Waarom we ons druk moeten maken
Hanae Haddouche is in principe „anti-mediagebruik”. Haar drie dochters van 11, 12 en 14 mogen niks posten op sociale media, en niet actief zijn in groepsapps op WhatsApp. De 40-jarige moeder uit Utrecht ziet namelijk als jongerenwerker in Overvecht hoe het mis kan gaan. „Ik heb gezien dat door extreem veel gebruik van sociale media en gamen jongeren afdwalen. Dat ze niet meer scherp zijn, conflicten krijgen in groepsapps, niet meer fysiek communiceren.”
Tijdens de eerste lockdown besloot ze het computerspelletje Among Us toe te staan, waarin spelers in een soort ruimteschip erachter moeten komen wie onder hen de saboteurs zijn, vergelijkbaar met de kaartspellen Weerwolven en Saboteur. Algauw speelden haar dochters dat twee, drie uur per dag op hun telefoon, maar ze heeft er geen spijt van. „Het was het enige contact met hun klasgenoten.”
Coulance over schermtijd betrachten meer ouders tijdens de coronacrisis, bleek al in april. Niet alleen om kinderen hun ontspanning te gunnen als ze minder naar buiten mogen, maar ook omdat ouders het anders simpelweg niet bolwerken in combinatie met thuiswerken. Met een nieuwe lockdown en schoolsluiting, die bovendien nog lang lijken te gaan duren, vragen veel ouders zich af of zo’n laissez-faire-houding nog wel de juiste is.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data57030596-0f0ecb.jpg)
„In het begin vonden we: niet al te streng, het is maar tijdelijk”, zegt Justine Pardoen, oprichter van Bureau Jeugd & Media, „maar nu horen we van ouders: we vinden dat ze wel héél lang achter een scherm zitten. We moeten ons afvragen: hoelang is nog tijdelijk en hoelang is nog gezond?”
In juli onderzocht softwarebeveiligingsbedrijf NortonLifeLock het mediagebruik van kinderen in Nederland, Frankrijk, Duitsland, Italië en het Verenigd Koninkrijk. Duizend Nederlandse ouders van kinderen van 3 tot 18 jaar vulden de vragenlijst in. Hun kinderen bleken dubbel zoveel naar een scherm te kijken ten opzichte van voor corona, bijna 7,5 uur per dag – in het VK was dat meer dan 9 uur. Dat is inclusief schoolwerk. Een derde van de ouders zag dat na de eerste lockdown mediagebruik permanent was veranderd, en dat zal mogelijk na de tweede lockdown alleen maar meer zijn.
Twee derde van de Nederlandse ouders gaf toe media in te zetten om hun, met name jonge, kinderen af te leiden. Uit de monitor van Netwerk Mediawijsheid, die volgende maand verschijnt, blijkt ook dat een kwart van de ouders van 7- tot 12-jarigen het moeilijker vindt dan voorheen om mediagebruik te beperken.
„Als de tv aan gaat, dan gaat zij uit”, zegt Renske van den Hof over haar 3-jarige dochter. Waar die normaal maximaal een uurtje per dag naar tv of YouTube keek, liep dat tijdens de eerste lockdown gauw op. „Ik werk 32 uur, mijn vriend 40 uur. Dus dan weet je wel een beetje hoeveel tv m’n dochter keek.”
Ze hebben tekenen en kleien geprobeerd, maar dan begint haar dochtertje na een kwartier weer om aandacht te vragen, zegt Van den Hof, die met haar vriend in een flat in het Utrechtse Kanaleneiland woont. „En ik laat haar niet alleen op het balkon.” Haar werkgever – ze is ‘inkomensconsulent’ en controleert of mensen recht hebben op een uitkering – snapt haar situatie wel, zegt ze, „maar het werk wordt niet minder”.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/03/data56248741-6f03e1.jpg)
Tijdens de tweede lockdown maakt Van den Hof gebruik van de noodopvang. Maar thuis vraagt de dochter steeds om de tv. „‘Tv kijken, tv kijken’, zegt ze dan, op zoek naar de afstandsbediening. Gelukkig kan ze de tv nog niet zelf aanzetten.” Als mama ‘nee’ zegt, krijgt dochter een driftbui. „Ik denk dat ze tv-verslaafd is”, lacht Van den Hof.
