De aliens landen nooit eens in India

Voorpublicatie Deze maand komen er drie ruimteschepen aan bij Mars. Wat verwachten we er te vinden dat op aarde ontbreekt? Ook India bestormt de hemel. ’Ex-kolonie wil kolonisator worden’, schrijft .

Een raketlancering in Sriharikota, India, oktober 2013.
Een raketlancering in Sriharikota, India, oktober 2013. Foto AFP/ISRO

I

Januari 2020. Ruimtevaarders uit alle landen komen op aarde bijeen in Bangalore. Drie dagen zullen zij zich in deze metropool buigen over het fenomeen HUMAN SPACE FLIGHT. Aan bod komt een waaier aan onderwerpen, van de (on)mogelijkheid tot het tijdelijk invriezen van astronauten tot de teelt van tuinkers in gewichtloze toestand.

Het Conrad Hotel („een baken van luxe dat zich 24 hoog boven de stad verheft”) zal een grote dichtheid aan astronauten en kosmonauten herbergen. Het programma oogt zakelijk, no-nonsense. Weldra schieten we mannen en vrouwen de ruimte in om zich daar te vestigen en te vermenigvuldigen. De maan wordt een ‘land-and-stay’-bestemming, het is gedaan met ‘touch-and-go’. Voor toeristen is er nog geen plaats in het maanhotel, maar de eerste rondvaart langs de achterkant van de maan is al geboekt (door een Japanse miljardair, bij Elon Musk).

Geen van de sprekers wil achterom kijken. Meer dan vijftig jaar na de maanlanding ligt eindelijk de rest van het zonnestelsel binnen schootsveld, met Mars als het eerstvolgende richtpunt. Als je de organisatoren van de HUMAN SPACE FLIGHT-conferentie mag geloven staan we op het punt om uit te zwermen.

II

Fier op de achterkant van het 2000-roepiebiljet staat het ruimteschip Mangalyaan afgebeeld, een elegant vaartuig met vliesdunne zonnepanelen als de vleugels van een libelle. Mangal is Sanskriet voor Mars, yaan voor wagen. Op de voorkant staat Mahatma Gandhi met zijn bril en omslagdoek.

Het westelijk halfrond heeft de ruimtevaartambities van India lang over het hoofd gezien. Mangalyaan is in 2014 in een baan om Mars gebracht voor een lager budget (76 miljoen dollar) dan dat van menige Hollywoodfilm.

1966_ Thumba Beach, de foto van Henri Cartier-Bresson. Foto ANP

Ik wist niet wat ik zag toen ik foto’s onder ogen kreeg van de eerste Indiase raketlancering in 1966. De beelden waren van Henri Cartier-Bresson van het fotocollectief Magnum in Parijs. In zwart-wit legde hij vast: twee pioniers in hemdsmouwen, op de rug gezien. Samen duwen ze de neuskegel van een raket op de bagagedrager van een fiets naar het lanceerplatform. Thumba Beach, 1966.

Mijn oriëntalisme was gewekt. Het Indiase ruimtevaartprogramma bleek een kind te zijn van een jonge natie die haar hoop had gevestigd op de wetenschap. Bij het zoeken naar een geschikte raketbasis viel het oog van de voortrekkers op het vissersdorp Thumba, niet ver van de zuidpunt van India. Pal aan het strand stond daar een stenen kerk die geschikt leek als kantoor en werkplaats. Of de bisschop het godshuis van Thumba wilde afstaan voor de wetenschap?

Tweehonderdtwintig gezinnen hadden hun huis en erf verlaten om plaats te maken voor het Thumba Equatorial Rocket Launching Station.

III

In de dagen voorafgaand aan het ruimtevaartcongres in Bangalore bezoek ik de vissers van Thumba. Het is mijn eerste keer in India.

Bij aankomst snuif ik benzinewalmen op, vermengd met wierook, pislucht en het aroma van rijp fruit. Iedereen is op straat. De hindoes vieren een meerdaags Shiva-feest met slierten lampjes langs de wegen.

SCIENCE FOR SOCIAL CHANGE, lees ik op een plakkaat met hamers en sikkels. De zuidelijke deelstaat Kerala is even tropisch als communistisch. Schuttingen en rolluiken zijn beschilderd met de geribbelde koppen van Marx en Che. Lenin, hoor ik later, is na de val van de Sovjet-Unie uit de Communistische Partij van India gezet.

Het wordt druk op de route naar Mars

Ik heb de bezitter van een roomwitte Ambassador, een koloniaal model automobiel, bereid gevonden me rond te rijden. Als veel Indiërs wiebelt Mr. Joy even met zijn hoofd als je hem in verlegenheid brengt. Een ja of een nee, legt hij uit, is in India niet hetzelfde als een nul of een in computertaal.

Uit zuinigheid op zijn Ambassador rijdt Joy stapvoets. Op de rug van zijn chauffeurshanden groeit haar.

We parkeren bij een kademuur met uitzicht op de oceaan. Mr. Joy wijst me op de Shiva-tempel in de verte. Als ik bij het vallen van de avond het strand oploop, zal ik getuige zijn van een religieuze vuurwerkshow. Shiva is de god van de vernietiging. Dat werkt louterend, het schept ruimte voor Brahma, die vernieuwing brengt.

