie is tegen het gebruik van embryo’s (of het nu gaat om gekweekte embryo’s of rest-embryo’s) voor wetenschappelijk onderzoek en ook tegen elke vorm van vaccinatiedwang. Zwangerschapsafbreking (in welke vorm dan ook) hoort niet thuis in de huisartsenpraktijk, vindt de ChristenUnie. Recente voorstellen om de wekengrens bij abortus vast te leggen op 24 weken leggen de grens te hoog. De ChristenUnie is tegen een wettelijke regeling voor mensen met een doodswens zonder dat zij ernstig ziek zijn. De overheid is er om kwetsbaren te beschermen, niet om hulp te bieden bij zelfdoding.
De ChristenUnie wil meer „kerels voor de klas”: meer meesters en leerkrachten uit minderheidsgroepen in het basisonderwijs. Tegen het lerarentekort worden meer mensen toegelaten tot een verkort, gesubsidieerd scholingstraject. Het sociaal leenstelsel voor studenten wordt afgeschaft. Uitwonende studenten ontvangen een basisbeurs van 550 euro per maand. De ChristenUnie wil investeren in leraren en de kwaliteit van onderwijs. De vrijheid van artikel 23 om een school met een eigen identiteit op te richten, mag niet worden aangetast. Via een doorstroomtoets krijgen leerlingen in het basisonderwijs meervoudige schooladviezen. Samen met brede brugklassen in het voortgezet onderwijs levert dat een positieve bijdrage aan gelijke kansen voor kinderen. Leerlingen kunnen zonder voorwaarden doorstromen naar een hoger onderwijsniveau.
De ChristenUnie wil extra geld voor natuurherstel de komende tien jaar (bovenop de huidige 3 miljard euro). Stikstofemissies moeten verder omlaag dan nu door het kabinet is afgesproken (min 26 procent). Landbouw, verkeer en industrie moeten een bijdrage leveren. Hoe precies schrijft de CU niet op. De partij wil er minimaal 10 procent meer bos bij, ofwel 55.000 voetbalvelden. Dat is nodig voor biodiversiteit en voor het opnemen van CO2. De partij wil ook dat er weer een ministerie voor Ruimtelijke Ordening komt. De grote ruimtelijke vraagstukken van deze tijd rond natuur, wonen, water, landbouw, mobiliteit en energie moeten in onderlinge samenhang worden opgepakt. Grote open landschappen, zoals in Groningen, Fryslân, Waddengebied en Groene Hart, mogen niet steeds kleiner worden. De waarde van internationale knooppunten als Schiphol en Rotterdam blijft groot, maar „de negatieve impact op lokaal niveau is ook enorm en neemt toe”. Schiphol en Rotterdam moeten niet inzetten op alsmaar meer groei.
ChristenUnie wil dat er voor het afhandelen van bevingsschade eensluidende regelingen en procedures komen. Die zijn er nu niet en daardoor is „er onwenselijke ongelijkheid tussen bewoners en tussen wijken, gebieden en gemeenten”. Steeds meer mensen in het Groningse aardbevingsgebied kampen met gezondheidsproblemen en psychische klachten. Er komt daarom structureel geld beschikbaar voor geestelijke verzorging in het aardbevingsgebied. In het hele aardbevingsgebied komen gelden beschikbaar om monumenten en oude dorpsaanzichten te behouden.
Het duurzaamste alternatief moet het aantrekkelijkst zijn, vindt de ChristenUnie. Voor korte afstanden betekent dat: meer lopen en (elektrisch) fietsen. Voor langere: openbaar vervoer. Er komen stoplichtvrije fietssnelwegen en op elk station deelfietsen. In 2030 wil de ChristenUnie dat er 25 procent meer wordt gefietst ten opzichte van 2020. Vanaf 2030 worden louter zero-emissie voertuigen in de showroom toegestaan. Vanaf 2025 mogen alleen elektrische bromfietsen worden verkocht.

Er komen meer milieu- en zero-emissie-zones. De ChristenUnie wil een kilometerprijs invoeren voor personenauto’s. De maximumsnelheid blijft 100 kilometer per uur en gaat ook ‘s nachts gelden. Binnen de bebouwde kom: waar mogelijk 30 kilometer per uur. De huidige 500 kilometer aan spoor moet voor 2040 worden verdubbeld en waar mogelijk geschikt worden gemaakt voor hogere snelheden. Overal in Nederland mag de bus over de vluchtstrook om voorbij files te rijden. Het OV wordt in heel Nederland gratis voor meereizende kinderen. Net als in Duitsland komt er een laag btw-tarief op binnenlands OV. Er komen geen nieuwe of bredere snelwegen.

Er gaat definitief een streep door de opening van het nieuwe Lelystad Airport, maar er komt ook compensatie voor betrokkenen. De ChristenUnie is tegen een luchthaven op zee en steekt de tientallen miljarden liever in duurzame mobiliteit.

De SP wil stoppen met de marktwerking in de zorg. Er moet een „nationaal zorgfonds” komen. Zorgverzekeraars moeten verdwijnen, het eigen risico geschrapt. De ziektekostenpremie wordt inkomensafhankelijk. De tandarts, de geestelijke gezondheidszorg (ggz) en fysiotherapie worden vergoed. De zorgtoeslag wordt overbodig. Voor alle zorg moet een verbod gelden op winstuitkeringen. Bestuurders mogen geen financiële belangen hebben in de bedrijven die door de eigen zorginstelling worden ingehuurd. Zorgbestuurders en consultants mogen niet meer verdienen dan de minister-president. De SP wil hogere salarissen in de zorg. Elke regio in Nederland verdient een volwaardig ziekenhuis, ook voor alle spoedeisende zorg (waaronder acute verloskunde). Ziekenhuizen moeten financiering krijgen naar zorgbehoefte en niet meer per aantal verrichte handelingen. Specialisten gaan in loondienst werken. De ggz-ondersteuning wordt onderdeel van de zorg in de buurt. De wachtlijsten wil de SP terugdringen door voldoende opnamecapaciteit, met voldoende geschoold personeel. De belasting op gezonde voeding moet omlaag en die op ongezonde voeding omhoog.
De financiële verantwoordelijkheid voor de specialistische jeugdzorg moet terug naar de Rijksoverheid. Financiële afwegingen bij gemeenten mogen de kwaliteit van de jeugdzorg niet onder druk zetten.
De SP wil de pensioenleeftijd weer verlagen naar 65 jaar. Werknemers krijgen het recht om na hun 65ste door te werken, als mensen daar bewust voor kiezen. Staatspensioen AOW wil de SP met minimaal een kwart verhogen. Er moet een nieuw pensioenakkoord worden gesloten zodat de pensioenen kunnen meestijgen met de prijzen.
De SP wil „de economie democratiseren”. Werknemers moeten in bedrijven met meer dan honderd medewerkers net zoveel zeggenschap krijgen als aandeelhouders, over grote investeringen, beloningen, fusies of verkoop. Bestuurders en toezichthouders van bedrijven en organisaties die publieke diensten uitvoeren, moeten hoofdelijk aansprakelijk zijn en gestraft worden bij fraude, corruptie of bij ernstig falen. De inkomens aan de top van alle bedrijven die worden betaald met belastinggeld of waar de overheid te hulp schiet, mogen niet hoger zijn dan die van de minister-president. Wat niet failliet mag gaan, hoort niet op de markt: publieke diensten die betaald worden met publiek geld, wil de SP in publieke handen brengen. Zaken die essentieel zijn, waaronder cruciale medicijnen en vaccins, wil de SP als land veel meer zélf produceren.

Alle medewerkers in bedrijven moeten recht krijgen op een deel van de winst. Werknemers moeten de helft van de commissarissen kiezen bij grote bedrijven. Aandeelhouders die aandelen langer in bezit hebben, krijgen dubbel stemrecht. De SP wil het midden- en kleinbedrijf (mkb) helpen door aanbestedingen van overheden ‘mkb-vriendelijk’ te maken en door steun bij ziekte van werknemers. De SP wil „bouwen” aan een circulaire economie.

Ouderen moeten kunnen kiezen tussen goede zorg thuis en een plek in een kleinschalig zorgbuurthuis. Ook de ouderen met een beginnende zorgbehoefte krijgen het recht te kiezen voor de ondersteuning van het zorgbuurthuis. De SP wil veel meer geld voor gemeenten om sociale taken (Wet maatschappelijke ondersteuning, Wmo) uit te voeren. „Gemeenten moeten voldoende geld krijgen om zélf beleid en keuzes te maken voor hun inwoners.” De SP wil voorkomen dat de zorg per gemeente verschilt, door invoering van een gemeentelijk basispakket voor de huishoudelijke hulp, begeleiding, dagbesteding en ondersteuning voor mantelzorg. Door gemeenten voldoende middelen te geven voor de zorgtaken wordt de eigen bijdrage overbodig. De SP wil stoppen met de aanbestedingen van de gemeentelijke zorgtaken.
De SP wil het minimumloon verhogen naar 14 euro per uur. Het minimum jeugdloon vanaf 18 jaar schaft de partij af. De partij wil dat er een loon- en investeringsakkoord komt, met vakbonden en werkgevers, om de loonachterstand „voor alle werknemers in te halen”. Salarissen van topbestuurders in het bedrijfsleven moeten onder een cao worden gebracht. De salarissen en overige beloningen van bestuurders mogen nooit méér zijn dan tien keer de beloning van de laagstbetaalde werknemer. Dat is met inbegrip van alle bonussen. De SP wil een einde maken aan onzekere arbeidscontracten. En voorkomen dat mensen gedwongen als zelfstandige aan de slag moeten, zoals in de bouw, de zorg of de platformeconomie (Uber, Deliveroo, etc.). Hoe de SP wil dat doen, staat niet in het programma. Zzp’ers krijgen recht op een goed pensioen en een collectieve verzekering tegen arbeidsongeschiktheid. De kinderopvang wordt vier dagen in de week gratis.
De SP wil hogere uitkeringen. Het minimumloon wil de partij verhogen naar 14 euro per uur en de AOW-uitkering, de Wajong, de WIA en het sociaal minimum (bijstand) stijgen automatisch mee. De SP wil stoppen met de verplichte ‘tegenprestatie’ in de bijstand. Werken zonder loon mag niet. Iedereen krijgt recht op een baan. Mensen met een arbeidsbeperking krijgen het recht op (begeleiding naar) werk. Er komen nieuwe sociale werkplaatsen. Jonggehandicapten krijgen een nieuwe en hogere Wajong-uitkering. De arbeidsongeschiktheidsverzekering (WIA) moet beter. Ieder werk moet lonen, daarom komt er een nieuwe cao voor mensen op een beschutte werkplek. Ook kunstenaars hoeven „in een beschaafd land” niet in armoede te leven. De SP wil eerlijke betaling en sociale zekerheid voor alle makers in de creatieve sectoren.
Data zijn volgens de SP een betaalmiddel, aangezien consumenten hun gegevens delen om toegang te krijgen tot bepaalde digitale diensten. De partij vindt dan ook dat persoonlijke data dezelfde bescherming moeten krijgen als wanneer consumenten voor diensten betalen met geld. De grote techbedrijven moeten worden opgesplitst. Sociale media mogen geen vrijplaatsen zijn voor bedreiging en intimidatie. De SP wil dat een ‘Commissie-Digitalisering’ de politiek adviseert over de maatschappelijke gevolgen van technologische ontwikkelingen en voorstellen doet voor aanvullende burgerrechten in het digitale tijdperk.
Denk wil dat er een Volkshuisvestingsfonds komt, met structureel financiële middelen voor woningbouw. De landelijke overheid moet voor wonen de verantwoordelijkheid krijgen. De verhuurderheffing wordt afgeschaft, net als de markttoets. Middenhuurwoningen worden gereguleerd. Er komt een speciale heffing voor speculanten, en er komt een zelfbewoningsplicht. Voor het Volkshuisvestingsfonds komt jaarlijks 1 miljard euro vrij. Een nieuwe minister van Volkshuisvesting ziet erop toe dat er meer betaalbare woningen worden gebouwd. De hypotheekrenteaftrek wordt versneld afgebouwd, en gemeenten krijgen de mogelijkheid de OZB-belasting verder te differentiëren. Er komt een vergunningssysteem voor makelaars, zodat discriminerende makelaars uit hun beroep kunnen worden gezet.
De SP wil het stelsel van toeslagen overbodig maken door zorg, wonen en kinderopvang voortaan voor alle inkomens betaalbaar te maken. De partij wil het midden- en kleinbedrijf (mkb) steunen, bijvoorbeeld door de ‘kleinschaligheidsinvesteringsaftrek’ te verhogen. De SP wil de lasten op arbeid verlagen voor iedereen (tot en met een modaal) en stoppen met „cadeaus aan grote bedrijven”. Zij moeten meer winstbelasting betalen. Er komt een belasting op digitale diensten en financiële transacties. De bankenbelasting moet hoger. Er moet een miljonairsbelasting komen. Alle vormen van overheidssteun aan de militaire en fossiele industrie en andere multinationals die meewerken aan milieuvervuiling of uitbuiting moeten verdwijnen. De belasting op kapitaal en milieuvervuiling moet stijgen. De SP wil hypotheekrenteaftrek beperken voor hypotheken boven 350.000 euro.
De SP vindt dat landbouw en veeteelt uit hun voegen zijn gegroeid, door intensivering en schaalvergroting. De SP wil stoppen met de bio-industrie. Weidegang wordt verplicht. Een stevige beperking van de veestapel is volgens de partij nodig om verdere milieu- en klimaatschade tegen te gaan. De partij wil boeren ondersteunen die diervriendelijk en duurzaam produceren. Minder transport over de wereld en meer regionale productie. Geen gevaarlijk landbouwgif, maar biologische bestrijding. Er moet een importverbod voor elke soort bont komen. En een verbod op het patenteren van gewaseigenschappen.
De SP wil de biodiversiteit verbeteren. Natuurgebieden moeten met elkaar verbonden worden, en flink uitgebreid, ook in zee. In veenweidegebieden wordt de waterstand waar mogelijk verhoogd. Aantasting van de natuur en landschap door bebouwing en versnippering tegengaan. De SP wil voor elke Nederlander een boom planten. Er moet een apart programma komen om stikstofuitstoot te bestrijden, „zodat we woningen kunnen blijven bouwen, gebaseerd op het weghalen van stikstofbronnen en uitbreiden van de natuur”. De hobbyjacht wil de SP verbieden.
De SP wil een publieke bank oprichten, waar „ons spaargeld en betaalverkeer veilig zijn en waar niet met ons geld wordt gespeculeerd”. Banken moeten meer verantwoording afleggen over de maatschappelijke gevolgen van de leningen die ze verstrekken. Spaarders moeten het recht krijgen te weten wat banken met hun spaargeld doen. Betaalgegevens van klanten mogen niet commercieel worden gebruikt. De bankenbelasting (over ongedekte schulden) gaat wat betreft de partij omhoog. Contant geld moet blijven bestaan.
De SP wil de rekening van de coronacrisis niet overhaast afbetalen, zoals na de kredietcrisis. Door de lage rentestand hoeft dat ook niet. De SP wil veel geld uittrekken voor de publieke sector, voor hogere lonen en koopkracht, en accepteert „begrotingstekorten die wij jaarlijks verkleinen met eerlijke en duurzame economische groei”. Met deze „sociale investeringen” wordt de binnenlandse consumptie en de lokale economie gestimuleerd, „waardoor ook het mkb meeprofiteert en het inkomen van de overheid overeind blijft”. De partij wil meer belastingen heffingen op winst, digitale diensten, financiële transacties, banken, grote vermogens en milieuvervuiling. Gemeenten moeten voldoende geld krijgen om zelf beleid en keuzes te maken voor hun inwoners. Nu hebben gemeenten grote tekorten, op jeugdzorg, WMO, het onderhoud van de buurt, of de hulp voor mensen met schulden.
Volgens de ChristenUnie is „het economisch receptenboek van beleidsmakers uitgewerkt”. De partij wil weg van „het Angelsaksische kapitalisme” en een herwaardering van het Rijnlandse model: samenwerking, oog voor de lange termijn, niet alleen de belangen van kapitaalverschaffers meetellen. Vitale infrastructuur als schoon drinkwater, elektriciteit, toegang tot internet en betalingsverkeer moet beschermd worden tegen buitenlandse invloeden. Veiligheid, voedselvoorziening en productie van medicijnen moeten niet volledig uitbesteed worden aan het buitenland. Bij het opstellen van begrotingen en beleid moet de brede welvaartsindicator van het CBS worden gebruikt die ook rekening houdt met ecologische en sociale impact. Het mkb moet geholpen worden, met subsidies en lenigen voor innovatie en minder strenge Europese aanbestedingsnormen. De ChristenUnie wil de komende tien jaar 50 miljard euro investeren in eenmalige projecten: 15 miljard in ov, 10 miljard in de regio, 10 miljard in de economie van de toekomst, 15 miljard in klimaat en een schone energievoorziening. De ChristenUnie wil „toewerken” naar een circulaire economie en een verbod op wegwerpplastic, een langere garantietermijn en een lager btw-tarief op reparatie.
De ChristenUnie wil „een meer extensieve landbouwsector, met een kleinere veestapel en minder veevoer van ver”. De partij streeft naar een voedingspatroon met meer plantaardige en minder dierlijke eiwitten. De ChristenUnie wil de komende 10 tot 15 jaar toewerken naar een volledig grondgebonden melkveehouderij, die het benodigde ruwvoer op eigen grond of in de directe omgeving produceert. Europese inkomensondersteuning moet worden gekoppeld aan vergroening, in plaats van het aantal hectares. Er moet een fonds komen, gevoed door supermarkten, dat boeren subsidies geeft voor de extra prestaties die zij leveren op het gebied van dierenwelzijn en milieu. De maximale duur van veetransport wordt 8 uur.
De komende kabinetsperiode wil de ChristenUnie 80.000 ouderenwoningen bouwen. Want tot 2040 zijn er „250.000 tot 400.000 gemeenschappelijke, aangepaste of nul-tredenwoningen nodig om ouderen langer zelfstandig te laten wonen”. Een ´Ouderenbouwfonds´ met 1 miljard euro moet de bouw aanzwengelen. Gemeenten krijgen de verplichting om voldoende aangepaste woningen te realiseren. Gemeenten, huisartsen, wijkverpleging, geriatrische deskundigen en verpleeghuizen maken voor elke wijk één plan over de organisatie van ouderenzorg. Per wijk is er één aanspreekbaar wijkverpleegkundig team. In elke gemeente of regio wordt eenduidige coördinatie van zorg ingevoerd, zodat ouderen en mantelzorgers bij acute situaties geen last hebben van overgangen tussen thuis, ziekenhuis en zorginstellingen. Gemeenten worden financieel beloond als zij voorkomen dat ouderen in de langdurige zorg belanden. Huishoudelijke hulp moet er alleen zijn voor wie dat echt nodig heeft: voor mensen met een sociaal-medische indicatie die het zelf niet kunnen betalen. De ChristenUnie wil extra investeren in de gehandicaptenzorg, en in geestelijke gezondheidszorg in de wijk. De ChristenUnie wil voor wijkverpleging een vast bedrag per cliënt betalen (en niet afrekenen op een vast aantal uren of minuten): zo kunnen wijkverpleegkundigen eigen afwegingen maken wie er meer ondersteuning nodig heeft.
De ChristenUnie wil de (reguliere) medische zorg meer regionaal organiseren. Iedere 5 tot 10 jaar moet een regiovisie worden opgesteld door alle partijen die domein-overstijgende zorg verlenen (kwetsbare ouderen, ggz, chronische ketenzorg) en de acute zorg. In elke zorgregio krijgen patiënten inspraak bij grote besluiten. Preventie moet onderdeel worden van de wettelijke (zorg) plicht van zorgverzekeraars én gemeenten. Alle medisch specialisten komen in loondienst. De ChristenUnie wil af van de huidige financiering van de zorg: die lokt méér behandelingen uit, en beloont preventie onvoldoende. Ook moet er een beloning komen voor het behalen van gezondheidsdoelen (in een patiëntengroep of wijk). Als de doelen worden gehaald tegen lagere kosten, ontvangt de zorgpartij een deel van de opbrengst. Het eigen risico wil de partij bevriezen op de huidige 385 euro.
De SP vindt dat Groningen is gebruikt „als wingewest”. „De staat heeft ruim 400 miljard euro verdiend aan de gaswinning maar gedupeerden wachten nog steeds op schadeherstel en versterking van hun onveilige huis.” De partij pleit voor een miljardenfonds voor Groningen. „Alleen zo kan een begin worden gemaakt met het aanpakken van deze door de politiek aangerichte catastrofe.”
De PVV wil dat er tienduizenden nieuwe verpleeghuisplekken komen en tienduizenden nieuwe ouderenwoningen. Een minister voor ouderenhuisvesting moet die de enorme bouwopgave waarmaken. Ouderenzorg moet in één wet geregeld worden. De PVV wil administratie schrappen door één tarief in thuiszorg en verpleeghuis.
De PVV wil de wachtlijsten geestelijke gezondheidszorg en gespecialiseerde jeugdzorg wegwerken. Hoe is niet duidelijk.
De PVV wil een forse, structurele salarisverhoging voor mensen die in de zorg werken. Wie voltijds werkt, moet een bonus krijgen. Er moeten tienduizenden extra zorgmedewerkers komen. De PVV vindt dat zorgpersoneel te veel tijd kwijt is aan administratie. Die wil de partij automatiseren, standaardiseren of afschaffen. De PVV wil investeren in ziekenhuizen, intensive cares en spoedeisendehulpposten. Er moet geen concurrentie meer zijn tussen streekziekenhuizen en gespecialiseerde ziekenhuizen. In de zorg moet een verbod op winstuitkering gelden. Volgens de PVV zijn „de vele paniekverhalen” over alsmaar oplopende zorgkosten onwaar. „Een groeiende economie vangt stijgende zorgkosten op en is daarmee de beste remedie om de zorg betaalbaar te houden.” De PVV wil het eigen risico afschaffen en de zorgtoeslag voor lagere inkomens houden. De PVV wil de wachtlijsten geestelijke gezondheidszorg wegwerken.
De ChristenUnie wil dakloosheid verminderen en „een offensief” tegen de schuldenindustrie beginnen. In de bijstand moeten mensen meer kunnen sparen zonder hun kwijtschelding van gemeentelijke en regionale belastingen te verliezen. Huisuitzettingen bij gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar worden verboden. Dit geldt ook voor afsluiting van water, gas, elektra en wifi. Mensen tot 27 jaar met acute woningnood moeten kunnen intrekken bij een naaste zonder dat uitkeringen worden gekort (kostendelersnorm). Ook moet de wachttijd verdwijnen van vier weken voor mensen tot 27 jaar die een bijstandsuitkering aanvragen. De partij wil het op afbetaling kopen verbieden voor consumptiegoederen tot 1.000 euro. Het doorverkopen van schulden moet aan banden: het mag maximaal één keer, en niet aan buitenlandse ondernemingen. Dak- en thuislozen krijgen geen bestuurlijke boetes meer. Er komt een waarborgfonds waarmee veel meer problematische schulden dan nu kunnen worden afgekocht.
De ChristenUnie wil het vaste contract goedkoper maken voor werkgevers en flexcontracten duurder. Werkgevers en vakbonden moeten in cao’s afspraken maken over minimumtarieven voor zzp’ers, tegen oneigenlijke concurrentie. Zzp’ers krijgen het recht pensioen op te bouwen bij een pensioenfonds. Uitzendwerk is alleen nog toegestaan bij tijdelijk werk. Werkgevers betalen werknemers met een flexibel contract „een flextoeslag”. ‘

