Wie krijgt een vaccin nu de levering hapert?

Vaccinatiestrategie Nederland rekende op miljoenen doses van het AstraZeneca-vaccin. Nu daarvan veel minder komen, is er weer onzekerheid over de aanpak.

Een huisarts krijgt de eerste dosis van een Covid-vaccin toegediend in het Medisch Spectrum Twente.
Een huisarts krijgt de eerste dosis van een Covid-vaccin toegediend in het Medisch Spectrum Twente. Foto Piroschka van de Wouw/ANP

Mensen met een aandoening zoals diabetes, nierziekten of immuunstoornissen snakken naar vaccinatie, vertelt internist Robin Peeters: „Mijn patiënten zijn namelijk nog voorzichtiger dan andere Nederlanders, leven al heel lang in een kleine bubbel. Het is echt balen dat ze nu nog langer moeten wachten.”

AstraZeneca kan door productieproblemen namelijk veel minder leveren van het zogeheten Oxford-vaccin, zo maakte het bedrijf vrijdag bekend. Deze „enorme domper” legt een bom onder de Nederlandse vaccinatiestrategie, gaf minister Hugo de Jonge (Volksgezondheidheid, CDA) maandag toe. De Jonge zei dat „dit echt iets betekent voor de volgorde en snelheid waarin we kunnen vaccineren”.

Wat precies, kon hij niet zeggen. Nederland en de andere EU-landen zijn volgens hem „non-stop” met de fabrikant in gesprek om „alsnog zo veel mogelijk deze kant op te krijgen op zo kort mogelijke termijn”.

Nederland heeft vol ingezet op het Oxford-vaccin, dat naar verwachting komende vrijdag wordt goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA). Als een van de eerste landen in Europa sloot Nederland vorig voorjaar een deal met de fabrikant en kocht relatief veel in: 11,7 miljoen doses. Deze zouden snel geleverd worden: 4,5 miljoen dit kwartaal, 5,2 miljoen in het tweede kwartaal. Het ziet er naar uit dat Nederland dit kwartaal 60 procent minder vaccins krijgt, terwijl de gevolgen voor het tweede kwartaal nog onduidelijk zijn.

Met de kleine twee miljoen Oxford-vaccins kunnen in het eerste kwartaal minder dan 1 miljoen mensen gevaccineerd worden. Het ministerie zal opnieuw naar de verdeling van de vaccins moeten kijken. Ze waren hoofdzakelijk gereserveerd voor twee groepen: de zorgmedewerkers in de gehandicaptenzorg, thuiszorg en GGZ en daarna de 18- tot 60-jarigen met een medische indicatie zoals hartkwalen of diabetes. Deze laatste groep bestaat uit 1,8 miljoen mensen en zou voor een deel in het eerste kwartaal geprikt worden.

Lees ook: Vertraging bij vaccins van AstraZeneca leidt tot woede EU

‘Vaccin ongelooflijk belangrijk voor moreel’

De zorgmedewerkers, ongeveer een half miljoen in totaal, zouden nog steeds gevaccineerd kunnen worden. Voorzitter van Gehandicaptenzorg Nederland Boris van der Ham gaat ervan uit dat dit ook gebeurt. De medewerkers uit de gehandicaptenzorg werden eerder deze maand al iets naar achteren geschoven om vaccins eerder beschikbaar te maken voor de verpleeghuisbewoners. Van der Ham heeft het ministerie dit weekend laten weten dat de medewerkers uit zijn sector „de eerstvolgende groep moet zijn die wordt gevaccineerd”. De nood is hoog, zegt hij en vaccineren „is ongelooflijk belangrijk voor het moreel”.

Het punt is dat De Jonge bekijkt of de grote groep ouderen sneller kan worden ingeënt met het Oxford-vaccin. Voor de miljoenen 60-plussers zijn vooral de vaccins van Pfizer en Moderna gereserveerd. Mocht de meer besmettelijke, Britse coronavariant zich de komende weken sneller verspreiden, loont het volgens De Jonge om voor ouderen ook het Oxford-vaccin te gebruiken. Of dit vaccin ouderen even goed beschermt als de vaccins van Pfizer en Moderna zal vrijdag moeten blijken uit het goedkeuringsrapport van de EMA. Als dit rapport er is, vraagt De Jonge advies aan de Gezondheidsraad over de inzet bij ouderen.

De minister wil ook van de raad weten of het medisch verantwoord is de tweede prik met het Oxford-vaccin uit te stellen, zoals dat nu bij het Pfizer-vaccin gebeurt. Door dat uitstel is het mogelijk op korte termijn twee keer zoveel mensen met het Oxford-vaccin in te enten.

Donkere tunnel

Vaccinexpert Debbie van Baarle, immunoloog bij het UMCG in Groningen, vindt uitstel van de tweede dosis geen goed idee. „Het immuunsysteem heeft de booster van de tweede vaccinatie echt nodig om het virus ook echt te kunnen opruimen. Na de eerste vaccinatie ben je nog niet goed beschermd en als je te lang wacht met de tweede bestaat ook de kans dat het virus leert om te ontsnappen aan de afweer. Dus een béétje uitstellen kan wel, maar alles gebruiken in afwachting van de volgende lading is onverantwoord.”

Anke Huckriede, vaccinoloog aan het UMCG, deelt die mening: „We weten nu nog te weinig over het vaccin.” De komende tijd wordt veel kennis vergaard in landen waar in hoog tempo wordt gevaccineerd, zoals in het VK en Israël, zegt Huckriede. „Dan zien we bijvoorbeeld hoe goed de bescherming is na de eerste vaccinatie en na hoeveel tijd die minder wordt.” Dan zie je ook lichtpuntjes, zoals in Israël waar enkele weken na de eerste Pfizer-vaccinaties 60 procent minder ouderen worden opgenomen in het ziekenhuis.

Nederland zit met zijn vaccinaties voorlopig nog in een donkere tunnel, als Europese hekkensluiter. Als de productieproblemen aanhouden, zou de ambitie van De Jonge om de hele Nederlandse bevolking dit najaar te hebben geprikt serieus in gevaar kunnen komen.