Profiel

Gevangenen huilden om zijn gedichten

Mohsen Mohamed Egyptische dichter

Tien jaar geleden begon de Egyptische revolutie. Nu zit bijna elke vrije geest in de cel. Ook dichter Mohsen Mohamed werd vijf jaar opgesloten.

De Egyptische dichter Mohsen MoShamed
De Egyptische dichter Mohsen MoShamed Eigen foto

In zijn cel in de Wadi Natrun-gevangenis in Egypte vormde Mohsen Mohamed een vreemde verschijning. Met zijn knieën opgetrokken, ritmisch het hoofd heen en weer bewegend, zat hij op de grond te mompelen, terwijl hij met zijn handen meetelde. „De gevangenis heeft hem tot waanzin gedreven”, zeiden zijn celgenoten.

Niets was minder waar. In zichzelf gekeerd werkte Mohsen aan het metrum van zijn gedichten. Vijf jaar lang zat hij vast, van 2014 tot 2019, een periode waarin hij tientallen gedichten schreef.

Als 19-jarige student was hij bij de universiteit van Mansoura, een stad ten noorden van Caïro, opgepakt toen hij een agent in burger wilde verhinderen een studente lastig te vallen. Hij werd toegevoegd aan een massale rechtszaak tegen politieke tegenstanders van de toen net aangetreden president Abdel Fattah al-Sisi. De aanklacht luidde ‘poging tot omverwerping van de staat’, ‘lidmaatschap van een verboden organisatie’, en ‘deelname aan de revolutie’.

Mohsens celstraf is exemplarisch voor de manier waarop het regime de jeugd weer met harde hand in het gareel heeft gebracht en de revolutionaire geest van 2011 heeft gebroken.

Politiek speelde tot zijn arrestatie geen grote rol in Mohsens leven. Tijdens de demonstraties op het Tahrirplein in 2011 zat hij nog op school in zijn geboortedorp in de Nijldelta. Een passie voor gedichten had hij altijd al, en in de gevangenis werd het een manier om greep te krijgen op de dramatische wending die zijn leven had genomen. „In een gedicht kan één regel zoveel zeggen”, verklaart Mohsen zijn liefde. „En dichten werd een manier om vrij te zijn.”

Een velletje papier

De gedichten schreef hij op een velletje papier of op zijn hand met een pen die hij van bezoekers kreeg. Soms lukte het een telefoon naar binnen te smokkelen, maar dat was riskant. Als het werd ontdekt, moest hij een week de isoleercel in, een hokje van krap twee vierkante meter, zonder ramen. Papier had hij niet, dus ‘schreef’ hij de gedichten in zijn hoofd. Zoals de volgende strofe:

Hij kwam binnen als twintigjarige

Hij kwam vrij als twintigjarige

Je vraagt me, hoe lang zat hij vast?

Oh! De tijd zelf zat gevangen

De verbaasde blikken van zijn celgenoten verdwenen toen Mohsen zijn gedichten begon voor te dragen. Ze raakten een snaar. „Soms begonnen ze te huilen”, vertelt Mohsen, enigszins bedeesd.

In zijn knusse appartement in een oude wijk van Caïro, vol planten en posters van klassieke Egyptische films aan de muren, vertelt hij graag over de periode in de gevangenis. „Het is beter erover te praten dan het weg te stoppen”, zegt hij. Nog steeds wordt hij regelmatig ontboden op het politiekantoor voor ondervraging. Hij gaat ’s avonds laat niet de deur uit, om geen kans te lopen bij een van de controleposten die de politie ’s nachts in de stad opzet te worden tegengehouden. „De gevangeniservaring stopt niet, ik kan het niet afsluiten,” zegt hij.

Terwijl hij vast zat, deelden familieleden zijn gedichten op Facebook. Daar werden ze opgemerkt door de beroemde dichter Amin Haddad, zoon van Fouad Haddad. Deze Fouad geldt als de grondlegger van het dichten in het Egyptische dialect van het Arabisch. Ook de gedichten van Mohsen zijn voor het overgrote deel geschreven in dit dialect.

Amin Haddad had zich lovend uitgesproken over de gedichten op Facebook. Mohsen zelf zag deze opmerking op zijn binnengesmokkelde telefoon in de cel. „Ik kon mijn geluk niet op”, zegt Mohsen. „Haddad is een van mijn helden.” Na zijn vrijlating kwamen ze met elkaar in contact, wat resulteerde in de publicatie van een selectie van de gedichten, die in november in een kunstgalerij in Caïro werd gepresenteerd. Niemand neemt op is de titel van de bundel. Een van de gedichten gaat over een medegevangene die niemand had om te bellen vanuit de gevangenis, dus elke keer dat hij de cel uit mocht voor zijn bel-tijd deed hij alsof hij iemand probeerde te bereiken, maar telkens geen gehoor kreeg.

„Een elegie voor de droom van 25 januari”, werd de dichtbundel genoemd tijdens de presentatie; een verwijzing naar de Arabische Lente-revolutie in 2011. Die heeft niet de gehoopte verandering van meer vrijheid en gelijkheid gebracht. Sterker, de repressie van burgerlijke vrijheden is volgens activisten genadelozer dan ooit en een economische crisis heeft de armoede vergroot. Een kritische opmerking op Facebook kan al tot celstraf leiden.

Bedekte kritiek

Maar gedichten bieden nog wel de mogelijkheid bedekte kritiek te leveren op de situatie in het land en daarmee, in de woorden van de moderator, de ‘hoop’ op een betere toekomst in leven te houden. Maar, zegt Mohsen, expliciet politieke gedichten zijn bewust niet in de bundel opgenomen.

Veel oud-celgenoten waren aanwezig bij de presentatie. Jongemannen die zoals Mohsen jarenlang vast zaten op politieke gronden. „Jij weet te verwoorden hoe we ons voelden”, zei een van hen dankbaar. „Je hebt gevangenen overal in Egypte een stem gegeven”, vond een ander. Via via kreeg Mohsen felicitaties van celgenoten die nog altijd vast zitten.

Mohsens verhaal is onmiskenbaar het verhaal van een generatie jonge Egyptenaren die hun hoop op verandering hebben zien vervliegen. Of zoals Mohsen het zelf verwoordt:

Daar zaten we,

Precies dezelfde gezichten als vroeger in de demonstraties

Rimpels vormen het enige verschil

En zo ging de conversatie in het café:

‘Mannen, wat denken jullie van de nieuwe generatie?’

‘Een roekeloze generatie’, zei de oudere.

‘Een werkloze’, zei de rijke.

‘Deze generatie is niet goed wijs’, zei de wijze.

Nalatenschap wordt onvermijdelijk doorgegeven

Van generatie op generatie.

Van de eerste lach

Tot het uiteindelijke verlies