Een risico is dat het welzijn van kinderen nu onder druk staat, zegt Peter Nikken, hoogleraar mediaopvoeding aan de Erasmus Universiteit en lector Jeugd en Media aan hogeschool Windesheim. „Als jongeren niet lekker in hun vel zitten, kunnen ze zich verliezen in mediagebruik.” Hij wijst ook op het risico van bijziendheid; kinderen moeten nu eerder aan een bril. Beweging en daglicht helpen dat risico te verkleinen.
Nikken gelooft wel sterk in de veerkracht van jonge mensen: „Jongeren hebben een enorme behoefte aan sociaal contact. Als het weer warmer wordt, zullen ze dat grasveldje vast weer opzoeken.”
„Kinderen en tieners hebben prikkels uit de omgeving nodig om hun brein te laten rijpen”, zegt Jelle Jolles, hoogleraar neuropsychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, en hoofd van expertisecentrum Brein & Leren. „En die krijgen kinderen te weinig in de ‘schrale’ omgeving thuis.” Hersenen en neurologische vaardigheden ontwikkelen zich echt anders bij ‘tweedimensionaal’ spelen, bijvoorbeeld met een spelletje op je telefoon, dan bij ‘driedimensionaal’ spelen, zoals in een boom klimmen, legt Jolles uit.
Kinderen missen nu niet alleen de fysieke prikkels, die ze krijgen bij het buitenspelen of het rennen op het schoolplein. Ze hebben ook een gebrek aan cognitieve, sociale en emotionele impulsen. Jolles: „Als een groepje jongeren op een hek zit, is hun brein ongelofelijk hard bezig. Die kijkt, luistert. Wat zegt Ahmed nou? Die dumpt Chantal? Hoe reageert zij daarop? Wat zou ik doen? Sociale interactie is ongelofelijk belangrijk om te zien: waar sta ik?”
Sociale media kunnen dat niet vervangen, denkt Jolles. „In het echt geeft iemand inhoud aan z’n woorden, door een wenkbrauw op te trekken bijvoorbeeld. Met sociale media geef je vooral woorden over. De emotionele interactie is dan bijna non-existent.”
Haddouche, de moeder van drie dochters, maakt zich ook zorgen om dat gebrek aan sociale interactie. „Ze gaan alleen nog om met mensen die ze al goed kennen, terwijl je op school verplicht bent ook met anderen samen te werken. Zelfs als je iemand niet mag. Nu leren ze niet om met iedereen om te gaan.”
En zelf merkt Hanae Haddouche dat ze er ook „doorheen begint te zitten”: „Eerst kon je ontspannen in de kappersstoel of ergens koffiedrinken. Nu zit je continu in dezelfde omgeving, ben je moe en denk je soms: ‘Laat maar.’”
Waarom we ons minder druk moeten maken
We kunnen nog „repareren”, denkt Jolles. „We weten dat het effect van de lockdown gecompenseerd kan worden met prikkels uit de omgeving.” Hij vergelijkt het met het revalideren na een gebroken been: een kind ligt even plat, maar kan daarna door te bewegen weer de oude worden. Dat kan volgens hem ook met sociale vaardigheden.
Dat vergt wel een investering van de ouders en school. „Door bijvoorbeeld sociale spelletjes te organiseren via sociale media.” Het liefst zit daar een emotionele component bij. „Bedenk bijvoorbeeld een dief die de toetsen heeft gestolen en dat ze die moeten vinden.”
Scholen zouden extra moeten investeren in emotionele interactie, vindt Jolles. „Door bijvoorbeeld in mentorlessen te praten over persoonlijke dingen en intenties van anderen.” Noem het emotionele revalidatie.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/11/web_2711culmediasnoerr.jpg)
Vijf minuten na de dagafsluiting van school staan de vriendinnen van de dochters van Hanae Haddouche op de stoep. Ze gaan dan Jachtseizoen spelen, bekend van de YouTubers van StukTV. Daar is ook een app van. Om de zoveel minuten krijgen de ‘zoekers’ de locatie door van de ‘boef’ die zo lang mogelijk uit hun handen moet zien te blijven. „Als kinderen met schermpjes bezig zijn, kun je erop letten dat ze actief bezig zijn in plaats van passief naar suffe YouTube-filmpjes kijken”, zegt Justine Pardoen van Bureau Jeugd & Media. „Bijvoorbeeld het liefste samen met vriendjes bouwen met Minecraft of andere actieve games zoals Among Us, Roblox of Just Dance.”