De ChristenUnie wil werkgevers wel de ruimte geven om te reageren op „bedrijfseconomische omstandigheden”, onder meer met de mogelijkheid om vaste contracten deels te flexibiliseren. De lasten voor werkgevers met werknemers in vaste dienst gaan omlaag. De ChristenUnie wil de verplichte loondoorbetaling bij ziekte voor kleine en middelgrote werkgevers terugbrengen van twee naar één jaar. De WW-premie voor werknemers met een vast contract moet omlaag, net als de premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof-premie). Het minimumuurloon en het minimumjeugdloon gaan omhoog met maximaal 21 procent. Te hoge topsalarissen en bonussen mogen niet langer als kostenpost in mindering worden gebracht op de winst van een onderneming.

De PVV wil het minimumloon verhogen. (Onduidelijk is met hoeveel.) De PVV wil de doorgeschoten flexibilisering van de arbeidsmarkt tegengaan. Zzp’ers moeten zich betaalbaar vrijwillig kunnen verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid en pensioen. Het ontslagrecht mag niet worden aangetast.
De ChristenUnie vindt dat er voor alle soorten werknemers - flexwerkers, zzp’ers en mensen met een vast contract - een gelijker sociaal vangnet moet komen en een vergelijkbare pensioenopbouw moet zijn. Daarom komt er een „verplichte, betaalbare publieke basisverzekering voor arbeidsongeschiktheid voor alle werkenden - dus ook voor zzp’ers”. De ChristenUnie wil de uitkeringen verhogen. Wie misbruik maakt van voorzieningen, fraudeert of niet wil werken als dat wel kan, wordt uitgesloten van uitkeringsrechten. Fraudewetgeving moet altijd menselijk blijven: wie een foutje maakt op een formulier is niet meteen een fraudeur. Mensen met een uitkering en weinig kansen op de arbeidsmarkt krijgen een basisbaan aangeboden. Iedere werknemer krijgt een leerrekening. De ChristenUnie wil „er naartoe” dat iedereen vanaf geboorte een persoonlijk ontwikkelbudget krijgt. Een werkgever vergroot deze leerrekening door daar iedere maand aan bij te dragen.
De ChristenUnie wil pensioenkortingen vermijden, ook al „is de financiële positie van pensioenfondsen gemiddeld genomen slecht en dreigen forse pensioenkortingen”. De partij wil zich de komende jaren sterk maken voor de koopkracht van ouderen, zeker voor mensen met een klein aanvullend pensioen. Het kabinet Rutte III, waarvan de ChristenUnie onderdeel is, sloot een akkoord met vakbonden en werkgevers over een nieuw pensioenstelstelsel. De ChristenUnie vindt dat er in de overgangsperiode naar het nieuwe pensioenstelsel duidelijke afspraken worden gemaakt. „Onnodige kortingen moeten worden voorkomen, tegelijk moet een evenwichtige en verantwoorde overstap naar het nieuwe stelsel mogelijk blijven.”
De ChristenUnie heeft een zeer gedetailleerd plan voor het belastingstelsel. De partij wil de toeslagen afschaffen, bedrijfsschulden en hypotheken fiscaal minder stimuleren, de belastingdruk tussen kostwinners en tweeverdieners gelijker maken, net als die tussen ouderen en werkenden. De belastingdruk op arbeid moet omlaag en die op vermogen omhoog: dat geldt ook voor het eigen huis en erfenissen. Ook wil de ChristenUnie bedrijfswinsten meer belasten. Aftrekposten als de hypotheekrenteaftrek worden in tien jaar afgeschaft. De partij vraagt „daarmee van rijke Nederlanders een hogere bijdrage”. De partij wil het eigen huis geleidelijk gaan behandelen als vermogen (box 3), met allerlei waarborgen waardoor „negen op de tien woningbezitters geen belasting betalen in box 3”. De ChristenUnie wil de overdrachtsbelasting afschaffen voor eigenaar-bewoners; niet voor beleggers. Vervuilend en ongezond gedrag wordt duurder, schoon en gezond gedrag goedkoper. De toeslagen worden vervangen door een uitkeerbare belastingkorting („basiskorting”). Er komt één btw-tarief, dat lager is dan het huidige hoge btw-tarief van 21 procent. De vliegbelasting gaat fors omhoog. Accijnzen op tabak en alcohol gaan verder omhoog. Er komt een suikertaks. Belastingvoordelen voor zelfstandigen worden afgebouwd. Uitgangspunt is dat fiscale voordelen of lasten geen reden mogen zijn om mensen in te huren in plaats van in dienst te nemen. De partij pleit voor Europese afspraken over belastinggrondslagen en een digitaks voor platformbedrijven. De ChristenUnie wil dat de EU belastingparadijzen aanpakt en „dat betekent ook dat een aantal EU-lidstaten zelf het leven moet beteren, waaronder Nederland”.
De ChristenUnie wil dat Volksbank, die nu nog in overheidshanden is, “zodra dat kan teruggeven aan het Nederlandse volk”, als coöperatieve bank. Die bank moet “een nieuwe standaard zetten voor dienstbaar, maatschappelijk betrokken en service-gericht bankieren.” De buffers van banken moeten verder omhoog. Naarmate een bank meer risico’s loopt, moet de solvabiliteitsnorm hoger zijn. De partij wil een internationale belasting op financiële transacties - de Tobintaks - die financiële speculatie via transacties in valuta, effecten, derivaten tegengaat. Nederland moet zich om te beginnen aansluiten bij Frankrijk en Duitsland, die een transactiebelasting gaan invoeren op aandelentransacties. De inkoop van eigen aandelen moet door de fiscus wordt behandeld als een vorm van dividenduitkering, daarop moet dividendbelasting worden ingehouden. Wel moet het mogelijk blijven voor bedrijven om zich goed te beschermen tegen vijandelijke overnames.

Financiële instellingen, zoals banken, verzekeraars en pensioenfondsen, moeten worden verplicht hun beleggingsportfolio door te rekenen op gevoeligheid voor klimaatverandering. Ze moeten samen met De Nederlandsche Bank met een zwarte lijst van activiteiten komen die niet kunnen. Er moet een Europese autoriteit komen die toezicht houdt op verdachte geldstromen (witwasfraude en terrorismefinanciering). De ChristenUnie wil ‘high frequency trading’, het aankopen en verkopen van financiële producten in een fractie van een seconde, “het liefst verbieden”.

