Schoolplein in Heusden. „Er valt best een roulatiesysteem te bedenken waarbij kinderen één of twee keer per week op school komen.”

Foto Merlin Daleman

Is schoolsluiting de schade aan kinderen waard?

Coronabeleid De schadelijke lockdowneffecten voor kinderen en tieners blijven in de dagelijkse coronagrafieken onzichtbaar. Worden ze genoeg meegewogen? Bij de crisisdiensten in de jeugdpsychiatrie is het druk, kinderen zijn banger en negatiever en anorexia neemt toe. „Het hele steunsysteem, van sportclubjes en een lieve juf, is weggevallen.”

Wie de schade van de schoolsluiting gedetailleerd in kaart wil brengen, moet beginnen in het gezin van Adelijn Bink uit Utrecht.

Bink heeft met haar man Marcel vier adoptiekinderen. Nummer één, een meisje van vijftien jaar, gaat naar een middelbare school in het speciaal onderwijs. De school is de tweede lockdown open gebleven. „Zij doet het fantastisch.”

Nummer twee, een meisje van twaalf, zit in de brugklas van een reguliere vwo-school. Zij krijgt onderwijs op afstand. „Een brugpieper. Alles is natuurlijk nieuw en moeilijk voor haar en we moeten haar veel helpen. Maar het gaat.”

Nummer vier, een jongetje in een reguliere groep 3, heeft als jong kind ook best wat hulp en aandacht nodig. „Maar dat redden we wel. We hebben gekozen voor vier adoptiekinderen, we kunnen een heleboel.”

Maar dan hun nummer drie, hun licht verstandelijk gehandicapte dochter van elf met weinig impulsbeheersing en een hechtingsstoornis – Bink stuurt haar zacht maar resoluut terug naar haar speelgoed als ze door het gesprek tettert. „Weet je,” zegt ze, „dat gáát niet.”

De mytylschool waar het meisje op zit, sloot tijdens de tweede lockdown wederom de deuren. Er was noodopvang, maar dat was in wisselende lokalen en werd gerund door klasse-assistenten. „Mijn dochter heeft heel veel structuur en veiligheid nodig. Dit soort noodopvang is geen optie.”

Schoolplein in Den Bosch. Foto Merlin Daleman

Wat ook niet gaat, is het onderwijs op afstand. Van ’s ochtends videobellen raakt ze in paniek. Van de envelop met schoolwerk wordt ze doodongelukkig. „Ze kan het niet, het past niet in haar hoofd.” Intussen eist ze alle aandacht op, is ze weerspannig en ontregeld, gaat ze huilen om niks en ontsteekt ze in woede om alles. Zoals na een vakantie, maar dan keer drie. „Ze is nu ook heel fysiek, naar mij toe gericht.” Binks tot dan toe montere stem begint te haperen. „Weet je, een klap van je kind krijgen doet meer met je dan een klap van je buurman. Ik snap het, ze vertrouwt mij het meest. Maar die driftbuien, die woede, het heeft zoveel invloed op ons gezin. Ik ben zo bang dat haar broertje en zusjes een hekel aan haar krijgen. Dit is gewoon te veel.”

Code Zwart

Nog nooit staarden zoveel Nederlanders zo vaak naar zoveel cijfers als in deze coronacrisis. De opnames op de intensive care, de risiconiveaus van de besmettingen, de mortaliteitsratio’s, de exponentiële groei van de Britse variant, de R. Omhoog, plateau, omlaag, in talkshows aangevuld met zorgwekkende scenario’s van IC-chefs en ziekenhuisdirecteuren.

In december, toen de curves weer naar boven bogen, sloot het kabinet voor de tweede keer de scholen om het nieuwe coronavirus in te dammen. De opbrengst van die maatregel wordt dagelijks breed uitgemeten in die getallen en grafieken.

Voor de prijs die de elfjarige dochter van Adelijn en Marcel voor de schoolsluiting betaalt, bestaat geen dashboard

Maar het toenemend moeilijke gedrag van de elfjarige dochter van Adelijn en Marcel zit daar niet bij. Er is geen teller die haar driftbuien noteert. Voor de prijs die zij voor de schoolsluiting betaalt, bestaat geen dashboard.

Zo is er ook geen dashboard met daarop de vertwintigvoudiging van het aantal dwangvoedingen dat Amsterdamse jeugdpsychiaters de laatste maanden toedienen aan jonge meiden die zichzelf uithongeren.

