Aanpassen aan het klimaat Hoe passen landen zich aan het veranderende klimaat aan? Nu gaat die aanpassing veel te langzaam. Een vogelvlucht langs negen voorbeelden.

De opwarming van de aarde gaan we zo niet verslaan

Hoe we ons aanpassen aan het veranderende klimaat

Aanpassen aan het klimaat Hoe passen landen zich aan het veranderende klimaat aan? Nu gaat die aanpassing veel te langzaam. Een vogelvlucht langs negen voorbeelden.

De aarde warmt op. Maar de mens past zich niet snel genoeg aan het toenemend aantal hittegolven, droogtes, natuurbranden, stortbuien, overstromingen aan. Het verhoogt het risico op slachtoffers en schade aan samenlevingen, natuur, landbouw, infrastructuur. Twee weken geleden riep het Milieuprogramma van de Verenigde Naties al op tot meer geld, en meer projecten. Afgelopen woensdag herhaalde voormalig secretaris-generaal Ban Ki-moon die oproep nog eens. Vooral de private sector blijft achter. Ban deed de oproep tijdens een persconferentie voorafgaand aan de klimaattop die deze maandag en dinsdag in Nederland plaatsvindt en die helemaal in het teken staat van adaptatie: aanpassing aan klimaatveranderingen die nu al gaande zijn. En ze zullen erger worden zolang de mens zijn uitstoot van broeikasgassen niet weet terug te brengen naar nul. „De veranderingen gaan sneller dan we denken en voelen”, zei Ban. Hij is betrokken bij de top als een van de voorzitters van de Global Commission on Adaptation.

Alleen al voor de ontwikkelingslanden is er vijf tot tien keer zoveel geld nodig dan de 30 miljard dollar die gemiddeld in 2017 en in 2018 beschikbaar waren

Cijfers uit het World Disasters Report 2020, opgesteld door het Internationale Rode Kruis, laten de trend zien. Het jaarlijks aantal rampen gerelateerd aan extreem weer en klimaat is sinds 1990 toegenomen met 35 procent. Ook nemen extreem weer- en klimaatgerelateerde rampen een steeds groter aandeel in van het totaal: 83 procent in de laatste tien jaar, tegen 76 procent in de tien jaar daarvoor. Voor 2019 telt het rapport onder meer 127 overstromingen, 59 stormen, acht grote natuurbranden, acht extreme droogtes.

Alleen al voor de ontwikkelingslanden is er voor adaptatie vijf tot tien keer zoveel geld nodig dan de 30 miljard dollar die gemiddeld in 2017 en in 2018 beschikbaar waren. Maar tijdens de coronapandemie zijn de bijdragen juist omlaag gegaan. En ook de post-coronaplannen voor economisch herstel stemmen niet gunstig, zei Ban. Alle green deals ten spijt, zullen ze tot een versterkte uitstoot van CO2 leiden, zo laten analyses zien.

Ban benadrukte tijdens de persconferentie vijf gebieden waarop adaptatie zich zou moeten focussen. Zoals het beschermen van mangrovebossen, early warning systems, en het verbeteren van de landbouw op droge gronden. De Global Commission on Adaptation somde ze bijna anderhalf jaar geleden al op in een rapport. En riep daarin ook op tot een revolutie in het plannen en financieren van projecten. Want dat gaat nog te vaak verkeerd.

Los van geld en technische oplossingen zijn het vooral sociale, culturele en politieke barrières die zorgen dat aanpassingen wel of niet worden doorgevoerd. Dat concludeerden onderzoekers drie jaar geleden in een studie waarbij ze verkenden hoe zes kustgebieden zich kunnen aanpassen aan de stijgende zeespiegel. Maar hoe zulke barrières overwonnen kunnen worden, daar ontbreekt juist het onderzoek naar. De onderzoekers voorspellen ook een tweedeling. Verstedelijkte, rijke landen hebben straks bewerkte kusten met een steeds hogere verdediging, en een radicaal veranderd landschap. Rurale, arme landen worstelen om menselijke nederzettingen aan de kust veilig te houden, en uiteindelijk zullen mensen er wegtrekken, met het risico op grote sociale conflicten.