De ChristenUnie vindt niet dat de overheid „ongebreideld” kan doorgaan met het stutten van de economie, zoals in 2020. De steunpakketten moeten op enig moment ten einde komen, met als mogelijk gevolg dat in sommige sectoren meer faillissementen ontstaan dan tijdens de corona-uitbraak. Bezuinigen ligt echter op korte termijn niet voor de hand, vindt de ChristenUnie. „Deze tijd vraagt om investeringen.” De ChristenUnie wil voorzichtig begroten én de economie niet stuk bezuinigen. Een oplopende staatsschuld is te „te billijken door de huidige extreem lage rente”. Daar tegenover moeten hervormingen staan, die de economie en samenleving versterken en op langere termijn de overheidsfinanciën structureel verbeteren. Een voorbeeld is volgens de ChristenUnie het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek. Dat vermindert de gekte op de woningmarkt en maakt de economie schokbestendiger. De ChristenUnie wil dat er structureel meer geld gaat naar de publieke sector en gemeenten. Gemeenten krijgen meer ruimte om eigen belastingen te heffen, het Rijk verlaagt tegelijkertijd de inkomstenbelasting.
Volgens de PVV kan Nederland niet een verzorgingsstaat zijn en ook een immigratieland. De partij schrijft: „Meer dan de helft van de bijstandsuitkeringen gaat naar niet-westerse allochtonen. Dat alleen kost al 3 miljard euro per jaar. En ondanks al dat geld blijven veel niet-westerse allochtonen Nederland belazeren. Er is sprake van massale fraude en misbruik met de bijstand.” De PVV wil uitkeringsfraude bestrijden. Statushouders mogen geen uitkering meer krijgen. Werkloosheidsuitkering WW blijft onaangetast. Sociaal en beschut werk voor mensen met een arbeidsbeperking wil de PVV beschermen.
De pensioenleeftijd moet weer terug naar 65 jaar, vindt de PVV. Mensen met een zwaar beroep zoals bouwvakkers en stratenmakers moeten na 40 jaar werken met pensioen kunnen. Het huidige pensioenstelsel moet blijven zoals het is. Het pensioenakkoord tussen het kabinet Rutte III, werkgevers en vakbonden moet dus van tafel. De PVV wil alles doen om pensioenkortingen te voorkomen en indexeren weer sneller mogelijk te maken. Volgens de PVV worden pensioenfondsen nu gedwongen zich arm te rekenen met „een onrealistische en rigide rekenrente”. De PVV wil de rekenrente daarom aanpassen.
De Partij voor de Dieren vindt dat veeteelt en bedrijventerreinen moeten wijken voor een miljoen woningen in de komende tien jaar. Die moeten over heel Nederland verdeeld worden, en moeten beter zijn ingesteld op toekomstige demografische ontwikkelingen. Er moet een ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening komen. Het aantal sociale huurwoningen moet worden vergroot door een financiële bijdrage van het Rijk aan corporaties. Verder wordt de sociale sector vergroot door de inkomensgrens te verhogen. Om speculatie en verhuur tegen te gaan, komt er een woonplicht, een maximaal aantal panden dat je in een stad mag bezitten, spelregels voor tijdelijke verhuur en een heffing op leegstand en braakliggende grond. De overdrachtsbelasting blijft gedifferentieerd.
De SP wil een nationaal bouwplan voor duurzame en betaalbare woningen. Huren moeten gaan dalen in plaats van blijven stijgen. Er komt een nieuw ministerie van wonen, en er komen meer mogelijkheden om leegstand aan te pakken en te transformeren naar woningen. Voor alle huurwoningen komt er een maximale huurprijs, en de huren gaan omlaag, onder meer door ze nog meer te koppelen aan inkomen. De verhuurderheffing wordt afgeschaft en dat geld gaat naar het nationale bouwplan om huizen te bouwen, huren te verlagen en woningen te verduurzamen. Er komt een woonplicht, de overdrachtsbelasting voor een tweede huis gaat omhoog, en kraken wordt weer toegestaan. De hypotheekrenteaftrek voor huizen boven de 350.000 euro wordt verder beperkt.
Forum voor Democratie stelt voor om woningen vrij te maken door de immigratie te beperken en deportatie (‘actieve remigratie’) te bevorderen. Een minister voor woningbouw moet ervoor zorgen dat er snel nieuwe woningen worden gebouwd, met name in het middensegment. Van alle nieuwe woningen moet 30 procent sociale huur zijn, maar private partijen moeten niet verplicht worden deze woningen te bouwen. Het eigenwoningforfait moet worden afgeschaft, de hypotheekrenteaftrek niet verder afgebouwd en de OZB moet niet verder worden verhoogd. Statushouders moeten niet langer voorrang krijgen bij toewijzen of verkopen van woningen, mensen die in de gemeente van het project wonen (‘geworteld zijn’) wel. De studieschuld moet niet meer meetellen bij hypotheekaanvraag.
Wat de SGP betreft worden zorgen over voldoende woonruimte lokaal opgepakt. De landelijke overheid moet woningbouw faciliteren en stimuleren, onder meer met financiële steun, en het is verder aan gemeenten om te zorgen voor genoeg goede en betaalbare huizen. Regels moeten vereenvoudigd worden om woningbouw te kunnen versnellen. De hypotheekrenteaftrek kan sneller worden afgebouwd of worden versoberd, bijvoorbeeld door die alleen beschikbaar te stellen voor starters. De korting op de verhuurderheffing moet worden uitgebreid en corporaties moeten meer mogelijkheden krijgen ook middenhuurwoningen te bouwen. Er moet zowel binnen- als buitenstedelijk gebouwd worden. Om braakliggende terreinen te voorkomen, is een verkoop met bouwplicht een optie.
Goed wonen moet weer vanzelfsprekend worden, stelt de ChristenUnie. Daarvoor is het bouwen van nieuwe woningen het belangrijkst. Zo moeten de verschillen tussen mensen die al een huis bezitten en mensen die een huis zoeken worden verkleind. Er komt 1 miljard euro extra voor ouderenwoningen. De verhuurderheffing wordt afgeschaft en corporaties krijgen de ruimte om ook weer middenhuurwoningen te gaan bouwen. De hypotheekrenteaftrek wordt verder afgebouwd. Er komt een minister van Ruimtelijke Ordening, die met een ontwikkel- en investeringsfonds de woningbouwproductie gaat versnellen naar 100.000 nieuwe woningen per jaar.
De PVV wil snel meer woningen bijbouwen die bestemd zijn voor Nederlanders, niet voor statushouders. Het is aan het Rijk om daarvoor te zorgen. Wat de partij betreft komt er daarom een minister van Wonen. Er moeten meer sociale huurwoningen, meer middenhuurwoningen en meer koopwoningen gebouwd worden, niet alleen in stedelijke gebieden maar ook op het platteland. Er moet sneller gebouwd worden door minder regelgeving, meer bouwgrond en -vergunningen en provincies moeten minder dwarsliggen bij bouwprojecten. Middenhuur moet gereguleerd worden, huren in het algemeen moeten omlaag. De hypotheekrenteaftrek wordt niet verder afgebouwd.
GroenLinks wil de volkshuisvesting in ere herstellen, door een woningbouwoffensief en het afschaffen van de vrije marktwerking in de huursector. Tot 2030 moeten er 1 miljoen woningen gebouwd worden, mede dankzij een investeringsprogramma van het Rijk, en van die woningen moet 40 procent sociale huur zijn. De verhuurderheffing wordt afgeschaft, woningcorporaties mogen weer middenhuurwoningen bouwen en de inkomensgrens voor de sociale huur gaat omhoog. Voor 90 procent van alle huurwoningen bepaalt de overheid de maximale huurprijs door de invoering van een alomvattend woningwaarderingstelsel. Vakantieverhuur en speculatie wordt tegengegaan met een woonplicht voor bijna alle typen woningen. Leegstand wordt beboet met een nieuwe heffing.
De PvdA wil dat de overheid weer leidend wordt op het gebied van woningbouw, onder meer met een nieuwe minister en nieuwe rijksnota voor volkshuisvesting. Huren en koophuizen moeten weer betaalbaar worden. De verhuurderheffing wordt afgeschaft, zodat corporaties meer kunnen bouwen. Er komt een investeringsfonds van het Rijk, waaruit gemeenten per extra gebouwd huis een toelage krijgen. Jaarlijks moeten er 100.000 huizen gebouwd worden. Speculanten moeten onteigend kunnen worden, en zullen worden belast met een speciale heffing. Pandjesbazen met vijf of meer woningen moeten extra belasting betalen over hun huur- en vermogensinkomsten met een nieuwe Prins Bernardbelasting. Ook komt er een woonplicht of opkoopbescherming. Starters krijgen een kooppremie voor hun eerste nieuwbouw-koopwoning. Bij verkoop gaat deze premie terug naar de overheid. Studieschuld telt minder mee bij hypotheekverstrekking.
D66 wil in tien jaar meer dan 1 miljoen energiezuinige woningen bouwen, zonder dat dat ten koste gaat van de natuur. Door het belastingsysteem te versimpelen moet de ongelijkheid tussen huiseigenaren en huurders verkleind worden. Nieuwe woningen moeten zoveel mogelijk in de bebouwde kom neergezet worden. Er komt een crisisbouwfonds en een nieuw ministerie van Wonen, Ruimtelijke Ordening en Milieu. De hypotheekrenteaftrek wordt volledig afgebouwd, het eigenwoningforfait gaat omhoog, en de inkomstenbelasting wordt verlaagd. De verhuurderheffing die ook corporaties moeten betalen, wordt omgezet in een corporatiefonds waarmee woningen gebouwd kunnen worden. Scheefhuren wordt aangepakt door onder meer een tweejaarlijkse inkomenstoets.
Wat het CDA betreft wordt volkshuisvesting weer een overheidstaak, met een minister van Volkshuisvesting die locaties gaat aanwijzen waar op grote schaal snel gebouwd kan worden. Er komt een Nationaal Woonplan waarmee binnen 10 jaar 1 miljoen woningen gebouwd moeten gaan worden. Corporaties hoeven geen verhuurderheffing meer te betalen. Er komt een woningwaarderingsstelsel voor de commerciële huursector om grote huurstijgingen te voorkomen. Er komt een speculatiebeding voor nieuwbouwwoningen, zodat deze niet verhuurd of met winst doorverkocht kunnen worden.
De overheid moet ingrijpen om het oplopende woningtekort op te lossen, vindt de VVD. Met gemeenten moeten afspraken komen over het aantal te bouwen woningen. Bouwlocaties moeten desnoods worden aangewezen. Gemeenten die meer bouwen krijgen meer geld. Leegstand en braakliggende grond wordt ontmoedigd met hogere belastingen. Er komt een nationaal bouwfonds, om het bouwproces te versnellen. De VVD streeft naar meer middenhuurwoningen en daling van de woonlasten. Middeninkomens met een vitaal beroep, zoals verplegers en politieagenten, krijgen voorrang bij toewijzing van sociale huurwoningen. Corporaties hoeven minder verhuurderheffing te betalen als ze meer sociale huurwoningen bouwen. De doorstroming uit de sociale sector wordt bevorderd, onder meer door een jaarlijkse inkomenstoets (in de conceptversie was die nog driejaarlijks). Zzp’ers moeten makkelijker een hypotheek kunnen krijgen via een arbeidsmarktscan, en de studieschuld gaat minder meetellen bij een hypotheek.
Over racisme staat niets in het verkiezingsprogramma van 50Plus. De partij maakt zich wat discriminatie betreft vooral zorgen over leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt. Die moet worden tegengegaan.
Over integratie staat niets in het verkiezingsprogramma van 50Plus.
50Plus wil een rechtvaardig en humaan vluchtelingenbeleid. Maar dat betekent volgens de partij ook dat economische vluchtelingen en uitgeprocedeerde asielzoekers zo snel mogelijk worden teruggestuurd. De partij wil snelle doorloopprocedures waarmee vluchtelingen eerder weten waar ze aan toe zijn.
Over arbeidsmigranten staat niets in het verkiezingsprogramma van 50Plus.
50Plus vindt het politieke landschap te versnipperd. Het wil daarom een kiesdrempel van 3 procent. De partij vindt dat burgemeesters gekozen moeten worden en is voorstander van bindende referenda over „zwaarwegende voorstellen die een grote invloed op het leven van de mensen hebben”. Gemeenteraadverkiezingen dienen over de lokale politiek te gaan en niet overheerst te worden door landelijke politici. Daarom worden ze niet op één dag gehouden maar verspreid over de tijd. Griffierechten gaan omlaag, om het rechtssysteem laagdrempelig te houden.
Er komt wat 50Plus betreft (inkomensafhankelijke) subsidie voor ouderen en mensen met een kwetsbare gezondheid die hun woning willen beveiligen. Politie gaat gratis weerbaarheidstrainingen geven aan ouderen en kwetsbare mensen. Er komen strengere straffen voor geweldsdelicten waarvan ouderen slachtoffer worden. 50Plus wil meer wijkagenten en zwaardere straffen voor fysiek en (digitaal) verbaal geweld en agressie tegen hulpverleners, handhavers en politieke ambtsdragers. Er komt een ontmoedigingsbeleid op alcohol, drugs en roken en een verbod op zwaar vuurwerk voor particulieren.
Nederland handhaaft de uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking op het huidige niveau, wat 50Plus betreft. Maar er mag geen geld naar misdadige, corrupte regimes die mensenrechten schenden of terrorisme steunen en ook niet naar landen, organisaties of bedrijven die betrokken zijn bij geweldsconflicten.
Over buitenlandse handel staat niets in het verkiezingsprogramma van 50Plus.
50PLUS wil dat de NAVO de hoeksteen van het Nederlandse veiligheidsbeleid blijft. Meer Europese defensiesamenwerking is mogelijk, maar een EU-leger is uitgesloten. Subsidies ten behoeve van activiteiten van en voor veteranen blijven op peil.
50Plus is voor „kritisch lidmaatschap” van de Europese Unie, maar wil ook „een sterke, stabiele” EU. De EU wordt wat de partij betreft niet verder uitgebreid. Lidstaten die zich niet houden aan „de spelregels” (niet gespecificeerd) wacht uitsluiting van de EU. Nederland mag ook niet opdraaien voor het „slechte economische beleid” van andere eurolanden. De EU-begroting hoeft niet omhoog. Het aantal zetels in het Europees Parlement moet fors worden verminderd en de arbeidsvoorwaarden daar moeten worden versoberd.
Over buitenlandbeleid of Nederlandse diplomatie staat niets in het verkiezingsprogramma van 50Plus.
Voor Forum voor Democratie zijn discriminatie en racisme geen grote kwesties. Mensen moeten „op individuele kwaliteiten” worden beoordeeld, niet „op groepskenmerken”. De overheid mag niet worden gezien als „Grote Gelijkmaker die al-dan-niet ingebeeld ‘slachtofferschap’ moet gaan compenseren”. Voor „zaken die een ver verleden betreffen” moeten geen excuses worden gemaakt. Forum wil geen subsidie voor „multiculturele projecten” of voor organisaties die een bijzondere ‘identiteit’ vertegenwoordigen, geen verplichte diversiteitsquota en geen speciale LHBTI-convenanten.
Forum voor Democratie wil dat alle instanties (scholen, religieuze instellingen etc.) fundamentele waarden onderschrijven en wil dat wettelijk vastleggen in de wet Bescherming Nederlandse Waarden (BNW). Het gaat de partij daarbij onder meer om het recht te geloven wat je wil, maar ook om het recht om godsdienstige ideeën „te bekritiseren, te ridiculiseren, te analyseren en in twijfel te trekken”. Buitenlandse financiering van religieuze scholen en instellingen wordt verboden.
Forum voor Democratie wil een streng asielbeleid, waarbij „culturele compatibiliteit met de Nederlandse samenleving” voorop staat. Illegaliteit wordt strafbaar, er komt een actief opsporings- en uitzetbeleid. „Asielzoekers en statushouders die een ernstig misdrijf plegen worden direct vast- en uitgezet.” De mogelijkheid om op Nederlands grondgebied asiel aan te vragen vervalt. Remigratie wordt bevorderd. Voor geëmigreerde Nederlanders (in landen als Canada, de VS, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland) en hun nazaten wordt het juist gemakkelijker om een Nederlandse verblijfsvergunning te krijgen.
Forum voor Democratie wil goedkope arbeid uit het buitenland (social dumping) tegengaan. Er moet een „GreenCard-systeem naar Amerikaans model voor tijdelijke arbeidsmigranten” komen. De toegang tot sociale voorzieningen voor asielzoekers en immigranten wordt beperkt. Ook kunnen mensen die in het buitenland verblijven geen aanspraak maken op uitkeringen en (kinder)toeslagen uit Nederland. FVD zegt tegen elke vorm van sociale zekerheid op EU-niveau te zijn.
Forum voor Democratie wil dat er meer politieke invloed op de rechtspraak komt, onder meer met een ‘Wet op de Rechtsvinding’, waarin wordt bepaald dat rechters de wet moeten uitleggen naar de oorspronkelijke bedoeling van de wetgever. Via een parlementaire ondervragingscommissie wordt de grip vergroot op aspirant-leden van de Hoge Raad en de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Forum wil bindende referenda en gekozen burgemeesters. Topambtenaren moeten bij het aantreden van een nieuwe regering opnieuw op hun functie solliciteren. Het wordt wat de partij betreft niet langer mogelijk om op grond van het ‘algemeen belang’ het overheidsbeleid aan te vechten.
Forum voor Democratie wil minder taakstraffen en meer gevangenisstraffen. Het aantal wijkagenten moet worden uitgebreid en politiebureaus moeten worden heropend. Politieagenten moeten salarisverhoging krijgen. De partij pleit ook voor „cumulatieve straffen”: na drie ernstige misdrijven volgt levenslange gevangenisstraf. Veroordeling voor een ernstig misdrijf en een dubbel paspoort? Denaturalisatie en uitzetting. Naast maximumstraffen moeten er ook minimumstraffen komen voor bepaalde delicten, zoals vuur- en steekwapenbezit. Softdrugs worden geleidelijk gelegaliseerd, er komt meer aandacht voor verslavingsbehandeling, overlast wordt veel harder aangepakt. Grenscontroles worden heringevoerd.
Forum voor Democratie vindt dat Nederland al decennia „foute keuzes” maakt op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Het staat iedere Nederlander vrij om geld over te maken aan hulporganisaties, maar dat is geen taak voor de regering, vindt de partij. Aan de internationale norm om 0,7 procent van het BNP aan ontwikkelingshulp te besteden hoeft Nederland zich niet te houden. De subsidie aan ngo’s en „activistische clubs die het regeringsbeleid ondermijnen” stopt. Alleen aan door een ramp getroffen regio’s moet eventueel nog hulp worden gegeven.
Forum voor Democratie is voor internationale handel, maar tegen het sluiten van handelsverdragen door de EU als geheel. De uitkomst daarvan is voor geen van de 27 EU-lidstaten „optimaal”, stelt de partij, en dus ook niet voor Nederland. Het liefst drijft Nederland handel „op een wijze die voor ons zo goedkoop en gemakkelijk mogelijk is”. EU-handelsverdragen moeten aan referenda worden onderworpen.
Het defensiebudget moet wat betreft Forum voor Democratie naar de NAVO-norm van 2 procent. De Koninklijke Marechaussee wordt uitgebreid voor grensbewaking. De dienstplicht komt niet terug, maar de Nationale Reserve wordt fors uitgebreid.
Forum voor Democratie wil een „intelligente terugtreding” uit de EU, het Internationaal Strafhof en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Internationale verdragen zoals het VN-vluchtelingenverdrag worden opgezegd. Zolang Nederland in de EU zit, moet het „maximaal tegenkracht” organiseren. Nederland voert weer een eigen munt in. Een „tussenfase richting de onvermijdelijke NEXIT” zou een EU-lidmaatschap zonder euro kunnen zijn. De verplichting om de Europese munt in te voeren, moet worden afgeschaft. Het Schengenverdrag wordt opgezegd. De uitbreiding van de EU wordt stopgezet. Turkije moet uit de NAVO.
In de buitenlandse politiek bestaan volgens Forum voor Democratie geen vrienden of vijanden. „Slechts belangen die nu eens tegengesteld, dan weer overlappend kunnen zijn.” De partij wil een buitenlandbeleid waarin het Nederlands belang „altijd voorop” staat. Met omringende landen moet er nauwe samenwerking komen. De verhoudingen met Rusland moeten worden genormaliseerd. Er moet meer aandacht komen voor de positie van christenen in het Midden-Oosten. De Nederlandse ambassade in Israël moet worden verplaatst naar Jeruzalem. In de relatie met Zuid-Afrika wordt de positie van Afrikaners topprioriteit.
Volgens Denk is „onomstotelijk bewezen” dat discriminatie en racisme, al dan niet bewust, voorkomen bij de politie en in de rechtspraak. Er moet een cultuuromslag komen: dat er aan etnisch profileren wordt gedaan, moet worden erkend en het moet worden aangepakt. Agenten moeten duidelijk melden waarom ze iemand hebben aangehouden (via ‘stopformulieren’). Discriminerende agenten moeten worden ontslagen. Rechters moeten trainingen gaan volgen over institutionele vooringenomenheid.
Denk wil ervoor waken dat de „gemaakte fouten ten tijde van de komst van arbeidsmigranten uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw niet opnieuw worden gemaakt”. Dat betekent: meer begeleiding van nieuwkomers en actief inzetten op het leren van Nederlands. Denk vindt dat elke nieuwkomer „op basis van vrijwilligheid kosteloos in staat gesteld moet worden om in te burgeren”. De marktwerking op inburgeringsgebied moet worden losgelaten. Pogingen om Turkse staatsburgers onder de inburgeringsplicht te laten vallen, moeten wordt gestaakt „voordat de Europese rechter de Nederlandse regering weer op de vingers tikt”.
Denk ziet immigratie „als een kracht en als een kernwaarde” van Nederland. „Dat mensen in Nederland hun toekomst wensen op te bouwen is iets wat we moeten koesteren.” In het programma blikt de partij ook terug op de lange migratiegeschiedenis van Nederland, vanaf de Middeleeuwen. Denk wil een humanitair en ruimhartig asielbeleid, maar het moet wel „beheersbaar” zijn. In eerste instantie moet naar opvang in de regio worden gestreefd en naar deals zoals die met Turkije. Grondoorzaken van migratie moeten worden aangepakt. Dat betekent dat Afrikaanse landen „niet leeggeroofd mogen worden door westerse grootkapitalisten en Chinese staatskapitalisten”. Illegaliteit wordt niet strafbaar, het kinderpardon wordt verruimd.
Arbeidsmigratie uit bijvoorbeeld Oost-Europa wordt door Denk „een gedeeltelijke oplossing voor de vergijzing van Nederland” genoemd. Het biedt „kansen voor economische groei”. Het is echter van belang om ervoor te zorgen dat excessen, zoals uitbuiting, worden gestopt.
Denk wil het demonstratierecht aanpassen, met een verbod op „het gebruik van terroristische symbolen en het verbieden van haatdemonstraties voor religieuze gebouwen”. De partij wil investeren in de sociale advocatuur en de gesubsidieerde rechtsbijstand. Nederland moet een Constitutioneel Hof krijgen waar wetten kunnen worden getoetst aan de Grondwet. Burgemeesters moeten direct worden gekozen.
Denk wil een einde aan de „repressieve maatregelen en symbolische spierballenwetten” waar opeenvolgende kabinetten mee gekomen zijn. Zoals het boerkaverbod, dat wat Denk betreft dan ook van tafel moet. Op een aantal punten mogen wetten wel strenger. De maximale straf voor doodslag gaat van 15 naar 25 jaar. De maximale straf voor discriminatiedelicten moet worden verdubbeld. Kindermisbruik en -mishandelingen worden „veel zwaarder” gestraft. De bestrijding van extreemrechts terrorisme en de bewaking van moskeeën krijgt meer prioriteit. Extra investeringen in de politie worden voor een derde besteed aan wijkagenten. De verantwoordelijkheid voor politie gaat van Justitie en Veiligheid naar Binnenlandse Zaken. Boa’s krijgen geen extra bevoegdheden en worden extra getraind in de-escalatie. Er komt een verbod op het gebruik van de nekklem door de politie of op het gebruik van tasers.
Denk wil de ontwikkelingssamenwerking beleidsmatig loskoppelen van handel en vindt ook dat het budget voor hulp „nooit en te nimmer” mag worden gebruikt om migratiestromen in te dammen. Nederland blijft voldoen aan de internationale norm om 0,7 procent van het bruto nationaal product te besteden aan ontwikkelingshulp.
Denk vindt dat Nederland niet langer moet meewerken aan „het voeren van ondemocratische en niet-transparante onderhandelingen voor vrijhandelsakkoorden”. Handelsverdragen kunnen in ieder geval niet tot stand komen zonder mandaat van de Tweede Kamer.
Denk gelooft meer in conflictpreventie en minder in het belang van defensie. De NAVO-afspraak om 2 procent van het bbp in defensie te steken gaat wat de partij betreft van tafel. Kernwapens worden internationaal verboden en verdwijnen ook van het Nederlandse grondgebied. Nederland moet ook „niet meer de Verenigde Staten achterna hollen, maar eigenstandig beslissingen nemen”. Militair ingrijpen in het Midden-Oosten behoort wat de partij betreft tot het verleden.
Denk is voorstander van Nederland in de Europese Unie, niet in de laatste plaats vanwege het „doorvoerkarakter” van de Nederlandse economie. Maar behalve een handelszone moet de EU ook nadrukkelijker een waardengemeenschap worden. Voor lidstaten die de rechtsstaat schenden moeten er sancties komen. De partij stelt ook vast dat er een „uitdijende en geldverslindende EU-bureaucratie” is en wil dat die wordt „ingeperkt”. Het Europees Parlement moet meer bevoegdheden krijgen om de Europese Commissie te controleren.

