De Zweedse overname gaat niet door. Wie redt Tata in IJmuiden?

Mislukte overname De overname van staalbedrijf Tata IJmuiden gaat niet door. Het Zweedse SSAB vindt het te duur en te omslachtig. Toch wil eigenaar Tata nog steeds van ‘IJmuiden’ af. Hoe nu verder?

De top in IJmuiden was verrast door het nieuws dat de overname niet doorgaat.
De top in IJmuiden was verrast door het nieuws dat de overname niet doorgaat. Foto Olaf Kraak

Het is een kater van IJmuiden tot Mumbai. Voor de tweede keer in twee jaar tijd is een poging van het Indiase Tata Steel om een deal te maken over de fabriek in IJmuiden, een van de grootste industriële complexen van Nederland, stukgelopen.

Vrijdagochtend maakte het Zweedse staalbedrijf SSAB bekend dat de gesprekken met Tata zijn afgerond zonder een overeenkomst te bereiken. Het zou te duur en te complex zijn om de voormalige Hoogovens in te passen in de duurzaamheidsstrategie van SSAB. Die is gebaseerd op staal maken met waterstof, terwijl ‘IJmuiden’ tot nu toe vooral kijkt naar CO2-opslag.

Na de mislukte fusie met de staaldivisie van ThyssenKrupp in Duisburg in 2019 is dit de tweede grote tegenvaller voor Tata én voor de fabriek (circa 9.000 werknemers). Het beleid van de huidige eigenaar was de afgelopen jaren mikpunt van kritiek van personeel, ondernemingsraad én de omwonenden. De laatste vanwege de milieuvervuiling, de eerste twee vanwege dreigende reorganisaties. Een geliefde directeur moest vertrekken, er waren grote frustraties over de verwaarloosde Britse fabriek van Tata in Port Talbot, die met een geldstroom uit IJmuiden overeind gehouden zou worden.

Het Zweedse SSAB is een pionier op het gebied van duurzaam staal maken

Nee, dan SSAB. De Zweedse bedrijfscultuur lijkt op die in Nederland, zo klonk het half november, nadat bekend was geworden dat het bedrijf een indicatief bod had uitgebracht. En belangrijker nog: SSAB is een pionier op het gebied van duurzaam staal maken. Europese staalbedrijven, die zo’n 7 procent van de totale CO2-uitstoot van het continent veroorzaken, staan voor een grote verduurzamingsopgave. SSAB is bezig op kleine schaal te experimenteren met ‘waterstofstaal’.

De mogelijke overname kon op goedkeuring rekenen van vrijwel iedereen: van de over Tata zeer kritische FNV tot toenmalig minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes (VVD). De overname „lijkt aantrekkelijk”, zei hij in november. Een strik erom en klaar, dat was de indruk.

Verrassing

Vrijdagochtend bleek dat het zover niet komt – tot verrassing van de top in IJmuiden. Volgens SSAB-topman Martin Lindqvist kost het veel geld om ‘IJmuiden’ te vergroenen op de Zweedse manier. Het zou bovendien erg lang duren. Daardoor voldeed de overname niet meer aan de „financiële verwachtingen”.

Einde verhaal, tot blijdschap van beleggers: het aandeel SSAB stond vrijdagochtend zo’n 8 procent hoger. Eerder waren al kritische geluiden van grote aandeelhouders opgedoken in de Zweedse pers. Zij snapten niet waarom het relatief kleine SSAB (circa 15.000 werknemers) voor miljarden een groot, vervuilend complex wilde kopen dat ook nog eens buiten haar thuismarkt Scandinavië ligt.

Een complex dat ‘gewoon’ bulkstaal maakt, nota bene. Wel goed staal, daar niet van, maar geen gespecialiseerd staal voor bijvoorbeeld de scheepsbouw, waar SSAB al groot in is en waar over het algemeen beter geld mee valt te verdienen. De markt voor bulkstaal heeft het al langere tijd moeilijk. De laatste paar weken stijgt de staalprijs weliswaar, maar er blijven structurele problemen: overcapaciteit, de instroom van goedkoop Chinees staal, peperdure investeringen in duurzaamheid.

De staaldivisie van ThyssenKrupp leed vorig jaar een verlies van bijna een miljard euro. Tata Steel IJmuiden heeft vorig jaar bijna 66 miljoen euro Nederlandse overheidssteun gekregen om de lonen door te betalen. De bedragen onderstrepen dat de Europese staalmarkt voor de grote concerns een uitputtingsslag is geworden. Met het afhaken van SSAB is voor ‘IJmuiden’ in elk geval één optie afgevallen. Wat blijft er over?

Het mislukken van de verkoop betekent dat eigenaar Tata Steel in Mumbai weer aan zet is en zijn knopen moet tellen.

