Zes jongeren die voor het eerst mogen stemmen, wat vinden zij belangrijk?

Jongeren en politiek Onderwijs, psychisch welzijn, de populariteit van de PVV. Zes jongeren uit Limburg discussiëren over wat hen bezighoudt in de aanloop naar de verkiezingen. „Alle problemen worden uitvergroot door corona.”

Volgens deze jongeren is corona allesoverheersend: „Voor mensen van 40 is het ook vervelend, maar wij hebben het het meeste nodig nieuwe mensen te ontmoeten.”
Volgens deze jongeren is corona allesoverheersend: „Voor mensen van 40 is het ook vervelend, maar wij hebben het het meeste nodig nieuwe mensen te ontmoeten.” Foto Melissa Fenijn

Zes Limburgse jongeren zitten op veilige afstand van elkaar in een klaslokaal van scholengemeenschap Groenewald in Stein. Allemaal mogen ze dit jaar voor het eerst stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen. Wat vinden zij belangrijk?

Op het schoolbord staan zo’n twintig onderwerpen geschreven, van immigratie tot studieleningen. Ieder van hen mag er vijf uitkiezen, en aanvullen wat ontbreekt. De meesten ontmoeten elkaar voor het eerst, maar dat is niet te merken aan de interactie. In het lokaal gaat het over sociale ongelijkheid („iedereen zou gelijke kansen moeten krijgen”, over Zwarte Piet („dat kan niet meer”) en nationalisme („als je naar de Olympische Spelen kijkt, ben je toch blij om een Pieter te zien!).

Over het klimaat zegt Nina Saelmans (22) dat je alles moet doen wat je kan, maar Willem van der Mee (18) en Jonas Wolters (18) vinden dat de economie ook een belangrijke rol speelt. Sam Gielissen (18) vat samen: er moet iets gebeuren, maar het is een ingewikkelde zaak.

Waarover willen deze zes politiek actieve jongeren zeker gehoord worden?

Onderwijs en kansen

„Onderwijs vormt de basis van een mens”, stelt Nina. Maar scholen en universiteiten hebben de neiging leerlingen en studenten als nummer te behandelen en niet als persoon. Dat leerlingen van verschillende onderwijsniveaus nauwelijks contact met elkaar hebben, vinden sommigen een groot probleem. Pim van Werkhoven (19): „Wat ik op de stedelijke gym, waar ik zit, hoor over andere opleidingsniveaus…” Die scheiding kan leiden tot een gesegregeerde samenleving, zegt Willem. Verschillende opleidingsniveaus op één school verbreedt je wereldbeeld, gelooft Sam. „Zodat mensen leren dat de waarden en normen die je van huis uit meekrijgt voor iedereen anders kunnen zijn. Dat hun waarheid niet altijd dé waarheid is.”

Ze pleiten voor meer inspraak in het schoolsysteem en in de onderwerpen die aangeboden worden. Jonas had graag filosofie gevolgd, zoals Nina en Willem. Hoe ze die inspraak moeten krijgen, weten ze niet. Een leerlingenraad, zoals op haar school?, oppert Nina. Jonas vindt die niet doeltreffend. Luistert de politiek naar hen? In koor: „Nee”. De eindexamenleerlingen geven als voorbeeld de onzekerheid omtrent de regeling van de eindexamens, die volgens hen te lang duurde.

Pim vertelt over Max Housen, een jonge Heerlens CDA’er (18), die ervoor pleit om maatschappijleer een verplicht eindexamenvak te maken. Sam: „Op dat voorstel kwam alleen maar haat, maar ik merk dat ik vriendinnen uit het vwo heb die niet weten wat de Tweede Kamer of ministers zijn. Dat moet inderdaad meer op school geleerd worden, want ook die mensen, die niet geïnteresseerd zijn, mogen stemmen als ze achttien zijn.”

Nina: „Bij een peiling zou PVV het in Limburg wel goed doen, denk ik, maar ik heb geen idee hoe dat komt.” Zij noemt het een generatiekwestie. Jonas: „Maar in een stad als Heerlen, heb je veel laaggeschoolde mensen, daar zijn veel meer aanhangers van de PVV.” Willem: „Je hebt hier zes vwo-leerlingen”, zegt hij om te verklaren waarom de aanwezigen progressiever zijn dan de Limburgse PVV-stemmers.