Over een eventueel EU-lidmaatschap van Turkije schrijft de partij niet. In het verkiezingsprogramma staat wel dat het nodig is dat „alle kandidaat-lidstaten op een eerlijke manier worden behandeld, zodat geen enkele kandidaat-lidstaat aan de voorkant het lidmaatschap wordt ontzegd”. De euro „in de huidige vorm” blijft bestaan, waarbij „in de toekomst” de begrotingsdiscipline van lidstaten weer gehandhaafd zal worden.

Nederland is van oudsher een land dat zich door zijn „uitmuntende diplomatie en conflictpreventie” weet te onderscheiden, vindt Denk. Tegelijkertijd wil de partij dat er meer wordt ingezet op wat het „de blinde vlekken van de Westerse samenleving” noemt. Zoals: het lot van de Oeigoeren en andere minderheden in China en dat van de Rohingya in Myanmar. Nederland moet ook harder optreden richting Israël en de „apartheid” daar: de Palestijnse staat moet worden erkend en er moet een importverbod komen voor producten uit illegale nederzettingen. Denk pleit voor een „eensgezind Europees beleid” ten aanzien van buitenlandse zaken, mensenrechten en sancties (maar specifieert niet of dit afschaffing betekent van nationale vetorechten/de unanimiteitsregel).
De toeslagenaffaire heeft volgens de Partij voor de Dieren aangetoond hoe hard mensen geraakt kunnen worden door de overheid. De sociale advocatuur moet voldoende tijd en vergoeding krijgen, zodat iedereen verzekerd kan zijn van goede rechtsbijstand. De financiële problemen in de rechtspraak worden opgelost, bezuinigingen worden teruggedraaid. De kiesgerechtigde leeftijd wordt verlaagd naar 16 jaar. Het raadgevend referendum wordt heringevoerd en er komt een correctief bindend referendum voor verstrekkende besluiten. Er worden burgerpanels ingevoerd, waarin burgers kunnen meepraten over belangrijke nationale kwesties. Op alle niveaus van bestuur en volksvertegenwoordiging komt een openbaar lobbyregister.
De Partij voor de Dieren wil grote bedrijven intensiever controleren op schendingen van mensenrechten, vernietiging van natuur en milieu, witwassen en andere vormen van fraude. Daarop volgen proportionele straffen. Boetes voor burgers worden inkomensafhankelijk. Het gebruik en de productie van softdrugs wordt gelegaliseerd, zodat teelt legaal wordt en er accijns over kan worden geheven. Kleine politiebureaus worden heropend en er komen meer wijkagenten. Agenten krijgen salarisverhoging. Fysiek letsel door geweldstoepassing van de politie „moet waar mogelijk voorkomen worden”. De nekklem wordt verboden en de politie krijgt geen beschikking over stroomstootwapens. BOA’s worden niet bewapend.
Volgens de Partij voor de Dieren staat vast dat etniciteit en nationaliteit een factor zijn bij overheidshandelen en is het „tijd voor zelfreflectie”. Etnisch profileren door de politie moet worden tegengegaan door een registratiesysteem waarin vermeld wordt waarom iemand staande is gehouden. Preventief fouilleren wordt niet langer toegestaan. Iedereen heeft wat de partij betreft recht op anonieme sollicitatie. Betwist erfgoed wordt in kaart gebracht. Zwarte Piet wordt afgeschaft. De officiële geslachtsregistratie wordt afgeschaft.
De Partij voor de Dieren wil een einde maken aan de „verveling en uitzichtloosheid” in asielzoekerscentra. De bewoners daarvan moeten zich kunnen ontplooien en hebben recht op goede begeleiding, taalcursussen, zorg, en minderjarigen op onderwijs. Mensen met verblijfsrecht worden evenredig verdeeld over gemeenten, idealiter op wijkniveau. De partij wil daarnaast inzetten op kleinschalige mengvormen waarbij bijvoorbeeld studenten en nieuwkomers een wooncomplex delen en op projecten waarbij vluchtelingen met een bepaalde beroepsachtergrond worden gekoppeld aan lokale werkgevers.
Internationale verdragen zoals het Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens blijven wat de Partij voor de Dieren betreft centraal staan in het asielbeleid. Nederland gaat niet akkoord met afspraken, zoals de Turkijedeal, die hiermee volgens de partij strijdig zijn. Nederland werkt mee aan het verbeteren van de leefomstandigheden in vluchtelingenkampen. Er komt een eerlijke verdeling van vluchtelingen in Europa. Nederland neemt meer kwetsbare vluchtelingen op via VN-programma’s. Ngo’s en andere humanitaire organisaties mogen reddingsacties op zee organiseren zonder daarin tegengehouden of beboet te worden. De EU stopt met het trainen en financieren van de Libische kustwacht, die beschuldigd wordt van ernstige mensenrechtenschendingen. De Europese grensbewaking Frontex moet worden vervangen door humanitaire missies, gericht op het helpen van mensen in nood.
De Partij voor de Dieren wil dat de arbeidsinspectie prioriteit geeft aan de werk- en leefomstandigheden van arbeidsmigranten in slachthuizen. Er komt een vergunningsplicht voor uitzendbureaus om de wildgroei van uitzendbureaus een halt toe te roepen. Er komen strenge eisen aan onderkomens van arbeidsmigranten. Arbeidsmigranten krijgen in ieder geval recht op een slaapkamer die ze niet hoeven te delen. Ze worden in staat gesteld zich aan de corona-basisregels te houden. Commerciële bedrijven kunnen niet tegelijkertijd werkgever en huisbaas zijn van arbeidsmigranten.
Volgens de Partij voor de Dieren heeft ontwikkelingshulp weinig zin als er, bijvoorbeeld door vrijhandel, tegelijkertijd schade wordt toegebracht aan mensen en ecosystemen. De partij wil af van wat het de ‘hulp-is-handel-doctrine’ noemt. Om te beginnen moet er opnieuw een minister van Ontwikkelingssamenwerking komen. Minimaal 1 procent van het bruto nationaal inkomen (BNI) wordt besteed aan ontwikkelingssamenwerking (meer dan de internationale norm). Bij een dalend BNI wordt er niet bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking. Geld voor ontwikkelingssamenwerking wordt aangewend om mensen elders perspectief te bieden, niet voor migratie- en asielbeleid.
De Partij voor de Dieren ziet niets in de huidige handelsverdragen. Die draaien te veel om „de kortetermijnbelangen van multinationals en de agro-industrie”. Lopende onderhandelingen met Australië, Thailand, Indonesië en de VS moeten worden gestopt. En als er toch vrijhandelsverdragen worden afgesloten dan moet hier een referendum over komen. Als ontwikkelingslanden hun markten (tijdelijk) afschermen voor import om hun eigen economie te versterken, mogen er geen represaillemaatregelen volgen. Nederland helpt zulke landen om hun producten zelf te bewerken, zodat ze zelf toegevoegde waarde kunnen creëren, in plaats van grondstoffen te exporteren.
De Partij voor de Dieren wil dat Nederland stopt met het steunen van gevechtsmissies, ook van de NAVO. „Westerse bombardementen en militaire betrokkenheid bij conflicten zoals in Afghanistan en Libië hebben de wereld niet veiliger gemaakt.” Nederland behoudt de volledige zeggenschap over zijn eigen krijgsmacht. „Er komt geen Europees leger.” Nederland koopt geen nieuw groot vechtmaterieel zoals straaljagers en duikboten. De leeftijd waarop militairen uitgezonden mogen worden op missies wordt verhoogd van 18 naar 21 jaar. Het actief rekruteren van minderjarigen stopt. Nederland ondertekent het VN-verdrag voor een verbod op kernwapens en in Nederland aanwezige kernwapens worden snel verwijderd. Bij internationale humanitaire hulpoperaties wordt ook hulp aan dieren geboden.
De EU kan nuttig zijn bij het oplossen van grensoverschrijdende problemen, maar draait volgens de Partij voor de Dieren nu te veel om vrijhandel en grote bedrijven. Zo subsidieert de EU de westerse „verslaving aan dierlijke eiwitten” ten koste van het klimaat, mensen, dieren en de natuur. Dat moet anders, vindt de partij. De landbouwsubsidies worden afgeschaft en het geld gaat naar agro-ecologische en diervriendelijke landbouw. De bio- en fossiele industrie krijgen niets uit de Europese coronanoodfondsen. De EU-begroting moet minstens voor de helft ten goede komen aan klimaat, natuur en milieu.

De PvdD wil verder geen uitbreiding van de EU, de eurozone of van de EU-bevoegdheden. Landen moeten de mogelijkheid krijgen om met (financiële) hulp van de EU uit de eurozone te stappen. Lidstaten die de rechtsstaat schenden kunnen deels of helemaal gekort worden op EU-subsidies.

