Moest hij er nou blij mee zijn, of niet? In de dagen nadat een meute Trumpgetrouwen het Capitool in Washington had bestormd, schoot de boekverkoop van Jonathan Haidt omhoog. Het is weinig auteurs gegeven dat hun boeken aan actualiteit winnen naarmate ze ouder worden, maar sociaal psycholoog Haidt moet concluderen dat het in de VS met de polarisatie allemaal nóg erger is geworden sinds hij in 2012 The Righteous Mind. Why Good People are Divided by Politics and Religion publiceerde – en dat mensen kennelijk willen weten hoe dat komt.
We spreken elkaar via Zoom vanwege de verschijning – op dit opportune moment – van de Nederlandse vertaling van zijn boek. Haidt zit in New York, waar hij hoogleraar is. „Ik had gehoopt dat het beter zou worden in Amerika, maar sociale media hebben een ontwikkeling die al aan de gang was op dramatische wijze versterkt.”
In Het rechtvaardigheidsgevoel gaat Haidt op zoek naar de diepere oorzaken van de politieke en morele opvattingen van de mens. In de morele psychologie geldt, aldus Haidt: intuïties komen eerst, strategische redeneringen volgen later. En: onze geest is ontworpen voor morele oordelen gericht op groepsvorming. Zo kan een gemeenschap ontstaan die uit meer dan alleen familieleden bestaat.
Mensen zijn ervan overtuigd dat ze hun politieke en morele oordelen vormen na diepgaande overpeinzingen. Dat is dus niet zo?
„Cognitief psychologen beschouwen mensen als denkmachines, maar als sociaal psycholoog zie ik dat anders. Kijk maar wat er gebeurt als je iemands mening onderuit haalt met behulp van sterke argumenten. De reactie van de ander is dan vaak om dat niet te accepteren, maar gewoon een nieuwe onderbouwing bij zijn standpunt te verzinnen. Waarom gebeurt dat? Omdat die persoon intuïtief aanvoelt dat zijn mening klopt. Pas daarna volgt het strategisch redeneren. In ons brein is dus geen sprake van emotie versus cognitie, maar van intuïtie versus redeneren.
„Om dat te illustreren gebruik ik in mijn boek de metafoor van een olifant en zijn berijder. Het is de taak van de berijder om de olifant te dienen. De berijder is ons bewust redeneren. De olifant staat voor de andere 99 procent van onze mentale wereld. Dat zijn processen buiten ons bewustzijn, maar die wel het grootste deel van ons gedrag bepalen.”
Filosoof Kant vond dat je als mens moet handelen op de manier waarvan je wilt dat het een algemene wet zou zijn. Dat klinkt toch behoorlijk beredeneerd.
„En zo werkt het in de praktijk dus ook niet. Ik noem dat het waanidee van het rationalisme. Het zou zomaar kunnen dat Kant het syndroom van Asperger had, gezien de extreem rigide manier waarop hij zijn leven indeelde. Ja, de mens denkt op een bepaalde manier deontologisch – in regels – maar het is heel moeilijk om dat onafhankelijk te doen, zoals Kant het wilde.”
Als standpunten zich inderdaad vooral op een intuïtieve manier vormen, wat heeft het dan voor zin te debatteren over politieke en morele kwesties?
„Als je iemand van mening wilt doen veranderen, is het zaak de olifant een zetje te geven, niet de berijder. Ga niet meteen op iemand inpraten met je fantastische argumenten, maar probeer een ander deel van zijn intuïtie aan te spreken. Een voorbeeld: als je iemand wilt overhalen om vegetariër te worden, werkt niets zo goed als het tonen van een filmpje van een slachthuis. Als je koeien en varkens op zo’n wrede manier gedood ziet worden, dan roept dat afschuw en sympathie op. Zo werkt het trouwens ook bij abortus: nu de scans van embryo’s scherper zijn dan vroeger, denkt iemand eerder: hmm, dat lijkt best wel op een mens.
„Als politici met elkaar debatteren is dat dus niet om mensen van gedachten te doen veranderen. Het gaat er vooral om de eigen aanhang te mobiliseren. Dat doe je door in te spelen op de intuïties die binnen zo’n groep leven.
„Mensen zijn gevoelig voor wat er in hun groep gebeurt én wat de leiders van hun groep beweren. Kijk naar de Republikeinse kiezers: die waren altijd zeer kritisch over Rusland, maar toen Donald Trump een ander geluid liet horen, pasten veel mensen hun mening aan.”
Groepsdruk is dus belangrijk bij oordeelsvorming over politieke en morele kwesties. Hoe beziet u in dat kader de polarisatie van de afgelopen jaren in de VS en de rest van de westerse wereld?
„Die heeft ernstige gevolgen gehad, zowel aan de rechter- als aan de linkerkant van het politieke spectrum. In de Verenigde Staten is onderzoek gedaan naar wat ik de morele fundamenten van politieke meningsvorming heb genoemd: zorgzaamheid, eerlijkheid, loyaliteit, autoriteit en heiligheid. Links vertrouwt allereerst op het zorgzaamheid/eerlijkheidsfundament, terwijl rechts alle vijf de fundamenten gebruikt.