Er zijn geen dagkoersen die laten zien dat acute ggz-teams in de hoofdstad deze maand niet één keer, maar vijf keer per dag worden gebeld voor een suïcidale jongere of een onhandelbaar kind.

Er is geen grafiekje waarop je dagelijks de leerachterstanden ziet oplopen – die van de achterstandskinderen bijna twee keer zo snel, als ware het een Britse variant. Er is ook geen grafiek voor de ruime verdubbeling van het aantal kinderen dat wéér een dag wordt verwaarloosd, wéér een dag getuige is geweest van geweld tussen ouders.

En Code Zwart is niet uitgeroepen voor de crisisbedden in de kinder- en jeugdpsychiatrie – al lagen die vlak voor Kerst toch beangstigend vol.

Nee, niet alles komt op rekening van de schoolsluiting, zeggen mensen. De toename begon al na de zomer. En veel cijfers zijn er, mede door de decentralisatie van de jeugdzorg, nog helemaal niet.

Maar wát er aan anekdotisch bewijs en eerste onderzoeken is, laat twee dingen duidelijk zien. Eén: de discussie over de proportionaliteit van deze maatregel moet opnieuw, en intenser, worden gevoerd. Hoeveel schade aan kinderen en tieners – die zelf nauwelijks ziek worden van corona – mag virusbestrijding kosten?

En twee: het onderwijs verdient opwaardering. Wederom wordt duidelijk dat een maatschappij zonder scholen niet draait. Scholen leren kinderen dingen, maken emotionele en sociale ontwikkeling mogelijk, zijn schuilplaats en meldpunt. Scholen zijn, zoals een bestuurder van een jeugdggz-instelling het zegt: „extreem belangrijk, voor álles.”

Leerachterstanden

In al z’n ellende leverde de eerste lockdown Mark Verhagen wel een geweldige dataset op. De Citotoetsen – de meetpunten voor zijn onderzoek naar leerprestaties – zijn in februari en juni, en de schoolsluiting viel er perfect tussenin. „Je kon het eigenlijk niet beter wensen.”

Lees ook: Wat zijn de oplossingen om de leerachterstanden aan te pakken?

Op basis van 300.000 leerlingvolgsystemen kon de Nederlandse onderzoeker aan Oxford University precies zien wat de tien weken durende schoolsluiting in maart deed met leerprestaties van kinderen in groep 4 tot 7. Aan de telefoon legt Verhagen het uit. „We rekenen zo. Van een kind dat begint op het 50ste percentiel – dus dat een exact gemiddeld niveau heeft – verwacht je dat die aan het einde van jaar nog steeds op die 50 zit. Wat we zagen is dat kinderen gemiddeld over de hele linie 3 punten terugzakken.”

Maar nu het pijnlijke. Zo’n 8 procent van de leerlingen in het basisonderwijs heeft een vinkje, een indicatie die gekoppeld is aan een zeer laag opleidingsniveau van ouders. Die 8 procent heeft een slechte startpositie. Verhagen: „Normaal groeien deze kinderen tijdens hun schoolcarrière. Elk jaar boeken zij gemiddeld 1 à 2 punten extra vooruitgang. Dat is het bejubelde effect dat scholen ongelijkheden gladtrekken.” Verhagen zag dat deze groep het afgelopen jaar deze extra vooruitgang niet boekte. „Zij vielen dus 4 tot 5 punten terug.” En nu, bij de tweede sluiting, krijgen ze nog een klap.

Zonder scholen draait de maatschappij niet

Die leerachterstand is niet makkelijk in te halen, zegt Verhagen. „Dit zijn gaten in je kennis waar je je hele schoolcarrière over struikelt.”

Scholen kregen in december de mogelijkheid ruimer noodopvang aan te bieden. Naast kinderen van ouders met cruciale beroepen mogen nadrukkelijk ook kwetsbare leerlingen naar school.

Maar dat blijkt in de praktijk een loterij – de ene school biedt het veel ruimer en gestructureerder aan dan de ander, een enkele school doet het helemaal niet. Ook in het speciaal onderwijs is het willekeur.

En lang niet alle kwetsbare leerlingen komen op de noodopvang. Van de noodopvanggebruikers (16 procent van het totaal) is slechts 5 procent daar met een ‘kwetsbaar’-kwalificatie, bleek uit een peiling onder schoolleiders. Maar alleen de groep met het achterstandsvinkje van Verhagen is al procentpunten groter dan dat.

