Opinie

Diepe kloof met Nederturk hebben we zelf gecreëerd

Aylin Bilic

Verbijstering in politiek en media deze week. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) stelde in een uitgelekte notitie dat de Turkse gemeenschap in Nederland „kwetsbaar” is voor beïnvloeding vanuit Turkije. Ultraconservatieve beïnvloeding wel te verstaan, onder het goedkeurend oog van de Turkse president Erdogan.

Nog niet zo lang geleden hadden Turkse Nederlanders een relatief goede pers in ons land. Het waren vooral de Marokkanen die domineerden in het integratiedebat in kranten, praatprogramma’s en aan borreltafels. Vooral zij zouden bovengemiddeld vatbaar zijn voor criminaliteit en religieus extremisme. De Turkse gemeenschap deed het maatschappelijk en economisch beter, was het heersende beeld.

Ook de man met wie ik sinds 2007 samenleef, ging stevig met me in discussie als ik kritiek uitte op dat heersende beeld. „Ze zijn steeds beter opgeleid en doen het goed op de arbeidsmarkt”, zei hij. Waarop ik hem vroeg waarom hij geen Turkse vrienden had, waarom er geen Turken zaten op zijn roeivereniging, waarom we ze niet tegenkwamen in musea, vakanties op de Waddeneilanden, bij een concert of tijdens wandelingen op het strand of op de hei. „Ieder zijn eigen verzetje”, vond hij.

Ik maakte me om die gescheiden leefwerelden juist zorgen. Toen ik aan het begin van de eeuw bij KPN werkte, kreeg ik mailtjes van Turkse collega’s die me hadden gevonden op de interne mailinglijst. „‘Aylin’, dat moet wel Turks zijn”, begon een van de mails. De vraag was of ik me wilde aansluiten bij een exclusief Turks KPN-gezelschap, dat samen leuke dingen deed, los van de duizenden andere KPN’ers.

Veel meer dan Marokkanen hebben Nederlandse Turken zich de afgelopen decennia onderling sterk verbonden gevoeld. Ze gingen bijna uitsluitend met elkáár om, trouwden in eigen kring, keken Turkse tv, en wisten precies wie in Turkije minister van Buitenlandse Zaken was, of van Defensie, maar konden van Nederlandse kabinetten geen enkele bewindspersoon opnoemen.

In Nederland hebben we daar over het algemeen onze schouders over opgehaald, als we het al wisten. Zolang Turken in criminaliteitsstatistieken beter scoorden dan andere immigranten, gold die onderlinge band als iets positiefs. Dat er wel Marokkanen, maar nauwelijks Turken afreisden naar IS-gebied in Syrië versterkte die opvatting.

Dat beeld is gekanteld sinds de pro-Erdogan-demonstratie op de Rotterdamse Erasmusbrug in 2016, waarbij Nederturken tegen journalisten ‘rot op’ scandeerden. Toen pas werd voor velen duidelijk hoe Turks-nationalistisch en anti-westers veel Turken in Europa zijn, tot de derde generatie aan toe.

Autochtone en Turkse Nederlanders, het zijn twee werelden in hetzelfde land die al decennia langs elkaar heen leven. De kloof is dieper dan die tussen katholieken, protestanten en socialisten op het hoogtepunt van de verzuiling. Dat viel me bijvoorbeeld op toen Nederland dit weekend massaal op de schaats stond. Hoewel bijna de helft van mijn woonplaats Amsterdam een allochtone achtergrond heeft, ben ik op het ijs geen Turk tegengekomen die de ijzers had ondergebonden. Ook in de jaren vijftig had iedere groep zijn eigen slager, sportvereniging en school. Maar mensen kwamen elkaar nog wel tegen in de dierentuin, tijdens het zondagse fietstochtje of in Madurodam.

Het gekke is, we maken ons er nauwelijks druk om. Met één uitzondering dan: het bestaan van witte en zwarte scholen. Om dat te bestrijden zouden sommige politici zelfs de vrijheid van schoolkeuze willen opgeven. Maar die witte en zwarte scholen zijn het logisch gevolg van twee culturen die op alle vlakken gescheiden leven. De Amsterdamse wijk waarin ik woon, is door gemeentebeleid gemengd. Maar de scholen zijn wit óf zwart. Niet omdat zwarte kinderen geweerd worden van witte scholen. Integendeel, die witte scholen doen er alles aan om ‘zwarte’ kinderen te trekken. Maar omdat veel allochtone ouders hun kinderen naar zwarte scholen sturen, zelfs als die een stuk verder weg zijn. Waarom zou je bij elkaar op school zitten, als je verder helemaal niets deelt.

Verschillen tussen mensen en groepen mogen er zijn, natuurlijk. Maar als de kloof tussen bevolkingsgroepen in een land zo diep wordt, dat er weinig gemeenschappelijks is, dan bestaat er toch een serieus probleem. Een probleem dat deze week weer eens pijnlijk aan het licht kwam met dat uitgelekte NCTV-rapport.

We kunnen met zijn allen moord en brand schreeuwen over die afschuwelijke Erdogan. Maar hij is natuurlijk niet de oorzaak van de waterscheiding in Nederland, hij maakt er hooguit handig gebruik van. Het echte probleem is dat we in Nederland decennialang onze ogen gesloten hebben voor een kloof die almaar dieper werd.

Aylin Bilic is ondernemer en publicist.