Reportage

Weg met die lege daken! Dit is voor Amsterdam de toekomst

Groene daken | Amsterdam Steeds meer daken in de stad worden groen, met voorzieningen om er fijn te kunnen zitten. Het dak wordt niet langer gezien als kostenpost, maar als iets dat waarde toevoegt.

Duinlandschap met zwembad op 14 meter hoogte, op het dak van het nieuwe woongebouw de Groenmarkt aan de Singelgracht in Amsterdam (artist impression).
Duinlandschap met zwembad op 14 meter hoogte, op het dak van het nieuwe woongebouw de Groenmarkt aan de Singelgracht in Amsterdam (artist impression). Beeld Proloog

Bovenop het nieuwe woongebouw Groenmarkt, aan de Amsterdamse Singelgracht, groeien de dennenbomen nu al scheef. Alsof ze al decennia aan de rand van de duinen met de wind meebuigen. Maar… ze zijn toch pas kortgeleden geplant? Landschapsarchitect Harro de Jong, ontwerper van dit daklandschap, grinnikt. „We hebben al jaren geleden met de kweker afgesproken dat we voor deze plek scheve bomen wilden.”

Groenmarkt is de nieuwe loot aan de stam van de groene daken. Bovenop dit fraaie complex van koopwoningen en sociale huur in de binnenstad, op veertien meter hoogte, hebben architecten Ronald Janssen, Bastiaan Jongerius en landschapsarchitect Harro de Jong een duinlandschap gemaakt. In de grond van anderhalve meter diep staan behalve de zwarte dennen het bekende helmgras en inheemse duinplanten zoals zwarte toorts, hemelsleutel en het zeldzame kruisbladgentiaan. Onder dat dikke pak zand liggen leidingen voor ventilatie en kunststoffen kratten die regenwater opvangen, waarmee het riool wordt ontzien én de planten van water worden voorzien. En, anders dan in de duinen: er staat een zwembad van zeventien meter lang. „Wij zijn van de natuur-realistische invalshoek”, zegt De Jong. „Wat we op het maaiveld afnemen door te bouwen, brengen we terug in de lucht.”

Trendsettend aan de Groenmarkt is dat het daklandschap geen toevoeging achteraf is, maar van meet af aan onderdeel van het ontwerp geweest is. Het bijzondere is dat het gewoon wordt.

„De daken vormen het grootste braakliggende terrein van onze stad”, zegt Alex van der Meer, mede-oprichter van het Amsterdamse ROEF Festival dat sinds vijf jaar de daken van de stad viert. „Alleen al in Amsterdam is dat een gebied van maar liefst 12 vierkante kilometer² groot, ruim 25 keer het Vondelpark.” Rotterdam, dat door de Wederopbouw nog veel meer grote, moderne gebouwen heeft, kent een potentieel daken-areaal van 18,5 vierkante klometer, en viert dat elk jaar met de Rotterdamse Dakendagen. Directeur Léon van Geest zegt met een vleugje goedgemutste jaloezie: „Rotterdam heeft meer ruimte op de daken, Amsterdam heeft meer geld.”

Van der Meer noemt drie redenen de daken beter te benutten. De vegetatie draagt bij aan het tegengaan van klimaatverandering (bijvoorbeeld door regen op te vangen) en het bevorderen van biodiversiteit. Zonnepanelen voorzien de stad van duurzame energie. En ze zijn een fijne plek om aan de stadse drukte te ontspannen; in pre- en post-corona tijden. „Met het festival trekken wij mensen de daken op. Om met de voetbalprofessor te spreken: je gaat het pas zien als je het door hebt.”

Een groot kantoor uit de jaren 60 aan de Zuidas (De Boel) is tot appartementen verbouwd, met een daktuin voor de bewoners.
Foto Anne van Houwelingen.
Het dak van de HvA aan de Wibautstraat is niet alleen toegankelijk voor studenten, er worden ook met Europese subsidie proeven gedaan met het verhogen van het rendement van zonnepanelen.
Foto Rooftop Revolution
Parkdak Zuidas (artists impression)
Beeld Rooftop Revolution
Daktuin voor de bewoners van appartementencomplex De Boel aan de Zuidas, het dak van de HvA Hogeschool van Amsterdam aan de Wibautstraat en een artists impression van Parkdak Zuidas.
Foto’s Rooftop Revolution en Anne van Houwelingen

ROEF werkt samen met de stichting Rooftop Revolution. Die ondersteunt overheden bij hun klimaatambities, adviseert gebouweigenaren – waaronder woningbouwcorporaties, die heel veel daken in bezit hebben – en helpt ‘dakloze’ eigenaren hun uitzicht te verbeteren. „Sinds de start in 2016 in Amsterdam hebben we aan meer dan honderd daken gewerkt”, zegt directeur Jan Henk Tiggelaar. „Inmiddels heeft de revolutie zich uitgebreid naar negen steden in Nederland.”

Rooftop Revolution werkt ook samen met de gemeente Amsterdam, die – zeker onder het huidige linkse college – ambities heeft met haar daken. In de Groenvisie 2020-2050 komen daken liefst 23 keer ter sprake. Je kunt er ook subsidie voor krijgen. Voor de aanleg van een groen dak kun je maximaal de helft van de kosten krijgen – wel moet het dak ouder dan 5 jaar zijn. Een blauw-groen dak (waar dus ook wateropvang in zit, het zogenoemde ‘polderdak’) moet minstens 200 vierkante meter groot zijn. Bij nieuwbouw eist de gemeente ook dat een gebouw zijn eigen hemelwater opvangt en afvoert – hup het riool in mag niet meer, nu het weer extremer wordt en de regenbuien heftiger.