Of het zover zal komen?

NRC licht negen gebieden uit, en geeft weer wat er wel, niet, of verkeerd aan adaptatie wordt gedaan. En welke barrières er zoal zijn. De gebieden zijn zo gekozen dat ze qua geografie, inkomen, klimaatproblematiek en oplossingen een gevarieerd beeld geven.

1 Deltaprogramma in Nederland

Foto Ruud Taal/ANP

Sinds 2010 loopt in Nederland het Deltaprogramma, waarmee het land moet worden aangepast aan de gevolgen van het veranderende klimaat. De zeespiegel stijgt. Er valt over het hele jaar gezien steeds meer regen. Hagel en onweer worden heviger. Maar de zomers worden juist droger en heter, zeker in het binnenland.


Binnen het Deltafonds is er voor de periode 2021 tot 2034 bijna 19 miljard euro gereserveerd. Daarvan gaat tweederde naar adaptatie. Bijvoorbeeld voor het verstevigen en verhogen van dijken. Op de kust wordt zand aangebracht, om de erosie te compenseren. Voor sluizen en stormvloedkeringen is onderhoud en renovatie gepland – dat is bij de Afsluitdijk nu gaande.

Van oudsher richtte Nederland zich op harde infrastructuur, zoals dijken en sluizen. Inmiddels wordt meer rekening gehouden met natuurlijke processen. Zo zijn rivieren verruimd, en mogen ze bij een hoge afvoer buiten hun oevers treden.

Toch was de Nationale Rekenkamer in 2012 nog erg kritisch op het adaptatiebeleid. Het vertoonde „weinig samenhang” en dekte niet „alle terreinen af”. Een voorbeeld is de problematiek van droogte, die Nederland in 2018 en 2019 overviel. „We zullen daarvoor meer water moeten gaan vasthouden”, zegt Marjolijn Haasnoot, verbonden aan kennisinstituut Deltares en de Universiteit Utrecht. Ondanks dat loopt Nederland internationaal gezien volgens haar voorop bij het plannen van maatregelen, samen met Nieuw-Zeeland en Groot-Brittannië. „Omdat al wordt geanticipeerd op mogelijke veranderingen over 80 jaar.” Maar in de uitvoering ziet ze nog wel barrières. Door de keuze in het verleden voor dijken en sluizen is Nederland erg pad-afhankelijk, zoals dat heet. Het beperkt de mogelijke adaptaties. En in het dichtbevolkte Nederland wordt in de praktijk nog te weinig rekening gehouden met de „gigantische ruimte” die sommige adaptaties straks misschien vragen. Zoals het bergen van rivierafvoeren die bij een stijgende zeespiegel steeds moeilijker naar zee kunnen stromen.

2 Ontdooiende permafrost in Norilsk/Jamalië (Rusland)

Foto Gabriel Bouys/AFP

Een groeiend probleem voor het Arctisch gebied is de ontdooiende permafrost. Als het ijs in de grond smelt, zakt de bodem in. Het kan voor grote schade zorgen aan huizen, spoorlijnen, olie- en gaspijpleidingen. In Norilsk zakte vorig jaar juni een dieseltank bij een energiecentrale weg in de permafrost. De tank raakte beschadigd en begon te lekken. Het leidde tot een groot diesellek, en ernstige vervuiling van de rivieren Daldykan en Ambarnaja.


Een studie uit 2018 bracht de potentiële schade door permafrostdooi in het Arctisch gebied in kaart, en concludeert dat in 2050 circa 70 procent van alle infrastructuur in permafrostgebied zich dan bevindt op bodem die een hoge kans heeft te ontdooien. Het treft circa 3,6 miljoen mensen.

