Kortgeleden nog werden psychiaters in het artikel We hoppen van angst naar angst in De Groene Amsterdammer geportretteerd als de goden van deze tijd: everybody loves them. Maar aan hun ‘kunstje’ schort wel iets. In hun spreekkamer zien psychiaters de uiterste gevallen van onze samenleving, maar in populaire talkshows en voor stampvolle zalen poneren ‘de nieuwe rocksterren’ maar al te graag conclusies over álle mensen. En wij, het volk, smullen ervan. Iedereen een diagnose – dan lijkt er in ieder geval wat te doen aan dat eeuwige lijden.
In Mensen zijn ingewikkeld – vorige week nieuw in De Bestseller 60 op nummertje 37 en deze week er weer uitgevallen – schrijft hoogleraar Innovatie in de GGZ Floortje Scheepers dat de psychiatrie wel wat nederig mag zijn. „We mogen mensen niet vals voorlichten en de illusie verkopen dat ze met mentale problemen naar een dokter kunnen stappen en dat het dan allemaal goed komt. Wat mensen vooral nodig hebben is elkaar.” Haar boek is een pleidooi om mensen niet ziek of afwijkend te noemen (ongeveer een vierde van de Nederlanders krijgt te maken met mentale ontregeling én een diagnose) maar om te accepteren dat menselijk gedrag onbegrijpelijk is.
Laten we het collectieve belang zien van al die ‘afwijkende’ individuen
We mogen de menselijke variatie wel wat meer omarmen, aldus Scheepers, want elk menstype is nodig om ons als soort aan te passen aan verandering. Extreem angstige mensen zijn reuze handig geweest voor de evolutie, net als mensen die nooit bang waren. De één waarschuwde de groep, de ander durfde oceanen over te steken. Door die variatie bestaat de mensheid nog. Laten we meer het collectieve belang zien in plaats van individuen als ‘afwijkend’ of ‘excellent’ te bestempelen.
Om het falen van de hedendaagse psychiatrie aan te tonen, gebruikt Scheepers praktijkvoorbeelden. Maar ze is ook nederig: na elk hoofdstuk laat ze experts reflecteren op haar tekst. Dat schept meerduidigheid – een aardige werkwijze die haar eigen boodschap ook direct bevestigt: er bestaat niet één waarheid. Kijk uit dat je zelf niet ook wordt verleid tot het brengen van één duidelijke boodschap – zo waarschuwt psychiater en filosoof Gerrit Glas haar.
Maar ja, hoe ontkom je daar aan als je wél een boek wilt schrijven dat (veel) mensen gaan lezen, en die mensen leven in een wereld die schreeuwt om duidelijkheid? Misschien wel niet. Vandaar ook die absolute titel, die doet denken aan die andere titel die al maanden torenhoog op de bestsellerslijst staat: De meeste mensen deugen. Het zal me niets verbazen als deze titelsoort nog flink groeit de komende jaren: de meeste mensen zijn ingewikkeld – en ook leuk/saai/harig.
Voor wie is dit toch best ingewikkelde boek bedoeld, vroeg ik me vaak af onder het lezen. Voor de nieuwe rocksterren; psychiaters en psychologen (inmiddels een populatie waarmee je de top-60 wel kunt bereiken), of voor doodgewone (ingewikkelde) mensen als ik, die juist wel of net niet binnen de norm vallen? Het blijft in het midden. Volgens mij is dit boek vooral een oproep voor een inclusievere samenleving waarin we écht aandacht hebben voor elkaars ingewikkeldheid. En zo is die plaats 37 best een goed teken.