De markt voor ‘bulkstaal’, dat IJmuiden maakt, heeft het al langere tijd moeilijk

Het concern heeft mentaal en feitelijk al afscheid genomen van zijn staalfabrieken in IJmuiden en Port Talbot. Vorig jaar heeft de eigenaar de eerste stappen gezet naar een scheiding tussen de Nederlandse en Britse fabrieken. Dat is een ingewikkelde klus, want de Europese dochterbedrijven zijn een wirwar van vennootschappen.

Maar ontvlechting is wel een overlevingsvoorwaarde. Door de scheiding wordt het simpeler om de fabrieken los van elkaar af te stoten aan een nieuwe eigenaar. Dat leek te lukken met de combinatie SSAB-IJmuiden.

Tata kan nu een eerder opgesteld ‘transformatieprogramma’ nieuw leven in blazen om de kosten van de productie omlaag te brengen in lijn met de terugval van de afzet. Tijdens de gesprekken met SSAB is dat programma stilgelegd, maar de optie bestaat nog steeds. Volgens de plannen verdwijnen dan zo’n 850 banen in IJmuiden.

Tegenstand

Hoe logisch dat bedrijfseconomisch ook klinkt, het stuit op twee bezwaren. De eerste is de tegenstand van de vakbonden en de ondernemingsraad. Afgelopen zomer hebben de werknemers wekenlang estafettestakingen gehouden tegen ingrepen van de directie en de aandeelhouder.

Bovendien, en dat is de tweede overweging: er zijn op 17 maart verkiezingen. Als Tata financiële hulp wil van de Nederlandse overheid is een arbeidsconflict de slechtst mogelijke start.

Zonder reorganisatie kan Tata Steel afwachten of de bedrijvigheid in Europa aantrekt als vaccinaties de coronapandemie de kop in weten te drukken. Maar hoelang? En onder wiens leiding?

Tata heeft na het gedwongen vertrek van directievoorzitter Theo Henrar geen nieuwe voorzitter benoemd. De onderhandelingen met SSAB namen de noodzaak van een benoeming ook weg. Dat zouden de Zweden zelf wel beslissen als ze de nieuwe eigenaar werden. Nu moet er toch iets gebeuren, al is het maar als nieuwe commerciële impuls.

Beide opties, reorganiseren of een frisse directeur benoemen, zijn echter in strijd met de eerder uitgesproken ambitie die Tata vrijdag herhaalde: een ‘strategische oplossing’ voor de Europese staalbedrijven. Strategisch betekent in deze plannen: een overname, fusie of andere vorm van samenwerking die Tata verlost van deze molensteen. Tata wil zich liever concentreren op de lucratieve Aziatische markt. Deze derde optie is: proberen alsnog een fusie met ThyssenKrupp te regelen. Duisburg bellen.

Het gesol met Tata IJmuiden is ruim drie jaar geleden begonnen toen Tata Steel fusiegesprekken aanknoopte met ThyssenKrupp, het industrieconglomeraat uit het Ruhrgebied. ThyssenKrupp was, en is, voortvarend bezig om een deel van zijn dochterbedrijven af te stoten omdat zij onderling weinig raakvlakken hebben. ThyssenKrupp zocht toen, én nu nog steeds, een oplossing voor de staalfabrieken. Schaalvergroting door een fusie is een favoriete ontsnapping uit de malaise in de staalwereld.

De combinatie met Tata Steel IJmuiden zou volgens de eerdere plannen drastisch kosten besparen, met verlies van 4.000 banen, waarvan misschien wel de helft in Nederland. Het hoofdkantoor van de nieuwe multinational zou in de regio Amsterdam komen. Over dat laatste verstuurde premier Mark Rutte (VVD) een enthousiaste tweet, over het eerste zweeg hij. De fusiebesprekingen mislukten, omdat beide partijen niet akkoord wilden gaan met de voorwaarden van de Europese Commissie om bedrijfsonderdelen af te stoten.

Lees ook dit verhaal over de hoofdrolspelers: De mannen die strijden over het lot van Tata

Politieke druk?

De vraag is of de twee partijen wanhopig genoeg zijn om het opnieuw te proberen. Wellicht worden de fusievoorwaarden onder politieke druk vanuit Duitsland en Nederland wel wat afgezwakt om een Europese industriële kampioen te formeren.

De laatste optie is financiële hulp inroepen van de Nederlandse overheid. Dat kan met het argument van financiering van de verduurzaming van het productieproces, dat Tata IJmuiden heeft uitgestippeld. Hier heeft het bedrijf de afgelopen maanden al uitgebreid over gesproken met voormalig minister Wiebes. Die gesprekken zijn gepauzeerd toen SSAB in beeld kwam.

Overheidssteun inroepen kan ook met het argument van het redden van een sleutelindustrie plús de regionale werkgelegenheid van 9.000 mensen en een veelvoud van toeleveranciers. Een soort KLM-scenario. Oud-Tata-directeuren en wetenschappers hebben vorig jaar al een panklaar plan ingediend bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De Tweede Kamer heeft zich al eens uitgesproken voor een onderzoek naar een mogelijke verzelfstandiging met overheidssteun.

Staat straks de oude naam weer op de gevel: Koninklijke Hoogovens?