Wat betreft potentiële schade wees het onderzoek het gebied rondom Norilsk (180.000 inwoners) aan als een van de hotspots. Veel huizen zijn er al beschadigd. Een andere hotspot is Jamalië, een gebied ten westen van Norilsk, dat rijk is aan aardgas. Van alle gas dat Europa via pijpleidingen importeert, komt volgens de studie een derde uit dat gebied. Ontdooiende permafrost is dus niet alleen lokaal, maar ook geopolitiek een risico. Een ander kwetsbaar gebied is de omgeving van Fairbanks in Alaska. Daar passeert de Trans Alaska pijpleiding, die olie vervoert.

Als oplossing worden bijvoorbeeld huizen gebouwd op palen, die diep de grond in gaan. Zulke aanpassingen maken de bouw relatief duur. Een andere optie is om op basis van lucht- of satellietfoto’s alleen nog te bouwen op harde of nauwelijks verzakkende ondergrond.

3 Droge landbouwgrond in Mali/Senegal

Foto Nic Bothma/EPA

Mali is „extreem kwetsbaar”, maar wel „druk doende” met adaptatie, zegt Chris Reij van het World Resources Institute, en gespecialiseerd in het herstel van gedegradeerde gronden in droge gebieden. Het land kampt vooral met toenemende droogtes. Aanpassingen zijn sterk gericht op de landbouw – 75 procent van de bevolking is ervan afhankelijk. Er wordt bijvoorbeeld geëxperimenteerd met variëteiten van sorghum, parelgierst en aardnoot die beter tegen droogte en hitte kunnen. In het centrale deel van het land, waar het droge Sahel-klimaat heerst, zijn veel boeren erop overgestapt de opschietende bomen op hun land niet langer te verwijderen, maar juist te laten groeien. Bomen leveren brandhout, voer voor het vee (de bladeren) of ze verbeteren de vruchtbaarheid van de bodem. „Dit moet en kan op nog veel grotere schaal gebeuren”, zegt Reij.

Er zijn ook boeren en veehouders die het droge, zich uitbreidende, Sahel-klimaat ontvluchten en zuidwaarts trekken, naar vruchtbaardere gronden in onder meer het stroomgebied van de Niger. Omdat het daar dichter bevolkt is ontstaan er conflicten tussen veehouders, vissers en boeren. In het noorden van Mali is in 2012 een burgeroorlog uitgebroken, waardoor (klimaat)hulp uitblijft, terwijl het juist daar zo nodig is.

Een probleem, zegt Reij, is dat de bevolking „geen enkel vertrouwen in de overheid” heeft. „Gelukkig zijn er goede boerenorganisaties, en hebben vrouwen op het platteland zich massaal georganiseerd in spaar-en kredietgroepen.”

Ook in Senegal beheren boeren in honderden dorpen allerlei soorten bomen op hun land. En aan de kust wordt veel mangrove aangeplant. Maar de aanpassingen gaan niet altijd goed. In de kustplaats St. Louis overstroomde de Senegal-rivier in 2003. Om de rivierafvoer te vergroten werd een 4 meter breed kanaal gegraven. Door de werking van de zee is dat inmiddels ruim 3 km breed. Het heeft de kusterosie versterkt en een vissersdorp weggevaagd. Inwoners moesten zich elders vestigen.

4 Beschikbaarheid van water in Irak

Foto Mohammed Abed/AFP

Beschikbaarheid van water is het centrale probleem van Irak. Over het geheel genomen neemt de neerslag af – hoewel het patroon per regio varieert. Het aantal dagen met zandstormen is sterk toegenomen. Irak is voor zijn watervoorziening afhankelijk van de Tigris en de Eufraat. Die worden bovenstrooms, in Turkije en Syrië, steeds meer afgedamd. Het verhoogt de spanningen tussen de landen. Volgens sommige prognoses zullen de twee rivieren in Irak rond 2040 droogvallen. Dat zou een ramp betekenen voor bijvoorbeeld de landbouw en de voedselvoorziening. Ook de Mesopotamische moerassen, een wereldwijd belangrijk wetlandgebied in het zuidoosten van het land, loopt dan gevaar.