Het Nederlandse buitenlandbeleid is in de ogen van de Partij voor de Dieren nu vaak gericht op handel en niet op het opkomen voor mensenrechten. Nederland gaat zich uitspreken voor mensenrechten en het recht op zelfbeschikking van onderdrukte volken, zoals de Papoea’s, Oeigoeren en Tibetanen. De diplomatie wordt niet meer ingezet om de Nederlandse landbouw in het buitenland te promoten.
Politici en rechters moeten niet op elkaars stoel gaan zitten, aldus de VVD. Dat betekent ook dat politici „verantwoordelijkheid nemen door de lastige besluiten die zij moeten nemen, niet over te laten aan de rechter”. Omdat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) volgens de VVD nu soms botst met de bedoelingen van lidstaten, zou het goed zijn om de interpretatie daarvan te kunnen bijsturen. Maar de partij benadrukt ook dat de rechter het laatste woord heeft. De VVD vindt verder dat er meer aandacht moet komen voor de uitvoering van beleid. In de conceptversie van het verkiezingsprogramma werd nog gepleit voor een landelijk raadplegend referendum, in de definitieve is dat verdwenen. De Eerste Kamer moet „terugzendrecht” krijgen: een wetsvoorstel gewijzigd terugsturen naar de Tweede Kamer (nu kunnen wetsvoorstellen alleen worden goed- of afgekeurd).
D66 wil meer geld voor rechtspraak, Openbaar Ministerie, gerechtstolken, reclassering, gevangeniswezen, forensische psychiatrie en psychologie en de sociale advocatuur. „De inhoud van je portemonnee mag geen belemmering zijn om je recht te halen. Sociaal advocaten moeten kunnen rondkomen.” De griffierechten moeten flink omlaag, om drempel naar de rechter te verlagen. De wet moet worden aangepast zodat ministeriële invloed op benoemingen, schorsingen en ontslagen bij de Raad voor de Rechtspraak is uitgesloten. Slachtofferrechten worden niet verder uitgebreid om de balans in het strafproces niet te verstoren. De rechter behoudt de vrijheid over op te leggen straffen; er komen geen minimumstraffen. D66 wil een gekozen premier, hetgeen mensen meer invloed geeft op de kabinetsformatie. D66 is voor een bindend correctief referendum als noodrem, zonder ruimte voor interpretatie over de consequenties van de uitslag. De Eerste Kamer kan worden afgeschaft, maar dan moet het wel eerst voor rechters mogelijk worden om wetten te toetsen aan de Grondwet.
Lage griffierechten, extra geld voor rechtsbijstand en sociale advocatuur – de rechter moet wat betreft de PvdA toegankelijk blijven voor de „kleine portemonnee”. De PvdA pleit voor de invoering van ‘vrederechters’: laagdrempelige rechters die snel en goedkoop rechtspreken. In het algemeen moet er meer geld naar de rechtspraak. De PvdA is ook voorstander van een bindend correctief referendum, zodat burgers ook tussen verkiezingen invloed kunnen uitoefenen. De partij wil ook onderzoeken of de Eerste Kamer ‘terugzendrecht’ moet krijgen, nu kan de Senaat wetsvoorstellen alleen maar goed- of afkeuren. Via het onderwijs moet de kennis over de rechtsstaat worden vergroot.
Het CDA wil af van het „liberale pleidooi” voor een kleine en goedkope overheid. Kwaliteit van wetgeving en democratische controle moeten worden versterkt, onder meer met een groter onderzoeksbudget voor de Eerste en Tweede Kamer. De omloopsnelheid van topambtenaren wordt beperkt, zodat kennis en expertise behouden blijven in de ambtelijke top. Net als in de zorg, het bankwezen en bij defensie moet er tuchtrecht komen voor ambtenaren. In iedere gemeente komt een loket voor burgers die zichzelf niet kunnen redden in het contact met overheden en uitvoeringsorganisaties. De sociale advocatuur moet „op peil” blijven. Commerciële advocatenkantoren moeten een grotere bijdrage leveren in de vorm van pro-deo zaken.
De rechtspraak moet wat GroenLinks weer laagdrempeliger worden voor mensen met weinig geld, onder meer met griffiekosten naar draagkracht: laag voor individuele burgers, maatschappelijke organisaties en het midden- en kleinbedrijf, hoog voor grote bedrijven. GroenLinks wil inzetten op „nieuwe vormen van (directe) democratie”, zoals burgerraden, waarbij mensen op basis van loting worden betrokken bij democratische besluitvorming. In de conceptversie van het verkiezingsprogramma werd nog gepeit voor een bindend correctief referendum. Dat is in de definitieve versie komen te vervallen.
De burger moet weer centraal komen te staan bij de overheid, vindt de SP. Als er schade wordt veroorzaakt (gasboringen, mijnbouwschade, toeslagenaffaire) moeten overheden die vergoeden. Mensen die een misstand melden kunnen financieel een beroep doen op een Fonds voor klokkenluiders. De vergoedingen in de sociale advocatuur worden verhoogd, griffierechten worden verlaagd. De SP is voorstander van een bindend correctief referendum op nationaal, provinciaal en lokaal niveau. Als verdragen worden gesloten die raken aan de nationale soevereiniteit, worden die in een referendum aan de bevolking voorgelegd. De SP wil een einde maken aan riante wachtgeldregelingen voor politici. Partijen moeten volledige openheid geven over alle giften die ze ontvangen, bestuurders over al hun contacten met lobbyisten.
Voor rechtsbijstand komt extra geld en in principe moeten alle advocatenkantoren gesubsidieerde zaken op zich nemen. In elke gemeente komt een ‘vredesrechtbank’ voor kleinere conflicten. Er komt een bindend, correctief referendum met een uitkomstdrempel in lijn met adviezen van de Raad van State: de uitslag is alleen geldig als de winnende meerderheid tenminste de helft van de kiesgerechtigden omvat bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen. Er komt geen gekozen premier of burgemeester.
De PVV pleit voor gekozen burgemeesters, de invoering van een bindend referendum, de afschaffing van de Eerste Kamer en 20 procent salarisverlaging voor bewindslieden, Kamerleden en Europarlementariërs.
De ChristenUnie wil structureel meer middelen voor de jeugdzorg. Er moet met een bredere blik bekeken worden welke hulp jongeren en gezinnen nodig hebben. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat als jeugdhulp is aangevraagd eerst schuldhulpverlening nodig is. De leeftijdsgrens voor jeugdhulp gaat van 18 naar 23 jaar. Voor multiprobleemgezinnen moet er één regisseur van hulp zijn.
De norm van 1 wijkagent voor elke 5.000 inwoners is te laag, vindt de SGP. Elk dorp of elke stadswijk krijgt een eigen wijkagent. Organisatoren van grote commerciële evenementen moeten zelf meer verantwoordelijk worden gemaakt voor veiligheid. Politiesamenwerking met andere landen is nodig voor grensoverschrijdende criminaliteit. Maar „daar hebben we ‘Brussel’ niet voor nodig omdat dit heel goed kan door zelf afspraken te maken met andere (buur)landen”. Terroristen (Syriëgangers/IS-strijders) moet het Nederlanderschap kunnen worden ontnomen. Als dat niet kan, moet hun stemrecht worden ontnomen, of het recht om in overheidsdienst te werken. Op betaalde seks moet een totaalverbod komen. Het bezoeken van prostituées moet strafbaar worden. Bij de politie en het OM komt een speciale eenheid voor de bestrijding van antisemitisme. Met het gedoogbeleid voor drugs wordt gestopt, coffeeshops gaan dicht. Recreatief gebruik van lachgas wordt verboden.
Als de SGP het over discriminatie heeft, betreft het vooral winkeliers of werknemers die niet op zondag willen werken, trouwambtenaren die geen homostellen willen, EU-regels die Israël benadelen en prenataal onderzoek dat „ontaardt” in „selectie aan de poort”. Kwetsbare groepen zijn werknemers met een beperking en ouderen die moeilijk weer aan een baan komen. „Ook gebeurt het dat er sprake is van regelrechte discriminatie, bijvoorbeeld op afkomst, huidskleur of geslacht. Dan moet er opgetreden worden. Bij discriminatie moet wel sprake zijn van ongelijke behandeling van gelijke gevallen. […] Voor het vervullen van topfuncties hanteert de overheid geen quota voor bepaalde doelgroepen. Ook in het bedrijfsleven wordt gewoon de beste kandidaat gekozen.”
Inburgering dient wat de SGP betreft in ieder geval te leiden tot een basale beheersing van de Nederlandse taal, en daarnaast kennis van geschiedenis, nationale symbolen, cultureel erfgoed en samenleving. „Uitdrukkelijk hoort daar ook bij dat nieuwkomers, zeker degenen die uit islamitische landen komen, weten van het lot dat de Nederlandse Joden in de Tweede Wereldoorlog is overkomen.” Gemeenten moeten terughoudend zijn ten aanzien van grote moskeeën. Gebedsoproepen „waarbij de islamitische geloofsbelijdenis met geluidsversterking over de omgeving wordt uitgestort” moeten worden verboden, evenals buitenlandse financiering van moskeeën.
De SGP wil een einde maken aan ongecontroleerde migratie en mensensmokkel door de grondoorzaken van migratie te bestrijden, zoals honger, armoede of gewapende conflicten. Opvang en „toetsing” van asielzoekers vinden primair plaats in de herkomstregio. Volgens de SGP mijden christelijke asielzoekers vaak opvangkampen in de regio omdat ze daar bedreigd worden door anderen. Nederland moet deze groep vluchtelingen voorrang geven, in hervestigingsprogramma’s van de VN. Internationaal moet worden vastgelegd dat asiel géén recht inhoudt om naar een land van keuze te reizen. Overlastgevende migranten moeten als eerste op het vliegtuig terug worden gezet. De SGP ziet geen heil in algemene pardonregelingen. Die werken ondermijnend. De asielprocedure en de opvang van asielzoekers in Nederland wordt sober en zo doelmatig als mogelijk vormgegeven. Gezinshereniging wordt moeilijker gemaakt.
De SGP wil toegang tot de sociale zekerheid voor werknemers uit een ander EU-land voor de eerste zeven jaar kunnen beperken, net als het aantal arbeidsmigranten, bijvoorbeeld met werk- en woonvergunningen. De kinderbijslag wordt aangepast aan de levensstandaard van het land waar de kinderen verblijven. Uitzendbureaus worden verplicht een passende waarborgsom te storten, zodat er genoeg geld is bij eventuele loonvorderingen. Er moet meer geld beschikbaar worden gesteld voor de opsporing van uitkeringsfraude. Bij het reguleren van arbeidsmigratie en het werven van migranten voor ‘tekortsectoren’, moet de overheid meer rekening houden met de culturele achtergrond van de nieuwkomers. „Het heeft duidelijk de voorkeur om eerst te kijken in hoeverre Nederlanders en Nederlandstaligen in het buitenland geworven kunnen worden.”
Nederland moet nood- en humanitaire hulp en verzoeningsprojecten ruimhartig steunen, vindt de SGP. In noodgevallen komt dit budget bovenop het reguliere budget voor ontwikkelingssamenwerking. Het ontwikkelingsbudget wordt niet langer „uitgehold” door het in te zetten voor opvang van asielzoekers in Nederland. Het beleid op het gebied van seksualiteit en voortplanting dient zich te richten op het verbeteren van de basale gezondheidszorg en een verantwoorde omgang met relaties en gezinsvorming. Het moet niet gaan om het bevorderen van een ‘vrije’ seksuele moraal en een seculiere, westerse ideologie.
Handel is volgens de SGP „goed voor de portemonnee en voor bondgenootschappen”. Maar het huidige model voor handelsverdragen moet op de schop. Ook burgers en organisaties mogen met een handelsverdrag in de hand klagen over bepaalde investeringsbesluiten (nu kunnen alleen bedrijven dat). Van elk handelsverdrag moet de impact worden onderzocht op nationale soevereiniteit, milieu en mensenrechten zoals „godsdienstvrijheid en eerlijk werk”. Handel moet ook draaien om „recht doen aan onderdrukten, brood delen met hongerigen”. Nederland moet het voortouw nemen in de strijd tegen moderne slavernij, zoals gedwongen prostitutie, kindhuwelijken of kinderarbeid. „Wereldwijd moeten nog altijd naar schatting 40 miljoen mensen onvrijwillig arbeid verrichten. De globalisering van productie en consumptie maakt dat ook Nederlandse (ver)kopers hierin een verantwoordelijkheid hebben.”
De NAVO is en blijft de hoeksteen van het Nederlandse veiligheidsbeleid, wat de SGP betreft. De NAVO-streefnorm om 2 procent van het bbp in defensie te steken, wordt in Nederland wettelijk vastgelegd. Europese defensiesamenwerking kan alleen een aanvulling zijn op bilaterale- en NAVO-samenwerking, bijvoorbeeld voor sneller militair transport door de EU. Het bestrijden van moslimfundamentalisme en terreur is en blijft een grote prioriteit. Waar nodig moet Nederland militair willen bijdragen aan de strijd tegen IS en andere terreurgroepen. Op de krijgsmacht mag niet worden bezuinigd als gevolg van de coronacrisis. En er moeten genoeg F-35’s worden aangeschaft om drie gevechtssquadrons (52 toestellen) te kunnen vormen.
De SGP „stelt zich teweer” tegen verdere „machtsuitbreiding” van de EU. De EU moet „zijn plek kennen” en ruimte maken voor „gezonde nationale trots”. De SGP wil een rodekaartprocedure invoeren die het voor nationale parlementen makkelijker zou maken om voorstellen van de Europese Commissie te blokkeren. Een Nexit ziet de SGP vooralsnog niet zitten, niet in de laatste plaats door de nauwe verbondenheid van de Nederlandse economie met het achterland. Maar als de EU geen werk maakt van hervormingen, kan deze wel in beeld komen.

Voor landen die uit de eurozone willen, moet er een exit-strategie komen, inclusief een tijdelijke vorm van „Marshall-steun”. De SGP wil niet dat de EU belasting kan heffen. Voor de partij is dat „een rode lijn”. Met verdere uitbreiding moet de EU buitengewoon terughoudend zijn. En Turkije is „qua geschiedenis, islamitisch karakter en politiek bestel” niet geschikt voor EU-lidmaatschap.

Nederland geeft wat de SGP betreft prioriteit aan bilaterale samenwerking met Duitsland, de Benelux en, in de nasleep van de Brexit, met het Verenigd Koninkrijk. En „om tegenwicht aan China te kunnen blijven bieden moeten Nederland en de EU volop samenwerken met de Verenigde Staten”. EU-lidstaten behouden op alle terreinen, ook het buitenlandbeleid, hun vetorecht (unanimiteitsregel). De banden met Israël worden aangehaald. De ambassades van Nederland en de EU verhuizen naar Jeruzalem. UNRWA, het VN-agentschap dat zich inzet voor Palestijnse vluchtelingen, moet worden opgeheven, omdat het volgens de SGP bijdraagt aan „antisemitisch haatzaaien”. Voor Palestijnse christenen komt een speciaal steunprogramma. De bescherming van het leven wordt een doel van het buitenlandbeleid. Nederland stelt zich „teweer tegen de opdringerige genderideologie binnen onder meer de EU en de VN”. Nederland moet Zuid-Afrika aanspreken op „systematisch geweld en straffeloosheid” waar blanke boeren onder gebukt gaan.
Nederland mag zich geen racisme „laten aanpraten”, aldus de PVV. Zwarte Piet, het Kerstfeest en Pasen moeten blijven. Niet alle culturen zijn volgens de partij gelijk. „Wij spreken uit dat onze eigen cultuur de beste is.” Aan „multiculti-clubs” moet geen subsidie meer worden gegeven. En alles wat neigt naar ‘positieve discriminatie’ en diversiteitsbeleid moet worden afgeschaft. Er is volgens de PVV geen sprake van discriminatie van minderheden. „Sterker nog: Nederlanders worden voortdurend zélf achtergesteld en gediscrimineerd.” Bijvoorbeeld bij de verdeling van sociale huurwoningen, aldus de partij.
Wat de PVV betreft komt er een verbod op het „verspreiden van de islamitische ideologie” via scholen, moskeeën en de Koran. Ook het dragen van hoofddoekjes in overheidsgebouwen inclusief de Staten Generaal wordt verboden. Wie een dubbele nationaliteit heeft, krijgt geen stemrecht en kan ook geen politieke functies bekleden. In de grondwet wordt vastgelegd dat de „leidende cultuur” in Nederland wordt gevormd door „Joods-christelijke en humanistische wortels”. Op scholen wordt dagelijks de Nederlandse vlag gehesen. Overheidsinformatie mag niet meer in het Turks of Arabisch worden gegeven.
Nederland is overbevolkt en de islam hoort niet bij Nederland, aldus de PVV. Migranten uit islamitische landen komen Nederland daarom niet meer in. De partij wil een „volledige asielstop en dus sluiting asielzoekerscentra”. Illegaliteit wordt strafbaar gesteld. Illegalen worden vastgezet en uitgezet. Regelingen voor een generaal pardon komen er „nooit meer”. Tijdelijke asielvergunningen van Syriërs worden ingetrokken. Er komt een nieuw ministerie van Immigratie, Remigratie en De-islamisering (IRD).
De PVV wil, zolang Nederland nog in de EU zit, tewerkstellingsvergunningen invoeren voor arbeidsmigranten. Daarmee wordt de „instroom van Polen, Bulgaren en Roemenen” beperkt. Dit kan volgens de partij ook helpen bij het verzachten van de impact die de coronacrisis heeft „op miljoenen Nederlanders en op de economie”.
De PVV wil helemaal stoppen met ontwikkelingshulp.
De PVV wil een zerotolerancebeleid waarbij criminelen worden opgepakt en langdurig in de cel worden gezet („geen taakstraffen meer”). „Elke gemeente heeft ze en iedereen weet wie ze zijn: de draaideurcriminelen. Vaak islamitisch straattuig, met een bontkraagje en een dubbele nationaliteit.” Criminelen met een dubbele nationaliteit worden gedenaturaliseerd en uitgezet. Daders moeten alle kosten van hun misdrijf, vervolging en straf betalen. Bij gewelds- en zedendelicten moet het volwassenenrecht vanaf 14 jaar gaan gelden. Een „hele dadergroep straffen” moet ook mogelijk worden. De partij wil in het algemeen een harde aanpak van drugscriminaliteit. De PVV wil 10.000 extra politieagenten op straat en meer aandacht voor digitale veiligheid, ook in verband met „buitenlandse mogendheden”.
In het PVV-verkiezingsprogramma staat niets over handel of handelsverdragen.
De PVV wil dat de Nederlandse krijgsmacht zich alleen nog bezighoudt met de bewaking van de eigen grenzen en met het land beschermen tegen „de islam en islamitisch terrorisme”. „Vage buitenlandse missies in landen als Mali” worden stopgezet. Het leger wordt ingezet om de „straten van Nederland terug te veroveren” tijdens „grootschalige rellen, zoals we die in 2020 in probleembuurten als de Haagse Schilderswijk hebben gezien”. Defensiemedewerkers mogen geen dubbele nationaliteit bezitten, omdat dit „de schijn van dubbele loyaliteit” wekt. Investeringen zoals de JSF moeten worden stopgezet. Turkije moet uit de NAVO.
„Van de politiek corrupte EU wordt afscheid genomen”, aldus de PVV in zijn programma. „Nexit dus. Wat de Britten kunnen, kunnen wij ook.” De dag dat Nederland de EU verlaat wordt een nationale feestdag. De partij wil geen EU-vlaggen meer zien wapperen op Nederlandse overheidsgebouwen. Nederlandse producten krijgen een (rood-wit-blauw) keurmerk zodat ze goed herkenbaar zijn.
Het Nederlandse buitenlandbeleid moet zich wat de PVV betreft richten op de VS en Israël. De Nederlandse ambassade wordt verplaatst naar Jeruzalem. Met landen die onvoldoende afstand hebben genomen van de sharia (islamitisch recht) moeten de diplomatieke betrekkingen worden afgeschaald. „Diplomaten uit die landen zullen alleen in Nederland worden toegelaten en geaccrediteerd als ze een verklaring ondertekenen waarin staat dat de sharia wordt verworpen en de rechtsbeginselen van onze vrije democratische rechtsstaat ten volle worden onderschreven.” Nederland moet „actief” inzetten op het „verbeteren” van de relaties met Rusland. „Dat laat onverlet dat de verantwoordelijken voor de terreuraanslag op de MH17 […] dienen te worden gestraft – ook indien dit statelijke actoren zijn, en inclusief sancties.”
De ChristenUnie wil dat er „een coalitie tegen racisme” komt, met vertegenwoordigers uit verschillende gemeenschappen, maatschappelijke organisaties en politieke partijen. „Zo kan van onderop een plan worden gemaakt om racisme tegen te gaan op de arbeidsmarkt, rond wonen, onderwijs of het optreden van de overheid.” Ook de schaduwkanten van de Nederlandse geschiedenis moeten worden erkend en een zichtbare plek in de samenleving krijgen, vindt de partij. Excuses voor de geschiedenis van slavernij in Nederland zijn een eerste stap.
Het oude inburgeringsbeleid is niet effectief en te bestraffend en moet verder worden vernieuwd, vindt de ChristenUnie. In het nieuwe stelsel worden nieuwkomers de eerste zes maanden financieel „ontzorgd” door de gemeente. Mensen die hier naartoe komen moeten zoveel mogelijk vanaf de eerste dag taallessen gaan volgen. Dat geldt voor alle asielzoekers (met uitzondering van asielzoekers uit veilige landen die snel terug kunnen) en voor alle (arbeids)migranten. Arbeidsmigranten worden na zes maanden verblijf, of dat nu aaneengesloten is of niet, verplicht deze taallessen te volgen. Asielzoekerscentra worden gesloten en er wordt overgegaan op lokale opvang, zodat het makkelijker wordt om een netwerk op te bouwen.
In het Nederlandse asielbeleid moeten gastvrijheid en menswaardigheid voorop staan, aldus de ChristenUnie. Er komt géén beperkend quotum voor het opvangen van vluchtelingen in Nederland (asielmigratie). Nederland nodigt jaarlijks 5.000 van de meest kwetsbare vluchtelingen uit, met bijzondere aandacht voor specifieke groepen, zoals religieuze minderheden of LHBT’ers. Er komt een structurele regeling voor kinderen die al geworteld zijn in Nederland. Vreemdelingendetentie van onschuldige migranten in afwachting van hun uitzetting wordt zo veel mogelijk voorkomen. Illegaliteit wordt niet strafbaar gesteld. De discretionaire bevoegdheid, zodat een bewindspersoon in bijzondere gevallen toch een verblijfsvergunning kan toekennen, keert terug. De „troosteloze” vluchtelingenkampen in Europa worden helemaal gesloten.
In het vergrijzende Nederland is arbeidsmigratie hard nodig, maar niet tegen elke prijs, vindt de ChristenUnie. „Niet het verdienmodel van bedrijven moet de maatstaf zijn voor arbeidsmigratie, maar de maatschappelijke behoefte.” De partij pleit voor een ‘richtgetal’, op basis van gerichte arbeidsmarktanalyses, en voor een ‘planbureau migratie’. De ChristenUnie wil dat het mogelijk wordt voor lidstaten om onderling afspraken te maken over aantallen arbeidsmigranten, de duur van de arbeidsperiode en het gebruik van sociale voorzieningen. Voor uitzendbureaus komt er een vergunningsplicht. (Nederland is het enige EU-land dat dit niet heeft). Voor arbeidsmigratie van buiten de EU moeten er meer mogelijkheden komen, ook om te voorkomen dat mensen illegaal de weg naar Europa zoeken.
Wat de ChristenUnie betreft komt de politie te vallen onder Binnenlandse Zaken en gaat Justitie zich meer richten op de rechtsstaat. Voor de bestrijding van ondermijning en zware (drugs)criminaliteit komt er een omvangrijk deltaplan. De wettelijke norm van 1 wijkagent op 5000 inwoners wordt overal gerealiseerd. Grootschalige commerciële evenementen krijgen alleen een vergunning als ze zelf voor de veiligheid zorgen. Er komen verboden op blowen in de openbare ruimte, lachgas en het bezit en gebruik van drugs tijdens evenementen. Nederlandse IS-strijders/Syriëgangers worden bij voorkeur berecht in de regio waar misdaden gepleegd zijn, hun kinderen worden teruggehaald. De ouders van zulke kinderen worden uit de ouderlijke macht gezet.
Ontwikkelingshulp moet wat de ChristenUnie weer worden besteed aan waar het ooit voor bedoeld was. En dus niet aan „het stimuleren van Nederlandse export” of „de opvang van asielzoekers in Nederland”. In navolging van internationale afspraken moet het budget omhoog, tot 0,7 procent van het bruto nationaal inkomen. Vijftig procent hiervan moet worden besteed aan de allerarmste landen „met speciale aandacht voor de meest gemarginaliseerde groepen, zoals mensen met een beperking”. De ChristenUnie wil „een duurzaam commitment van 10 jaar voor deze landen”.
Bij handelsmissies of -deals moet meer aandacht komen voor mensenrechten en godsdienstvrijheid, vindt de ChristenUnie. Europese productstandaarden moeten de norm worden voor producten die naar de EU worden geïmporteerd. Aan de „exclusieve juridische rechten” van multinationals in arbitragezaken komt een eind. Er komt geen vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en Mercosur (Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay). De ChristenUnie wil dat Nederland meer doet om belastingontwijking tegen te gaan, ook in eigen land. Bedrijven moeten openbaar maken waar zij belasting betalen.
De ChristenUnie wil fors investeren in de krijgsmacht, want op dit moment is die onvoldoende in staat om grondwettelijke taken, zoals de bescherming van het grondgebied, te vervullen. De komende jaren moeten de uitgaven al toegroeien naar 1,5 procent van het bbp. Om de NAVO-norm van 2 procent te halen wordt een meerjarenplan opgesteld. Naast de NAVO moet er ook meer Europese defensiesamenwerking komen, met een sterker Europees hoofdkwartier, maar het zijn altijd de lidstaten zelf die besluiten over de inzet van eigen militairen. Cyberveiligheid krijgt meer aandacht, om Nederland „te beschermen tegen diefstal van militaire technologie, spionage en het hacken van vitale infrastructuur (zoals waterkering) en wapensystemen”.
De ChristenUnie is voorstander van meer Europese samenwerking bij grote, grensoverschrijdende kwesties: klimaat, migratie, eerlijke (digitale) economie, geopolitiek. De EU moet streven naar strategische autonomie: cruciale productieketens (van medicijnen bijvoorbeeld) moeten beter worden gespreid of naar de EU worden teruggehaald. Met de Russisch-Duitse gaspijpleiding Nord Stream 2 wordt gestopt, om de afhankelijkheid op energiegebied van Rusland te verminderen.

