Profiel

Amanda Gorman: een jonge dichter die put uit diepe bronnen

Amanda Gorman Dichter

First Lady Jill Biden liet dichter en activist Amanda Gorman optreden bij de inauguratie van haar man. Gorman laat zich inspireren door wat ze wil voor zichzelf en voor haar land.

De poëzie van Amanda Gorman is retoriek die wil opzwepen en tegelijkertijd muzikaal is.
De poëzie van Amanda Gorman is retoriek die wil opzwepen en tegelijkertijd muzikaal is. Foto Kelia Anne/AP

De onverwachte ster van de inauguratie van de Amerikaanse president Joe Biden was een 22-jarige dichteres. Amanda Gorman, dichter en activist, hield een voordracht van een kleine zes minuten. Ze verbond de onwelgevallige geschiedenis van de Verenigde Staten aan de bezwerende boodschap van eenheid die ook centraal stond in de rede van de net benoemde president. Maar het was niet alleen de inhoud die indruk maakte: het was ook haar voordracht, haar dictie, met gevoel voor ritme, muzikaliteit en slim, betekenisvol rijm. En niet in de laatste plaats het feit dat zij als jonge zwarte vrouw, in een felgele Prada-jas, het eervolste podium had en de Amerikaanse droom verwerkelijkte.

Gorman sprak in het gedicht over zichzelf als een van de „opvolgers” van „een land en een tijd/ waar een mager Zwart meisje/ afstammend van slaven en opgevoed door een alleenstaande moeder/ kan dromen van het presidentschap”.

De keuze voor Amanda Gorman als de jongste inaugurele dichter tot dusver (de traditie werd ingesteld door Kennedy, sindsdien slechts voortgezet door Clinton, tweemaal, en Obama, ook tweemaal) was gemaakt door de First Lady, Jill Biden. Gorman genoot al bekendheid in hoge kringen door haar voordrachten bij officiële gelegenheden, zoals in het Witte Huis onder Obama. Ze werd op haar zestiende de uitverkoren jeugddichter, de youth poet laureate, voor haar woonplaats Los Angeles, en vervulde die erefunctie in 2017 ook voor de hele Verenigde Staten, als eerste drager van de titel. Haar dichterschap vormde zich naar de podia die ze kon bestijgen: wat ze schreef was altijd al geïnspireerd door „wat ik wil voor mezelf en voor mijn land”.

‘Raar kind’

Amanda Gorman groeide op in Los Angeles als een eenzelvig buitenbeentje, naar eigen zeggen een „raar kind” met een spraakprobleem. Dat maakte haar niet populair in de klas, maar zorgde er wel voor dat ze zich toelegde op schrijven, als manier om zich te uiten. Een docent herkende haar poëtische talent, Gorman deed mee aan dichtwedstrijden en won, ontving beurzen en publiceerde op haar zeventiende haar eerste dichtbundel, in eigen beheer. Poëzie waarvoor ze „put uit diepe bronnen, van voorouders, de gemeenschap, lijdende zielen”, zoals collegadichter Luis J. Rodriguez het karakteriseerde.

Vlak na de rechts-nationalistische rellen in Charlottesville in 2017 dichtte Gorman: „Tyrants fear the poet./ Now that we know it/ we can’t blow it./ We owe it/ to show it/ not slow it.” Retoriek die tegelijkertijd wil opzwepen en muzikaal is. Dat kenmerkt spoken word, de poëzievorm die niet zonder voordracht kan, omdat de door rijm en ritme voortgestuwde zinnen moeten klinken – als rap zonder muziek.

Gorman genoot al bekendheid in hoge kringen door haar voordrachten bij officiële gelegenheden, zoals in het Witte Huis onder Obama

Die techniek beïnvloedde ook Gormans inauguratiegedicht ‘The Hills We Climb’. Ze sprak over hoe ‘we’ geleerd hebben dat de normen en noties „of what just is/ isn’t always just-ice”. Het rijm benadrukt het verschil in betekenis, waarmee ze de contrasten aanzet, net als wanneer ze zegt dat Amerikaans-zijn méér is dan „een trots die we erven” („a pride we inherit”) en dat laat rijmen op de oproep het verleden te bezien en die te „repareren” („repair it”). Zo linkt ze begrippen aan elkaar door ze te laten rijmen: het beginrijm in „inaction” en „inertia” die de „inheritance of the next generation” worden, het halfrijm in „blunders” die „burdens” (verplichtingen) worden.

Ze maakt duidelijke referenties naar de geschiedenis van racisme en de doorwerking daarvan in het heden – met een verwijzing naar de recente bestorming van het Capitool: „We’ve seen a force that would shatter our nation/ rather than share it.” Gorman laat het volgen door een pleit voor verzoening. Dat mag een eenduidige boodschap zijn, maar Gorman geeft haar retoriek diepte met talloze (historische) verwijzingen. Het land dat „unfinished” is, verwijst direct naar de 19de-eeuwse oorlogstoespraak in Gettysburg van president Lincoln. Gorman roept het beeld op van de burger die rustig onder zijn „vine and fig tree” („wijnrank en vijgenboom”) wil zitten, een bijbels beeld, maar ook een verwijzing die president George Washington gebruikte. In de grote ring die Gorman droeg, met het beeld van een gekooide vogel, werd een eerbetoon herkend naar het boek I Know Why the Caged Bird Sings van Maya Angelou.

Gormans verhaal culmineerde in een oproep tot hoop en kracht. En vooral, zeer zichtbaar in de naar verbinding hintende wij-vorm, tot eenheid, het kernwoord van Bidens rede. Zo gaf Gorman de performancepoëzie presidentiële allure. Overigens verklaarde Gorman in 2017 al dat ze haar zinnen heeft gezet op het presidentschap in 2036. Hillary Clinton liet na de inauguratie in een tweet weten dat ze „niet kan wachten”.