Overbevissing bedreigt voortbestaan haaien en roggen

Biologie Veel soorten haaien en roggen worden met uitsterven bedreigd. Overbevissing wordt nauwelijks aangepakt.

Een duiker met een zwartpunthaai voor de kust van Zuid-Afrika. De haai wordt gelokt met sardines.
Een duiker met een zwartpunthaai voor de kust van Zuid-Afrika. De haai wordt gelokt met sardines. Foto Michele Spatari/AFP

Haaien en roggen van open oceanen zijn wereldwijd sinds 1970 met ruim 70 procent in aantal afgenomen. Meer dan driekwart wordt nu met uitsterven bedreigd. In 1980 stond twee derde nog te boek als ‘minst zorgwekkend’. En de trend zet door. Dat schrijft een groot internationaal team deze week in Nature.

Haaien en roggen behoren samen tot de zogeheten kraakbeenvissen, evolutionair gezien een oude en stabiele diergroep. Er zijn wereldwijd meer dan duizend soorten bekend en er worden regelmatig nieuwe ontdekt. De meeste leven in kustwateren. Een klein deel, waaronder de charismatische witte haai en veel soorten hamerhaaien, leeft in de open oceaan. Daar vindt ongebreidelde visserij plaats: regels in internationale wateren zijn schaars en lastig te handhaven.

Haaien en roggen zijn kwetsbaar, omdat ze zich langzaam voortplanten: ze zijn laat geslachtsrijp en produceren maar weinig nakomelingen. Daarnaast zijn ze erg geliefd vanwege hun vlees, vinnen en visolie. Op het hoogtepunt van de visserij, rond de laatste eeuwwisseling, doodden vissers jaarlijks naar schatting 63 tot 273 miljoen haaien. Sindsdien zijn de vangsten afgenomen vanwege overbevissing. In veel regio’s hielden wetenschappers de trends al een tijdlang in de gaten, maar nooit eerder voegden zij die samen in één wereldwijde analyse.

Geen centraal gezag

De soorten die het meest achteruit zijn gegaan, zijn de witpunthaai, grote hamerhaai en geschulpte hamerhaai. Die waren veertig jaar geleden nog heel algemeen. Andere soorten die er slecht voorstaan, zijn de pelagische voshaai, schemerhaai en makreelhaai.

De onderzoekers, afkomstig uit onder meer het Verenigd Koninkrijk, Brazilië, Sri Lanka en Nieuw-Zeeland, schrijven de afname enkel toe aan overbevissing. Ze benadrukken dat de visserijdruk sinds 1970 is verdrievoudigd, waarbij de relatieve visserijdruk – ten opzichte van het aantal overgebleven vissen – zelfs met een factor achttien is toegenomen. Overige bedreigingen, zoals vervuiling, verstoring of klimaatverandering, spelen voor haaien nauwelijks een rol.

De zaak is extra ernstig, aldus de onderzoekers, als je bedenkt dat veel haaiensoorten al sterk in aantal achteruit waren gegaan vóór 1970. Als je dus het jaar 1970 als referentie neemt, schetst zelfs de huidige analyse nog altijd een te rooskleurig beeld.

Er bestaan wereldwijde afspraken die haaien en roggen moeten beschermen, onder meer onder de VN-Biodiversiteitsconventie. Ook is er een VN-verdrag speciaal voor haaien en roggen. Maar de uitvoering van de maatregelen hapert, constateren de onderzoekers. Dat komt doordat er geen centraal gezag is in internationale wateren. Landen zijn zelf verantwoordelijk voor het controleren en rapporteren van hun vangsten. Maar weinig landen zijn daarin werkelijk doortastend, vinden de onderzoekers.

Dat moet snel veranderen, betoogt het artikel in Nature. Nu al zijn er scherpe verschuivingen te zien in het mariene voedselweb door het wegvallen van de roofdieren van de zee. Wat dat precies betekent, is nog niet bekend, maar kan ook gevolgen hebben voor visserij op andere soorten.