Het kraaien van de haan, het blaffen van de hond, het beieren van de kerkklokken, het loeien van de koeien, het balken van de ezel en het gefluit van vogels – een Franse burgemeester eist dat al deze geluiden tot nationaal erfgoed worden verklaard. Inmiddels heeft het Franse parlement al een wet goedgekeurd die het „zintuiglijk erfgoed” van het platteland moet beschermen tegen frivole rechtszaken van stedelingen die aanstoot nemen aan de kraaiende haan of de stinkende mesthoop van de buren. Die nieuwe wet is ingegeven door reeksen juridische conflicten in de voorbije jaren tussen plattelanders en mensen die het stadsleven hebben ingeruild voor de rust van de natuur. Eenmaal geïnstalleerd stellen die stedelingen vaak vast dat „eieren niet aan de bomen groeien”, om met Bruno Dionis du Séjour te spreken, de burgemeester van het dorp Gajac in de Gironde.
Dionis du Séjour plaatste de kwestie in 2019 op de agenda met een open brief in de plaatselijke krant. „Er zijn mensen die van buiten komen en die zeggen: ‘uw leven van vroeger staat ons niet aan. Wij gaan u tot verandering verplichten’”, schreef hij. De voorbeelden zijn legio maar het bekendste is dat van de haan Maurice op het schiereiland Île d’Oléron. Buren hadden de eigenaars van de haan voor de rechter gedaagd om zijn gekraai vroeg in de ochtend. De rechter stelde Maurice uiteindelijk in het gelijk. De zaak kreeg nationale media-aandacht en zelfs The New York Times wijdde er een artikel aan. Toen Maurice vorig jaar overleed aan natuurlijke oorzaken was dat nieuws.
Andere zaken zijn minder geestig. In Lacapelle-Viescamp in de Auvergne is een boer veroordeeld tot 8.000 euro schadevergoeding omdat zijn buren, ex-stedelingen, de stank van zijn koeien niet verdroegen. Elders stoorden nieuwkomers zich aan de uitwerpselen van bijen. In een dorpje in de Gard liet de burgemeester een waarschuwingsbord plaatsen bij het binnenrijden van zijn dorp. „Opgepast, hier worden klokken geluid, er zijn hanen die heel vroeg kraaien en er zijn kuddes. Betreden op eigen risico!”
De juridische geschillen zijn onderdeel van een groter probleem, dat van het soms moeilijk samenleven tussen nieuwkomers (de néorureaux, of néos in het kort) en de autochtonen (de souche). De kwestie speelt al jaren, sinds stedelingen in de jaren zeventig en tachtig de natuur herontdekten.
Maar de laatste jaren werd het probleem groter omdat steeds meer stedelingen een nieuw leven zijn begonnen in de provincie, als gevolg van de hoge huurprijzen in vooral Parijs. Covid-19 en de bijbehorende lockdowns hebben dat fenomeen het voorbije jaar verder aangezwengeld.
De nieuwe wet zal niet alle problemen oplossen. Elk departement is verantwoordelijk voor het definiëren van zijn eigen zintuiglijk erfgoed, afhankelijk van de plaatselijke situatie. En het is niet uitgesloten dat geërgerde nieuwkomers alsnog naar de rechter stappen.
De wet moet vooral lichtvaardige rechtszaken ontmoedigen, zegt parlementslid Pierre Morel-À-L’Huissier, die het wetsvoorstel indiende, tegen tv-zender France 3. „Advocaten zullen hun klanten nu moeten waarschuwen. Pas op: er is beschermd zintuiglijk erfgoed, we riskeren dat de rechter ons de rechtszaal uitbonjourt.”