Opinie

Op papier zijn we klimaathelden

Marike Stellinga

Op papier is Nederland hartstikke goed bezig, maar in de praktijk heeft het minder om het lijf. Nee, ik heb het niet over de vaccinatiestrategie van het kabinet, maar over het beleid dat Nederland minder vervuilend moet maken voor klimaat en milieu.

Er zijn mensen die denken dat Nederland hysterisch voorop loopt als het om klimaat- en milieubeleid gaat, maar vaak blijkt dit ‘vooroplopen’ zich in elk geval deels te beperken tot voorgenomen heldendaden op papier. Neem drie recente inventarisaties van wat er terecht is gekomen van de eerdere beloftes.

In 2016 kwam het kabinet-Rutte II met ambities en doelen om de economie ‘circulair’ te maken, om minder grondstoffen en energie te verbruiken en minder afval te produceren. In 2017 sloot het kabinet zelfs een heus grondstoffenakkoord.

Sinds half januari weten we officieel wat er terechtkwam van deze ambities: weinig. Het Planbureau voor de Leefomgeving concludeerde dat de ambities uit 2016 nog heel ver uit beeld zijn. Bijvoorbeeld: in 2030 de helft minder grondstoffen verbruiken. Het doel voor minder afval per huishouden is in 2020 al ver overschreden. Nu is er discussie over hoe reëel dit soort circulaire doelen zijn. Maar dan nog: veel gehoord over deze doelen? Nee. Mooi opgeschreven in 2016, en vervolgens een onvoldoende behaald in 2021. Einde verhaal.

Nog een voorbeeld: in 2009 sloot het kabinet-Balkenende IV een ‘convenant’ met grote industriële bedrijven. Afspraak: de bedrijven zouden tot en met 2020 minder energie verbruiken, in ruil voor vrijstellingen van energiebelasting. In november berekende het ministerie van Economische Zaken en Klimaat dat die bedrijven 60 procent van het doel hebben gehaald. Let wel, het gaat hier om investeringen in energiebesparing die zichzelf in vijf jaar terugverdienen.

Ander voorbeeld. Pieter Boot van het PBL turfde in december hoeveel klimaatdoelen kabinetten de afgelopen 25 jaar stelden en welke daadwerkelijk waren behaald. Zijn conclusie: minder dan de helft (6 van 15). Opvallend: als het om minder uitstoot van broeikasgas gaat, is Nederland sinds 2005 achter gaan lopen op vergelijkbare Europese landen, schrijft Boot.

We zijn dus goed in beloven en minder goed in waarmaken. Dat betekent niet dat er niks gebeurt, maar wel dat bij dit beleid meer dan gemiddeld geldt: eerst uitvoeren, dan geloven. Het huidige kabinet heeft opnieuw doelen gesteld: in 2030 moeten we veel minder CO2 uitstoten.

Boot vergelijkt de huidige stand van zaken met die in 2010, na het kabinet-Balkenende IV. „De plannen zijn gemaakt, de akkoorden gesloten, het extra geld is ter beschikking gesteld.” Rutte III sloot een Klimaatakkoord, nam de Klimaatwet mede aan, schreef een industrievisie. De plannen die er al zijn, zouden grote veranderingen kunnen brengen. Nu nog doen. In 2010 „stagneerde het proces bij het aantreden van een nieuwe regering”, schrijft Boot. Nu zijn de omstandigheden anders, hoopt hij. Er is een breder besef dat klimaatbeleid nodig is.

Ik zie die verandering ook. Alle middenpartijen schrijven uitgebreid over klimaatbeleid in hun verkiezingsprogramma’s. De Klimaatwet laat kabinetten elk jaar verantwoording afleggen. Maar het verleden waarschuwt: het is een monumentale verspilling om plannen te maken die ons in slaap sussen maar weinig bereiken. Van tijd, van denkkracht, hell, van papier. Om over het klimaat maar te zwijgen.

Marike Stellinga is econoom en politiek verslaggever. Ze schrijft elke week op deze plek over politiek en economie.