Roman Bracher (18): „Als je niet wordt betrokken bij de politiek is populisme de meest aantrekkelijke optie.” Populistische partijen zeggen wat je wilt horen en een gemiddelde Heerlenaar die niets weet over de politiek, zo zegt Roman, zal Wilders snel geloven als hij zegt dat ‘Marokkanen’ en ‘Turken’ het probleem zijn.

Nina is het daar niet mee eens: „We moeten af van het denken in hokjes hoog- en laagopgeleiden, het is niet omdat iemand minder goed kan leren, dat die minder goed dingen kan begrijpen. We denken: ‘oh, we zitten hier met 6 vwo-leerlingen, dus wij begrijpen politiek, en wij kiezen wat juist is, en daar zijn de laagopgeleide mensen en die kiezen wat fout is.’ Dat is fout.”

Je zou moeten kijken naar wat voor jongeren mogelijk is

Pim van Werkhoven (19)

Psychisch welzijn en de rellen

Roman zegt dat alleen media „de psychische zorg” als probleem opwerpen. Volgens hem doet de Tweede Kamer dat bijna nooit. Dat is een groot probleem, meent hij, zeker in deze tijd. Roman studeert zelf geneeskunde aan de Universiteit Maastricht en zegt geen motivatie te hebben om op te blijven letten tijdens de lessen via Zoom.

Nina: Mensen zeggen altijd: „Je had ook in de oorlog kunnen leven. Maar ik had ook in de middeleeuwen kunnen leven, dat was ook niet leuk geweest. Ik snap dat je wil relativeren, maar dit is ook krom.”

Jonas had eerder tijdens de bijeenkomst verteld dat hij last heeft van de coronamaatregelen en dat zijn vrienden zich slechter voelen. „Sommigen zelfs depressief: ze zijn naar de psycholoog geweest.” Als hij daarover klaagt, antwoorden mensen dat straks, als alles weer opengaat, het na een of twee weken voorbij is. Daar is hij niet zeker van: „Je zit in een fase waarin je hersenen zich ontwikkelen, je wil heel veel doen, maar mag niets. Met alle respect, voor mensen van veertig jaar is het ook vervelend, maar wij hebben het het meeste nodig nieuwe mensen te ontmoeten en nieuwe ervaringen op te doen.”

Pim: „Je zou moeten kijken naar wat voor jongeren mogelijk is, zonder de ouderen aan te tasten. Maar dat gebeurt niet.”

Het kunnen kleine dingen zijn, zegt Jonas opgewekt. „Al is het maar een theatershow organiseren, zolang je maar iets hebt om mee bezig te zijn buiten school en Netflix. Dat je iets hebt om over na te denken, om te doen.”

Roman: „Ik was jarig op 20 januari en toen besefte ik dat ik mijn hele negentiende levensjaar, het jaar waarin je legaal bier mag kopen, veel minder naar buiten kon. Dat was een harde constatering.” Hij weet waarvoor hij het doet, verduidelijkt hij, maar dat doet wel wat met je, en de psychische impact van de coronamaatregelen voor jongeren wordt niet genoeg door de politiek erkend.

Nina: „Ik kan me niet voorstellen dat het volgend jaar weer normaal is. In het begin hou je je vast aan die hoop dat het bijna voorbij is, maar die hoop heb je nu helemaal niet meer.”

Ze maken zich zorgen over leerlingen op de middelbare school. Willem: „De kinderen die het financieel goed hebben, die houden het wel vol, want papa en mama kunnen een dagje thuis blijven werken of een nieuwe laptop aanschaffen. Maar de kinderen die het lastig hebben en in school hun toevlucht zochten, zitten nu thuis, met z’n drieën één laptop te delen. De afstand tussen de twee groepen wordt groter.”

Problemen uitvergroot

Sociale ongelijkheid dus. „En armoede”, antwoorden ze. „En de toekomst na corona.” Jonas: „Alle problemen worden uitvergroot door corona.”

Pim: „En als we het er toch over hebben, die relschoppers, daar zullen ook mensen bij zijn, en ook jongeren, die gegaan zijn, omdat ze zich niet gehoord voelen.” Hij doelt op de rellen die in januari in diverse plaatsen, en ook in Stein, zijn uitgebroken toen de avondklok werd ingevoerd.

