Reportage

Vaccinatie op Schiphol is wachten en verwarring

Vaccineren Het loopt nog stroef met het inenten van ouderen bij de priklocatie op Schiphol. De wachttijden lopen op tot meer dan een uur. „Hoe weet je wanneer je aan de beurt bent?”

Aanschuiven bij het coronavaccinatiecentrum bij Schiphol.
Aanschuiven bij het coronavaccinatiecentrum bij Schiphol. Foto: Simon Lenskens

„Ik kan vragen of ze u een half uurtje of een uur later komen ophalen,” zegt een taxichauffeur tegen twee oudere vrouwen die hij bij de vaccinatiestraat bij Schiphol afzet. Bij het zien van de volle ruimte begrepen ze: dit duurt misschien langer dan gepland.

In de week van 25 januari kregen de eerste thuiswonende ouderen tussen 85 en 90 jaar en mobiele, thuiswonende 90-plussers een uitnodiging om zich te laten vaccineren bij een GGD-locatie. Om kwart over elf op donderdagochtend is het al druk in de test- en vaccinatiestraat van GGD Kennemerland, op Schiphol.

Terwijl het coronatestpaviljoen vrijwel leeg is, is de wachtruimte van het ernaast gelegen vaccinatiepaviljoen vol met aanschuivende mantelzorgers, begeleiders en ouderen met een rollator, in een rolstoel of met een wandelstok. Ze dragen allemaal mondkapjes, maar het afstand houden lijkt minder vanzelfsprekend door de hoeveelheid mensen. In de zaal staan niet veel stoelen.

Fluorescerende gele pakken

Een nog grotere groep mensen wacht in hun auto’s, zoals aangegeven door de GGD-medewerkers in fluorescerende gele pakken die aan de ingang van de parkeerplaats mensen naar de juiste plek wijzen: „Testen? Helemaal links achterin. Vaccinatie? Middelste baan, en in de auto wachten tot u van ons een seintje krijgt.” Rij na rij laten ze mensen naar binnen.

Toch heerst er op de parkeerplaats verwarring. „Ik zie allemaal mensen naar binnen gaan, ik weet niet wanneer wij aan de beurt zijn,” zegt Marianne Bakker, die vanuit Haarlem haar 91-jarige vader begeleidt. Hij wacht in de auto, terwijl zij op de parkeerplaats uitzoekt wat er aan de hand is.

Foto Simon Lenskens
Foto Simon Lenskens
Foto’s Simon Lenskens

Het is 5 over half twaalf, hun afspraak was om half twaalf. „Hoe weet je wanneer het jouw beurt is, wanneer je in de auto wacht?” vraagt ze zich af. Een vraag die vaak gesteld wordt door de wachtenden, die hun zorgen met elkaar delen en tips uitdelen: „Mevrouw? Daar kunt u gaan zitten.”

Niet iedereen blijft wachten op het seintje van de GGD-medewerkers, sommigen schuiven toch liever aan in de wachtruimte. Bakker doet dat niet: „Ik wil niet binnen in de rij gaan staan, want daar houden ze geen anderhalve meter afstand. En mijn vader moet constant naar de wc, wat moet ik dan doen?” Haar vader is een beetje dementerend, vertelt ze, waardoor hij geen vragen kan beantwoorden. Maar hij heeft zo lang in zijn huis gezeten door de coronamaatregelen, dat hij dit niet erg vindt: „hij vindt dit een beetje een uitje.”

Lees ook: De Britten vaccineren in een turbotempo

‘U bent wel erg vroeg’

Een vrouw rijdt de parkeerplaats op, haar afspraak is veertig minuten later. „U bent wel erg vroeg,” zegt de GGD-medewerker. Ze knikt. Hij zegt dat ze in de auto zal moeten wachten, ze vindt het niet erg.

Een woordvoerder van de GGD verklaart aan de telefoon dat de lange wachttijden voor zover ze kunnen zien hieraan te wijten zijn. „Als ze allemaal een halfuur te vroeg komen, heeft het als gevolg dat ze lang moeten wachten. Dat is bij deze groep zeker niet handig.” Ze zegt dat de GGD een kwartier rekent van binnenkomst tot vertrek – met een extra kwartiertje, omdat ze na het vaccineren nog vijftien minuten moeten wachten voor ze weggaan – maar dat het vaccineren bij ouderen langzamer gaat dan bij de zorgmedewerkers.

Op de parkeerplaats van de vaccinatiestraat vertelt een GGD-medewerker dat ze een computerstoring proberen op te lossen en dat het daardoor trager loopt. Een vrouw vraagt zich luidop af of ze terug naar huis moet en een nieuwe afspraak moet maken – maar terugkomen met een oudere is niet heel handig. De medewerker heeft geen antwoord.

Wat met de sneeuw die voor de komende dagen aangekondigd wordt? Is die kou en mogelijke gladheid niet gevaarlijk? De GGD’s en locaties kunnen eigen maatregelen: een tent tegen de kou opzetten bij kleine locaties, extra rolstoelen voorzien of het Rode Kruis inzetten om de ouderen van en naar hun auto te begeleiden, laat de GGD weten. Maar als ze zien dat het echt niet kan, kan het zijn dat een locatie dicht moet. Ook verwachten ze dat mensen zelf afzeggen, omdat ze het niet aandurven.

Danspasjes leren

In het midden van de steeds drukker wordende parkeerplaats wacht een groep van mantelzorgers, begeleiders en mensen die met het openbaar vervoer zijn gekomen en dus geen auto hebben waarin ze kunnen wachten. De mantelzorgers grappen dat ze, wanneer ze terugkomen om zelf gevaccineerd te worden, entertainment en een broodje zullen meenemen. „Een dagje vaccineren.”

Foto Simon Lenskens
Foto Simon Lenskens
Foto Simon Lenskens

Geert Wiggers (85), docent werelddans, krijgt het na een halfuur wachten koud en leert danspasjes aan de anderen om het warm te krijgen. Wiggers zat samen met Susanne Looijestijn (25) in de bus onderweg naar de vaccinatielocatie. Looijestijn kwam met haar grootmoeder met het openbaar vervoer, omdat ze dacht dat de parkeerplaats vol zou zijn. Een verkeerde inschatting. Het is 12 uur, een halfuur na hun geplande afspraak. Haar oma gaat eindelijk zitten, op een rollator die aangeboden wordt door een onbekende wachtende begeleider.

‘Zo loopt het in Nederland’

Een kwartier later worden de mensen die geparkeerd zijn in de voorste vier rijen en de mensen die met het ov kwamen naar binnen doorgewezen. Sommigen wachtten dan al een uur.

Bij de uitgang komt A. van Woerkom uit haar afspraak. Hoe het ging? „Heel goed!” Ze zegt heel blij te zijn dat ze gevaccineerd mocht worden. Ook zij heeft een uurtje in de auto met haar dochter gewacht, maar dat vond ze geen probleem. „De zorgmedewerkers doen zo hun best, het is heerlijk om zo geholpen te worden.” P. Bakker (91) is in de vijfde rij geparkeerd en, hoewel hij al lang wacht, mag hij nog niet binnen. „U kunt een mooi verslag maken van de puinhoop,” zegt hij laconiek. „Zo loopt het in Nederland.”