Irak heeft nog geen nationaal adaptatieplan (NAP). De lidstaten van de Verenigde Naties zijn in 2015, in het kader van het Parijs-akkoord, opgeroepen om zo’n plan op te stellen. Vorig jaar september kondigde de VN aan dat Irak het proces heeft gestart om een NAP te ontwikkelen.

In een ander, breder klimaatplan heeft het land al wel aangegeven irrigatiemethoden te willen verbeteren, en gewassen te willen ontwikkelen die beter tegen droogte kunnen. Ook moet de industrie meer afvalwater gaan hergebruiken, en zijn er meer waterzuiveringsinstallaties gepland.

5 De laaggelegen delta van het arme en dichtbevolkte Bangladesh

Foto Sultan Mahmud Mukut/SOPA Images

Het is een laaggelegen delta, dichtbevolkt, en arm. Het land kampt met een stijgende zeespiegel, verzilting van kustgebieden en (drink)water, en een veranderend neerslagpatroon. Vanaf zee trekken regelmatig orkanen over het land, en juist de zwaardere lijken in aantal toe te nemen. Intussen blijft de bevolking (nu circa 165 miljoen inwoners) snel groeien en verder verstedelijken. Door het smelten van gletsjers in de Himalaya zal de afvoer van de Ganges en de Brahmaputra veranderen.


Tegelijk wordt Bangladesh vaak als een van de succesverhalen genoemd voor wat betreft het opzetten van een early warning system. Nadat er in 1970 door orkaan Bhola 300.000 doden vielen, hielden opeenvolgende regeringen voorlichtingscampagnes. Een netwerk van meteorologische stations werd opgezet om tijdig te waarschuwen voor naderend gevaar. Er zijn schuilkelders gebouwd, evacuatieroutes aangelegd, gebouwen versterkt. Verstoorde of gekapte mangrovebossen zijn hersteld, om de kust beter te beschermen tegen hoge golven. Land is ingepolderd, naar Nederlands voorbeeld. Het aantal slachtoffers dat orkanen maken, is door al deze maatregelen sterk afgenomen. In 2007 eiste orkaan Sidr 3.363 mensenlevens, in 2019 overleden vijf mensen door orkaan Fani.

In kustgebieden experimenteert men inmiddels met zouttolerante gewassen. Ook ruilen mensen de teelt van gewassen in voor die van garnalen. En men probeert het land mee te laten stijgen met de zee, door bij ingepolderde akkers de dijkjes tijdelijk door te steken. Het sediment dat vanuit de rivieren of vanuit zee wordt aangevoerd, kan dan binnendijks neerslaan.

Drie jaar geleden heeft de regering van Bangladesh een deltaplan aangenomen voor adaptatie. Het loopt tot 2100. De eerste fase, tot 2030, kost circa 30 miljard euro. Onder andere de Wereldbank en Nederland investeren mee.

6 De stijgende zeespiegel bij Kiribati

Foto Justin MacManus/The AGE/Fairfax Media

Een groot, dreigend gevaar voor deze eilandrepubliek in de Stille Oceaan is de stijgende zeespiegel. Het staat symbool voor alle laaggelegen eilanden en atollen. In 2014 kocht de toenmalige president Anote Tong van Kiribati uit voorzorg bijna 25 km2 grond aan op Fiji – mocht een deel van de bevolking (totaal circa 115.000 bewoners) gedwongen moeten verhuizen. Maar drie jaar later nam de nieuwe president, Taneti Maamau, tijdens een klimaattop in Bonn afstand van dat plan. „We geloven niet dat Kiribati als de Titanic zal zinken.” Hij zet er juist op in het land weerbaarder te maken.