Kwetsbare leerlingen zijn uit zicht, ouders vragen niet om opvang, de school vindt het te druk worden. Bestuurder Mariënne Verhoef van een Amsterdamse jeugdzorg- en jeugdpsychiatrie-instelling: „Pleegouders bijvoorbeeld mogen hun pleegkinderen naar de noodopvang brengen – de vorige schoolsluiting viel deze groep heel zwaar. Maar veel scholen zeiden simpelweg: nee. Wij hebben echt bij iedereen moeten benadrukken dat pleegkinderen hier recht op hebben.”

Schoolplein in Den Bosch.
.Foto Merlin Daleman
Leeg schoolplein in Heusden.
Foto Merlin Daleman
Lege schoolpleinen in Den Bosch en Heusden.
Foto’s Merlin Daleman

Is drie punten terugval per schoolsluiting eigenlijk veel? Onderzoeker Mark Verhagen: „Het staat gelijk aan zo’n zes tot zeven weken niks leren.” Bijna de volledige eerste schoolsluiting, dus. Ja, zegt hij. „Je had ze ook gewoon buiten kunnen laten spelen.”

Psychisch welbevinden

Laatst hoorde Mariënne Verhoef iets opvallends van behandelaars in haar organisatie. Verhoef is bestuurder van Levvel, een grote fusieorganisatie van een Amsterdamse jeugdzorginstelling en een kinder- en jeugdpsychiatrie-instelling. Ze hoorde dat kinderen onderling zo negatief tegen elkáár beginnen te doen. „Ze appen elkaar voorturend dat hun ‘coronadiploma’ toch niks waard is, dat ze niet tot hun favoriete studie zullen worden toegelaten, dat ze geen werk gaan vinden. Ze schieten elkaar helemaal af.” Dat gaat ook zo onder de gezonde, gemotiveerde, hoogopgeleide kinderen. „Hoe denk je dat het gaat met kinderen die op de rand zitten?”

In één lange adem – het zit haar hoog – somt Verhoef een lijst op met negatieve gevolgen van de schoolsluiting, plus de andere coronamaatregelen. Jongeren denken veel vaker aan zelfmoord, zegt ze. De absolute zelfmoordcijfers laten tot 2020 geen stijging zien. Maar op de afdeling acute zorg is het nu zo druk dat ze 35 tot 40 nieuwe mensen aanneemt. „Ons acute ambulante team krijgt nu niet één telefoontje per dag, maar vijf.” Dat zijn meldingen van kinderen en jongeren die extreem uit de hand gelopen gedrag vertonen of extreme emoties hebben, die geweld in gezinnen meemaken, die zichzelf geweld aandoen, die zeggen dat ze dood willen. De toename begon in oktober, toen de maatregelen weer terugkwamen, zegt Verhoef, en intensiveerde vanaf december toen de scholen dichtgingen.

Die trend is landelijk, zegt ook psychiater en hoogleraar Arne Popma, die de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie voorzit van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie. 60 tot 70 procent van de kinder- en jeugdpsychiatrie-instelllingen in Nederland rapporteert een toename van meldingen, zegt hij. Overal wordt het drukker op acute afdelingen, het hardst gaat het in de Randstad. „Vlak voor Kerst waren er echt bijna geen plekken meer. Onze eigen Code Zwart dreigde, ja.”

Dat die beddenschaarste weinig aandacht kreeg, steekt hem. „Kinder- en jeugdpsychiatrie is toch ook gewoon een medische discipline, zou je denken. Maar we moeten echt moeite doen om gehoord te worden. Er heerst de gedachte: kleine mensjes, kleine problemen. Maar geloof me, de problemen zijn niet klein.”

Ook op de lijst: anorexia nervosa, een stoornis die er nu echt uitspringt. Kinderen die dat al hadden, verslechteren de laatste tijd, zien ze bij Levvel. Verhoef: „We hebben de laatste maanden twintig keer zoveel dwangvoedingen moeten toedienen als in dezelfde periode vorig jaar. Dit gaat maar om een handvol extreem zieke kinderen, maar die zijn slechts het topje van de ijsberg. Onder het oppervlak groeit de berg aan eetstoornissen.” Hans van Goudoever, baas van het Emma Kinderziekenhuis, zag dit jaar niet dat ene uitzonderlijke kind dat volledig stopt met eten en drinken, zoals in voorgaande jaren, vertelt hij, maar vijftien kinderen.