„Wij denken in cycli,” zegt Joy. Een lineair tijdsverloop noemt hij een westers concept. „Wat ik vreemd vind, want jullie horloges zijn ook rond.”

IV

Op de dakrand van een reparatieshop is een rijtje kraaien neergestreken. Op een verweerde luifel staat: WETENSCHAP IS EEN VRIEND VAN RELIGIE.

De kustweg loopt hier dood op een wegversperring van de Indiase NASA, die ISRO heet. Bij de toegangssluis van blokken beton en stopborden worden we weggestuurd door soldaten. Het is tien uur. De countdown op de ISRO-website geeft nog 60 minuten aan tot aan de maandelijks lancering.

Onder de wetenschap-en-religieluifel treffen we de eigenaar van de reparatieshop. Mr. Kothari sleutelt in hurkzit aan een buitenboordmotor. Nadat hij zijn handen heeft afgeveegd aan een stoflap, gaat hij me op teenslippers voor naar het strand.

Bij elk erf worden we begroet én gewaarschuwd. „ISRO. Danger.”

„Voor u of voor mij?”

„Police”, zegt haar dochter. „Problem.”

Mr. Kothari gidst me langs een berg visnetten naar een perceel met fruitbomen. Er staat daar een menshoog bord: GOVERNMENT RESTRICTED AREA.

„Dus tot hier mogen we komen?”

„Ja, maar de bewakers in de wachttorens hebben verrekijkers.”

Onder een boom bij het strand zit een kring mannen te kaarten. Op een karton tussen hen in liggen bankbiljetten, waaronder een paarsrode van 2000 roepia. Een van de spelers draagt een gespleten palmblad op zijn hoofd, ten teken dat hij bij de anderen in het krijt staat.

Ik informeer, Mr. Kothari vertaalt.

„Niemand in Thumba,” is het antwoord op de vraag wie er baat heeft bij de ruimteburen.

„Ze kwamen naar je toe, namen je vingerafdruk af, en daarna je huis.”

„Jullie zijn vast en zeker gecompenseerd.”

„Met kleinere huizen dan we hadden.”

Iedereen is nog altijd rooms-katholiek, maar ze stemmen, net als Mr. Kothari, op de communistische partij.

„Die is vóór wetenschap,” zeg ik.

„Dat zijn wij ook”, zegt een van de vissers. „Maar waarom denk je dat het leger hier is? Het gaat om spionage. Om Pakistan, om China.”

Ineens is het twee voor elf. Mr. Kothari dirigeert me achter een stapel kratten en jerrycans op het strand. Amper heb ik me kunnen oriënteren of er schiet een lichtflits over het scherm van mijn telefoon. De gloeiende kogel trekt een staart van rook, net als de vuurpijlen bij de Shiva-tempel de vorige avond, maar deze krult zich kunstig op in de wolkenloze lucht. De kraaien vliegen krijsend op van de takken.

V

De foto Thumba Beach, 1966 staat in een door Indiërs geschreven reisgids genaamd The Passenger. Hoe langer je ernaar kijkt, hoe gelaagder het beeld. Het bijgaande essay A rocket on a bicycle is geschreven door dr. Susmita Mohanty, ‘ruimteschipontwerper’. „Telkens wanneer een westerse commentator India, China of Japan in het rijtje opkomende ruimtemachten plaatst, moet ik glimlachen.” De bron van hun onwetenheid zoekt zij bij de westerse media en haar vooroordelen. Hollywood zet de toon. „Aliens landen vrijwel altijd in de Verenigde Staten. Asteroïden verkiezen steden als Parijs en Los Angeles.”

Susmita Mohanty is mede-eigenaar van ruimtevaart-start-ups in San Francisco, Wenen en Bangalore. Uit het mission statement van haar Indiase bedrijf: „Earth2Orbit wil een nieuw narratief ontwikkelen voor de verkenning van de kosmos in de 21e eeuw.” Ik verwachtte dat ze zou verkondigen: ‘Help eerst de honger de wereld uit, denk dan pas aan de maan!’ Maar in interviews zei ze: „Als iemand mij mee vraagt voor een vakantie op de maan, dan ga ik mee.”

Er welden allerlei vragen in me op. Hoe word je ruimteschipontwerper? Wat is haar adviesrol voor het VN-kantoor voor Outer Space Affairs in Genève? Bestaat er überhaupt zo’n agentschap?

Als we haantjesgedrag naar de ruimte exporteren, kunnen we beter thuisblijven

In Fortune Magazine vertelt ze dat haar vader bij de ISRO werkt. „Ik ben opgegroeid met een gezonde dosis space.” In 1996 mee naar toelating tot de Space University in Houston. Ze schrijft brieven aan wie ze maar kan bedenken. Bill Gates antwoordt niet. Maar op een dag belt Arthur C. Clarke, schrijver van de door Stanley Kubrick verfilmde sciencefictionklassieker 2001: a Space Odyssey. Clarke heeft niet alleen haar toelating geregeld maar ook alvast haar collegegeld betaald.