De Pacifische eilanden lijkt ook iets meer tijd gegund dan gedacht. Recent wetenschappelijk onderzoek laat zien dat hun kustlijn verandert onder invloed van wind, golven en stromingen. Veel eilanden krimpen niet, maar groeien, door de aanvoer van sediment. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een studie naar de 101 eilanden van Tuvalu (ruim duizend kilometer ten zuidwesten van Kiribati). „De vraag is natuurlijk wel of dat zo blijft”, zegt Maarten van Aalst, hoogleraar rampenpreventie aan de Universiteit Twente.

Met bijna 12 miljoen dollar aan hulp van de Wereldbank heeft Kiribati de afgelopen jaren aanpassingen doorgevoerd. Her en der zijn grote en kleine systemen aangelegd voor de opvang van regenwater. Op het eiland South Tawara zijn drie zeekeringen van in totaal 370 meter lengte gebouwd. Op sommige plekken is mangrove aangeplant, om de kust te beschermen.

Oplossingen zijn soms makkelijker dan je denkt, zegt Van Aalst. Hij herinnert zich een centraal ziekenhuis waar de zaal voor bevallingen wel eens onder water liep. „Je stond er soms tot aan je knieën in het water,” zegt hij. Men kwam erachter dat het personeel vaak naar zee liep, en een pad had uitgesleten, een gootje, waardoor het zeewater zo naar het ziekenhuis liep. „Door het strand bij het pad te verhogen, was het probleem in elk geval tijdelijk verholpen.”

7 Opgewarmde zee en natuurbranden in Australië

Foto Justin MacManus/The AGE/Fairfax Media

Het Australische rapport State of the Climate 2020 meldt stijgende temperaturen van het zee-oppervlak, meer zeehittegolven, versnelde verzuring van het water. Het heeft allemaal nadelige effecten op het Great Barrier Reef, dat in slechte staat verkeert. „Daar bovenop komt nog de aanvoer van vervuild water door de mens”, mailt koraalwetenschapper Britta Schaffelke van het Australian Institute of Marine Science.


Sinds 2005, schrijft ze, loopt er een programma om de kwaliteit van het naar zee afgevoerde water te verbeteren. Ze ziet vooruitgang, maar het gaat langzaam. „Het zal jaren tot decennia duren voordat veranderingen op land doorwerken in zee.” Daarnaast is het herstel van koraal een speerpunt. Een recent onderzoek heeft 43 interventies geselecteerd, die verder worden uitgewerkt. Voorbeelden zijn het grootschalig kweken van warmtetolerante koralen in het lab, het uitzaaien van koraal op verschillende manieren, zorgen voor schaduw via mistkanonnen of gemanipuleerde wolkvorming.

Een ander probleem, aan land, is de toenemende droogte. De condities verhogen de kans op natuurbranden. De periode dat ze zich kunnen voordoen – het fire season – verlengt. Dit speelt vooral in het zuiden en het oosten van het continent. New South Wales werd eind 2019, begin 2020 getroffen door ongekend grote en intense natuurbranden, die werden veroorzaakt door droge bliksems. De precieze rol van klimaatverandering is nog in onderzoek. Door de branden is de discussie weer opgelaaid over beter natuur- en bosbeheer. In hoeverre moet je brandbaar materiaal, zoals bladeren en takken, verwijderen. Of kleine stukken natuur gericht afbranden, zoals Aboriginals doen.