De nationale parlementaire controle op EU-beleid schiet nu tekort en moet worden versterkt, onder meer met de instelling van een speciale Europacommissie, met Eerste en Tweede Kamerleden. EU-lidstaten die de rechtsstaat schaden moeten veel makkelijker dan nu kunnen worden gestraft. De toetredingsonderhandelingen met Turkije worden gestaakt. Landen die niet mee kunnen komen met de euro moeten de eurozone ook kunnen verlaten, zonder het EU-lidmaatschap kwijt te raken. En Nederland? „Zo lang Duitsland in de eurozone zit, zit Nederland er ook in. Punt.”

Bij de ChristenUnie ligt de focus van het buitenlandbeleid op de bescherming van minderheden, zoals Oeigoeren in China en de Rohingya in Myanmar. „Geloofsvrijheid is een van de pijlers van onze vrije samenleving, maar staat internationaal steeds meer onder druk.” De ChristenUnie wil dat het nieuwe kabinet de Armeense genocide erkent. De EU moet als internationale speler „haar morele stem hervinden” en daadkrachtiger worden gemaakt, onder meer door de unanimiteitsregel/nationale vetorechten te schrappen met betrekking tot enkele terreinen, zoals mensenrechten, sancties en civiele missies.
De SP wil discriminatie, in alle vormen, actief bestrijden, onder meer „door in armere én rijkere wijken huizen van verschillende prijzen te bouwen”. Ook in rijkere buurten wordt ruimte gemaakt voor de huisvesting van nieuwkomers. De arbeidsinspectie krijgt meer mogelijkheden en middelen om discriminatie op de arbeidsmarkt aan te pakken. Bedrijven die discrimineren verliezen eventuele subsidies en komen niet meer in aanmerking voor overheidsopdrachten. In het onderwijs komt meer aandacht voor racisme „en de omgang met andersdenkenden”. Elke school dient elke leerling te accepteren en mag deze niet weigeren op basis van de levensovertuiging of geaardheid.
Nieuwkomers moeten wat de SP betreft zo snel mogelijk Nederlands leren, aan werk worden geholpen of op een andere wijze de mogelijkheid krijgen om een bijdrage te leveren aan onze samenleving. Een specifiek integratiebeleid komt er voor mensen met een grote afstand tot onze samenleving, zodat problemen als taal en werkloosheid, maar ook eer-gerelateerd geweld en genitale verminking worden aangepakt. Financiering van politieke en religieuze organisaties vanuit het buitenland wordt niet toegestaan.
Het verblijfsrecht van in Nederland gewortelde kinderen moet wettelijk worden geregeld, vindt de SP. Mensen die geen recht hebben op een verblijf, dienen terug te keren naar hun land van herkomst. Maar het „wegkijken” in het huidige Europese asielbeleid moet stoppen. Vluchtelingen die niet veilig in de regio terecht kunnen, moeten worden opgenomen in de EU. Alle lidstaten moeten hier een bijdrage aan leveren. Mensensmokkel moet worden bestreden en van hervestiging, het rechtstreeks opnemen van kwetsbare vluchtelingen, moet „meer werk” worden gemaakt. Alle gemeenten dragen evenredig bij aan de opvang van vluchtelingen.
De SP wil dat er een eind komt aan de uitbuiting van arbeidsmigranten. Dat kan door uitzendbureaus te reguleren en de invoer van (tijdelijke) werkvergunningen. Ook „aan de dubbele pet van werkgever en huisbaas” komt een eind en bedrijven moeten alle werknemers betalen volgens de geldende cao-afspraken.
De SP wil meer politiebureaus in de buurt en de opmars van buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) afremmen. „Als lokale handhavers toch politietaken moeten uitvoeren moeten zij ook politieagent worden. Met een politieopleiding en een aangepaste bewapening.” Er worden geen brandweerkazernes meer gesloten. Agressie tegen politieagenten, brandweerlieden, mensen op de ambulance en andere hulpverleners wordt altijd en direct bestraft. Misdaad mag niet lonen, daarom wordt er meer geld afgepakt van veroordeelde criminelen, inclusief witteboordencriminelen. Daar wordt voortaan niet meer mee geschikt. Teelt en de verkoop van softdrugs voor de Nederlandse markt worden gereguleerd en gelegaliseerd.
Noodhulp moet altijd worden geboden, waar en wanneer dat nodig is, aldus de SP. De partij wil hieraan 0,7 procent van het bbp besteden (in lijn met de internationale norm). Door te investeren in zorg, infrastructuur en lokale bedrijvigheid in ontwikkelingslanden worden „ook armoede en migratie teruggedrongen”. Geld voor ontwikkelingshulp mag niet naar corrupte regimes gaan, maar moet betrouwbare organisaties in de landen ten goede komen.
De SP wil eerlijke handel en niet wat er nu is: vrijhandel die arbeiders uitbuit en kapitaalbezitters spekt. Verdragen als TTIP (met de VS) en CETA (met Canada) moeten van tafel. „Winstbejag van de rijken ten koste van de voedselveiligheid, de mensenrechten en een schoon milieu accepteren we niet.” Er komt een einde aan Nederland als belastingparadijs. De EU kan geen handelsverdragen meer sluiten zonder toestemming van nationale parlementen. Grote handelsverdragen worden voorgelegd aan de bevolking in een bindend referendum.
Het Nederlandse defensiebeleid gaat om, wat betreft de SP. „De strategie van de permanente oorlog verlaten we.” In plaats daarvan moet er „een nieuwe internationale veiligheidsstructuur onder leiding van de Verenigde Naties” komen. De NAVO mag niet meer opereren als „agressieve interventiemacht”. Er gaat geen geld naar nieuwe onderzeeërs. De JSF-vloot wordt niet uitgebreid. En de Nederlandse JSF-vliegtuigen mogen niet met kernwapens worden uitgerust. De Nederlandse krijgsmacht kan naast landsverdediging ingezet worden voor vredestaken onder VN-vlag. Alle bestaande Amerikaanse kernwapens op Nederlands grondgebied verdwijnen.
De huidige EU moet compleet op de schop, vindt de SP. De Europese Commissie „als politiek orgaan” kan worden afgeschaft. Het Europees Parlement kan een plek worden waar nationale parlementariërs elkaar ontmoeten en afspraken maken. Als munt is de euro „onhoudbaar” en een financiële „dwangbuis”. De SP wil daarom naar „alternatieven” zoeken die minder knellend zijn voor lidstaten. In een nieuw Europees Verdrag moet de zelfstandigheid van lidstaten worden vergroot. Over dit verdrag komt een referendum. Samenwerken met Europa is prima, op het gebied van criminaliteit, opvang van vluchtelingen en klimaatbeleid. „Maar we willen geen beleid krijgen opgelegd door ambtenaren uit Brussel.” Verdere uitbreiding van de EU is uitgesloten.
De bescherming van de mensenrechten moet wat de SP betreft het uitgangspunt zijn in het Nederlandse buitenlandbeleid en ook centraal staan in handelsverdragen. Nederland moet zich inzetten voor activisten en organisaties die strijden voor mensenrechten. De EU moet toetreden tot het Europees Mensenrechtenverdrag en het Europees Sociaal Handvest van de Raad van Europa.
Volgens GroenLinks is het tijd voor „antiracisme”, want alleen zo komt er een einde aan racisme. Nederland moet allereerst excuses maken voor het koloniale- en slavernijverleden en een nationaal slavernijmuseum oprichten. In het onderwijs komt meer aandacht voor slavernij en het koloniale verleden. Bevrijdingsdag op 5 mei en Keti Koti op 1 juli, wanneer wordt stilgestaan bij het Nederlandse slavernijverleden, worden nationale feestdagen. 2023 wordt een gedenkjaar van 150 jaar formele afschaffing van de slavernij. Een nieuwe, onafhankelijke nationaal coördinator anti-discriminatie krijgt tot taak institutioneel racisme aan te pakken. Etnisch profileren bij de politie, Belastingdienst en andere instanties stopt onmiddellijk. De overheid werkt niet samen met bedrijven die voor discriminatie zijn veroordeeld.
Voor succesvolle integratie is het volgens GroenLinks nodig dat asielzoekers mogelijkheden krijgen om zich zo snel mogelijk te ontplooien. Tijdens de asielprocedure kunnen mensen daarom al taallessen en andere cursussen volgen. Mensen in de procedure krijgen de mogelijkheid om vrijwilligerswerk te doen of worden voor een tijdelijke baan gematcht met werkgevers die vacatures hebben. Wie een asielstatus krijgt, moet zo snel mogelijk onderdeel uitmaken van de Nederlandse samenleving. Dat betekent geen marktwerking in het taal- en inburgeringsonderwijs, goede en persoonlijke begeleiding naar opleiding of werk en een betere erkenning van diploma’s die in het buitenland zijn behaald.
Wie bescherming zoekt tegen oorlog en vervolging kan in Nederland een thuis vinden. GroenLinks wil niemand terugsturen naar een land waar het niet veilig is. Maar wie uiteindelijk geen recht heeft op asiel wordt snel en op een humane manier begeleid naar het land van herkomst. Wie in Nederland asiel aanvraagt, krijgt veel sneller uitsluitsel (binnen zes maanden). De Immigratie- en Naturalisatiedienst wordt hiertoe uitgebreid. Tijdens de procedure heeft iedere asielzoeker vanaf het begin toegang tot rechtsbijstand. Bij een afwijzing van de aanvraag bestaat het recht op beroep. Wie zonder documenten in Nederland verblijft, heeft toegang tot eerste levensbehoeften als zorg, onderdak en rechtsbijstand. Mensen die buiten eigen schuld niet kunnen terugkeren naar het land van herkomst krijgen na vijf jaar alsnog een verblijfsvergunning. Er komt één aparte minister voor migratie.
Het vrije verkeer voor personen binnen de Europese Unie is een groot goed, maar vraagt volgens GroenLinks om regulering. De positie van arbeidsmigranten wordt versterkt door de koppeling van contracten voor werk, huisvesting en vervoer te verbieden en streng te handhaven op fatsoenlijk werkgeverschap. Uitbuiting en schijnconstructies worden hard aangepakt. Er komen meer mogelijkheden voor arbeidsmigratie van buiten de EU, afgestemd op de tekorten op de Nederlandse arbeidsmarkt en de beschikbaarheid van en behoefte aan werknemers in het land van herkomst. Dat geldt ook voor stages, werkervaringsplaatsen en opleidingen in beroepen waar in Nederland vraag naar is.
GroenLinks is tegen massasurveillance. Bij de bestrijding van terrorisme moet de nadruk liggen op het verzamelen van inlichtingen uit menselijke bronnen en gerichte digitale surveillance. De inlichtingen- en veiligheidsdiensten zetten hun bevoegdheden gericht in en publiceren jaarlijks het aantal taps dat ze hebben geplaatst. Consumentenvuurwerk wordt vervangen door professionele vuurwerkshows of innovatieve spektakelshows, bijvoorbeeld met drones of lasers. Softdrugs en drugs zoals xtc en paddo’s worden gelegaliseerd en omringd met betere voorlichting net als over roken en alcohol. GroenLinks wil bij criminaliteitsbestrijding meer nadruk op preventie leggen en wil investeren in opvoedingsondersteuning, onderwijs, jeugd- en jongerenwerk en jeugdzorg - en in de samenwerking daarvan met de politie. De werkdruk bij de politie wordt verlaagd, onder meer door uitbreiding van de capaciteit.
Wat GroenLinks betreft besteedt Nederland 0,7 procent van het bruto nationaal product aan ontwikkelingssamenwerking. Armoedebestrijding, het tegengaan van corruptie, het aanpassen aan klimaatverandering en het versterken van de overheid, onderwijs en zorg staan hierin centraal. Er wordt vaker gekozen voor het direct verstrekken van een klein inkomen aan mensen om uit de armoede te komen. Nederland moet zich inzetten voor kwijtschelding van de torenhoge schuldenlast van de armste landen. Voor migranten moet het gemakkelijker worden om geld over te maken naar herkomstlanden. Tegelijkertijd wordt het wegsluizen van geld door corrupte regimes naar Europa tegengegaan.
Wat GroenLinks betreft wordt er toegewerkt naar een Europese defensiemacht, maar de inzet van Nederlandse militairen moet wel altijd het mandaat blijven van het Nederlandse parlement. In de VN-Veiligheidsraad moet een gezamenlijke EU-zetel komen. De krijgsmacht moet meer gespecialiseerde taken krijgen, bijvoorbeeld op het terrein van de marine of cyber. Nederland spant zich in om wapens de wereld uit te helpen en streeft naar strikte internationale afspraken over de inzet van nieuwe wapensystemen, zoals bewapende drones, cyberaanvallen en hypersone raketten. In Nederland mogen geen wapenbeurzen worden gehouden en de overheid ondersteunt Nederlandse bedrijven niet bij deelname aan internationale wapenbeurzen.
De EU is volgens GroenLinks afgedreven van haar bedoeling: mensen verbinden. De toekomst van Nederland ligt in een sterk en verenigd Europa, maar er moet wel flink wat gaan veranderen. Om te beginnen de Nederlandse opstelling, onder Rutte gereduceerd tot „kortzichtig eigenbelang”: steun voor landen die hard zijn getroffen door de coronacrisis wordt gekoppeld aan eisen die leiden tot juist meer werkloosheid en armoede. „Dat is niet alleen oneerlijk, het is ook economisch dom.” Nederland is juist gebaat bij een welvarend Europa. Het Europees Parlement moet de mogelijkheid krijgen om zelf voorstellen te doen voor nieuwe wetten. Bij besluiten worden standpunten van individuele landen openbaar gemaakt. Nederland krijgt een staatssecretaris voor Europese Zaken. Het Europese Hof van Justitie krijgt meer bevoegdheden om in te grijpen bij schending van fundamentele Europese waarden, zoals democratie en rechtspraak.