Kinderarts Károly Illy, lid van het Outbreak Management Team, ziet zijn patiënten tijdens de twee schoolsluitingen somberder worden en meer in hun schulp kruipen, vertelt hij. Hij wijst ook op een studie van de Universiteit Maastricht die liet zien dat kinderen tijdens de eerste lockdown minder bewogen en dikker werden.

En dan is er nog een studie van Amsterdam UMC die laat zien dat het aantal kinderen met ernstige angstklachten verdubbelde tijdens de eerste lockdown, van 8 naar 16 procent.

Om hoeveel gaat het eigenlijk? Sinds wanneer? Komt dat allemaal wel door de schoolsluiting?

Nee en ja, zeggen de mensen die NRC spreekt. Veel psychische problemen die nu acuut worden, zijn al maanden aan de gang. Popma: „We zien vaak: de boeggolf komt een half jaar tot een jaar later. Dit is nog maar het begin.”

En de aantallen? Met de meeste kinderen gaat het toch uitstekend? Het is moeilijk te bepalen. Zijn vijf telefoontjes per dag naar één crisisdienst in één stad veel of weinig? Zijn dertig IC-opnames per dag veel of weinig?

De schoolsluiting heeft in elk geval een snelkookpan gecreëerd. Popma: „Het is echt geen rocket science. Het hele steunsysteem voor kinderen en jongeren die mentaal kwetsbaar zijn is weg.” Een sportclubje, een leuke juf, een bandje, hangen op straat, ouders die nog wat draagkracht hebben omdat ze niet een fulltime thuisschool hoeven te draaien. „Dat steunsysteem heb je nodig om niet over het tipping point te raken. En de school is het anker van dat alles. Daar zijn de sociale contacten die jonge mensen nodig hebben om te ontwikkelen, daar worden ze in de gaten gehouden.”

Mishandeling

Dat ‘naar school gaan’ veiligheid biedt, bleek nog het meest uit de studie van hoogleraar pedagogiek Lenneke Alink van de Universiteit Leiden – het onderzoek dat het zeerst deed. Het geschatte aantal mishandelde kinderen, zo bleek, steeg tijdens de eerste schoolsluiting van de ‘reguliere’ 15.000 naar 40.000 kinderen en tieners.

Uit de schatting van Alink en collega’s – op basis van signalen achteraf van kinderopvangmedewerkers en leerkrachten – bleek dat twee vormen van mishandeling toenamen. Getuige zijn van geweld tussen ouders („wat net zo slecht is als zelf geslagen worden”) en verwaarlozing. „En dan hebben we het niet over dat het werkboekje niet af is, maar over kinderen die de hele dag de galerij op worden gestuurd en geen aandacht krijgen, of tieners die de hele nacht mogen gamen en helemaal niet aangezet worden tot schoolwerk.”

Of kinderen zelf ook fysiek meer klappen kregen, was niet in de data te zien. Maar zoals Hans van Goudoever van het Emma Kinderziekenhuis zegt: „Als je niet naar school gaat, is de kans groter dat niemand het ziet. Op Zoom kun je je blauwe oog prima verstoppen onder een petje.”

Met name kinderen over wie al zorgen zijn, lijden onder schoolsluiting, zegt Alink. „Ik wijs nog maar eens op de oproep van Unicef. Die zeggen dat de vraag niet is óf de scholen open moeten gaan, maar hoe. In elk geval voor de kwetsbaren.” Hans van Goudoever zegt dat ook. „Nee, misschien kun je nu niet de middelbare scholen helemaal opengooien. Maar wees creatief. Er valt best een roulatiesysteem te bedenken waarbij kinderen één of twee keer per week op school komen. Dan hebben ze wel onderling contact zodat ze zich ontwikkelen en kun je ze in de gaten houden.”

Het frustreert hoogleraar en kinder- en jeugdpyschiater Popma diep dat niet alle bestuurders en bewindslieden begrijpen dat scholen ál die taken hebben. „Als je een school sluit en overgaat op ‘onderwijs op afstand’, moet je die andere taken wel op een andere manier hebben geregeld. Er zijn genoeg goede voorbeelden die laten zien dat het wel kan.”

Voor dit artikel is ook gesproken met Levvel-zorgdirecteuren Ber van der Stegen en Alies Heerma en hoofd onderzoek zelfmoordpreventielijn 113 Renske Gilissen.
Correctie (23 januari 2021): in een eerdere versie van artikel was de naam Levvel verkeerd gespeld, dat is hierboven aangepast.