„Uit dat onderzoek bleek dat de meest rechter groep zo’n 8 procent van de onderzochte populatie was. Dat zijn de racisten. De meest linker groep was 7 procent groot. Dat zijn de activisten, de hoogopgeleide mensen die zichzelf woke vinden en voor sociale rechtvaardigheid strijden. Aardig detail: van de in totaal zeven verschillende groepen die we onderscheidden, waren deze twee uiterste groepen ook de twee meest witte.
„Omdat elke groep opgesloten zit in zijn sociale mediabubbel, horen mensen alleen maar wat ze willen horen. Dat leidt tot steeds extremer gedrag. Ik beschouw mezelf als een klassieke liberal, maar zie dat ook in mijn wereld van media, Holywood en universiteiten. Daar heeft de groep die voor social justice ageert een enorme invloed, niet omdat ze zo overtuigend zijn, maar omdat mensen bang voor ze zijn. Dat leidt tot een cultuur die het open debat verstikt en een generatie jonge mensen opvoedt die bovenal niet gekwetst wil worden, ook al betekent die huiverigheid dat ze niet langer in aanraking komen met ideeën waarvan ze wat zouden kunnen leren.
„In 2018 schreef ik daar met Greg Lukianoff The Coddling of the American Mind over. Daarin waarschuwden we ervoor dat we als maatschappij een probleem hebben als dit vertroetelen zich ook buiten de muren van de universiteit zou gaan manifesteren. Inmiddels is dat zover.”
U wijt de ophef over zaken als racisme aan deze woke-cultuur, maar is het niet ook een reëel bestaand probleem?
„Zeker, maar ik noem het ‘kwaadaardige problemen’. Ze zijn niet alleen ingewikkeld, maar lokken ook een reactie uit vanuit je morele en tribale overtuigingen. Dat leidt tot slecht denkwerk én tot een houding die uiteindelijk contraproductief werkt bij de mensen die je van je gelijk zou willen overtuigen.”
Hoe zit het met de mensen die het Capitool bestormden? Van hen kan je moeilijk zeggen dat ze de door u onderscheiden ‘rechtse’ morele waarden als autoriteit en heiligheid een warm hart toedroegen. Waren dit conservatieven?
„Zeker niet. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen conservatieven en autoritairen. Conservatieven zijn huiverig voor verandering, zeker als die snel of gewelddadig plaatsvindt. Met diversiteit hebben ze echter geen probleem. Autoritairen vinden eenheid en eenvormigheid belangrijk. Zij voelen zich aangetrokken tot leiders die spreken over ‘het ware volk’. Ze houden niet van diversiteit en willen radicale verandering: terug naar de tijd dat dit ware volk het voor het zeggen had. Dat is dus de Trump-aanhang.”
De tijden zullen nog wel even turbulent blijven. Waar moet dat heen met ons rechtvaardige brein?
„Voorlopig draait dat overuren. Overal in het Westen zie je hetzelfde fenomeen, aangejaagd door sociale media. Mensen worden constant geconfronteerd met dingen die ze rázend maken, waardoor ze de andere partij nog meer gaan haten.
„Ik weet niet wat op de korte termijn tot meer wederzijds begrip zou kunnen leiden. Na de aanslagen van 9/11 was er sprake van nationale eenheid – in ieder geval tot George W. Bush Irak binnenviel. Maar kijk wat er nu met de coronapandemie gebeurt: dat was vanaf het begin af aan een splijtzwam.
„Er móet iets gedaan worden aan het functioneren van sociale media. We kunnen niet langer volhouden dat Facebook en Twitter hetzelfde zijn als een telefoonnetwerk waar de aanbieders niet verantwoordelijk zijn voor wat er gezegd wordt. Sociale media zijn geen kranten, maar er zal iets van redactie moeten plaatsvinden.
„Eigenlijk zou in de VS ook kabel-tv gereguleerd moeten worden, maar dat is met het Eerste Amendement onmogelijk. En natuurlijk moet er iets aan ons systeem van voorverkiezingen gebeuren. Dat zorgt ervoor dat in elke partij de meest extreme stemmen het luidste klinken.”
Dit zijn allemaal structurele hervormingen, die ook nog eens heel veel tijd gaan kosten. Wat kan je ondertussen zélf doen?
„Ga het gesprek aan met iemand van buiten je groep. En probeer dan niet meteen een heikel onderwerp aan te snijden. Toon oprechte belangstelling en zoek naar dingen die je gemeen hebt. Dan kan je daarna ook over morele kwesties praten.
„Ik eindig mijn boek zo: moraal, politiek en religie kunnen geweldige gespreksonderwerpen zijn, maar alleen zolang de olifanten op hun gemak zijn en de berijders buiten dienst. In zo’n situatie zijn mensen in staat om naar elkaar toe te groeien, ook als om het lastige kwesties gaat.”