En hou het gesprek erover gaande, tipt Pardoen: „Zo krijgt de meest suffe app of de meest flauwe influencer nog zin, als aanleiding tot een goed gesprek, reflectie, jezelf en elkaar leren kennen. Er is veel te beleven aan low culture!”
Martine Behrens (49) uit Amsterdam is niet tegen ‘online’, maar vond al dat telefoongebruik van haar dochters (16/18) wel heel individualistisch. „Ze zitten dan helemaal in hun eigen wereld.” Daarom voerde ze gezamenlijke tv-avonden in. Ze mogen dan best naar iets simpels kijken als Temptation Island. „Maar laten we daar dan een ding van maken met elkaar.” Op vrijdagmiddag spelen ze spelletjes.
Ze ziet ook wat sociale media opleveren. Haar oudste dochter houdt via TikTok contact met haar klasgenoten. In de filmpjes moet zij soms als moeder figureren. Overigens schrikken ze zelf ook van hun schermtijd, zegt Behrens. „‘Acht, negen uur? Oh my god’, zeggen ze dan. Ze krijgen er zelf ook genoeg van.”
Tips
TikTok politie Amsterdam (leeftijdsgrens app is 13 jaar)
Jeugdagent Kim laat op het TikTok-account van de Amsterdamse politie haar werk zien. Hoe ziet een cel voor een arrestant eruit? Wat draagt een agent allemaal op het lijf? En mag je je lunch nog opeten als je een melding krijgt? Er is ruimte voor dansjes tussendoor. De filmpjes zijn al miljoenen keren bekeken. Wie weet draagt het bij aan het oplossen van het tekort bij de politie.
Studio Snugger (van 5 t/m 8 jaar)
Bij Zapp-programma Studio Snugger (NTR) is een soort ‘Echt Waar!?’ voor kinderen: is het snugger of kletspraat? Cabaretier Thomas van Luyn presenteert met kinderlijke energie. Hoe poepen astronauten in de ruimte? Proef je minder als je staat? Op het YouTube-kanaal zijn ook trucs te vinden, voor een wat actievere mediaconsumptie.
Uitgezocht (van 9 t/m 12 jaar)
Het NOS Jeugdjournaal doet met zijn uitgezocht-video’s een beetje Het Klokhuis na door in korte filmpjes van onder de tien minuten allerlei zaken uit te leggen: waarom geloven mensen in complottheorieën? Waarom heb je last van zenuwen voor een spreekbeurt? Als je tijd hebt: kijk mee met de filmpjes en bespreek ze na, dan beklijft de informatie beter.
#lerenoptiktok (het leeftijdsadvies van TikTok is 13 jaar)
Slim zoeken op hashtags in TikTok loont: #lerenoptiktok verzamelt makeuptutorials tot lifehacks. Inspiratie voor een creatieve middag dus. Mediagenieke meesters (zoals @meesterjesper) en juffen (@jufmlg) willen onder dezelfde hashtag ook breuken en taalregels uitleggen, al begint dat dan wel veel op huiswerk te lijken.
Scratch (vanaf 8 jaar)
Je kind moet het leuk vinden om te (leren) programmeren, maar dan is Scratch wel de beste optie. Deze visuele programmeertaal – het werkt met blokjes in plaats van tekst – is onder meer ontwikkeld door het Media Lab van het Massachusetts Institute of Technology, en geschikt om allerlei animaties en spelletjes mee te maken. Het is niet bepaald nieuw: in vijftien jaar zijn al 67 miljoen bouwwerkjes gemaakt.
E-books en audioboeken
Kinderen leren meer van een papieren boek dan van een e-book, blijkt uit onderzoek. Ze zijn meer ontspannen en minder afgeleid. Voor oudere kinderen is een prikkelvrije e-reader wel een optie, sommigen vinden het ook leuker. Met een e-book-abonnement is er veel keus voor weinig geld. Audioboeken vereisen bovendien geen schermtijd en prikkelen wel de fantasie.