De toetredingsonderhandelingen met Albanië en Noord-Macedonië worden gestart, maar lid worden van de EU kan alleen als ze voldoen aan de criteria over democratie, rechtspraak en mensenrechten. Als deze criteria verslechteren, zoals in Turkije, worden de onderhandelingen beëindigd.

Het Nederlandse buitenlandbeleid moet draaien om klimaat en mensenrechten, vindt GroenLinks. Via de ambassades zet Nederland zich in voor de bescherming van natuur en biodiversiteit en een duurzame omgang met water. De diplomatieke dienst moet worden versterkt. Nederland komt op voor mensenrechten- en milieuactivisten, LHBTIQ+-bewegingen, (religieuze) minderheden en inheemse volken. Het ondersteunt wereldwijd bewegingen die strijden voor democratie, rechtsstaat en persvrijheid. Om het buitenlandbeleid van de EU krachtdadiger en effectiever te maken, gaan nationale veto’s (de unanimiteitsregel) van tafel. Nederland investeert in nieuwe bondgenootschappen met gelijkgezinde landen en regio’s. Ook moet de EU onafhankelijker worden van de Verenigde Staten, ongeacht wie er in het Witte Huis zit. In de VN-Veiligheidsraad moet een gezamenlijke EU-zetel komen.
De huidige handelsakkoorden zijn niet eerlijk en duurzaam en bevoordelen grote bedrijven en rijke landen, vindt GroenLinks. De partij streeft daarom naar transparantie over de hele productieketen, leefbare lonen, veilige arbeidsomstandigheden, aandacht voor dierenwelzijn en het respecteren van mensenrechten. Elk verdrag moet een klachtenmechanisme bevatten om eventuele milieuschade of mensenrechtenschendingen te kunnen laten onderzoeken. Buitenlandse investeerders krijgen bij handelsakkoorden geen speciale behandeling en moeten zich houden aan de wet in de landen waar ze actief zijn.
Het CDA wil een integratiebeleid op basis van wederkerigheid: een aanpak die „minder vrijblijvend” is, waarbij vanaf de eerste dag wordt begonnen met werk en het leren van de taal. Nieuwkomers worden aan een ‘maatje’ gekoppeld. Het integratiebeleid wordt uitgebreid naar tweede en derde generaties, voor zover die door achterstanden of taalproblemen nog onvoldoende meekomen in de samenleving. Ook voor hen is integratie en burgerschap essentieel om een toekomst op te bouwen in Nederland, aldus het CDA.
Migratie moet een bewuste keuze zijn en niet iets dat ons overkomt, aldus het CDA. Meer grip vraagt om grenzen. Om een goede bewaking van de buitengrenzen van Europa en om heldere en snelle migratie- en asielprocedures om te bepalen wie mag blijven. Ook moeten er „concrete migratiedoelstellingen” komen. „De huidige aantallen overstijgen de spankracht van de samenleving om al deze mensen ook een toekomst te kunnen bieden. Zeker als we weten dat we in het huidige tempo doorgroeien naar een bevolking van 19 miljoen mensen in 2040.” Het CDA wil een stevig Europees terugkeerbeleid volgens het more for more-principe. Landen die meewerken aan de terugkeer van hun onderdanen, krijgen meer en betere afspraken over samenwerking, hulp en handel.
Nederland moet in Europa het debat aangaan over de grenzen aan de Europese arbeidsmigratie op grond van het vrij verkeer van personen. „Het toelaten van mensen zonder hun echt een plaats te kunnen bieden in onze samenleving is niet barmhartig. Het leidt al snel tot uitbuiting en slechte werkomstandigheden voor arbeidsmigranten of tot achterstanden en integratieproblemen in opeenvolgende generaties.” Het CDA wil streng optreden tegen uitzendbureaus en bemiddelaars die zich schuldig maken aan slechte werkomstandigheden, misbruik en uitbuiting. Maar er moet ook streng worden opgetreden tegen het misbruik van sociale voorzieningen en toeslagen.
Voor racisme en uitsluiting op welke grond dan ook, is geen plaats in de samenleving, schrijft het CDA in zijn programma. Er wordt ingezet op anoniem solliciteren om bewuste en onbewuste discriminatie tegen te gaan. Haatzaaien en groepsbeledigingen worden sneller en strenger bestraft en ook het verheerlijken van geweld en terrorisme wordt strafbaar. De toename van het aantal incidenten rond straatintimidatie, intolerantie en geweld tegen homo’s, antisemitisme en andere vormen van onverdraagzaamheid leidt tot grote spanningen in die gemeenschappen. De aangiftebereidheid moet daarom worden vergroot. Er moet een Planbureau voor de Veiligheid komen dat bestaande en nieuwe veiligheidsrisico’s in de samenleving gaat onderzoeken.
Het CDA maakt zich grote zorgen over „ondermijnende criminaliteit” en wil daarom meerjarig investeren in de capaciteit en kwaliteit van politie, het openbaar ministerie en de rechterlijke macht. De wijkagent moet meer zichtbaar worden. Er moet een tweede politieacademie komen, die zich ook gaat richten op nieuwe, financiële opsporingsmethoden. De alertheid wordt vergroot: burgerinitiatieven op het gebied van veiligheid worden gestimuleerd, ondernemers worden geholpen om witwassen of dienstverlening aan criminelen te voorkomen. De capaciteit voor internationale opsporing en justitiële samenwerking in Europees verband wordt uitgebreid. Voor de berechting van IS-strijders/Syriëgangers, die willens en wetens lid werden van een organisatie die genocide pleegde, moet een tribunaal komen (niet gespecifieerd waar). In Nederland moet er een speciale officier van Justitie komen die belast wordt met het verzamelen van bewijsmateriaal en de vervolging van IS-uitreizigers.
Het CDA ziet het als een morele plicht om landen in nood te helpen. Daarom worden de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking op peil gehouden, al kan er altijd worden geschoven tussen de verschillende prioriteiten. De partij wil stapsgewijs de investeringen in ontwikkelingssamenwerking naar het internationaal afgeproken niveau (0,7 procent van het BNI) brengen. (In de conceptversie van het programma stond deze intentie nog niet zo vermeld). In de hulp aan ontwikkelingslanden zijn onderwijs, water, voedselzekerheid en landbouw, gelijke rechten en goed bestuur belangrijke aandachtspunten.
De handelsverdragen die de EU met derde landen sluit, zijn wat het CDA vooral ook een manier om de eigen „hoge Europese kwaliteitseisen” te verspreiden. Met een interne markt van 500 miljoen consumenten als drukmiddel kan de EU afspraken maken over de kwaliteit van diensten en goederen. Als open economie met een sterke export heeft Nederland bovendien groot belang bij afspraken die leiden tot een ‘gelijk speelveld’ voor bedrijven. Het Europese handelsbeleid moet ook gericht zijn op Afrika, om nieuw perspectief te bieden en te voorkomen dat de bevolkingstoename in Afrika niet leidt tot nieuwe migratiestromen naar Europa.
Gezien de gevaren in de wereld is investeren in defensie „geen keuze, maar een noodzaak”, aldus het CDA. De defensie-uitgaven moeten in tien jaar tijd worden opgetrokken naar de NAVO-norm (2 procent van het bbp), met meer aandacht voor bescherming tegen cyberaanvallen. De partij is voorstander van intensievere Europese defensiesamenwerking, omdat Europa in de toekomst vaker op eigen kracht problemen zal moeten oplossen. Dat betekent: samen missies doen, een betere militaire taakverdeling en de gezamenlijke inkoop van materieel. Maar „een geïntegreerd Europees leger” ziet de partij niet zitten. Alleen regering en parlement in Nederland kunnen troepen uitzenden.
De EU moet sterker worden, maar niet centralistischer. Het CDA vindt dat er vaker in kopgroepen opgetrokken kan worden. Aan de Europese begrotingsregels wordt niet getornd. Verantwoorde schuldenafbouw en economische hervormingen in lidstaten blijven het doel. Het CDA blijft tegen eurobonds (Europese schulduitgifte). De partij noemt de euro voor een exportland als Nederland „van groot belang”, maar de Europese Centrale Bank, die de afgelopen jaren veel Europese schulden op zich nam, speelt nu een te grote rol en kan daarmee een risico vormen voor de financiële stabiliteit.

EU-lidmaatschap is alleen nog mogelijk voor landen die zich niet te ver verwijderen van Europese waarden en afspraken. Turkije hoort daar niet bij. Corruptie en schendingen van de rechtsstaat binnen de EU moeten harder worden aangepakt. Het CDA wil een snel einde maken aan de handel in paspoorten door EU-lidstaten, waarbij het tegen betaling mogelijk is om EU-burger te worden.

De Nederlandse diplomatieke invloed zal vaker lopen via de EU, constateert het CDA. Om het Europese buitenlandbeleid te stroomlijnen moet er een Europese Veiligheidsraad komen, vergelijkbaar met die van de VN, waarin bij voorkeur ook de Britten zijn vertegenwoordigd. Op termijn wil het CDA een permanente zetel voor de EU in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. (Dit stond eerder niet in de conceptversie van het programma). Het veroordelen van mensenrechtenschendingen en het opstellen van sanctielijsten moet op basis van meerderheden kunnen. Zo kan worden voorkomen dat één lidstaat kritiek op en sancties tegen landen als China en Rusland kan tegenhouden. Voor de rest van het EU-buitenlandbeleid en andere kernthemas’s (EU-begroting, belastingen) blijven unanimiteitsregels/nationale vetorechten gehandhaafd. Geloofsvrijheid is voor het CDA een speerpunt van het Nederlandse beleid. Verder zijn multilaterale organisaties als de VN en de Wereldbank „onmisbaar voor de oplossing van grote mondiale vraagstukken”. Op die clubs kun je volgens het CDA kritiek hebben, de partij heeft die zelf ook wel, maar de VN „is het enige podium waar bijna alle landen van de wereld met elkaar spreken”.
Van nieuwkomers verwacht de PvdA hetzelfde als wat van alle Nederlanders wordt verwacht. „Je best doen, je gedragen en opkomen voor de vrijheid van anderen.” Maar een samenleving waarin iedereen kan meedoen, ontstaat „niet vanzelf”. „Nederlanders met een migratieachtergrond vallen nog steeds vaker uit op school dan gemiddeld, zijn vaker werkloos en vaker afhankelijk van een uitkering.” De PvdA pleit voor „investeren in gemengde wijken”. Ook moet er een schoolvak burgerschap en sociale vaardigheden komen. Nieuwkomers leren Nederlands en maken „een expliciete keuze voor een bestaan in Nederland”. Inburgering voor mensen die asiel hebben gekregen wordt gratis. Al op de azc’s wordt begonnen met taalles. De erkenning van buitenlandse diploma’s wordt versneld. „Veel nieuwkomers zijn echte vakmensen, of hoogopgeleid. Toch erkent Nederland hun diploma niet.”
Vluchtelingen zijn welkom, aan het VN-vluchtelingenverdrag wordt niet getornd, niemand wordt teruggestuurd naar een onveilig land, maar dat vergt wel „grip op migratie”, aldus de PvdA. Oftewel: een realistisch en humaan migratiebeleid dat de solidariteit niet aantast. Opvang in de regio kan, maar dat betekent „ruimhartige financiering” voor de UNHCR en lokale ngo’s. Nederland moet onder VN-vlag veel meer kwetsbare vluchtelingen hervestigen. Daarmee wordt ook voorkomen dat vluchtelingen hun leven wagen via irreguliere routes. Het Europese asielbeleid mag niet worden gegijzeld door enkele (Oost-Europese) landen die dwarsliggen. „Zolang er een Europese impasse is op het terrein van migratie, willen wij met een brede coalitie van landen optrekken.” Landen in de EU die structureel weigeren vluchtelingen op te nemen, worden substantieel financieel gekort op het EU-budget „en hun burgers verliezen het recht vrij binnen Schengen te reizen”.
Arbeidsmigratie mag niet aan de markt worden overgelaten, vindt de PvdA. „Het Europese vrij verkeer van werknemers is het recht van individuen en niet bedoeld als kostenbesparing voor werkgevers.” Daarom is onder meer een Europees verbod op ‘premieshoppen’ nodig en een verbod op grensoverschrijdend detacheren door uitzendbureaus. Bedrijfstakken als de slachterijen en distributiecentra waar vaak misstanden worden geconstateerd, worden aangepakt. Arbeidsmigranten moeten huurrechten krijgen, zodat ze niet zomaar op straat gezet kunnen worden. De Europese arbeidsinspectie moet worden versterkt om de pakkans voor ontduiking van sociale wetgeving te vergroten. Medewerking door lidstaten is verplicht. De PvdA wil een minimumloon in de hele EU.
De PvdA wil af van celstraffen voor mensen die boetes niet kunnen betalen. Zij zouden een taakstraf moeten krijgen. „Daarmee voorkomen we dat mensen onnodig opgesloten zitten, omdat ze te weinig geld hebben.” Ook moeten er „stabiele, meerjarige budgetten” komen voor opsporing en vervolging. Een wijkagent per 5.000 inwoners is het absolute minimum wat betreft de partij. Burgers moeten mede kunnen bepalen wat zij als prioriteit zien voor de veiligheid in hun wijk. De politie moet beter gewaardeerd en beloond worden, maar moet ook een betere afspiegeling van de bevolking worden, om de bereidheid tot aangifte te vergroten. De hennepteelt wordt gelegaliseerd. „Er komt een gesloten cannabis-keten waar criminaliteit geen vat op heeft.”
Handel en ontwikkelingshulp moeten hand en hand gaan, vindt het PvdA. Niet als ‘wisselgeld’, maar om te voorkomen dat „wat de ene hand geeft, de andere hand wegneemt”. Dus: voorkomen dat wat je aan hulp geeft, daarna teniet wordt gedaan door handel. De PvdA wil dat nieuwe wetten daarom altijd worden getoetst op het effect dat ze hebben op ontwikkelingslanden. Bezuinigen op ontwikkelingshulp gaan van tafel. Nederland houdt zich aan de afgesproken norm om er 0,7 procent van het BNP aan te besteden, ook in tijden van economische krimp. Klimaatsteun en eerstejaarsopvang van asielzoekers komen niet langer uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking. Humanitaire noodhulp gaat niet ten koste van lopende ontwikkelingsprogramma’s.
Toekomstige handelsverdragen moeten duurzamer en eerlijker, vindt de PvdA. Met goede afspraken over werknemersrechten, milieu en dierenwelzijn en een zorgplicht voor bedrijven om hun aanvoerketens te verduurzamen. Bij investeringsgeschillen moeten niet alleen overheden en toegang krijgen tot een multilateraal arbitragehof, maar ook maatschappelijke organisaties en vakbonden. Voor het voorkomen van mensenrechtenschendingen, kinderarbeid of milieuschade moeten vaker bindende maatregelen komen, in aanvulling op vrijwillige convenanten.
De PvdA wil massavernietigingswapens de wereld uit, maar het defensiebudget moet omhoog. „Dit past bij de grondwettelijke opdracht om de internationale rechtsorde te beschermen.” Vooral aan de bescherming tegen cyberaanvallen, tegen militaire en industriële spionage, moet prioriteit worden gegeven. De Nederlandse krijgsmacht moet in staat blijven om aan meerdere internationale operaties tegelijk een bijdrage te leveren. De partij wil voor militairen fatsoenlijke lonen en voor veteranen goede nazorg.
Volgens de PvdA loopt de invloed van Nederland via de EU. Het is „onze belangrijkste stem in de wereld en het beste instrument om Nederlandse belangen te verdedigen”. De partij wil daarom niet alleen „een sterk Europa”, maar ook „een actieve Nederlandse inzet”. Om te beginnen moet er meer aandacht komen voor sociale rechten: die moeten niet langer ondergeschikt worden gemaakt aan de huidige economische vrijheden binnen de EU. De macht van grote (tech-)bedrijven moet worden opgebroken. Tegen belastingontwijking moet harder worden opgetreden, over de wijze waarop winst wordt belast moeten Europees afspraken komen. Europese begrotingsregels moeten worden hervormd zodat overheden meer kunnen investeren „in een eerlijke en fatsoenlijke economie met voldoende banen”. De Westelijke Balkan moet uitzicht houden op toetreding tot de EU. De toetredingsonderhandelingen met Turkije worden stopgezet. De partij is tegen Nord Stream 2, de verdubbeling van de Russisch-Duitse gaspijpleiding in de Oostzee.
Wat de PvdA betreft wordt Nederland opnieuw een gidsland in de wereld, vooral op het vlak van mensenrechten. Nederlandse ambassades moeten meer worden toegerust op het ondersteunen van organisaties die hiervoor opkomen. Alle EU-verdragen met derde landen bevatten niet alleen een mensenrechtenparagraaf, maar ook sancties voor wanneer de afspraken hierin niet worden nageleefd. Tegen wanpraktijken in China wordt duidelijker stelling genomen. Nederland verkoopt geen overtollig defensiematerieel aan autoritaire regimes en corrupte regeringen. En er komt een verbod op financiering van politieke partijen en/of politieke campagnes vanuit het buitenland, ter bescherming van de eigen democratie. De unanimiteitsregel (nationaal vetorecht) in het Europese buitenlandbeleid moet worden afgeschaft.
Nederland is Amerika niet, stelt de PvdA, maar „we moeten ook naar onszelf kijken en institutioneel racisme, xenofobie, machtsmisbruik en discriminatie herkennen en aanpakken”. De partij wil een staatscommissie die onderzoek gaat doen naar institutioneel racisme, en schooladviezen en sociale en fraudewetgeving onder de loep neemt. Etnisch profileren moet actief worden tegengegaan. Uitzendbureaus zonder serieus antidiscriminatiebeleid krijgen geen overheidsopdrachten. De geschiedenis moet scherp onder de loep worden genomen en voorzien worden van „goede historische context”. Keti Koti, 1 juli, de afschaffing van de slavernij, wordt een nationale (vrije) feestdag. En in 2025 komt er een nationaal slavernijmuseum, dat leerlingen van alle middelbare schoolklassen in Nederland minstens eenmaal bezoeken.
D66 wil een einde maken aan racisme en discriminatie, om te beginnen bij de overheid: die moet het goede voorbeeld gaan geven. Er moet een Nationaal Coördinator Discriminatiebestrijding komen. De overheid werkt niet samen met dienstverleners of bemiddelaars die discrimineren en organiseert doorlopend campagnes om discriminatie aan de kaak te stellen. Binnen overheidsinstanties moet diversiteit hoger op de agenda. Bedrijven die in hun werving en selectie discrimineren moeten boetes krijgen, oplopend tot 10.000 euro.
De VVD voelt „enig ongemak” als het om racisme en discriminatie gaat. Vooral de term ‘institutioneel racisme’ wordt verworpen „omdat dan direct hele overheidsdiensten en bedrijfstakken vol eerlijke en hardwerkende mensen worden weggezet”. „Veel activisten verbinden hun terechte verzet tegen racisme aan een uiterst linkse agenda” en „naïeve standpunten over open grenzen”, stelt de VVD. „Nederland is en blijft een van de meest tolerante landen ter wereld.” Tegelijkertijd verdient racisme „geen plaats in de samenleving”. In het programma staat één concreet voorstel: de hardere aanpak van discriminatie en racisme in de topsport en amateursport, bijvoorbeeld met een club- of stadionverbod. Meer in het algemeen zegt de VVD dat kleur „geen achterstand” mag opleveren en dat tegen „strafbare discriminatie” streng moet worden opgetreden. „We bieden een luisterend oor als mensen pijn ervaren of discriminatie hen achterstelt. Om er dan samen in redelijkheid uit te komen.”
Ook als hun procedure nog loopt, moeten asielzoekers vanaf dag één de mogelijkheid krijgen om Nederlands te leren, vindt D66. (Vrijwilligers-)werk wordt voor asielzoekers makkelijker. Er komt een vast zomerschoolprogramma voor kinderen in de asielopvang. Er wordt meer geïnvesteerd in projecten of infrastructuur waarmee asielzoekers in contact kunnen komen met Nederlanders.
D66 wil dat het Nederlandse asielbeleid minder streng wordt. Het Nederlandse VN-quotum om kwetsbare vluchtelingen op te nemen, wordt verhoogd, van 500 naar 5.000 mensen per jaar. Ook private hervestiging, waarbij personen of organisaties de kosten dragen voor vestiging en integratie van vluchtelingen, moet worden onderzocht. Als het niet lukt om alle lidstaten mee te krijgen in een nieuw asielbeleid, dan moet Nederland verder praten met een kleinere groep. Voor lidstaten die niet meewerken, volgen sancties. D66 wil alternatieven voor vreemdelingenbewaring, zoals een meldplicht, en geen strafbaarstelling van illegaliteit.
D66 vindt dat arbeidsmigranten in Nederland veel beter beschermd moeten worden. Tijdens de coronacrisis bleek hoe kwetsbaar deze groep is. De partij ziet een belangrijke rol weggelegd voor de Europese Arbeidsmarktautoriteit. Voor arbeidsmigranten moeten aanvullende EU-initiatieven komen, zodat ze beter beschermd zijn tegen werkloosheid of (bij seizoensarbeid) verlies van inkomsten. D66 vindt dat er pilots moeten worden gehouden met arbeidsmigratie van buiten de EU, met tijdelijke visa. Bij terugkeer van arbeidsmigranten wordt geholpen met re-integratie. Hier opgebouwde pensioen- en AOW-rechten worden uitbetaald in de vorm van een lumpsum in het land van herkomst.
D66 wil extra jeugdwijkagenten. BOA’s moeten via een noodknop directe toegang krijgen tot de meldkamer van de politie. Er moeten strenge regels komen voor het gebruik van DNA-profielen uit publieke (commerciële) databanken. Radicalisering wordt vooral preventief aangepakt, samen met gemeenten, wijkagenten, jongerenwerkers, docenten en hulpverleners. Nederlandse kinderen van IS-strijders in Syrische kampen worden naar Nederland gehaald om verdere radicalisering te voorkomen. Nederlandse IS-strijders/Syriëgangers worden internationaal berecht en als dat niet kan in Nederland zelf.