Bij een online-antiquariaat kocht ik een exemplaar van Susmita’s dissertatie. In 1997 had ze NASA-astronauten geïnterviewd over hun lichaamshygiëne tijdens hun verblijf in de uitgewoonde Mir. Er was daar een krappe douchecel die zoveel schimmel veroorzaakte dat de Russen hem hadden omgebouwd tot sauna. Op grond van de voorkeuren van mannelijke en vrouwelijke ruimtevaarders ontwierp Susmita de ideale badkamer voor het in aanbouw zijnde ISS.

„Ja, ik kwam uit op een sauna,” liet ze in een e-mail vanuit Bangalore weten. „Maar de NASA wilde toch liever een douche.” Er volgde een knipogende smiley. In hetzelfde bericht stelde ze voor elkaar te ontmoeten aan de vooravond van het HUMAN SPACE FLIGHT-congres. Tijdstip ‘zonsondergang’. Trefpunt: een plantsoen met bomen tegenover haar huis. „Ik trakteer je op een vogelconcert.”

VI

Het was al donker toen ik uit het knalgele koekblik van een motorriksja stapte. Hoewel de bestuurder zich keer op keer als een stuntman tussen vrachtauto’s en voetgangers perste, kwamen we na elk sprintje weer klem te zitten. Op de achterbumper van de voertuigen voor ons zaten stickers. TOETER MAAR LEKKER.

Susmita Mohanty zit op een bankje bij een groente- en fruitstal. Aan haar schouder hangt een tas van gerecyclede stroken plastic. Ik verontschuldig me en zeg dat er iets misgaat op aarde; dat we kopje onder gaan in de maalstroom van uitlaatgassen en lawaai.

„Het orkest speelt nog,” zegt ze opgewekt. „Hoor je de vogels?”

Aan Susmita Mohanty is niet te merken dat ze door de BBC tot de ‘honderd meest invloedrijke vrouwen van 2019’ wordt gerekend. Op haar paarse Nike’s laat ze me haar buurt zien. De Bengaalse ficusbomen, de muziekschool, de speeltuin in het park. Susmita herhaalt wat ik haar eerder op CNN heb horen zeggen: de eenentwintigste eeuw zal voor de ruimtevaart worden wat de twintigste is geweest voor de luchtvaart.

„We’re talking about you and me paying our way into space”, zegt ze.

Omdat de slag om de ruimtetoerist door privé-ondernemingen wordt uitgevochten, verwacht ze dat de nieuwe spacerace dit keer geen landencompetitie zal worden.

Ik vraag haar of ze dan ook het nationalisme uit de kosmos ziet verdwijnen.

Dat hangt ervan af.

Waarvan af?

Susmita begroet de bewaker van een bouwplaats, die halfbloot in de deuropening van een keet zit.

Of we leren van onze fouten.

Ze noemt de vervuiling van de kosmos met het schroot van afgedankte satellieten. Het Geneefse VN-bureau voor Outer Space Affairs probeert een verbod af te dwingen op het achterlaten van rommel in de ruimte. „En er moeten afspraken komen over de ontginning van de maan en de planeten.” De grootste hindernis in haar ogen is de blik waarmee we naar de ruimte kijken. Die is vervuld van begeerte, alsof we ons de hemellichamen toe-eigenen.

Zonder regulering vooraf zal er een nieuw koloniaal tijdperk aanbreken. Op de oevers van de kosmos liggen wingewesten in het verschiet. Ook India mengt zich vol overgave in de strijd om een taartpunt van de ruimte. Ex-kolonie wil kolonisator worden.

Susmita heeft een tafel gereserveerd in een skybar boven de stadswalmen. Het trappenhuis voert langs een café met potpalmen en traag roterende ventilatoren. Als we plaatsnemen boven de lichtreclames van Bangalore, merkt Susmita Mohanty op dat er rond ruimtevaart nog altijd een aura van viriliteit hangt. De raket als fallus, de astronaut als krijger.

Terwijl we proosten met Bira Blonde vertelt Susmita dat vrouwen op Mars onmisbaar zijn. Niet alleen voor de voortplanting, maar ook voor de goede verstandhouding, de vreugde en de vrede.

In de ontwerpen van haar bedrijf Moonfront in San Francisco staat het samenleven van mensen in een vijandige omgeving centraal. Hoe ziet een zespersoons terreinwagen eruit voor wekenlange excursies op de maan? Elke maagdelijke planeet biedt de mensheid een tweede kans om het beter te doen dan op aarde. Maar als we haantjesgedrag naar de ruimte exporteren kunnen we beter thuisblijven.

Zelf wil ze haar feminisme niet op de spits drijven. In 2001, het jaar van A Space Odyssey, heeft ze haar mentor geëerd met een ‘Arthur Clarke Gala’ – en wel in het Playboy Mansion in Los Angeles. „Ja, met bunnies als hostesses en gasten als Tom Hanks en James Cameron.” De in Sri Lanka wonende, aan een rolstoel gekluisterde Clarke was er zelf bij aanwezig als hologram.