Zijn uitspraak zorgt voor verdeelde reacties. Nina: „Als jij op straat gaat om ondernemingen en winkels te vernielen, dan vraag ik me af of het echt met corona te maken heeft. Want wie val je dan aan? Mensen die ook de dupe zijn van corona?” Sam: „Dat zijn de jongeren die zich zo vervelen thuis dat ze dachten: ‘O, nu hebben we een reden om naar buiten te gaan, laten we die gebruiken om iets te doen dat niet mag.’”

Jonas: „Het komt ook door dat tekort aan perspectief. Als je je prikkels niet kwijt kan, als jij niet mag voetballen op zaterdag, dan gaat het op een moment ophopen, en dit is een makkelijke manier om alles even van je af te slaan.”

Als je mensen in hokjes plaatst, gaan ze zich daar ook naar gedragen, denkt Pim. „Net als toen in het begin van de coronacrisis werd gezegd dat veel jongeren zich niet aan de maatregelen hielden, terwijl heel veel dat wel deden.”

Willem: „Ja, maar het is toch ook eigen verantwoordelijkheid? Er zullen vast sociaaleconomische redenen zijn voor de rellen, maar hun daden zijn op geen enkele manier verdedigbaar.”

„Nee, die praten we ook absoluut niet goed”, verduidelijkt Roman.

Pim: „Er wordt wel snel gezegd dat het jongeren zijn. Maar als je op het nieuws naar de demonstraties kijkt, sorry, maar daar zijn veel kale koppen, en die zijn ook uit op rellen.”

Jonas: „Een van de eerste veroordeelden was volgens mij 46 jaar.”

Vertrouwen ze de media dan wel? Ja, zeggen ze. Nina zegt dat je scherp moet blijven, omdat, hoewel de media neutraal proberen te blijven, ze wel steeds gekleurd zijn: dat kan in bepaalde woordkeuzes zitten, bijvoorbeeld. Jonas leest liever De Correspondent dan kranten, omdat die volgens hem kritisch is en er daar naast linkse geluiden, ook rechtse geluiden gepubliceerd worden.

Niemand luistert naar Limburg

Of de politiek en media naar Limburg luisteren? Nee, zeggen ze. „Voor Den Haag staat de Randstad op één”, zegt Pim (19). „Dat is het heilige deel van Nederland: Amsterdam is het economisch centrum van Nederland en alles daarbuiten is het platteland.”

„Ik kan me geen enkel artikel herinneren dat over Limburg ging en positief was”, vertelt Nina. „Als de NOS langs middelbare scholen gaat, is het altijd in Utrecht en dergelijke steden, soms doet dat een beetje pijn,” lacht Jonas. Als het dan over Limburg gaat, is het volgens hen vaak negatief, zoals bij de relschoppers van afgelopen maand. Sam kijkt weg als ze Limburg op televisie hoort: „Ik denk dan: oh nee, wat moeten die Amsterdammers wel niet van ons denken?”

Aan het einde van het gesprek vertelt Pim dat hij blij is dat juist jongeren samenkwamen om te praten. Roman: „Vooral in deze tijd waarin politiek zo’n grote rol in ons leven speelt.”

Jonas Wolters (18)

Afkomstig uit Stein, is leerling Economie en Maatschappij op Groenewald te Stein, en zit in de debatclub van zijn school, heeft meegedaan met het Limburg Jeugd Parlement in Venlo.

Nina Saelmans (22)

Afkomstig uit Weert, studeert geschiedenis in Utrecht, en is bestuurslid pers en politiek bij de Jonge Democraten Utrecht.

Pim van Werkhoven (19)

Woont in Ottersum, leerling op het Stedelijk Gymnasium in Nijmegen, en is secretaris bij de Jonge Socialisten.

Roman Bracher (18)

Afkomstig uit Gulpen, studeert geneeskunde aan de Universiteit Maastricht, en is procesbegeleider bij het Nationaal Jeugddebat.

Sam Gielissen (18)

Afkomstig uit Stein, is leerling Economie en Maatschappij op Groenewald te Stein, en zit in de debatclub van haar school.

Willem van der Mee (18)

Afkomstig uit ’s-Hertogenbosch, studeert Economics and Business Economics aan de Universiteit Maastricht en is secretaris van de JOVD Limburg.