De bevoegdheid van de minister van Justitie om zich met strafzaken te bemoeien door het OM een opdracht te geven, komt te vervallen. Coffeeshops moeten legaal kunnen inkopen, leveren en verkopen, zodat mensen weten wat ze roken. Coffeeshophouders moeten een zakelijke rekening kunnen openen. Dat schept transparantie. Naar analogie van het wietexperiment, pleit D66 voor het mogelijk maken van een lokaal xtc-/ mdma-experiment waarbij de productie en verkoop daarvan worden gereguleerd.

D66 wil ruimhartige ontwikkelingshulp. Dat betekent in de eerste plaats een budget van 0,7 procent van het BNI, in lijn met internationale afspraken. Ontwikkelingsgeld wordt niet gebruikt voor het tegenhouden van asielzoekers. Er wordt ook hulp gegeven in noodsituaties (conflictsituaties, gezondheidscrises of natuurrampen), waar ook ter wereld. De grondoorzaken worden aangepakt: armoede, ongelijkheid, migratie en conflicten. De positie van vrouwen wordt verbeterd en er wordt ingezet op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.
D66 wil verder met de huidige handelsverdragen die de EU namens de lidstaten sluit. Maar het moet wel beter. Wat de partij betreft sluit de EU alleen nog maar handelsakkoorden met landen die het Klimaatakkoord van Parijs onderschrijven. Onderhandelingen worden transparant. Er komt een Multilateraal Investeringshof waar conflicten tussen landen en bedrijven transparant en onafhankelijk opgelost worden. Groene goederen worden gestimuleerd in handelsverdragen. Nederland en de EU helpen bij de oprichting van een Pan-Afrikaanse Vrijhandelszone.
De Nederlandse defensie moet veel Europeser worden, vindt D66. Er komt een fysiek Europees militair hoofdkwartier. Er wordt een Europese krijgsmacht „samengesteld”, op basis van wat landen kunnen leveren. Er wordt gezamenlijk geïnvesteerd in defensiematerieel. Buitenlandse investeringen in militair-strategisch belangrijke sectoren worden gescreend. De Nederlandse krijgsmacht wordt opengesteld voor burgers uit andere EU-landen. Volledig autonome wapensystemen, zoals killerrobots, worden verboden. Het wapenexportbeleid wordt Europees, met een onafhankelijke Europese wapenexportautoriteit om dat te controleren.
Wat D66 betreft wordt de EU flink versterkt, om te beginnen in Nederland zelf. Er moet een aparte bewindspersoon voor Europese Zaken komen. Het Nederlandse EU-lidmaatschap moet in de Grondwet, als bescherming tegen een ondoordachte exit. Het Europees Parlement krijgt volledig initiatiefrecht, zodat het net als de Europese Commissie wetsvoorstellen kan doen. De Eurogroep, nu nog een informele club, krijgt een formele status, zodat inzage in besluitvorming mogelijk wordt. Er komen Europese kieslijsten: stemmen op iemand uit een ander land wordt mogelijk. Eurocommissarissen kunnen individueel naar huis worden gestuurd (nu kan alleen de héle Europese Commissie dat). Lidstaten worden jaarlijks getoetst op Europese waarden, inclusief sancties. De (financiële) steun die Turkije krijgt ter voorbereiding op het EU-lidmaatschap wordt stopgezet.
D66 wil een ambitieus, krachtig Europees buitenlandbeleid. Nationale vetorechten (de unanimiteitsregel) waarmee lidstaten op dit terrein nu nog op de rem kunnen gaan staan, gaan van tafel. Maar wel pas als de democratische positie van nationale parlementen en het Europees Parlement is versterkt. Het EU-sanctiepakket tegen Rusland blijft overeind zolang de Russische agressie in Oekraïne voortduurt. Nederland zet zich in voor wereldwijde versterking van mensenrechten en het gebruik van de Europese ‘Magnitsky-wetgeving’, waarmee ook individuele mensenrechtenschenders gestraft kunnen worden. Ambassades krijgen meer staf, vooral binnen EU, rondom Europa en in landen met groeiende economieën. Het aanvragen van een paspoort vanuit het buitenland moet digitaal kunnen. Voor Nederlandse kinderen in het buitenland komt er Nederlands (taal-)onderwijs. Uitschrijven uit de Basisregistratie is niet nodig bij een verblijf in het buitenland van korter dan een jaar.
Wat de integratie in de weg zit, moet wijken, aldus de VVD. Gezichtsbedekkende kleding wordt geheel verboden, met uitzondering van mondkapjes tijdens een pandemie. Haatpredikers worden geweerd. Gemeenten krijgen mogelijkheden om gebedsoproepen te beperken. Steun aan organisaties (scholen, tv-omroepen) „die de integratie tegenwerken” wordt stopgezet. Politici van buiten de EU die onder de diaspora verkiezingscampagne willen voeren, zijn drie maanden vóór die verkiezingen niet welkom. Statushouders stromen niet meer automatisch door naar een sociale huurwoning en krijgen geen voorrang. Zolang nieuwskomers op „integratielocaties” wonen krijgen zij bijstand „in natura”. De taaleis wordt verhoogd, ook voor uitkeringsgerechtigden die onvoldoende ingeburgerd zijn. Statushouders die snel inburgeren en in een eigen inkomen kunnen voorzien, krijgen ook sneller een permanente verblijfsstatus.
Het asielbeleid is te aantrekkelijk, vindt de VVD. De hervestiging van kwetsbare vluchtelingen via de VN wordt afhankelijk van het draagvlak en kan „ook nul” zijn. Nederland selecteert vluchtelingen op basis van „inpasbaarheid”, qua taal, opleiding en normen. Uitgenodigde vluchtelingen mogen drie jaar blijven, moeten daarna terug of naar een veilige derde land in de regio. Tenzij ze „zelfredzaam” zijn: een inkomen hebben, de taal beheersen, Nederlandse normen en waarden hebben omarmd. De VVD streeft naar Europese migratieovereenkomsten met veilige derde landen en goede bewaking van de EU-buitengrenzen. Als dat niet lukt, dan is de partij bereid om het recht op het aanvragen van asiel in Nederland op te schorten, de grenzen te sluiten of een „mini-Schengenzone” in te stellen. De rechtsbijstand in asielzaken moet (financieel) worden versoberd, zodat doorprocederen minder aantrekkelijk wordt. Illegaliteit wordt strafbaar. Gemeenten mogen uitgeprocedeerde asielzoekers niet „op eigen houtje” opvangen.
De VVD is niet tegen economische migratie van buiten de EU, maar wel onder strikte voorwaarden. Behalve een apart systeem voor sociale zekerheid voor deze mensen, moet er een puntensysteem komen, waarbij gekeken wordt naar opleidingsniveau, taalkennis, werkervaring en structurele behoefte vanuit het bedrijfsleven. Verder pleit de partij voor het aanpakken van overlast bij huisvesting van arbeidsmigranten. Er moeten wettelijke eisen komen voor de kwaliteit van huisvesting, in plaats van de huidige ‘vrijwillige´ convenanten, en voor uitzendbureaus. Malafide uitzendondernemers die meermaals zijn beboet krijgen een verbod.
De VVD wil hardere straffen dan die rechters nu soms geven. De partij pleit voor minimumstraffen voor georganiseerde misdaad, terrorisme en oorlogsmisdrijven. Deelname aan een terroristische organisatie moet gelijk worden aan medeplichtigheid aan moord. Justitie moet vaker met kroongetuigen werken. Voor bedreigde burgemeesters, bestuurders, personen in de strafrechtketen en journalisten die ondermijning blootleggen, moet er betere bescherming komen. Bij het afpakken van criminele vermogens wordt de bewijslast omgedraaid: bewijs maar dat het geld eerlijk is verdiend. De politie krijgt standaard stroomstootwapens en bodycams. Het openbaar maken van beelden waarop agenten of hulpverleners herkenbaar zijn, wordt strafbaar. Het softdrugs-beleid blijft streng.

Van Syriëgangers moet het Nederlanderschap kunnen worden ingetrokken, ook als zij alleen Nederlander zijn en dus stateloos zouden worden. Nederlandse IS-strijders/Syriëgangers moeten lokaal (dus niet in Nederland) worden berecht. Daarbij moeten de Koerdische strijdgroepen in Syrië worden gesteund, ook als dat op gespannen voet staat met het volkenrechtelijke verbod op inmenging in een ander land.

Ontwikkelingshulp moet wat betreft de VVD worden gegeven als er een duidelijk Nederlands of Europees veiligheidsbelang mee is gediend. In plaats van naar „goedbedoelde maar vaak weinig effectieve langjarige projecten” mag er extra geld naar (acute) noodhulp, maar daarbij komt er wel meer nadruk op het voorkomen van migratiestromen „in gebieden rondom Europa”. Dus meer hulpgeld voor de opvang van Syrische vluchtelingen, waar de EU direct mee te maken heeft, en minder voor gebieden verder weg („minder voor Jemen of de Rohingya”, stond er nog in de conceptversie van het verkiezingsprogramma).

Hulpgeld moet worden gegeven via de EU, waarbij VN-organisaties kunnen dienen „als onderaannemer”. Ontwikkelingsbeleid is ook handelsbeleid: door investeringen en export kunnen burgers in armere landen zelf geld verdienen en onderwijs of zorg bekostigen. Ambassades die zich veel met ontwikkelingshulp bezighouden gaan dicht. Die zijn te veel „pinautomaat”. Subsidies voor ngo’s moeten ook omlaag.

De VVD vindt internationale handel essentieel, maar niet tegen elke prijs. Er moeten meer handelsverdragen komen tussen de EU en derde landen, zoals CETA met Canada, om kansen te scheppen, Nederlandse ondernemers zekerheid te bieden en ook als antwoord op „het wereldwijd groeiende protectionisme”. Maar tegelijk moet dit wel gebeuren op basis van wederkerigheid: niet-Europese bedrijven kunnen hier alleen ongehinderd zakendoen als Europese bedrijven dat vice versa ook kunnen. Met Chinese staatssteun concurreren op de Europese markt moet veel moeilijker worden gemaakt.
Geen „abstracte vergezichten over een Europees leger” voor de VVD. Europese defensiesamenwerking moet vooral aanvullend zijn, op de NAVO of wanneer investeringen in moderne wapens (hypersonische raketten, grote verkenningsvliegtuigen) voor landen apart te groot zijn om te dragen. Het defensiebudget moet omhoog, maar blijft afhankelijk van economisch herstel. Over kernwapens moet Nederland niet moeilijk doen: zolang Rusland erover beschikt moeten ook Nederlandse F-35s kernwapens kunnen dragen. De VVD is ook voor investeringen in „veilige autonome en onbemande wapens”. Het heeft geen zin om „het braafste jongetje van de klas te zijn”. De partij pleit voor de instelling van een nationale Defensiedag naar Frans voorbeeld: iedereen jongere volgt één keer een dagprogramma op een kazerne, om de band tussen samenleving en krijgsmacht te versterken.
Als het om Europa gaat wil de VVD een hoop niet. Geen stijging van de Nederlandse afdracht. Geen Europese belastingen. Geen verlenging van het in 2020 opgetuigde Europese coronafonds. Een depositogarantiestelsel om alle Europese spaarders te beschermen is mogelijk, maar pas als in alle landen de risico’s binnen banken zijn teruggebracht. Tegelijkertijd wil de partij op het terrein van bewaking van de buitengrenzen of van cyberveiligheid juist meer optrekken met de EU („samen terughacken”). Een sterke EU is „noodzakelijk om de manier van leven van Nederlandse burgers te beschermen”. En „alleen door samenwerking” kan de EU „migratiestromen bedwingen, paal en perk stellen aan oneerlijke Chinese concurrentie, of kwaadwillende landen via sancties pijn doen”. De partij is terughoudend over EU-uitbreiding en vindt dat er vaker gezocht moet worden naar andere samenwerkingsvormen (associatieverdragen, handelsakkoorden). EU-lidmaatschap van Turkije is niet langer realistisch. Beter is het om te kijken naar alternatieven „waar beide partijen wat aan hebben”, zoals een vrijhandelsakkoord. Als lidstaten de eigen grenzen niet goed bewaken, moet de EU de grensbewaking kunnen overnemen. Wat de VVD duidelijk wel wil is een terugkeer naar EU-begrotingsregels zodra de coronacrisis voorbij is.
Buitenlandbeleid draait wat de VVD betreft rondom pragmatisme en minder om idealisme. Nederland moet vaker optrekken in kleinere coalities (zoals de Hanze-liga). Bij bestrijding van terrorisme of lokale opvang van vluchtelingen moet ook het contact met „ongemakkelijke partners” in het Midden-Oosten en Noord-Afrika niet worden geschuwd. Richting China en Rusland mag de toon harder. Dat betekent: vaker optreden zonder groen licht van de VN-Veiligheidsraad als een Chinees of Russisch veto dreigt. Spionage moet strafbaar worden. En er moet een openbaar register komen voor individuen, bedrijven of organisaties in Nederland die de belangen van andere landen behartigen. Bij EU-buitenlandbeleid wordt het vetorecht (de unanimiteitsregel) beperkt afgeschaft, op het terrein van EU-sancties tegen mensenrechtenschenders en bij de verlenging van economische sancties.