8 Smeltende gletsjers in Peru

xxx

Foto Dan Kitwood/Getty Images

Net als in andere berggebieden smelten ook in de Andes de gletsjers. De bergketen doorkruist Peru aan de westkant. De afgelopen halve eeuw zijn de gletsjers in dit land in oppervlak ongeveer gehalveerd, laat Juan Bazo van het Rode Kruis Klimaatcentrum via e-mail weten. Hij is gestationeerd in hoofdstad Lima. De gletsjersmelt heeft gevolgen voor de gemeenschappen die van het smeltwater afhankelijk zijn voor drinkwater en irrigatie. Naar schatting 1,4 miljoen mensen in de Andes leven van de landbouw. Verder is Lima, met 10 miljoen inwoners, voor zijn watervoorziening helemaal afhankelijk van de rivierafvoer vanuit de Andes. Die aanvoer verandert door de smeltende gletsjers. In eerste instantie zullen ze meer water aanvoeren, maar op termijn steeds minder.


Tegelijk vormen zich in de bergen meer smeltmeren, die gevaar opleveren als hun rand van ijs of puin doorbreekt, en de inhoud zich naar beneden stort. „In de Cordillera Blanca zijn voor bescherming daarom al 34 barrières gebouwd”, schrijft Bazo.

Adaptaties verschillen per regio, aldus Bazo. In het ene geval gaat het om efficiënter watergebruik en gewassen die beter tegen variërende weersomstandigheden kunnen. In het andere geval gaat het om herbebossing en de aanleg van waterreservoirs. Voor Lima plant de nationale overheid nu een tunnel helemaal door de Andes, die water vanuit het oosten naar de woestijnstad aanvoert. Bij berggemeenschapen ziet Bazo toenemende conflicten over landbezit, watergebruik en vervuiling. „De mensen wantrouwen de overheid steeds meer.” Dit zal alleen maar toenemen, verwacht hij. Datzelfde geldt voor de migratie vanuit de bergen naar de kust.

9 Orkanen en overstromingen in Louisiana/Florida

Foto William WidnerThe New York Times

In de Verenigde Staten zullen de zuidelijke staten tussen Texas en Florida de meeste schade oplopen door klimaatverandering. Dat is de uitkomst van een studie uit 2017, in het tijdschrift Science. Hoewel er de nodige onzekerheden in het onderzoek zitten, is het opvallend dat juist veel van deze staten nog weinig doen aan adaptatie. Louisiana en Texas hebben op staatsniveau nog geen plannen, aldus het Georgetown Climate Center.


In New Orleans is wel het een en ander gebeurd, maar pas nadat orkaan Katrina (2005) er zorgde voor 1.800 doden en een geschatte schade van 160 miljard dollar. Na de ramp is bijvoorbeeld een drie kilometer lange stormvloedkering gebouwd. „Maar met name de arme bewoners zijn nog steeds erg kwetsbaar”, zegt adaptatiedeskundige Richard Klein van het Stockholm Environment Institute.

Een adaptatie die je nu vaker begint te zien in overstromingsgevoelige gebieden door heel Amerika, is dat mensen hun huizen opvijzelen.

In Florida, de staat met het grootste aandeel 65-plussers, zullen naar verwachting meer mensen sterven aan stijgende temperaturen en hittegolven. Door het toenemend gebruik van airconditioning schiet de vraag naar elektriciteit omhoog.

In Miami lopen intussen de straten steeds vaker onder, als gevolg van hoogtij en een stijgende zeespiegel. De stad loopt extra gevaar omdat de ondergrond van poreuze kalksteen is, een ‘gatenkaas’, waar het zeewater makkelijk door oprukt. Het bedreigt ook de ondergrondse lagen waar de regio nu zijn zoet water uit betrekt. Toch blijft de stad maar bijbouwen, ook dicht bij de kust. Mede geholpen door een federaal verzekeringsprogramma tegen overstromingen dat wordt misbruikt voor de bouw van tweede huizen en vastgoedbeleggingen. In Miami, waar de kloof tussen rijk en arm groot is, zal de arme, voornamelijk zwarte bevolking de schadelijke gevolgen het sterkst ondervinden.

Tekst

Marcel aan de Brugh

Fotoredactie

Peter Lipton

Kaarten

Jet de Nies/Studio NRC

Vorm

Koen Smeets