Technisch komt er ook heel wat bij kijken. Voor een zogenoemd ‘natuurdak’, een dak met veel beplanting, moet er een laag substraat komen, met daaronder een drainagesysteem met filtervlies, een wortelwerende laag en een waterkerende laag; daaronder liggen de dakconstructie en isolatie. En dan is er natuurlijk de vraag van toegang en vluchtwegen: hoe kom je er, en hoe kom je er bij nood weer weg? En een vraag die VvE’s moesten oplossen: wie is bij lekkage aansprakelijk?

Pioniers

Lisa van Schagen is architect bij de Dakdokters, het bedrijf dat overal in het land groene daken ontwerpt en aanlegt, en ook het polderdak met wateropvang heeft uitgevonden. Ze is aan de TU Delft afgestudeerd op de vraag: waarom doen we niet meer met onze daken? „Omdat het altijd veel moeite kost”, zegt ze. „Iemand moet de pionier zijn, iemand die erin gelooft. Steeds meer zien eigenaren en ontwikkelaars het dak niet alleen als een kostenpost, maar als iets wat waarde toevoegt.” Alex van der Meer gaat verder: „Straks is zo’n zwart bitumen dak waar je niks mee doet, net zo not done als roken. Een teken van creatieve armoede.”

Straks is zo’n zwart bitumen dak waar je niks mee doet net zo not done als roken

Alex van der Meer ROEF Festival

Van Schagen noemt het voorbeeld van het hotel- en zalencomplex CASA400 in Amsterdam-Oost. „Het dakterras wordt voor het hotel geëxploiteerd, waardoor het binnen no time de investering eruit had.” Ook in de binnenstad hebben Hotel W en de besloten club Soho House veel geld gestopt in het realiseren van zwembaden op het dak. Dat van Hotel W is smal maar instagrammable, met uitzicht op het Koninklijk Paleis en het beeld van Atlas die de wereld op zijn schouders torst.

De wens van de gemeente om de daken beter te benutten is oprecht, zegt Van Schagen. Het platte dak van het stadhuis ligt vol met zonnepanelen, en het streven is om er in 2022 alleen al op gemeentelijke gebouwen een miljoen te plaatsen. Maar de regels worden te star toegepast, zegt ze. „Wij hebben een grote daktuin van 300 vierkante meter ontworpen voor een particulier, die daar veel geld in stopt. Hij krijgt een mooie daktuin, de stad krijgt er waterberging, groen en biodiversiteit voor terug. Een saunagebouwtje erop van 12 vierkante meter, dat niemand vanaf de straat kan zien, mag niet. Want ‘dat zijn de regels’. Dan denk ik: gemeente, joh, kijk naar je langetermijn-belang met je daken. Je moet met zo’n particulier toch blij zijn?”

Internationaal momentum

Het gebruik van daken krijgt inmiddels ook internationaal momentum. Met steun uit het Europese cultuurfonds ‘Creative Europe’ riepen afgelopen najaar negen steden uit acht landen het ECRN in het leven, het European Creative Rooftop Network. Deelnemers zijn Amsterdam en Rotterdam, Faro, Barcelona, Nicosia, Antwerpen, Chemnitz, Gotenburg en Belfast. Alex van der Meer: „Hiermee kunnen we bijvoorbeeld een jonge ambassadeur aanstellen en samenwerkingen met kunstenaars opzetten. We gaan ook een internationale Daken-kansenkaart maken, waarmee we de EU uitdagen om beleid voor daken te maken.”

Er is ook subsidie voor blauw-groene daken uit Europa, via het project RESILIO in Amsterdam. In het kader daarvan kon de Hogeschool van Amsterdam (HvA) een groen dak maken op een van zijn gebouwen aan de Wibautstraat, het Benno Premselahuis. „De tuin is nu behalve een prettige plek, ook een onderzoekslocatie voor de school én voor de stad”, vertelt Jan Henk Tigelaar van Rooftop Revolution. „Er zijn vier plots van elk 12 vierkante meter, met elk een zonnepaneel. Ze gaan kijken wat je daar onder moet leggen om tot het beste rendement te komen – wit grind bijvoorbeeld, of juist groen. Hiermee helpt de HvA de stad onderzoeken wat erbij komt kijken om de geplande 10.000 vierkante meter aan blauw-groene daken aan te leggen op corporatiewoningen en particuliere woningen.”

Dat gebouw van de HvA ligt aan wat nu de Knowledge Mile heet, een samenwerking van verschillende onderwijs- en culturele instellingen aan dit stuk van de Weesperstraat en de Wibautstraat, ooit ‘de lelijkste straat van Amsterdam’ genoemd. ROEF en Rooftop Revolution dromen ervan om hier een dakpark te maken, waarbij je met luchtbruggen van dak naar dak naar dak kunt hoppen. Tigelaar: „Dit lijkt ons een prachtig cadeau aan Amsterdam, als dat in 2025 zijn 750-jarig bestaan viert.”

Artist’s impression van Amsterdam met overal groene daken. Beeld Alice Wielinga

We zien nu steeds beter dat een gebouw een vijfde gevel heeft: het dak; en dat je daar vaak iets mee kunt. Volgens landschapsarchitect Harro de Jong is de belangrijkste huidige trend, en dat is echt iets van de laatste jaren, natuurinclusiviteit. Een waterbufferend landschap op het dak, groene gevels, vogels en vleermuizen die in de gevels wonen – een appartementengebouw voor mens, plant en dier. „Het gaat over het integreren van de natuur in onze dagelijkse leefomgeving. De biodiversiteit ligt in de stad inmiddels al vaak hoger dan op het omliggende platteland. Dat is nu nog per ongeluk, maar wat als we ons best gaan doen? Daar is dit gebouw aan de Groenmarkt een pleidooi voor.”

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.